2003: Noordkaapvakantie

Vrijdag 30 mei 2003 Jenny

Het is zover, eindelijk kunnen we vertrekken, nadat we de verstekelingen Mark en Paul uit onze camper hebben verwijderd. Ze hadden graag meegegaan, dat is duidelijk. Maar ze mogen nu uitzwaaien en verder hebben ze letterlijk het nakijken.
Het is 19.10 uur als wij onze Philosofenallee uitrijden, het is warm, wel 26 graden. Voor het eerst sinds lange tijd rijden we weer eens over Klazinaveen naar Duitsland, i.p.v. over Groningen. Snel zijn we bij de grens “Zwartemeer”, om 20.00 uur al, maar de weg naar Kloppenburg is zoals we van vroeger herinneren: tweebaans en onoverzichtelijk. Pas om 21.30 uur zijn we op de Autobahn richting Bremen, maar dan heeft Jenny ook al meer dan twee uur gereden (doe ik eigenlijk nooit). Even koffiedrinken bij Wildeshausen West en dan neemt Nico het over. Om 21.50 uur zijn we bij Bremen, om 23.00 uur in de Elbetunnel en om 24.00 uur bij de parkeerplaats vlak voor Kiel. Nico heeft er dan 3½ uur achter het stuur op zitten. Het noteren van de tijden en plaatsen doen wij om er een volgende vakantieplanning ons voordeel mee te doen.

We gaan slapen in een erg warme camper, op parkeerplaats Ruhmorh, waar het erg stil is. Op deze plaats hebben we ook geslapen in de vorige Noordkaapvakantie in 1996, toen onze kinderen ook meegingen. Overigens was het toen eind juni dat wij gingen en erg koud, want ik had de winterjas aan. We zullen deze reis wel vaker schrijven over onze vorige keer. Juist omdat dat zo’n geweldige reis was, wilden wij hem nog eens een keer doen.

Zaterdag 31 mei 2003 Jenny

002Helaas hebben we de 90% zonsverduistering niet kunnen zien, omdat we niet op een plaats waren waar we de zonsopgang aan de horizon konden zien.
We staan om 7.50 uur op en na het ontbijt kunnen we tegen 9.00 uur vertrekken naar Kiel. Daar zijn we een kwartier later al en na het tanken zoeken we de Norwegenkai, waar het schip “prinses Ragnhild” van Color Line ligt. Zoeken ja, want hoewel we het schip wel zien liggen, merken we dat de aanlegplek verplaatst is. Maar toch parkeren we even later op de parkeerplaats bij de vertrekhal /-kade. Een geweldig groot gebouw, waar Stena Line niet tegenop kan, vinden wij. De Stena Germanica ligt trouwens aan de overkant, die kennen wij wel. Even winkelen in Kiel, waar we voor Nico een nieuwe vakantie-hang-geldbuidel kopen. Eentje die niet om je nek hoeft, maar schuin over je schouder gedragen kan worden. Dat vindt hij prettiger.

Om ongeveer 12.30 uur rijden we de boot op, waar een zeer luxe hut op ons wacht. Wij hadden willen boeken voor een 4 pers. **-buitenhut, maar omdat die volgeboekt waren boekten wij maar een 2 pers ***-buitenhut. Wij krijgen echter een 4 pers. ***- buitenhut: zeer ruim en luxe, op dek 8, het Upper bridge deck! Ook hebben we een kijkje mogen nemen in een 3-4 pers. Commodore hut om te zien of die geschikt is voor onze komende wintersportreis t.g.v. ons 25 jarig huwelijksfeest. Deze hut heeft een tweepersoons bed, plus een tweepersoons bedbank. Er staat een televisie en er is een ruime badkamer. Een gevulde koelkast en schaal fruit horen er ook bij. Als “Vips” word je persoonlijk naar je kamer begeleid. Erg leuk om te doen, tenminste als onze portemonnee dat dan trekken kan. Al gauw genieten wij van deze luxe boot, op het bovenste dek zonnebaden en een pilsje drinken. Shoppen, hier nog taxfree (hebben we die Legoboot van Colorline al?) en dan aan het Oslofjord-buffet. Ondertussen varen we tussen de Deense eilanden door, de Oostzee op naar Oslo. Maar zover is het nog niet, eerst nog de zon in de zee zien zinken (ZZZZ) en een nachtje slapen.

