2009: Zomervakantie – Scandinavië

Vrijdag 19 juni 2009 Nico 726 / 726 km002
Even na half tien vertrekken we. De auto is gisteravond laat gewassen, maar de plakzooi die hier uit de bomen druipt, zit er al weer dik op. Desondanks gaan we lekker op vakantie. Omdat de A7 in het Noorden opgebroken en afgesloten is, nemen we nu de route die de meeste routeplanners adviseren: Bij Hoogeveen rechtdoor en net over de grens in Duitsland linksaf de A31 volgen, met een grote bocht naar Bremen. Om half elf zijn we in Duitsland en even later zitten we op de A31. Vlak voor Oldenburg een plasstop en dan doen we iets doms; we willen in Quickborn boven Hamburg even bij een filiaal van Fritz Berger langs, vlak bij de Autobahn en zetten het adres bij Oldenburg al in onze Garmin, die ons vervolgens doodleuk dwars door de buitenwijken van Bremen loodst. Stom!! Maar na een stukje Bremen te hebben gezien (vlak bij ons Kerstmarkt-hotel van jaren geleden) komen we weer op de ons vertrouwde A1. Het zonnetje schijnt regelmatig, maar af en toe druppelt het wat en de temperatuur schommelt tussen de 13 en 18 graden. Tussen Bremen en Hamburg zijn er dit jaar zes Baustellen met bijbehorende vertraging, dus we schieten niet echt hard op. Om 14.10 uur rijden we door de Elbetunnel. Fritz Berger in Quickborn heeft niet wat we zoeken en we rijden weer gauw verder. Later staan we tussen Hamburg en Flensburg ruim anderhalf uur in de file, door een ongeluk dat we niet meer zien, want kennelijk is alles al opgeruimd. Op deze manier schiet het niet echt op. Om 17.55 uur rijden we de Duits-Deense grens over en worden verwelkomd met een gitzwarte lucht en een stortbui die precies op de grens begint. Even later is er weer volop zon en maken we een plasstop. Om half zeven tanken we Deense diesel en om zeven uur nuttigen we een eindje verder langs de snelweg in een bistro een maaltijd die wellicht niet echt gezond is, maar wel lekker smaakt, alleen wat te zout…
Jenny heeft thuis een camping in Arhus gevonden met de mogelijkheid van Quick-stop: laat komen en vroeg weggaan, tegen een “buiten-de-poort-tarief” of een “binnen-de-poort-tarief”. Tegen half negen komen we daar aan, door Garmin via exclusieve tussendoor-weggetjes erheen geleid. Wij kiezen voor de Quickstop-plek binnen de poort, kopen de jaarzegel voor onze Scandinavische Campingcard en zoeken ons daarna bijna een bochel naar een recht plekje in de buurt van de sanitaire voorzieningen. Maar dat lukt uiteindelijk in een fris regenbuitje. Op dit moment, tegen tienen, is het buiten rond de dertien graden. Het lijkt Schotland wel in onze voorjaarsvakantie, maar het is hier wel droog!

Zaterdag 20 juni 2009 Jenny 428 / 1.154 km
Het is 8.30 uur wanneer wij van deze camping wegrijden. De temperatuur is slechts 13,5 graden, maar de zon schijnt door de wolken en dat maakt het achter de voorruit wel aangenaam.
Het is rustig op de snelweg, bijna stil te noemen en daardoor schieten we snel op. Om 10.10 uur komen we in een zonnige haven in Hirtshals bij de Color Line- terminal aan. Het is dan 20 graden en van de verwachte storm met windkracht 8 (hoorden we gisteren op de radio) is geen sprake.
Om 11.15 uur komt de “Superspeed 1” de haven binnen, er wordt snel gelost en daarna mogen wij de boot op. Precies om 12.15 uur vertrekken wij naar Kristiansand, maar dan zitten wij al aan het Scandinavisch buffet. We hebben ruim drie uur om ons te goed te doen aan het verrukkelijke eten en we laten het ons dan ook goed smaken. Je mag zelfs na het eten in deze ruimte vertoeven om over de zee uit te kijken.

We komen precies op tijd in Kristiansand en even later rijden we –zonder pascontrole- een zonnig Noorwegen binnen. Het is nog een dikke 200 km naar de Preikestolencamping en door de bochtige E39 met zijn vele tunnels en mooie uitzichten schiet het niet echt op. Jenny wisselt Nico een keer af, maar merkt ook hoe vermoeiend het rijden is. Bovendien zijn de lange tunnels, gevolgd door lange bruggen een aanslag op haar ietwat claustrofobische neigingen.

Bij Algard verlaten we de weg om via Weg 45 naar Weg 508 en Weg 13 te gaan. De veerboot in Lauvik brengt ons voor NOK 81 naar de overkant, naar Oanes. Even later zijn we bij de camping, maar die rijden we eerst voorbij om te zien hoe de weg is naar de Preikestolen- parkeerplaats met het startpunt van de wandeling die wij morgen willen gaan doen. Wij zien al gauw dat de weg te steil is om te gaan fietsen, maar gelukkig zien wij ook dat er een bus naar toe gaat. Bij de camping is een bushalte. Op de camping aangekomen is het zoeken naar een plaats met stroom, uiteindelijk lukt dat via een verlengdoos. Van wie die is weten we niet, maar tot nu toe gaat het goed. Internet kunnen we ook meteen ontvangen, maar de satelliet TV laat het afweten en Nico uiteindelijk ook. Het is bijna 23.00 uur terwijl ik dit verslag tik en het is nog lang niet donker. Heerlijk!

Zondag 21 juni 2009 Nico 0 / 1.154 km; lopen: 7 uur!
009Om kwart over 8 loopt de wekker af. We staan rustig op. De Duitse buurvrouw komt vertellen dat ze onze stekker uit hun 3-weg-doos in de stroompaal heeft gehaald. Zij hadden ook al stroom bij anderen “afgetakt” en daar waren wij op onze beurt ook nog eens bij op gekomen. Omdat ze maar voor één dag stroom hadden betaald ging hun stroom eraf, maar we mogen de verdeeldoos nog wel een dag lenen. Aardig! Een goed uur later is het grootste deel van het veld leeg en kunnen we een “officiële” aansluiting maken. Twee contactdozen per stoompaal, da ’s wel erg weinig. We sluiten de stroom maar officieel aan en Nico gaat naar de receptie om à raison van Nok 30 een dag legaal stroom te kunnen tappen.
Tegen kwart voor elf staan we te wachten op de bus die ons naar de parkeerplaats van de Preikestolen brengt. Tenminste, wanneer we de buschauffeur Nok 30 p.p. betalen. Na vijf minuten zijn we “boven”, kijken rond in de winkel en even later beginnen we aan de klim naar de Preikestolen. We hadden van Paul, die deze tocht 2 jaar geleden volbracht, begrepen dat het begin een beetje zwaar is en de rest wel meevalt, maar vandaag blijkt dat daar de generatiekloof een behoorlijke duit in het zakje doet. Hoezo, “Het begin een beetje zwaar?” We klimmen ons een halve beroerte tegen de rotsblokken op, waaruit het grootste deel van de klim blijkt te bestaan. Er “staat” 2 uur voor een enkele reis Preikestolen, maar wij doen er met gemak drie-en-een-half uur over. Inclusief (leeftijd-) pauzes en lunch, dat wel. Wel blijkt Nico wat weinig water bij zich te hebben (in zijn “rugzak-met-slurpslang”), maar op twee plaatsen vinden we een helder bergstroompje om water bij te vullen. Heerlijk fris. Wanneer we over de helft van het parcours zijn, komt er een traumahelikopter aanvliegen die een eindje terug boven een –door ons net daarvoor gepasseerde en naar ons idee knap linke – afdaling / klim blijft hangen, tussen de bomen. Zó laag hebben we nog nooit een helikopter zien hangen. Hij hangt ver weg, maar we zien wel mensen met oranje jacks tussen de bomen lopen. Enige tijd later vliegt de helikopter weg richting Stavanger. Veilig idee: wanneer je dan toch naar beneden duvelt, laten ze je in ieder geval niet liggen…..

024

Rond half drie zijn we op de Preikestolen. Jenny (met hoogtevrees) plakt zich tegen de bergrug om alles te bekijken, Nico gaat een beetje richting rand om wat plaatjes te schieten. Maar er vlak bij: ho maar! Na een klein half uur beginnen we de terugweg. Omdat het brood al op is, doen we een half uurtje korter over de terugweg; in drie uur zijn we – tussenstops inbegrepen- weer op de parkeerplaats. Maar Jenny heeft onderweg wel behoorlijk pijn in haar rechter knie en Nico ’s voetzolen laten weten dat ze zich inmiddels behoorlijk mishandeld beginnen te voelen. Uiteindelijk komen we beneden op de parkeerplaats aan. Het is dan zes uur. Om vijf voor half vijf ging de voorlaatste bus richting camping. De winkel is inmiddels dicht, dus duiken we de Preikestolenhytta, een soort berghotel, in. We nuttigen een kopje koffie resp. een Noors biertje, lekker op het terras in de zon, maar wel naast een luidruchtige club Russen. En dan begint het wachten op de laatste bus die om tien over acht zal komen. Meer dan een half uur voor die tijd spot Jenny een Nederlandse T4 California- camper die een stop maakt en ritselt een lift naar de camping. Dat scheelt mooi even! Moe maar voldaan zitten we even later aan het koele bier en de dito witte wijn, lekker in het zonnetje en verlost van onze wandelschoenen, die vandaag prima dienst hebben gedaan. Daarna nog een traditioneel meegenomen macaronimaaltijd (traditioneel meegenomen, geen traditionele macaroni), ook al in de zon en dan komt een doodvermoeiende maar heel mooie dag langzamerhand tot zijn eind. Zo’n eind sjouwen in Noorwegen, terwijl je eergistermorgen nog in Zwolle was, is een wat vreemde maar mooie gewaarwording. Het weer heeft vandaag prima zijn best gedaan: niet te warm, maar een heerlijke zon en een soms verfrissend windje; kon niet beter!!!