Zondag 1 juni 2003 Nico

De afgelopen nacht matig tot slecht geslapen. Hiervoor een selectie uit meerdere redenen: Het plafond van onze (later op- / omgebouwde) hut op dek 8 is tevens gangboord van het (later gebouwde) zonnedek 9. Wanneer daar iemand met harde schoenzolen (of hakken!) over banjert, wil het best wel dreunen! Naast de hele nacht door een hard gelach (tevens een hard gelag?) een paar hutten verderop, heeft iemand het ook nog eens in zijn / haar hoofd gehaald om rond 5.30 uur het één of ander gestoord morsesignaal door de intercom te sturen. Het “Goedemorgen-het-is-half-acht-over-twee-uur-leggen-we-aan-in-Oslo-en-het-ontbijtbuffet-is-al-een-half-uur-open -bericht” kwam pas om half acht, maar op dat moment zijn we al uit bed, want om 6.45 uur gaan ze ons plafond / dek 9 schoonspuiten en die metalen koppelstukken til je natuurlijk niet op, die sleep je doodgewoon over het stalen dek / ons plafond….. Maar vooruit: het ontbijtbuffet is prima en 5 minuten na het aanleggen rijden we om 9.35 uur als één van de eersten de boot af, wederom gelukkig zonder controle door de douane Oslo in, over de E6, richting het noorden. Omdat Jenny’s ogen regelmatig dichtvallen en ze doodsbenauwd is dat ik weer achter het stuur in slaap val (ik gaap zó wagenwijd dat er een peloton vlinders gelijktijdig naar binnen kan vliegen), besluiten we een uurtje te pauzeren. Daarna bij Hamar “rechtsaf” weg 3 en weg 25 op. Via Elverum naar Trysil, onze vermoedelijke 25-jarig-huwelijksfeest-wintersportbestemming voor januari 2004, waar we rond 13.30 uur aankomen. Het is zonnig en warm. Het Touristcenter bij de skiliften is op een paar die-hard-huttenbewoners na uitgestorven. We bekijken wat hutjes in diverse “huttendorpen”. De hutten bij het Touristcenter zijn het dichtst bij de “bewoonde wereld” (lees: winkels) en die hebben onze voorkeur. Morgen gaan we bij het boekingskantoor informatie inwinnen. We komen vroeg op de camping aan, die nèt vandaag open is gegaan. Op het informatiebord lezen we dat we naar de eigenaar moeten bellen. Die zegt dat we maar een plekje moeten zoeken, ze komen morgen wel even langs.  Er zijn 1 à 2 caravans waar tekens van leven te vinden zijn, verder zijn we de enigen. Lekkere zon, boven de 23 graden, stukkie fietsen, prima vakantiezondagje dus! Het is nu tegen 21.00 uur, tijd om af te sluiten, op te slaan en maar eens een bericht aan het thuisfront te mailen. Het WWW zij met u…….

Maandag 2 juni 2003 Jenny

We zijn om 8 uur wakker en even later ontbijten we in een stralende zon, die ons de rest van de dag niet meer zal verlaten. Het wordt een warme tot zeer warme dag, met temperaturen boven de 25 graden. Gek om dan in Trysil naar een hytte voor onze wintersportvakantie te gaan kijken. Maar onze missie is geslaagd, zeer geslaagd zelfs! Met voldoende informatie over de hutten en huisjes in de diverse ski-gebieden op zak, kunnen wij thuis rustig uitzoeken welke het moet worden. En als wij voor september/oktober boeken is er nog volop plaats.
Gewapend met heel veel folders, plus twee agenda’s 2003 van Trysil, voor Mark en Paul, bekijken we ook nog even het kerkje (wat nu wel open is) voordat we om 13.00 uur Trysil verlaten. We rijden over weg 26 en 30 naar de E6, noordwaarts. Het is een prachtige route die ons over hoogvlakten, langs wilde rivieren en ruige watervallen voert. We picknicken bij een meer “Engeren”, en pauzeren bij de Eggaforsen (watervallen). Ik heb zo’n last van de felle zon dat ik over mijn zonnebril heen de zonneklip van Nico’s oude bril draag.
Bij Stora gaan we de E6 op en vlak voor Trondheim pinnen we Noorse kronen. Zo komt het dat we om Tr’heim heen rijden en voordat we er erg in hebben zijn we al op weg naar Narvik. Net voorbij Steinkjer, aan een heel klein weggetje vinden we een plekje voor de nacht. Er moeten hier Helleristninger (rotstekeningen) zijn, maar die zoeken we morgen wel. Het is inmiddels 23.00 uur geworden als ik dit schrijf. Het is nog volop licht, volgens mij wordt het niet eens donker, en de vogels zingen alsof zij aan een nieuwe dag beginnen.

Dinsdag 3 juni 2003 Nico

Om 8.35 u. loopt de wekker af. Het belooft weer een mooie dag te worden; de zon schijnt al (of eigenlijk: nog steeds) volop. Binnen een uurtje zijn we vertrokken en iets verder langs deze secundaire weg bezoeken we rotstekeningen waarvan de oudsten stammen uit 4.000 vóór Chr. Een tweede groep rotstekeningen aan de kust vinden we niet, maar we rijden wèl over een onverharde weg door mooie dorpjes (meer: groepjes huizen) langs een schitterende kust naar Weg 17. Daar aangekomen rijden we richting Namsos. Onderweg, in een “60-kilometer-dorp”, staat een roedel agenten met een lasergun. We rijden keurig binnen de grenzen, maar ze willen wèl even de papieren controleren (Aha, Amsterdam!!”, de gebruikelijke uitroep in Noorwegen en Zweden bij het bekijken van mijn rijbewijs). Rond de middag komen we in Namsos aan, waar ze inmiddels ook het begrotingstekort weten te dichten met “tol-om-bij-de-winkels-te-komen”. De beschaving rukt steeds verder op naar het noorden….
Na shoppen en tanken (“Rijdt die auto nou ècht ruim 1 op 13?”) picknicken we iets boven Namsos en gaan weer verder langs Weg 17. Die is, behalve om een groep bijna uitsluitend over zee bereikbare Noren ook in de gelegenheid te stellen om een auto te kopen, ook bedoeld als alternatief voor een deel van de E6, als z.g. “Kustroute”. Erg rustig, héél erg mooi, maar wèl met een aantal veerponten, en daar is de gemiddelde Noordkaap-ganger kennelijk te gehaast voor (Blik niet op oneindig maar op de Noordkaap: “Doorkarren over E6, geen omwegen!”). De veerboot van Holm naar Hennesund heeft blijkbaar op ons gewacht, want terwijl we afrekenen gaat de klep al dicht. Op het eiland Sömna aangekomen blijken we ons met de aanvankelijk uitgekozen camping een beetje vergist te hebben: die ligt midden op het eiland en niet aan zee. Maar niet getreurd: bij Brönöysund gaan we over een giga-hoge brug naar het noorden van het naastgelegen eiland Torget. We zien iets verderop een Hurtigrute-boot varen; Noorser kan het bijna niet! Helemaal aan de zuidpunt van het eilandje (na 18 kilometer) komen we aan bij Torghatten, rotsen waar door zee-erosie giga-grote gaten en holen in zijn geslepen. We strijken neer op de gelijknamige camping met schitterend uitzicht over de Torgfjorden. Straks (het is nu bijna 20.00 uur) gaan we kijken of we bij die rotsen kunnen komen; morgen staan we vroeg op, want dan hebben we volgens onze globale planning ca. 200 kilometer voor de boeg. Niet zo veel, maar er zitten wel 3 veerboten in de route, waarvan er één een heel uur doet over de overtocht. Het is nog steeds heerlijk weer. Alleen vanwege de vliegen en een paar muggen èn om de voor straks geplande wandeling hebben we ons in de lange broek gehesen.