Maandag 22 juni 2009 Jenny / Nico 217 / 1.371 km
(J:) Zonder een wekker te hebben gezet, worden we om 8.45 uur vanzelf wakker en even later zitten we aan een zonnig ontbijtje met vers gebakken broodjes. Onze spieren doen zeer van de klimpartij van gisteren, maar aan wat er ons voorbij wandelt zien wij dat wij niet de enigen zijn.
Om 10.30 uur vertrekken wij van deze Preikestolen Camping en via een mooie route en Weg 13 willen we naar Odda. In een dorpje onderweg doen we boodschappen bij een Coöp en kopen daar een DVD van de Preikestolen. Dan kunnen we toch zien wat wij niet durfden te zien.

029Om 12.30 uur varen we met de veerboot van Hjelmeland naar Nesvik. We besluiten om Weg 13 tijdelijk te verlaten en de smalle weg over de berg te kiezen, over het Ulladalen. Nico rijdt uiteraard, want Jenny durft dat echt niet. De weg is ongeveer 21 km lang voordat hij weer bij Weg 13 samenkomt, maar hij is goed te doen en bovendien schitterend. Op de kaart in onze wegenatlas zien wij dat onze zoon Paul hier in 2007 in de buurt heeft overnacht aan een meer. Toevallig!

Het vervolg van Weg 13 is erg bochtig en vol tunnels die al dan niet verlicht zijn. Daardoor schiet het niet echt op en moeten we onze plannen wat bijstellen. In Odda is gelukkig de Touristinformasjon nog open en kunnen wij vragen waar in Tyssedal die tandradbaan (Magalibanan) is. Helaas, we horen dat die al een paar jaar gesloten is. We kunnen er wel met de auto komen en in de hoop er een nachtplek te vinden doen we dat. Bij Tyssedal gaan we rechtsaf richting Skjeggedal; de weg is wel héél erg smal en wij zijn blij dat wij dit nog kunnen navertellen.
Bovenaan zien wij inderdaad de verlaten tandradbaan aan het mooie Ringdalsvatn. Wij volgen de weg nog een stukje tot aan een stuwdam en besluiten daar te blijven. Eerst wandelen wij over de stuwdam heen en terug en zetten dan Duva Kampa in de slaapstand. Dat betekent: zo waterpas mogelijk, met de schuifdeur in de zon en het hefdak omhoog. Daarna stoeltjes buiten, wijntje er bij en het relaxen kan beginnen. Het is inmiddels 18.45 uur en Jenny maakt snel een pan Pyttipanna klaar. Inmiddels laat de zon het nog steeds niet afweten, getuige het feit dat ik dit epistel in de schaduw moet tikken om iets op het beeldscherm te kunnen zien.
(N:) Even later maken we een avondwandeling over de weg die met een slagboom is afgesloten. Volgens het bord is er iets verderop een helikopterlandingsplaats (dat klopt) en is er daarom gevaar voor vallend gesteente. De landingsplek is er, maar er landt nu geen helikopter, dus lopen we er langs en nog een stukje verder. Wanneer we weer “thuis” zijn, komen er iets verderop nog 2 grote campers bij, een Tsjechische en een Letse. Die horen kennelijk bij elkaar. We lezen nog wat (het blijft buiten gewoon licht) en na middernacht duiken we in bed.

Dinsdag 23 juni 2009 Nico 206 / 1.577 km
Om kwart over acht komen we zonder wekker uit bed. Op dat moment landt er iets verderop een helikopter. Dat hoor je prima tussen de bergen. We ontbijten rustig en breken al even rustig op. Om negen uur verlaten we dit aardige plekje en stoppen iets verder in het dorpje Skjeggedal (een paar huizen) tegenover de niet-meer-publieke tandradbaan bij een gebouwtje dat we gisteren al zagen. Niet alleen heeft het een dames- en een herentoilet, maar ook nog eens douches. En ook heel netjes en schoon. Openbaar sanitair; wat een land!
We rijden het smalle weggetje weer terug naar Weg 13 en vervolgen die. Vandaag wordt in Noorwegen de langste dag / zonnewende / midsommardag of wat dan ook gevierd, maar we merken er weinig van. Winkels zijn gewoon open. In Ullevang bekijken we een kerkje en doen we boodschappen in de PSS (Plaatselijke Simpele Supermarkt). Daarna vervolgen we Weg 13 weer in zuidelijke richting langs het Hardangerfjord. Ook bekijken we vanaf die weg de camping waar Paul & Co 2 jaar geleden ’s morgens vroeg “uit hun slaapzak stormden”. Iets voorbij Eidfjord bezoeken we het Hardangervidda Natursenter, waar een permanente expositie over –jawel: – het Hardangervidda te zien valt. We beginnen met een “breedbeeldfilm” met vijf projectoren en schermen, net zoals op de Noordkaap en in het Gletsjermuseum. Heel mooi, dat wel, maar in de souvenirshop vragen ze doodleuk € 32 voor de DVD, en dan krijg je er niet eens vijf projectoren en schermen bij. ….

034

We laten ons voordat we vertrekken uitleggen waar we nu met de auto kunnen komen om gelijk “hoog” aan een wandeling te beginnen. De man vraagt nog of we een “big car” hebben. Wij niet, kom nou!! Na de lunch rijden we de opgegeven weg in, die smaller blijkt dan alles wat we tot nog toe op dit gebied hebben meegemaakt. Er zijn zelfs geen uitwijkplekken. Na een korte aflevering van de soap “Hoe passeren twee T5 ’s en één T4 elkaar” houden we het voor gezien, draaien met enig kunst- en vliegwerk en rijden maar terug. We besluiten een wandeling in Eidfjord te doen die Jenny al op internet had gespot. Die zou een uur duren. Bij de Touristinformaqsjon wordt ons uitgelegd en voorgetekend hoe de route loopt. Internet beweert 60 minuten, de VVV-dame houdt het op 70 minuten en het infoboekje op 90. Het worden bijna 2 uur; net na vertrek begint de zon volop te schijnen en dat merken we! Vooral de klim omhoog door een bos is best wel inspannend, maar we volbrengen de tocht en besluiten om de hoogvlakte naar Geilo op te rijden. Een geschikte camping vinden lukt niet echt, wel maken we tussenstops bij een waterval en een stuwdam. Het is al wat laat wanneer we in Geilo aankomen. De camping waar we vele jaren terug met ons gezin en Jenny ’s moeder in een chalet zaten is drie keer niks en we komen uiteindelijk weer terecht op de camping waar we jaren geleden met de jongens ook uitkwamen, aan de rand van Geilo. De zon schijnt nog volop, om kwart voor acht zitten we aan de maaltijd en om half tien zijn we heerlijk onder de douche geweest, helemaal prettig na zo’n “warme wandeling”. Morgen willen we in / om Geilo een stuk gaan fietsen.

Woensdag 24 juni 2009 Jenny 22 / 1.599 km; fiets 11 km.
Het is vannacht niet echt donker geworden en omdat we de dakisolatie thuis hebben gelaten is het ook niet helemaal donker in ons campertje. We worden deze morgen wakker van de hitte. De zon staat al uren op de linkerzijkant van de bus te branden en in bed is het niet meer te harden. De temperatuur buiten valt nog wel mee, maar al gauw gaat die ook stijgen. We hangen meteen ons beddengoed in de zon te luchten, heerlijk weer een fris bed! Na het ontbijt en de gebruikelijke ochtendrituelen vertrekken we van deze eenvoudige camping en gaan naar Geilo. Daar doen we eerst uitgebreid boodschappen bij de ICA en stappen daarna op de fiets voor een rondje van 11 km rond het meer. We beginnen aan de overkant en dat is maar goed ook, want dit blijkt de moeilijkste en zwaarste kant te zijn. Geregeld moeten we een stuk lopen door het rulle zand/grit. Maar verderop gaat het prima en fietsen we er lekker op los. Het is een prachtige route en we doen er een uur en een kwartier over. Daarna gaan we onze afvalwatertank legen bij een tankstation en rijden we naar Hovet. Daar weten we een camping met Nederlandse eigenaren waar het goed toeven is: www.birkelund-camping.com We zijn er zo en binnen enkele momenten staat ons kampementje in vol ornaat. Zelfs de satellietschotel staat, we kunnen dus vanavond TV kijken. Het probleem op de Preikestolencamping lag aan de een losse aansluiting van de kabel aan de reciever.

Daarna lekker in het zonnetje zitten lezen en luieren. Het is wonderlijk hoe snel je dat doet wat anderen ook doen: kijken wie er aan komt rijden op de camping (veel gele kentekens) en waar en hoe ze gaan staan. Deze dagen wordt er een muziekfestival gevierd in Geilo en is het er ook erg druk. Hier op de camping (20 kilometer van Geilo af) merken we er nog niet zo veel van, maar dat kan nog komen natuurlijk. Later ontdekt Nico dat hij zijn zilveren halsketting met kruisje in Geilo verloren is. Vermoedelijk op de parkeerplaats voordat we zijn gaan fietsen; omdat Nico’s nek al eerder door de zon geroosterd was, heeft hij het kettinkje afgedaan om iets tegen de zon op zijn nek te smeren, is vergeten het kettinkje weer om te doen en het moet bij het tas in- en uitpakken gevallen zijn. Noorwegen en kruisjes gaan kennelijk niet goed samen; vorig jaar is de voorganger van het nu verdwenen kettinkje er tijdens een fietstocht rond Trysil tussenuit gepiept.

Donderdag 25 juni 2009 Nico 0 / 1.599 km; fiets 8 km
Een rust en –luierdag; Jenny heeft al vroeg voor voldoende ventilatie gezorgd, zodat we geen last hebben van de zon die al vroeg schijnt. Daarom sudderen we met voldoende zuurstof nog lekker door tot tegen tienen. Prima moment om op je dooie gemak uit bed te klimmen en lekker ontspannen aan een nieuwe vakantiedag te beginnen. Omdat we laat ontbijten, zien we die maaltijd maar gelijk als brunch. Na de afwas lekker luieren, boekje lezen en Jenny zwerft over het wereldwijde web om een leuke weekendcamping in Zweden op te zoeken, bij voorkeur één waar we nog nooit geweest zijn en dat wordt met het jaar lastiger. Morgen willen we proberen in Zweden te komen –of een goed eind die kant op- en het weekend willen we op een camping in Dalarna doorbrengen. Daarna richting Oostkust van Zweden.