Woensdag 4 juni 2003 Jenny

Om negen uur vanmorgen vertrokken wij van deze mooie eilandcamping, helaas was de zon niet opgestaan. Het was zelfs een beetje mistig.
In Brönnöysund boodschappen gedaan in een supermarkt aan de haven. Bij de Turistinformation kaarten naar het thuisfront gestuurd, daarna naar Horn, waar de veerboot ons om 12.00 uur naar de overkant bracht (Anndalsvag). Daarna als een speer naar de volgende boot in Forvik, Nico had begrepen dat die drie kwartier later zou vertrekken. Maar dat bleek niet zo te zijn: “drie kwartier” en “tien over twee” klinken in het engels bijna hetzelfde. Dus aan de haven eerst maar even geluncht en siësta gehouden. De boot van Forvik naar Tjötta doet er een uur over en legt onderweg in verschillende haventjes aan. Sommige auto’s moeten daarom achteruit de boot op rijden. De boot vaart ook de ene keer vooruit en de andere keer achteruit, dat is natuurlijk niet zo, maar zo lijkt het, want hij heeft twee dezelfde kanten.

We menen tijd genoeg te hebben voor de laatste boot en daarom gaan we onderweg het kerkje van Alstahaug bekijken met een oud deel uit 1100. De deur zit eigenlijk op slot, maar als wij aan de deurklink rammelen wordt hij geopend door een persoon in een overall. We mogen even een kijkje nemen.
Daarna naar de haven van Levang en wanneer Nico de boot naar Nesna ziet, zet hij onze camper aan tot een vrolijke prestatie. Niet de snelheid, maar de hobbels in de weg negerend brengt ons net op tijd bij de boot. Toen wij er op reden voer hij meteen weg, een uur eerder dan wij dachten waren we op weg naar Mo I Rana. Daar komen we om 17.00 uur aan en al snel blijkt dat de Turistinformation gesloten is en de grotten ook.
Daarom rijden we naar Swartisen, een tweedelige gletsjer, waar we met de kids ook eens zijn geweest. Onderweg komen we Anna’s camping tegen, waar we onze vorige Noordkaapreis hebben overnacht. De parkeerplaats van de gletsjer Swartisen blijkt helaas niet bereikbaar, althans het laatste stukje niet. Daarom ergens in de buurt de camper neergezet om te koken (lees: bordje “Aldi” warm maken) en te eten. Tijdens het eten zien we aan de overkant het plekje van onze dromen: tussen de bomen, aan het snel stromende water van de gletsjerrivier. Voor de niet-Scandinaviëganger onder de lezers: wij overnachten doorgaans drie maal in de week in de vrije natuur! Dat is niet alleen mooi en goedkoop; het geeft ook veel vrijheid. Wij hebben het deze vakantie voor het laatste donker zien worden op de boot, daarna niet meer. We zijn dan ook heel blij dat we extra licht- (en warmte-) isolatie voor het hefdak hebben gemaakt.

Donderdag 5 juni 2003 Nico

Rond kwart voor 8 loopt de wekker af. Een beetje tè vroeg naar onze zin, want vannacht sliepen we niet echt denderend. Tòch maar eruit en om kwart voor 9 verlaten we dit schitterende plekje aan de rivier, vlak voor het afgesloten laatste stukje weg naar Svartisen. Onderweg naar de E6 rijden we helaas een haas aan gruzelementen; het beest sprint ineens uit de bosjes de weg op, stopt omdat ‘ie ons ziet en om wil draaien en is gelijk het haasje (na 2 autowielen over je heen ben je wel wat platter). Bij het vliegveld van Mo i Rana drinken we koffie en draaien we de E6 op, verder naar het noorden. Bij het Poolcirkelcentrum is het rustig, maar wèl koud. De sneeuw ligt nog op sommige plekken tot op het parkeerterrein. Wel komt de zon er steeds vaker door. Rond 11.30 uur tanken we bij Saltdal Turistcenter, waar we een vorige keer geiten op het dak van het tankstation zagen grazen. We doen voorbij de Poolcirkel – hoogvlakte boodschappen bij een redelijke Coop aan de E6 en draaien vóór Rognan Weg 812 op, “binnendoor” naar Saltstraumen, waar de zee bij eb en bij vloed door een smalle engte uit resp. in de fjord wordt geperst. We gaan eerst even verder naar Bodö: daar is een mooi en hoog gelegen uitzichtpunt vanwaar je bij helder weer (dat is het: volop zon en ruim boven de 20 graden) een schitterend uitzicht hebt op de stad, de zuidelijke Lofoten en Svartisen. Onderweg daarheen stoppen we even bij de VW-garage: Jenny hield gisteren ineens de handgreep bij de rechter – voordeur in haar hand. Da’s op zich niet vreemd, wèl dat ‘ie toen niet meer vastzat aan het dak; afgebroken dus. De plaatselijke VW-garage moet er één bestellen, in Duitsland nota bene. Dat duurt ons wat te lang. Misschien ergens anders beter…… Bij het wegrijden menen we iets vreemds te horen, maar dat zal wel verbeelding zijn, denken we. Later weer bij Saltstraumen aangekomen blijkt het een geluid te zijn dat zich voordoet bij het draaien aan het stuur. De hydraulische vloeistof van de stuurbekrachtiging staat een pietsje onder minimum. Die vloeistof hebben we wel, maar helaas in Zwolle in de kelder. Morgen maar eens een garage zoeken. De volgende keer dat we weer eens bij een VW-garage stoppen gelijk maar de motorkap opengooien; dat schijnt bij deze auto te horen. Volgens de campingbaas zit er aan de andere kant van de hóóóge brug een garage. Straks maar even heen fietsen, goed voor de lijn. Kijken of ‘tie: a) er inderdaad is en b) morgen open is. Het is momenteel (19.40 uur) nog volop zonnig en warm, de tot nu toe vrij harde wind begint af te nemen en draait netjes “naar de kont” van ons hefdak.

Vrijdag 6 juni 2003 Jenny

Gisteravond zijn we nog even naar de getijdenstroom wezen kijken. Dat wilden we eigenlijk vanaf de brug doen, maar de sterke wind en de hoogtevrees van Jenny (ik dus) annuleerden dat. Nico de brug is wel over de brug gekomen, deels fietsend, deels lopend. Maar een garage aan de andere kant van de brug heeft hij niet gevonden.
Onder de brug was de “uitstroming” (eb-wording) ook heel goed te zien, het was heftiger dan die middag. Volgens de campingbaas hadden wij vannacht moeten gaan kijken, maar daar hadden wij geen zin aan. Het regent wanneer wij opstaan en nog steeds wanneer we om 9.15 uur de camping verlaten. Bij de VW-garage in Bodo kopen wij twee flessen hydraulische vloeistof voor de stuurbekrachtiger. Men adviseert ons om steeds bij te vullen omdat een eventueel lek in de slangen opsporen minstens een halve dag werk kost. Aangezien er in Tromsö ook een VW-garage is gokken wij er maar op. En het lijkt er op dat dat wil lukken.
We gaan dus welgemoed op pad en draaien bij Fauske de aloude E6 op, die hebben we een paar dagen gemist. We komen op de ons bekende “tunnelroute” en ik wil wel eens weten hoe het met mijn tunnelangst is. Die was de laatste jaren buiten proporties, hoewel……..vorig jaar in Italië ging het prima, maar dat waren geen slecht verlichte Noorse tunnels. Ik heb vandaag dus een heleboel tunnels gereden (in 1996 kreeg ik van Mark en Paul een “tunneldiploma”, hadden ze op de achterbank gemaakt), waarvan de langste bijna 5 km was! Ik ontdek dat mijn tunnelangst hanteerbaar is en dat het veel makkelijker wordt als ik het grote licht aan doe, langzamer ga rijden en niet van bril hoef te wisselen (het was op dat moment niet zonnig, dus geen zonnebril op).