Deze middag nog geen verre reizen; we fietsen een kleine 4 kilometer op het fietspad langs Weg 50 naar Hovet I Hallingdal, om daar in de plaatselijke Coöp wat boodschappen te doen. Voor zo’n monopoliewinkel in een klein dorpje uiteraard tegen prijzen waar de Nederlandse middenstand alleen maar van kan dromen. Maar dat hoort er een beetje bij. Na terugkeer op de camping doen we weer waar iedereen hier goed in is: lekker zitten en kijken wie er bij komt. Enkele uitzonderingen daargelaten zijn dat allemaal Nederlanders. Een Noor die hier verzeild raakt moet denken dat ‘ie in het buitenland is. Onze nieuwe buren van vandaag hebben de caravan met de gesloten kant naar het veld en de auto als afscheiding ernaast gezet en zitten derhalve in “totale afzondering” aan de achterkant. Maar ook die buurman komt uitgebreid kijken wanneer er iets nieuws binnen dreigt te komen. Voer voor psychologen, zo’n camping vol met Nederlanders. En daar rijd je dan zo veel kilometers voor. Zo sleept de dag zich voor een keer best wel aangenaam voort naar de avond. Na de Italiaanse maaltijd die door een Nederlandse keukenkeizerin (prinses is te min…) in Noorwegen is klaargemaakt (een Drielandenhap, als het ware) en de afwas, wordt er weer gedoucht en strijken we weer onder de luifel neer, in afwachting van de dingen die komen gaan.

Vrijdag 26 juni 2009 Jenny 440 / 2.039 km; fiets 4 km.
045Vandaag staan we bijtijds op en wel om 8.00 uur. De zon staat dan al weer uren aan de horizon te branden en daarom maken we met een vliesdekentje aan de luifel wat schaduw bij het ontbijt. Tegen tienen verlaten we de Birkelund camping, maar niet nadat we netjes hebben afgerekend en een praatje hebben gemaakt met Rinie en Franka, de Nederlandse eigenaren. Zij houden een dagboek bij op www.pluco.nl en af en toe leest Jenny dat, vandaar dat zij aardig op de hoogte is van wat er op de camping gebeurt.

We gaan Weg 50 op naar Hol en rijden van Weg 7 naar Gol. Daar doen we boodschappen in een kleine supermarkt. Daarna gaat Jenny rijden: Weg 51 tot Leira en dan Weg 33 naar Dokka. Nico mag kaartlezen en bedenkt dat aansluitend Weg 250 naar de E6 gaat, naar Lillehammer. Dat is ook zo, maar Weg 249 die naar Gjovik gaat was een betere optie met minder kilometers geweest. Desalniettemin genieten we van een mooie weg die over hoogvlaktes (o a. Krakbugukampen) voert, vergezeld van koeien en schapen die lui op de weg liggen.
Bij Lillehammer komen we op de E6 en heeft Jenny er 2,5 uur achter het stuur op zitten; Nico neemt het over. Even later zien we een geschikte plek voor een (wat verlate) lunch. Dit is vlak bij Moelv, daar waar de E6 middels een brug naar de oostkant van het Mjøsa verder gaat. Daarna gaat het verder via de E6 zuidwaarts tot Stange, daar nemen we Weg 3 naar Elverum en Weg 25 naar Trysil, naar Fageråsen. Dit laatste plaatsje kennen we van een half jaar geleden, toen wij daar ter gelegenheid van ons 30 jarig huwelijk op wintersport waren (zie dat verslag en de foto’s). We tanken eerst in Trysil en Duva Kampa (=onze camper) blijkt 1:13,7 te hebben gereden! Een unicum dus als het meestal 1:11 is! Daarna rijdt Jenny omhoog naar Fageråsen, waar we tot 18.30 uur verblijven. Het is leuk om ons chalet nog een keer zonder sneeuw te zien en het blijkt te koop te staan. Niet dat wij het willen kopen, maar Paul en Mark die wij even bellen zien dat wel zitten.

In Trysil maken we onze laatste NOK op aan wat boodschappen bij de Coöp en de wasbox. Duva Kampa is dringend toe aan een afspuitbeurt en knapt daar zienderogen van op. Daarna rijden we via Weg 26 noordwaarts, want we willen ongeveer 88 km verderop Zweden in, naar Idre of verder. Onderweg zien we een leuk (vis-)plekje aan de rivier om eten te koken. Je mag er niet kamperen staat er op een bordje en dat vinden wij logisch, want er is een camping aan de overkant van de weg. Na het eten, de afwas en de koffie rijden wij verder, op zoek naar een geschikte nachtplek. We zien er een aantal, maar deze vinden wij ongeschikt. Wanneer wij bij Drevsjö de laatste 8 kilometers naar de Zweedse grens rijden zien wij net buiten het dorp een weggetje naar het Vurresjon (=meer). We gaan kijken en zien een zeer geschikte plek om de nacht door te brengen. Vlak bij de weg, uit het zicht van anderen, niet bij huizen, water in de buurt en plasbomen genoeg. We zetten ons campertje neer en genieten van een biertje en een wijntje. Dit is vakantie! (inclusief de muggen)

Zaterdag 27 juni 2009 Nico 162 / 2.201 km; fiets 4 km
Na een hele stille nacht staan we om half negen op. De zon staat al weer tropisch te branden, alsof je op Sardinië zit… Om tien voor tien verlaten we dit leuke plekje en vijf minuten later passeren we de Zweedse grens. Behalve de kleur van de vlag veranderen er nog twee kleuren: het asfalt verandert van zwart in rood en de verkeersborden van wit in geel. Het wegnummer verandert van 218 in 70.
Om half elf zijn we in Idre en bekijken daar een – door Nederlanders gerunde – camping. Wat ver van het dorp gelegen, heel open en tijdens een gesprekje over het bereik van het draadloos internet worden er wat minder slimme opmerkingen gemaakt over vakantiegangers en internet. Dàt moet je bij ons niet doen. Na de boodschappen bij de ICA in het dorp besluiten we om Weg 70 verder te vervolgen; eerst in Älvdalen een camping bekijken en eventueel door naar het Siljanmeer. Een eindje buiten Idre aan de weg naar Särna lunchen we op één van de aan het meer gelegen “Lägerplatsen”, een soort vrije kampeerplaatsen; Er zijn grote genummerde vakken aan het water en één toilet- “huuske” en wanneer je er overnacht, wordt je vriendelijk gevraagd om je gegevens op een envelop te schrijven en Sek 60,- (60 Zweedse kronen, ongeveer € 6,60) per nacht in de envelop te doen (en deze in de daarvoor bestemde bus te doen). Leuk systeem, mooie plekjes, maar wij willen nu naar een camping.

In Älvdalen gaan we op de camping staan waar we ook al twee keer met de jongens zijn geweest, alleen is de camping nu twee keer zo groot (en vermoedelijk vier keer zo duur) geworden. De eerste nacht betalen we vast contant, want het Scandinavisch campingcarnet, waar in Denemarken al een jaarzegel op is geplakt, wordt niet door de computer herkend. Later blijkt het een oud, verloren gewaand, carnet te zijn. Jenny heeft de goede bij zich; die wordt wel door de campingcomputer herkend. Jaarzegel overplakken en oude kaart in stukjes knippen dus.
We zoeken een plekje vlak achter de huisjes aan de rivier (die je door het dijkje dat na eerdere overstromingen is aangelegd dus niet kunt zien wanneer je zit). Satellietontvangst lukt helaas niet, vermoedelijk door de bomen tussen ons en het zuiden en het draadloos internet via een “hotspot” evenmin. Volgens het foutenlog van Windows omdat het netwerk niet reageert op de aanmelding. Een lui netwerk; dat hebben wij weer…. Maar de plek is leuk, dankzij de bomen is er voldoende schaduw (wie had ooit gedacht dat we schaduw willen in het Noorden) en na de avondmaaltijd fietsen we wat door het dorp, op zoek naar een “eetplek” voor morgen. We kijken ook bij de kerk of er wellicht een concert is, maar het bord vermeldt alleen een doopdienst om één uur ’s middags en daar horen wij niet bij. Dan gaat ook net het zwembad open….. Dit is het “weekend na Midzomer” en dan wordt er doorgaans gefeest in Zweden, maar wij merken er hier helemaal niets van. We zien alleen de traditionele patsers die op zaterdagavond met open ramen en muziek aan in hun auto’s, bij voorkeur grote Amerikaanse “bakken”, door de hoofdstaat heen en weer rijden; “vrouwtjes scoren”. Sommige tradities veranderen kennelijk nooit. We sluiten de dag af onder de luifel, met lezen, verslag tikken en douchen (de tikker moet nog, de betere helft is al geweest).

Zondag 28 juni 2009 Jenny 0 / 2.201 km; fiets 6 km.
053We staan niet al te vroeg op deze rustdag op, maar vanwege de hitte draait de kleine ventilator dan al op volle toeren. Nog voor het ontbijt heeft Jenny het bed afgehaald en het beddengoed in de wasmachine gedaan. Voor slechts 10 Sek is het straks weer lekker fris. De rest hangt lekker te luchten. Deze dag houden we het rustig, het is eigenlijk ook veel te heet om wat te doen. Het is minstens 30 graden, dus we zoeken de schaduw op en pakken ons boek.
’s Middags gaan heerlijk zwemmen in het overdekte zwembad en daarna stappen we op de fiets naar de Touristinformatie om kaarten en postzegels voor het thuisfront te kopen. Een ijsje en weer terug naar de camping om de kaarten te gaan schrijven. Onze stoelen schuiven mee met de baan van de zon c.q. de schaduw.

Deze dag sluiten we af met een etentje bij Hotel restaurant Älvdalen. Nico kiest voor een Wiener schnitzel en Jenny voor een Älgburger (elandburger), het smaakt allemaal prima. Ook nu weer het haantjesgedrag van de jeugd, ze rijden in opzichtige Amerikaanse auto’s met veel lawaai voorbij.
Terug op de camping trekken we de wandelschoenen aan voor een korte wandeling. We hebben een bord met een route gezien en omdat het vanmiddag te heet was gaan we die nu wandelen. Dat blijkt toch niet zo’n goed idee, het pad loopt door het bos en met name Nico wordt opgegeten door de muggen. Wij lopen ook nog gewoon in korte broek en mouwloos hemd, want het is nog steeds erg warm. De myggs hebben dus als het ware vrij spel. Nico is een en al bult als wij weer bij de camper komen. We ploffen neer om bij te komen. Pfffffffffff!

Maandag 29 juni 2009 Nico 453 / 2.654 km
Om 8 uur staan we op; buiten is het nog “dragelijk”, maar de temperatuur loopt snel op.
Om half tien vertrekken we richting Mora over Weg 70. We shoppen in het centrum van Mora in een kleine ICA, bezoeken de System Bolaget om de wijnvoorraad op peil te brengen en verlaten deze plaats rond half twaalf. Net buiten de stad zien we het mega- winkelcentrum waar we vorig jaar net een paar dagen te vroeg waren voor de opening van een gigantisch grote supermarkt. Toch een keer onthouden! Om half een stoppen we onderweg bij een ander shopping-centre, maar dat valt wat tegen en we steunen de plaatselijke economie door alleen een ijsje te kopen. Iets verder lunchen we bij overdekte picknicktafels, die in deze grote hitte ook nog eens in de schaduw staan van grote bomen; mooier kan haast niet. Met deze hitte (het is al weer vrolijk boven de dertig graden) gaat het steeds meer op Kroatië in hartje zomer lijken….. Na de lunch rijden we weer een stukje en stoppen bij een Badestand, een eindje van de doorgaande weg af. Staat niet zo groot in onze wegenatlas, maar half Zweden lijkt aan het strand te vertoeven. We doen daarom een “warmtetukje” of siësta en vervolgen daarna onze weg.

Bij Enköping aangekomen volgen we een klein stukje de E18 in westelijke richting, om al snel via Weg 55 zuidwaarts te rijden tot Strängnas. Daar nemen we de E20 richting Stockholm, om er bij Mariefred af te gaan. Dan begint de zoektocht naar een kook- en overnachtingsplek. Koken doen we uiteindelijk na half acht bij Taxinge. We eten om 8 uur en daarna gaan we zoeken naar een overnachtingsplek.
Dat zoeken naar een plekje voor de nacht wordt deze keer een heel drama. Een aantal plekken bij een meer blijken allemaal uit huisjes te bestaan en bij de enige beschikbare parkeerplaatsen staan de hatelijke bordjes “No Camping”. Het zit vanavond echt niet mee. Wanneer we moegestreden en na veel heen en terug rijden van allerlei onverharde wegen besluiten om dan maar naar de camping in Södertälje te gaan en menen de coördinaten goed in Garmin te hebben ingevoerd, worden we totaal de verkeerde kant opgestuurd. Uiteindelijk komen we rond half elf bij een camping, die totaal met hangsloten is afgesloten. Rechtsomkeert dus. Al eerder zagen we deze avond drie keer een hert, nu worden we vergast op een eland, midden in een weiland.

Kort na die ontmoeting spot Nico vanuit zijn ooghoek een plekje waar wellicht overnacht kan worden. Is inderdaad zo, alleen vlak bij de weg en er ligt nogal wat rommel. Dat wordt slapen met het dak naar beneden. Maar net na het opzetten loopt Nico zekerheidshalve een paadje op dat omhoog het bos in leidt. Een eindje verder is een plek waar we net kunnen draaien en krap langs het pad kunnen staan. De papiertjes in de directe omgeving doen vermoeden dat anderen hier ook geweest zijn, maar dan kortstondiger, niet voor een overnachting…. Het plekje ligt echter wel wat boven de doorgaande weg en ook meer uit het zicht, zodat het dak open kan blijven. Snel inpakken, het pad op, keren en recht gaan staan met de oprij- blokken.
Dit wordt zeker niet ons favoriete plekje, we zullen er vermoedelijk nooit meer (willen) terugkomen, maar we kunnen er in ieder geval overnachten. Tante Garmin geeft aan dat het morgen en kleine 60 kilometer naar Nynashamn is, een uurtje rijden dus, exclusief boodschappen. We zullen wel zien.

Dinsdag 30 juni 2009 Jenny 101 / 1.755 km.
Om 8.45 uur rijden we weg van deze overnachtingsplek. Ontbijten gaan we ergens anders doen, waar het wat schoner is. Het blijkt dat wij vlak voor Södertälje hebben overnacht en we vervolgen de weg daar naartoe. Vandaar is het Weg 225 die naar Nynäshamn gaat. Het duurt tot 10.00 uur voordat wij een parkeerplaats zien waar we koffie kunnen zetten en ontbijten. Dat is bij het kerkje van Sorunda, waar ook een toilet is dat we dringend nodig hebben.
Om 10.50 uur komen we in Nynäsham aan en gaan eerst boodschappen doen bij de Coöp Forum. Dus een heel grote winkel en in dit geval gevestigd in een oude fabriek. We doen meteen wat meer boodschappen met het oog op ons verblijf op Gotland. Op dit “Terschelling van Zweden” is natuurlijk wel alles te koop, maar grote winkels zijn er alleen in de hoofdstad Visby. En die stad willen wij alleen aandoen bij aankomst en vertrek.

Daarna rijden we naar de haven en gaan de boten boeken. We willen van Nynäshamn naar Visby op Gotland en van Visby naar Grankullavik op Öland. Eilandje hoppen dus, of zoals ik hier ergens heb gelezen, van Ö naar Ö. Het blijkt dat wij vanavond nog mee kunnen om 21.05 uur, we komen dan om 0.20 uur aan in Visby. De overtocht van Gotland naar Öland kan niet op maandag zoals wij gehoopt hadden, maar wel op zondag en dat vinden we geen enkel probleem. We boeken dus twee overtochten en betalen zonder blikken of blozen 1921 kroontjes.

Terug op de parkeerplaats zetten wij ons campertje op een andere (gratis) parkeerplaats en gaan naar de Touristbyra voor een plattegrond van Nynäshamn, want we willen de middag nog even leuk en zwemmend doorbrengen. Ook even ge-internet en mail binnen gehaald, cq doorgestuurd naar ons vakantiemailadres. Jenny bekijkt ook nog snel even het weer op Gotland en ziet dat de temperatuur gaat dalen naar 21 graden; goed fietsweer dus.
Daarna gaan we naar de ons aangeraden zwemplaatsen; het blijkt het weggetje te zijn, waaraan wij in 2007 een nachtplek vonden toen we in Nynäshamn met de boot aan kwamen. Op ongeveer dezelfde plek als toen gebruiken we de lunch, een mooi grasveldje met een paar bomen. Helaas kun je daar niet makkelijk het water in om te zwemmen. Dat doen we even verderop aan een zandstrandje. Het is er nogal druk, maar dat deert ons niet. Wij hebben gisteren niet kunnen douchen en vanavond zal het er ook niet van komen, omdat we wederom niet op een camping staan. Het zwemmen is dus een noodzakelijk om een fris luchtje te krijgen en dat lukt voortreffelijk in het frisse water. Het vreemde is dat dit water met de Oostzee verbonden is, maar dat het niet zout smaakt. Vreemd! Het schijnt te komen doordat de Oostzee ver van de oceaan af ligt en daardoor zijn zoutgehalte verliest.

Daarna rijden we nog wat rond en omdat we geen geschikte plek kunnen vinden om te koken, gaan we opnieuw naar ons favoriete plekje in het gras. Het is er inmiddels leeg geworden. Jenny maakt soep en pannenkoeken en het veldje vult zich met een dikke camper en een horde Zweedse Turken die een feestje geven. Stilte en lawaai, twee uitersten, bij een geweldig uitzicht op de zee.
Tot 20.00 uur blijven we hier en rijden dan naar de haven. We kunnen meteen inchecken en in de rij gaan staan. Het inladen gaat zeer vlot, misschien wel omdat een vrouw het regelt? Om 20.50 uur zijn wij aan de beurt en precies op tijd vaart het schip van Destination Gotland weg.
Aan boord maken we het mooiste mee van een vakantie: we zien de zon in de zee zinken! Om tien over half een rijden we van boord. Korte tijd later zijn we weer op de overnachtingsplek van twee jaar geleden: de parkeerplaats van “Villa Muramaris”, de resten van een Romeinse villa, aan Weg 140. Dak omhoog, wijntje nuttigen, bed uitklappen en slapen maar (tegen twee uur).

 

057

 

Woensdag 1 juli 2009 Nico 83 / 2.838 km, fiets 12 km
Om kwart over negen staan we op, na een onrustige nacht; de overnachtingsplek ligt vlak aan de weg en pal naast de “uitgaande vliegroute” van het eiland; er vliegen drie particuliere maatschappijen op Gotland en hun kleine passagierjets hebben een stijgroute vlak naast ons plekje.
Maar wat nog niet eerder is gebeurd deze vakantie: het regent! Nou was boven de dertig graden wel wat veel van het goede, maar 18 graden en regen is een beetje overdrijven naar de andere kant. Na het ontbijt rijden we nog wat omhoog richting Lummelunda-grotten, maar besluiten nu niet af te dalen. Dat deden we twee jaar geleden ook (niet afdalen). We rijden terug naar Visby en doen net buiten de stad boodschappen bij de “Max – ICA Stormarknad”, zoals de naam doet vermoeden een joekel van een supermarkt. Maar wat we ook hier niet en de laatste dagen in geen enkele supermarkt kunnen vinden: Anti- mug- spiraaltjes en andere materialen om prikken te voorkomen dan wel te verzachten; heel vreemd.