Om 14.46 uur komen wij in Bognes aan, daar waar de E6 een stuk over water verder gaat naar Scarberget. De boot (van 14.45. uur) vaart nèt voor onze neus weg. Maar de volgende boot komt al gauw en daar mogen wij als eerste op en als eerste af. Dit is de eerste keer dat we zo’n veerboot met een credit-card betalen.
Om 17.00 uur zijn we in Narvik, waar we even willen shoppen, maar voor wij er erg in hebben zijn wij de stad al weer uit. Vanaf Narvik is de zon gaan schijnen en dat maakt het meteen zo’n 16 – 17 graden buiten. In Bjerkvik getankt en geconstateerd dat de hydraulische vloeistof op voldoende peil is gebleven.
Tussen 19.00 en 20.00 uur nemen we een rustpauze, koken een maaltje, eten we en drinken we koffie. Het is 18 graden geworden!
Bij Nordkjosbotn verlaten we de E6 en gaan de E8 richting Tromso op. Al gauw stoppen we om plaatjes te schieten van de zon die op de besneeuwde toppen en in het Balsfjord schijnt. Net als we voor Sietske een foto’tje voor haar verjaardag willen maken om te versturen, komt er een Noor, die aanbiedt voor ons een kiekje te schieten. Deze Noor, die op weg is om vannacht in de bergen te gaan ijsvissen (goed tegen stress, zegt hij), heeft als jongeman gevaren en daardoor Amsterdam, Rotterdam en Schiedam gezien. Leuk gesprek gehad.

We besluiten de eerste de beste afslag van de E8 te nemen om te zien of we een nachtplek aan het water kunnen vinden. Dat lukt en een kwartier later staan we al klaar voor de nacht. Nog even lappietoppen voor het reisverslag, wat lezen en wat drinken en dan gaan maffen. Vreemd…….de zon gaat helemaal niet meer onder hier. Wel even achter de berg, waardoor wij hem alleen op het water zien schijnen. Het blijft dus 24 uur licht hier!!!!!!!!

Zaterdag 7 juni 2003 Nico

We staan ergens na half negen op. Het is droog en zonnig, maar nog niet overdreven warm. Ruim een uur later verlaten we –na de stuurbekrachtigingsvloeistof tot maximum te hebben bijgevuld – deze “natuurplek” en rijden een stukje terug naar de E8 en slaan linksaf, richting Tromsø. De camping in Tromsdalen (een voorstadje van Tromsø, de volgende camping ligt ca. 25 km. verder) is eenvoudig en –naar later blijkt – behoorlijk duur, maar op deze hoogte is kennelijk alles duur. We gaan eerst shoppen in een Kjöpecenter en zoeken daarna een parkeerplaatsje in de stad aan de haven. Op de plek waar we maar heel even stilstaan om beter in te kunnen parkeren zien we even later een zorgwekkend plasje vloeistof op het wegdek liggen. De blik gericht onder de motor zien we daar vrolijk (nou ja: vrolijk?) druppels vloeistof in een groter wordend plasje neerdalen. Uit de kleur èn uit het wederom sterk gedaalde) stuurbekrachtigingsvloeistof-niveau in het gelijknamige tankje (duidelijk onder minimum) maken we op dat het inderdaad om deze vloeistof gaat. In ieder geval een keer géén lekkende motorolie. We houden per slot van rekening van afwisseling! Omdat a) de VW-garage op zaterdag wel dicht zal zijn, b) we zojuist geld in de parkeerautomaat hebben gegooid en c) we niet zo’n pokke -eind hebben gereden om een beetje sip te gaan kijken, gaan we de stad in. Het (gratis!! Hoe issut mogelijk!) internetcafé is dicht en lijkt pas om 14.00 uur open te gaan. We sjokken door de stad / over de markt, bezoeken de kerk en even later de Turist-inform, waar men ons uitlegt dat de VW-garage aan de andere kant van het eiland ligt, vlak bij het vliegveld. In de haven zien we een demonstratie van de plaatselijke reddingsvereniging. Na 14.00 uur blijkt het gratis internetcafé helaas helemaal dicht te zijn i.v.m. een verhuizing. Oftewel: Dàg gratis internetten. Jammer dan. We rijden over de hoge brug naar de camping en betalen daar voor 2 nachten een bedrag dat een zes-sterren-camping aan de Middellandse Zee niet zou misstaan. Ook “huren” we voor 2 uren het washok met wasmachine en droger. Maandag gaan we maar eens naar de VW-garage. Tenminste: dat denken we, tot ondergetekende ineens een paar uurtjes later een heldere (?) ingeving krijgt: dit weekend is het Pinksteren en de kans dat VW- monteurs op tweede pinksterdag werken is èrg klein, zèlfs in Noorwegen. Dat wordt dus vermoedelijk 3 nachten op deze superdure camping òf maandag vertrekken en voor de VW-garage overnachten. Op maandag verstoken zijn van winkels en autoreparaties brengt ook op het gebied van eten wat consequenties; we springen op het fietsje naar het Kjöpecenter, dat op zaterdag tot 18.00 uur open moet zijn, maar om half zes zijn alle winkels al dicht. Alleen een soort nachtwinkel (of tankstationwinkel, maar dan zonder tankstation mèt wedkantoor) is open. Daar slaan we crackers, halvarine en een bakje aardappelsalade in voor een bedrag waarvoor je in Nederland bij de buurtsnackbar je een knappe cholesterol – vervetting kunt eten. ’ t Is niet anders. We moeten maar eens bekijken wat we precies gaan of kunnen doen en wat de consequenties bij de verschillende scenario’s zijn. Wordt het tòch nog rekenen in de vakantie.