Na de shoppingronde gaan we over Weg 143 naar het zuidoosten en bezichtigen de vroeg- middeleeuwse kerk in Roma. Mooi, maar wel donker en er hangt een vreemde lucht. Daarna rijden we door naar Dalhem, waar een clubje treinfanaten een kort stukje rail onderhoudt en op woensdag, zaterdag en zondag een (zéér) kort ritje met een stoomtrein uitvoert. Wij stappen in “de trein van tien over één”. Het is werkelijk een kippeneindje; voordat de trein goed en we op gang is stoppen we bij de eindhalte in een bos. Iedereen moet uitstappen, de trein rijdt een klein stukje terug, waarna de locomotief op een miniem zijspoortje wordt gezet. De rijtuigen worden door een oude dieselloc, die aan het eind van het traject staat, weer teruggereden naar het “eindstation”, waarna de stoomloc weer voorgekoppeld wordt. Dan vangt de “terugreis” aan naar een klein tussenstationnetje naast de enige spoorwegovergang van Gotland. Den Heer de Conducteur vertelt uitgebreid over de geschiedenis van de spoorwegen op Gotland. Allemaal in het Zweeds, dat wel, maar ietsjes kunnen we er wel van begrijpen. Het verhaal duurt vele malen langer dan de treinreis, dus wanneer we even later weer aankomen op ons vertrekpunt is er een half uur voorbij, waarvan ongeveer zes minuten daadwerkelijk “stomen”. Maar leuk is het allemaal wel voor die 50 Kronen per persoon.

064We lunchen op een picknickplaats bij “het Station” en daarna vervolgen we onze weg naar Ljugarn, dat ongeveer in het midden aan de Oostkust van Gotland ligt. Omdat het weer eens tijd wordt voor een echte douche en 220 volt netspanning aan boord, gaan we naar de naar de plaatselijke camping. Niet de goedkoopste, want één nacht met stroom kost Sek 250 (ongeveer € 27,50), maar vergeleken met Nederland nog steeds erg goedkoop. We “kopen” er ook 8 uur internettoegang bij voor Sek 50.
Alleen de tijd die je werkelijk verbonden bent wordt geteld, dus dat zullen we wel redden.
Nadat we opgezet en ingericht zijn (zelfs de nieuw gekochte parasol wordt in de grond geplant) gaan we een stukje fietsen. Sinds het middaguur is het droog en de zon komt er steeds langer door. Het wordt zelfs weer warm, want na de treinreis is de korte broek weer uit de kast gehaald.

We fietsen eerst naar “Folhammar”, een aantal z.g. “Rauken”, door weer en wind in allerlei vormen geslepen rotsen aan de kust. Daaromheen ligt een natuurreservaat. Twee jaar geleden overnachtten we naast de parkeerplaats van dat reservaat, pal aan de zee. Nu pas zien we op borden dat we toen op een aantal punten in overtreding waren; niet op het parkeerterrein parkeren was zonde één en bovendien in de camper overnachten was zonde twee. Wat verkeerden we toen in zalige onwetendheid, want het uitzicht was (en is nog steeds) prachtig. We fietsen zo’n 12 kilometer en dat gaat hier op Gotland, waar het hoogste punt op 82 meter boven zeeniveau ligt, uitstekend. Stijgen en dalen is prima te doen en tevens een aangename inspanning. Gotland is een Zweeds eiland dat zo’n 90 kilometer van het Zweedse vasteland verwijderd is; ongeveer 3 uur varen. Het is 170 kilometer lang en op het breedste punt 55 kilometer breed. Het lijkt wel of hier uitsluitend Zweden op vakantie komen. We hebben welgeteld één Oostenrijker en één Duitser gezien en meenden vanmiddag een Nederlands kenteken te zien, maar meer ook niet. Gotland is een Zweeds vakantie-eiland voor Zweden (700.000 per jaar), een soort Terschelling, maar dan zonder Duitsers… Eigenlijk wel lekker, na een aantal campings met veel, soms bijna uitsluitend, Nederlanders.

Donderdag 2 juli 2009 Jenny 76 / 2.914; fiets 16,5 km
Het is 8.00 uur vanmorgen, wanneer het in bed niet meer te harden is van de hitte. Van de verwachte temperatuursdaling is geen sprake, de zon schijnt volop en wij zoeken voor het ontbijt de schaduw op. Ondertussen laten we ons beddengoed weer eens luchten. Nico zoekt op internet naar info over een boottochtje naar het eiland Stora Kalsö, want daar willen we vrijdag of zaterdag naar toe. Het moet een bijzonder mooi eilandje zijn. Onze internettijd is nog lang niet op, maar om 10.15 uur verlaten wij deze camping om op zoek te gaan naar een geldautomaat. Dat blijkt niet makkelijk te zijn, pas in Hemse lukt het om geld te pinnen. Onderweg bezoeken we het kerkje in Lye. Hemse is een leuk stadje met winkeltjes en het is daar waar we de eerste Nederlanders op Gotland treffen.
We rijden naar de zuidelijkste punt van Gotland en onderweg lunchen we bij het kerkje van Öja. De temperatuur is dan al weer gestegen tot 27+ graden en wij zoeken dus met graagte de schaduw op. De route naar de zuidelijkste punt (Hoburgen) is mooi en we maken een wandeling langs, op en rond de rauken, waarvan één 4,5 m hoog is. Vanaf deze plaats pakken we de fietsen en gaan een tocht rijden, 2 jaar geleden hebben wij al een heel goede fietskaart gekocht. Maar niet voordat we ons goed hebben ingesmeerd met antizonnebrand.
We fietsen over de gewone weg, maar deze is erg rustig. De weg gaat soms omhoog, soms naar beneden en is niet echt moeilijk. Het frisse windje maken we zelf en is heerlijk. Onderweg stappen we geregeld af om de informatieborden te lezen en om van de omgeving te genieten. In Sundre ontdekken we een toren van een kasteel die erg op de Torro’s van Sardinië en Corsica lijkt. We kunnen er –net als daar- in en klimmen via een nauwe trap naar het dak. De kerk die er vlak bij staat bezoeken we ook, dit is onze derde kerk vandaag. Alle kerken stammen uit de 11e, 12e of 13e eeuw en hebben prachtige muur- en plafondschilderingen. Die schilderingen stellen Bijbelverhalen voor, volgens mij hoef je je niet te vervelen tijdens de preek. We doen 2 uur over onze fietstocht en hebben er 16,5 km op zitten wanneer we weer bij ons campertje terug zijn. Onderweg hebben we nog wel een mooie overnachtingsplek gezien, maar eenmaal weer op de parkeerplaats van Hoburgen twijfelen we of we niet zullen blijven.

We houden een siësta, gaan eten koken, afwassen en douchen. Dat laatste is een pure luxe op de deze parkeerplaats en kost Sek 5,00 voor het water en Sek 1,00 om de deur (ook naar het toilet) te openen. De aanwezigheid van een toilet doet ons besluiten hier te blijven en even later genieten we van een mooie zonsondergang op zee.
Wanneer we naar onze huid kijken zien we dat we enigszins anders van kleur zijn geworden.

Vrijdag 3 juli 2009 Nico 98 / 3.012 km
Na half negen komen we ons bed uit. De beide (Zweedse) buren staan er nog en er is zelfs een (Duitse!) camper bijgekomen. Die laatste brengt de stand Zweden – Buitenlanders op 2-2.

We ontbijten lekker buiten in het zonnetje. Ook vanmorgen is Vriend Zon er weer vroeg en warm bij! Na ons vertrek van dit schitterende plekje rijden we via binnenweggetjes naar een serie Rauken aan de andere kant van deze mooie Zuidpunt: de Holmhällar Raukområde. Na een korte wandeling vanaf de parkeerplaats in de weer toenemende hitte komen we bij de rauken. Ook hier weer mooi, met heel veel mooie bloemen op de rotsen. De reis gaat daarna via binnenweggetjes verder naar het noorden en we shoppen in een kleine ICA in Burgsvik. Daarna rijden we over Weg 140 richting Klintehamn, waar we informatie hopen te vinden over de boottocht naar Stora Karlsö, een prachtig eilandje voor de kust van Gotland. Ook zien we in het noorden grote donkere wolken waaruit enorm grote bliksemflitsen schieten. Dat kon wel eens nat worden! Maar voorlopig rijden we nog in de volle warme zon.
Even later zien we een verwijsbord naar (een boot naar) Lilla Karlso. Bij de kust aangekomen zien we de beide eilandjes liggen, de één nog kleiner dan de ander. Dat valt wat tegen; moeten we dáár morgen uren in de hitte (of de regen) sjouwen? Eerst maar eens lunchen met de open schuifdeur naar de zee, waarvandaan een fris windje waait. Ondanks de dreigende lucht die in het oosten langs lijkt te trekken is het nog steeds bloedjeheet. Uiteindelijk lijkt het ons toch beter voor de zaterdag een alternatief te vinden dan puffen of wegregenen op een eilandje. Fietsen of zo.

090

En dan begint het zoeken naar een overnachtingsplek. Beter gezegd zoeken naar een geschikte camping. Wat campings betreft lijkt Gotland (naast de temperatuur dit jaar) wel wat op Sardinië; alle campings liggen aan de kust. We zitten nu bij de hoofdstad, tevens aankomstplaats van de veerboten, in de buurt en dat heeft zijn weerslag op de campings. Er zijn twee campings boven Klintehamn. De eerste die we bekijken heeft een zandstrand en is stervensdruk. Weinig kampeerplekken tussen de huisjes en je moet nota bene 5 kronen in de container-automaat gooien om je afval kwijt te raken. Ze kunnen ons wat! Op naar de volgende. Die heeft kampeerveldjes in het bos met weinig of geen faciliteiten en al helemaal geen wasmachines. En die hebben we nu wel weer nodig.

Bij Tofte is een kleine camping die afvalt omdat alles en iedereen bijna boven op elkaar staat. Iets verder is een grotere camping waar we eerst wat rondkijken (doen we meestal) en uiteindelijk ruim na half vijf neerstrijken. Door een wijziging in het Zweedse camping- computersysteem –zo wordt ons bij de receptie verteld – is ons campingcarnet (dat in Alvdalen nog leesbaar was) nu weer onleesbaar. Je blijft zo wel bezig! We krijgen een nieuwe “Temporary Camping Card” die volgens de dame wel drie jaar gebruikt kan worden, met een nieuw jaarzegel (kosteloos) en aan de hand van de gegevens van de oude kaart worden die “op” de nieuwe kaart gezet. We kunnen kiezen tussen 2 terreinen; één vlak bij het strand voor Sek 330,- per nacht en één iets verder van het strand voor Sek 250,- per nacht. Doe de laatste maar. Wassen zou Sek 35,- en drogen net zoveel kosten, maar uiteindelijk kost de wasmachine in het heel ver weg gelegen oude washuis Sek 20,- en de droger Sek 10,-. Tòch nog een “meevaller”.

Draadloos internet is hier ook een hotspot-systeem, maar werkt slechts 50 meter rondom de receptie. Alleen per 24 uur in te kopen. Aangezien het kampeerveld véél verder weg ligt dan 50 meter laten we dat maar zitten. Tijdens het rondsnuffelen op de camping begon het licht te regenen en er was nog steeds onweer te horen. Daarom zetten we nu de luifel maar op, je weet maar nooit. Na het eten zet Nico de satellietspullen weer eens op. Lijkt eerst niets te worden, tot het stuk intellect zich ineens bedenkt dat hij naar het foute deel van het signaalsterkte- scherm staat te loeren! De ontvangst- balk zit een pietsje hoger op het scherm dan waar Mr. Onbenul kijkt. Even later is er ontvangst. Een mens is misschien nooit te oud maar soms effe wat te onbenullig om wat te leren, zullen we maar zeggen. Vervolgens blijkt er deze avond niet ècht iets interessants op TV deze avond, dus tijdens het tikken van dit verslag staat “VH 1 Classic” op en komt Culture Club en veel “goud van oud” vrolijk voorbij. Moderne tiden…… Een eind verderop op dit grote veld staat een oude stadsbus met een hoop jeugd en muziek. De dames en heren zaten zelfs gezellig op een driezitsbank op het dak van de bus. “Sunroof”? Maar nu is het rustig. Afwachten of het vannacht rustig is / blijft. Morgen zien we wel of we hier weggaan of nog een nachtje blijven.

Zaterdag 4 juli 2009 Jenny 0/3012 km fiets 17 km
We worden wakker van een vreemd geluid: het regent! Vannacht heeft het ook al geregend, maar nu valt er een flinke bui. Net zo plotseling als het begon, houdt het weer op met regenen en kunnen we zelfs buiten ontbijten. Tegen de middag komen er gaten in de bewolking en zijn er steeds meer blauwe plekken te zien. Even later schijnt de zon weer volop, alsof hij nooit weg is geweest. We doen wat boodschappen in de ICA dichtbij en gaan lekker een stuk fietsen. Het is weer vertrouwd heet geworden en wij smeren ons goed in om niet te verbranden.
We rijden een stukje over een fietspad naast de doorgaande weg, maar duiken even later een weg in naar de zee. Daar komen we bij een oud vissersdorp en vandaar kunnen we het hele stuk strand tot aan de camping zien. Even verder zien we een ‘strandkerkje’, daar hebben we nog nooit eerder van gehoord. We kunnen naar binnen middels een joekel van een sleutel die in de deur steekt, om het interieur te bekijken. Een is een heel mooi houten kerkje met een echt traporgeltje. Met diezelfde sleutel willen wij de oude voordeur weer afsluiten, maar dat lukt voor geen meter. De sleutel zit vast! Nou, laat maar………..!

We fietsen verder en komen uiteindelijk weer bij de doorgaande weg uit en die fietsen wij terug naar de camping. Onderweg zien we een grafveld uit de bronstijd, in de vorm van een schip. Het is zo heet dat wij besluiten in de zee te gaan zwemmen, in plaats van het zwembad. Het strand is hier behoorlijk schoon! Maar oh, wat is het water koud! Tegen de tijd dat Jenny uitgezwommen is, is Nico er net door. Maar hij vindt het helmaal geen straf om er weer uit te gaan. Opnieuw valt het op dat het water (nu van het Östersjön) van de zee niet echt zout smaakt. In alle zeeën waar wij hebben gezwommen proef je het zilte zout al aan je lippen, nog voor je in het water bent. De Noordzee, de Middellandse Zee, de Noorse Zee en de Atlantische Oceaan, allemaal zijn ze zout. Maar deze zee tussen Zweden en Finland smaakt dus niet zout.

’s Avonds gaan we een pizza eten bij de plaatselijke pizzeria en we laten het ons goed smaken. We sluiten af met een kop koffie en een typisch Zweeds koekje. Een Mazarin, een groen/bruin mergpijpje, maar dan net even anders.

Zondag 5 juli 2009 Nico 81 / 3.093 km
097Om negen uur loopt de wekker af en komen we wat gammel uit bed; vannacht was niet de beste slaapnacht in deze vakantie. Midden in de nacht, rond 3 uur, hebben we buren gekregen die eerst het halve veld met hun caravan hebben rondgereden en van de enorm veel vrije plekken uitgerekend één naast ons uitpikten op de boel op te zetten. Vermoedelijk in verband met de nachtelijke aankomst van de veerboten laten de campings hier waarschijnlijk de poort openstaan. Fijn voor de nieuwkomers, jammer voor de mensen die willen slapen.
Na de regen van gisteravond schijnt er vanmorgen een lekker zonnetje en waait de was droog in de wind. Maar vergeleken met de vele “hete ochtenden” van deze vakantie is het nu een aardig stukje frisser. We hoeven pas tegen één uur in de haven te zijn, dus breken we op ons dooie gemakje op, inclusief luifel en satellietspullen. Rond kwart voor elf verlaten we de camping. De campingsupermarkt heeft alleen (dure) broodjes, dus gaan we in Visby maar boodschappen doen. Het is maar een klein eindje naar Visby, waar de boot vertrekt. Aan de rand van de stad zien we een terrein met tenten, campers, kraampjes enzovoorts, waar een heuse hondenbeurs gehouden wordt. Misschien dat er daarom zo veel mensen met soms wel vier honden op de camping stonden. Na enig zoek- en overlegwerk lozen we onderweg ons afvalwater en doen rustig boodschappen bij de Maxi (zeg maar Mega-) ICA aan de rand van Visby. Na de boodschappen ritst Nico zijn broekspijpen maar eens aan het bovendeel vast, trekt sokken aan en wisselt een mouwloos hemd om voor een poloshirt; het is vandaag toch wel wat frisser dan voorheen.

Daarna rijden we naar de haven en komen daar samen met de “Gotlandia”, één van de snelle boten van Destination Gotland aan. Al vrij snel kunnen we aan boord. Het belooft een reis met niet te veel passagiers te worden, want het bovenste autodek wordt niet gebruikt. Wel moeten de grotere campers achteruit aan bakboord de boot oprijden. Wij als kleintje mogen gewoon met de normale auto’s aan stuurboord vooruit rijdend de boot op. We zoeken onze stoelen (bij het raam!) op en verkennen het schip een beetje. De vertrektijd is tien voor twee, maar vermoedelijk zijn alle geboekte passagiers al eerder aan boord, want op de aangegeven tijd zijn we de haven al uit.
We gaan een hapje eten in het kleine restaurant aan boord. De prijzen vallen ronduit mee; Jenny neemt een vismenu voor Sek. 84 en Nico een pastamenu voor Sek. 69. Die prijzen zijn inclusief sla, brood en frisdrank plus een coupon voor een kop koffie na afloop. Tegen half drie naderen we Öland en in no-time ligt het schip aangemeerd. Om kwart voor vier rijden we de boot al af. Zowel het op- als het afrijden gaat enorm snel, soepel en probleemloos. Daar kunnen veel maatschappijen op het vasteland een voorbeeld aan nemen. Al met al was dit een heel prettige overtocht. We hebben onze mening over snelboten inmiddels in positieve zin bijgesteld. We nemen de eerste weg “rechtsaf” en rijden naar de “Lange Erik”, de vuurtoren op de noordpunt van Öland. We zien daar “onze” snelboot weer wegvaren.

Het is op Öland ook niet zo warm als we de afgelopen periode gewend waren. De broekspijpen blijven gewoon aangeritst. We geloven de 138 treden van de vuurtoren wel en beginnen aan de “afdaling” naar het zuiden. We volgen de westkust langs het Kalmarsund en zien het Zweedse vasteland aan de overkant. We stoppen in Byxelkrok bij de haven en zien nog net de veerpont / -boot naar Oskarshamn wegvaren. Toen we jàààren geleden vanaf het Noorden naar Öland reden werd ons daar bij de Tourist- Info verteld dat die verbinding al jaren was opgeheven. Kennelijk toch weer uit de mottenballen gehaald (zo ziet het ding er ook wel een beetje uit).

Na het slenteren langs de havenwinkeltjes rijden we verder en volgen de kust, ook als de doorgaande weg het “binnenland” in loopt. We rijden over enorm smalle weggetjes, die -helaas voor ons deel uitmaken van natuurreservaten. Om de paar honderd meter staan borden langs de weg die het verbieden om van de weg af te gaan dan wel te parkeren of te overnachten. Maar mooi is het wel, zo vlak aan zee. Bij Byrum bekijken we de Ölandse Rauken (nooit geweten dat die hier ook zijn) en volgen een onverharde weg langs de kust, ook door natuurreservaten. Net voordat een asfaltweg het binnenland invoert houden de verbodsborden op en komen we op een steeds slechter wordende weg, die uiteindelijk voor een hek ophoudt. De weg is zó slecht dat we niet eens de moeite nemen om te kijken of het hek open kan en keren om. Een klein eindje terug rijdt Nico de weg af op een plekje dat hij kort daarvoor gezien had en dat wellicht een overnachtingsplek kan zijn. Er is geen “reservaatsbeperking” meer, maar we staan wel aan de kant van een veerooster waar meerdere koeienvlaaien liggen. Geen verse en er zijn ook geen koeien te bekennen, maar je moet wel voorzichtig lopen en goed uitkijken waar je je voeten neerzet. Maar gezien de wolken muggen en de gedaalde temperatuur is de kans op buiten zitten toch niet echt meer aanwezig. Jenny moet nog even wennen aan deze locatie en waarschuwt voor de kans op vliegenwolken wanneer morgen de zon al dan niet verhoopt weer gaat branden en al die koeiendingen opwarmt. Maar dat is morgen en dan rijden we gewoon weg. Er zal alleen iemand naar buiten moeten om de level-blokken waar we aan één kant opstaan weer in de fietstas te doen. Die blokken liggen gelukkig op “vlaaivrije” plekken. Tijdens het tikken van dit verslag (nu 20.15 uur) komt de zon nog een beetje onder de wolken weg. Wie weet krijgen we nog een mooie zonsondergang……. Aanvulling om 20.55 uur: Helaas is broeder Zon weer achter de wolken gekropen. Er zijn inmiddels wat auto’s voorbijgereden en er is zelfs een (boeren-) hond uitgelaten. Dat beest moet inspiratie genoeg hebben tussen die koeienvlaaien, zou je zeggen. Er komen nu zelfs wandelaars voorbij, maar die weten vermoedelijk wat hier allemaal op de grond ligt, want ze blijven op de weg.

Maandag 6 juli 2009 Jenny 110 /3.203 km
114Het heeft vannacht flink geregend, buiten ziet het er mistroostig uit. We staan op bij een temperatuur van 12 graden en doen ons dieselkacheltje aan. Nergens is de horizon te zien. In Lottorp doen we boodschappen en kijken we bij de Touristinformatie op internet naar de weersvooruitzichten. Die voorspellen niet veel soeps; het blijft de komende dagen regenen. Eén troost: we zien dat het in Nederland niet veel beter is. Wij beseffen dat we gewoon deze vakantie erg verwend zijn met elke dag “korte broeken weer”, we moeten ons dus een beetje aanpassen. We besluiten in elk geval nog één nacht op dit Öland (=eiland) te blijven, voordat we de Ölandbron oprijden om naar het Zweedse vasteland terug te keren.
Om 12.00 uur zijn we in Sandvik bij een grote Kvarn, een molen die als museum is ingericht. We nemen een kijkje in de molen en drinken daarna in het molenrestaurant koffie met Zweedse cake. Öland Ostkaka med Vispgradde heet het, het kost 45 sek pp en smaakt verrukkelijk. De inrichting doet ons denken aan de molen op Formerum, Terschelling. Daarna rijden we verder zuidwaarts, eerst over Weg 136, later bij Vässby een ongenummerde weg naar beneden. Bij een kerkruïne, Kapelludden, eten we een broodje en vervolgen dan weer onze weg.
Onderweg komen we een serie typische Ölandse Väderkvarnar (windmolens) tegen bij Björby, die we ook van binnen kunnen bekijken. Halverwege de 19e eeuw waren er nog 2000 van deze kleine houten molens op dit eiland; vandaag de dag is hun aantal slechts 400. Toch zien wij er nog heel veel her en der in het landschap staan.

Wanneer we om 15.00 uur op de Stenåsabadetscamping aankomen, begint de zon er door te komen. Eerst nog wat schuchter met af en toe een donkere wolk, later op de middag en begin van de avond weer volop. Het is dan ook weer erg warm geworden en Nico heeft snel de korte broek aangetrokken en de ventilator aangezet. We doen een wandeling in Nordic-Walking- tempo, waarbij Jenny de rubber dop van haar ene stok niet kan vinden (bij de Preikestolen er af gehaald, om met de prikker meer grip te hebben). Om niet teveel lawaai te maken moet zij met de stok zonder rubber schoentje langs de berm lopen. Beetje komisch, dat wel. ’s Avonds koken en eten we in de gemeenschappelijke verblijfsruimte en daarna is het boek lezen, plannen voor morgen maken en internetten. Deze camping heeft draadloos internet, dus kunnen we weer onze mail bekijken. Het snelle internet brengt ons op het idee om via het internet ook TV te gaan kijken op de laptop, hebben we nog nooit eerder aan gedacht!

Dinsdag 7 juli 2009 Nico 241 / 3.444 km.
Om half negen worden we wakker. Het heeft wat geregend en er vallen wat druppels, dus we ontbijten binnen. Dit is een prima camping. Goede voorzieningen, netjes en niet te duur (Sek 200). Alleen in ons niet duidelijk geworden welke van de twee Servicehus- deuren nu voor dames en welke voor heren bedoeld is. Bordjes zijn er niet en de ene keer komt je het toilet of de douche uit midden in een kolonie dames, de volgende keer staan er weer mannen. Of misschien zijn beide ruimten wel “gemengd”. Nadat we afvalwater hebben geloosd vertrekken we om 10.00 uur en zetten langs de Oostkust koers naar de zuidpunt van Öland. Onderweg stellen we vast dat Nico vergeten heeft om de sleutel van het stroomkastje in te leveren. De campingbeheerder heeft er ook niet naar gevraagd; Maxi Culpa dus. Daar moeten we nog wat op bedenken. De zon schijnt weer volop en het is zeker 25 graden, dus na alle natte voorspellingen voor deze dagen boffen we toch wel behoorlijk met het weer. In de buurt van de zuidpunt aangekomen parkeren we bij een natuurreservaat en fietsen een paar kilometer tot het uiterste puntje, waar de “Lange Jan” staat, een vuurtoren met 197 treden. Die beklimmen we allemaal en genieten van het uitzicht rondom. Weer nedergedaald ter aarde nuttigen we een ijsje en in de “Natuurkamer”, een tentoonstellingsruimte van iets dat de regionale Vogelbescherming moet zijn, kopen we een kleine pakketenvelop voor binnenlands gebruik, adresseren deze aan de camping die we vanmorgen verlaten hebben, stoppen de stroomsleutel er in en op de plek voor de afzender maken we netjes excuus voor de overlast, waarna de envelop in de brievenbus gaat. Weer opgelost!

We fietsen terug naar de auto en van daaruit fietsen we nog een stuk door een mooi bos van een natuurreservaat en komen over de “gewone” weg weer terug.
Dan gaan we lunchen aan een picknicktafel. Het is nog steeds warm en zonnig, maar er steekt ook een beste wind op. Er waait een Zweedse “pannenkoek” van de tafel, uiteraard pas nadat het ding besmeerd is.

Na de lunch rijden we langs de Westkust omhoog naar Färjestaden, een plaats vlakbij de 6 kilometer lange Ölandbrug. Aangezien we een groot winkelcentrum vinden wordt de wens om nog wat te shoppen acuut gehonoreerd. Tot kwart over vijf vermaken we ons, Nico koopt zelfs nieuwe teenslippers; de twee jaar geleden in Frankrijk gekochte exemplaren zijn inmiddels aardig versleten. Niet gek voor iemand die tot 2 jaar geleden nog niet dood met teenslippers aan gezien wilde worden.
Wanneer we weer in de auto stappen doen we dat aan de eilandkant in de volle zon. Aan de andere kant van de Ölandbrug zien we Kalmar onder dikke zwarte wolken liggen, waaruit met enige regelmaat bliksemflitsen schieten. We rijden over de brug de donkerte tegemoet, maar het blijft vooralsnog droog. We volgens Weg 25 naar het westen en rond half zes rijden we een regenbui binnen, maar even later ook weer uit. Bij Växjö besluiten we een kookplek en eventueel nachtplek te vinden aan het Helgasjön, een meer benoorden Växjö. We stoppen bovenaan het meer bij een badstandje om te koken. Kamperen is ook hier “förbjuden”. De regen heeft ons ingehaald, want tijdens het tikken van dit verslagdeel (19.25 u.) onweert het en is de lucht boven ons donker (maar recht voor ons naar het Zuiden breekt het zonlicht al weer door. Na het eten gaan we op zoek naar een nachtplek.

Jenny ziet bij dit voor kamperen verboden Badestrand een briefje over een “Natur Camping” in Ekna. Wie weet….
Zodra we de doorgaande weg verlaten en een binnenweggetje volgen, zien we een verwijsbordje naar de “Natur Camping” (3 kilometer). We volgen het weggetje en komen bij de boerderij van Nils Nogwat en zonder ook maar iets van de “camping” gezien te hebben dokt Nico vrolijk Sek 100,- cash-in-the-hand voor één nacht. Lekker geen zin om verder te zoeken, een keer niet laat pas iets vinden, maar mooi op tijd. We rijden door (“Da fobij” werd gezegd en met een bocht om de stal gewezen). Wat we dan aanvankelijk zien als vreemd veld is een dressuurplek voor paarden. We volgen een weggetje en worden een eind verder door Duitse Gästen de goede kant op gewezen. We zien een bordje met de welluidende tekst “One platz” (internationaal gezelschap, die Zweedse boeren!) en zien in het verlengde van de pijl een hobbelweg tot aan het meer. Daar is een soort draaiplek met gravel, waar we vrolijk neerstrijken. Nèt echt in de natuur, maar dan voor 100 Kronen.
De sanitaire faciliteiten liggen een eind verder, bij het eigenlijke kampeerterrein: 2 “toiletten-op-aanhangers-met-leegzuigtonnen”(“Meldt het aan Mats als ‘tie vol is”) met een joekel van een accu voor licht (wat het niet doet). In de buurt van de “toiletten” zijn wel grasveldjes, maar met minder mooi uitzicht en omdat het veel geonweerd en geregend heeft, kiezen wij eieren voor ons geld (Sek 100) en blijven mooi op onze gravelberg staan; dan weet je in ieder geval dat je morgen weer weg kunt komen.
Uiteraard zitten hier veel muggen (combinatie van bos en meer), maar het is wel een plek met een schitterend uitzicht.

Woensdag 8 juli 2009 Jenny 234 / 3.678 km
We worden heerlijk uitgerust wakker, wát een stille nacht is het geweest! Binnen een uur zijn wij weg van deze betaalde natuurplek. Maar niet nadat Jenny helemaal naar het “huuske” is gelopen voor een sanitaire behoefte. Dan ziet zij ook dat de plekken aan het ronde weggetje eigenlijk veel mooier zijn, allemaal aan het meer. Dat hadden we gisteren vanwege de schemer niet gezien. Het meer heet Helgasjön en de weg die ons er naar toe bracht en weer naar Växsjö brengt ligt om dit mooie meer.
We komen we op Weg 25 en rijden naar Ljunby waar we boodschappen doen bij een AG supermarkt. Van deze naam hebben we nog nooit gehoord.

132Daarna rijden we noordwaarts naar Lagan, waar we een elandenshop en elandenparkje bezoeken. Het parkje met een Älgfamilie, bestaande uit 3 mannen, 2 vrouwen en 2 kids is zó bekeken en wij vinden de entrè van sek 50 een beetje veel. Maar op de winkel raakt Jenny niet uitgekeken en zij besluit haar verzameling elanden eens goed aan te vullen. 615 kronen armer en een sticker, een buff voor Nico en 3 elanden rijker gaan we lunchen. Daarna vertrekken via de E4 en later Weg 27 naar Boras. Onderweg bekijken we in Mossebo nog een zeer oud kerkje. De geweldige schilderingen zijn niet op pleisterwerk, maar rechtstreeks op het houtwerk van de muren geschilderd.

Om 16.35 uur komen we aan op de Saltemadcamping in Borås. Deze camping hebben we al twee maal eerder bezocht: 1x in ons eerste Zweedse jaar en 1 x alleen met Paul. Deze keer dus met ons tweeën. We krijgen een plek vlakbij de ingang, niet zo prettig vanwege de drukte met in- en uitgaand slagboomverkeer. Het weer doet gelukkig nog steeds niet wat de weerprofeten voorspelden. Het blijft –ondanks een donkere dreigende wolk- zonnig en warm en dat doet ons besluiten naar het zwembad te gaan. Dat blijkt vlakbij en kost slechts sek 20 pp. Later leest Nico in de campingfolder dat campinggasten op vertoon van hun inschrijving gratis zijn. Maar het zwemmen is er niet minder lekker om.

We eten voor de laatste keer Pytti Panna, de volgende PP moeten we maar bij Ikea in Nederland halen.
We brengen de avond door met dit verslag schrijven, lezen en filmpje kijken.

Donderdag 9 juli 2009 Nico 87 / 3.765 km
Om kwart voor negen worden we wakker. Het heeft vannacht geregend en het is grijs, grijs en nog eens grijs. Tijdens het ontbijt begint het weer te regenen.
Na het opbreken checken we vanuit het autoraam uit, tegen betaling van Sek 260 mogen we doorrijden. We doen boodschappen bij de ICA op “Knalleland”, het grote winkelcentrum van Borås. Daarna gaan we te voet dit winkelgebeuren in. We kopen wat souvenirtjes en Jenny ziet kans een paar mooie Ecco- sandalen te kopen.
We verlaten Borås en rijden over de E4 naar Götheborg. Onderweg stoppen we op een Rastplats en halen de fietsen van het rek om de gekochte souvenirs onder het bed op te bergen. Daarbij breekt er een behoorlijke regenbui los. De fietsen opladen kan wel even wachten, we gaan eerst maar eens lekker lunchen. Rond om ons blijven veel vakantiegangers stoïcijns in de regen aan de picknicktafels zitten, sommigen onder de paraplu en anderen in regencapes met Kabouter Plop- mutsen. Want het is tenslotte vakantie. Na regen komt dit keer geen zonneschijn, maar het is even bijna droog dus gaan de fietsen op het rek en wij verder over de E4 naar Göteborg.

In Göteborg sluiten we bij Liseberg aan in de file naar de E6, ergens wordt een tunnel gerepareerd. We verlaten de file om de E6 naar het zuiden te volgen en komen bij de Kiel- terminal van Stena. Véél te vroeg, tegen tweeën komen we daar aan. Er staan al auto’s en campers in de rij voor de check-in. Omdat het regent gaan we op zoek naar de vismarkt, die we dankzij Jenny ’s kaartlezen en Garmin ’s aanwijzingen snel vinden. We kopen daar twee keer 300 gram verse Sylt (mosterd en room), daarbij vergetend dat we ’s morgens al een pot Sennapsylt en een pot Tomatsylt gekocht hebben. Maar het komt vast wel op! We rijden terug naar de terminal waar het inchecken is al begonnen. Bij de check-in krijgen we sleutelkaarten voor een hut op dek 11 (hoogste dek) en moeten rij 1 volgen. Daar staat niemand en we kunnen zo doorrijden om via de zijkant het hoogste autodeck (5) op te rijden, waar we helemaal doorrijden naar de voorkant en linksaf op 5 centimeter voor de zijklep (= uitgang) stoppen. Morgen zijn we dus als eerste van boord af. Tien over half vier zoeken we onze hut op. En dat is vroeg, want het schip vertrekt pas om 19.00 uur. Voor half zeven hebben we een dinerbuffet geboekt.
Thuis hadden we besloten om voor een paar tientjes meer “Comfort Class” te boeken. Dat zien we nu dus; het hoogste dek (11), via één trappenhuis / lift te bereiken en voor de gang naar de hutten een deur die alleen met de keycard geopend kan worden. Lekker rustig dus! Onze hut zit helemaal aan het einde van een gang, nòg rustiger dus. Aan het begin van de gang zit een kitchenette waar de Comfort Class – gasten koffie, thee en verfrissingen kunnen ophalen, all included. De hut is wat breder dan de “gewone” hutten, heeft laminaat op de vloer en een grote betegelde badkamer. Dat hele feest is de “meerprijs” wel waard.

Aan boord zijn een paar internetterminals en is er draadloos internet. Daarvoor kun je tijd kopen bij de Information-desk. Blijkt voor 3 uur online € 5,50 of Sek 60 te kosten. De kaart is snel aangeschaft. Het is weliswaar internet via satelliet, dus ietsjes trager dan ADSL of breedband, maar dat mag de pret niet drukken.

Tegen half zeven gaan we naar “Taste”, het vernieuwde buffetrestaurant van de “Stena Germanica” en krijgen tafel 21, achteraan bij het raam. Daar hebben we al vaker gezeten. We kunnen merken dat we nu in het hoogseizoen vakantie hebben, want het is behoorlijk vol (en druk!). Bij de entree van het restaurant werd al gevraagd of we van “Pelikan” waren. Busreis, georganiseerd, wij? Nee, dank u. Wij niet. Er zijn in ieder geval een Duits en een Nederlands reisgezelschap. Behoorlijk druk, veel geluid. Maat het eten smaakt er niet minder om. Het schip vertrekt 20 minuten over tijd en we bekijken dit zoals eerder vanuit het restaurant.
Op tafel vinden we een interessante folder over het ontstaan van het Smörgåsbord; In de 18e eeuw bestond het Brännvinnsbord”, de “brandewijntafel”, bestaand uit verschillende sterke dranken, haring, kaas en brood. Dit werd staande voorafgaand aan de maaltijd genuttigd. Gaandeweg zijn er meer gerechten toegevoegd, tot de maaltijd ontstond zoals die nu bestaat. In grote lijnen moeten er vijf “ronden” worden gevolgd:
Verschillende soorten haring, knäckebrood en kazen.
Gerookte, gezouten en gekookte vissoorten
koude gerechten, bessen, geroosterd vlees en worstjes
kleine warme gerechten, aardappelen, vleesballetjes en worstjes
verse vruchten en zoete desserts

Na afloop van de maaltijd – waarbij bovenstaande volgorde overigens niet is aangehouden – halen we een frisse neus aan dek en doen daarna boodschappen in de winkel. Teruggekomen in de hut zijn we net op tijd voor het NOS- journaal van acht uur dat rond half negen op BVN (Beste van Nederland) wordt uitgezonden. Via de TV in onze hut kun je behalve de voortgang van het schip kijken naar Zweedse, Deense en Duitse TV + de satellietcentrum BVN. Al eerder deze vakantie zijn we er achter gekomen dat we wanneer we geen satellietspul hebben opgezet maar wel over internet beschikken gewoon naar het journaal kunnen kijken via NOS.nl of Journaal24.nl. Handig allemaal. De lucht breekt een beetje open, maar de zon zien we niet meer. Via het weerbericht op TV zien we dat het thuis al niet veel beter is. Zaterdag zal het waarschijnlijk één dag droog zijn. Dat zou mooi zijn. We zien wel.
Voorlopig moeten we het doen met een wat slingerend schip met windkracht 8.

Vrijdag 10 juli 2009 Jenny 514 / 4.279 km
We staan bijtijds op, maar zijn dan ook al tweemaal gewekt door de boordradio. We ontbijten in een ander restaurant dan gebruikelijk, want het is heel druk. Halverwege de maaltijd wordt er via een omroep gevraagd of mensen die klaar zijn met eten plaats willen maken voor de volgende groep eters. Om 9.00 uur komen we in de haven van Kiel aan en tien minuten later zijn wij van boord. Het valt ons op dat de procedure met Stena Line een stuk vlotter gaat dan met Color Line, want voor we het weten zitten we al op de snelweg naar Hamburg.

Daar begint de ellende, want van af 30 km voor Hamburg tot aan Bremen is het geregeld filerijden. Om 10.35 uur gaan we de Elbetunnel in, voorbij Hamburg moeten we een stuk over Weg 7, richting Hannover om later weer op de A1 terug te komen. Het schiet niet echt op dus, maar we realiseren ons ook dat het weekend is aangebroken. Om 12.30 uur nemen we een shoppauze vlak voor Bremen. Mark heeft gebeld om te vragen of wij bij een bepaalde winkel in Duitsland een cadeautje willen kopen. Dat doen we en we eten er meteen maar een lekker broodje. Het is en blijft deze dag regenachtig, het zicht is slecht en het is druk op de weg. Deze keer rijden we over Groningen, want we hebben Mark beloofd dat hij mee kan rijden naar Zwolle. Om 15.10 uur zijn we in Leer, 0m 15.20 uur bij de Nederlandse grens en om 16.10 uur staan we bij Mark voor de deur. Ook in Groningen is het druk, want er wordt aan de ringweg gewerkt. Een krap uurtje later arriveren we in Zwolle voor ons huis en is deze vakantie inmiddels verleden tijd.

Klik hier voor de 140 foto’s