Pinksteren 2003 Zondag 8 en maandag 9 juni 2003 Jenny

Zaterdagavond, na het schrijven van het dagjournaal zijn we met de kabinelift naar de Middernachtzon gaan kijken vanaf Storsteinen. Het was daarboven bitterkoud! Maar het was zeer de moeite waard! Omdat ik last van hoogtevrees heb stond ik beide ritten naar de bergwand te staren, dat hielp. Ik heb gemerkt dat ik mijn hoogtevrees weer aardig onder controle heb. Ten tijde van mijn onontdekte hyperthyreoïdie raakte ik zelfs helemaal over de rooie van zoiets.

De zondag hebben we echt geluierd: uitslapen, lezen, onze trouwpreek luisteren, telefoneren, stukje fietsen. ’s Avonds de DVD-speelflim “You’ve got mail” gekeken op onze laptop. Een uitkomst die lappietoppie van ons! Deze Pinksterdag hebben we afgesloten met het bijwonen van een Middernachtzonconcert in de IJskathedraal van 23.30 uur tot 24.00 uur, heel mooi!

Pinkstermaandag opnieuw uitgeslapen en lekker wat gerommeld, waaronder het zoeken naar Nico’s handschoenen. Niet gevonden, die zullen dus wel thuis liggen en moeten we hier maar kopen, want het is echt te koud om zonder handschoenen te fietsen.
Daarna op de fiets naar het centrum van Tromso (er moet een streepje door de laatste O, maar ik weet de code niet), op zoek naar een internetcafé. Daarvoor moeten we een heeeele hoge brug over en met de bibbers nog in de benen van de brug in Saltstraumen begin ik er aan: lopend, jawel. Nico geeft positieve support en zoals jullie aan dit stukje merken ben ik heelhuids heen en terug gekomen. Weer een overwinning op mijn hoogtevrees! Niet dat de angst over is, maar het is hanteerbaar geworden.

Het internetcafe is zó gevonden, een gezellig studenten-eethuis. Helaas lukt het me niet om in te loggen op het Schildklierforum (kon wel alles lezen, niet gedaan, anders werd het te duur) en ook niet op de Vlinderdag. Wel onze eigen website bekeken en daar in het gastenboek (wat een leuke reacties allemaal) ook een berichtje achtergelaten. Paul doet echt zijn best om er iets moois van te maken en ik ben best trots op zo’n zoon. Hij heeft zelfs de ansichtkaart gescand die wij hem stuurden en er bij geplaatst. Nou, binnenkort ontvangt hij een schijfje vol foto’s! Dat zal hem wel wat werk kosten, denk ik. Daarna besluiten we de VW-garage te gaan zoeken, nou dat wordt een hele fietstocht: bergje op en bergje af, af en toe pal tegen de wind in. Maar we vinden hem, vlak bij het grootste shoppingcentre van Tromso! Dus als de monteur morgen met onze camper bezig is (ik hoop dat het in één dagje klaar is) gaan Nico en ik ondertussen winkelen. Niet te veel uitgeven natuurlijk, want een Noorse autoreparatie is erg duur, weten wij helaas uit ervaring. Iedereen die zich herinnert dat onze camper ons vorig jaar aan het eind van onze vakantie in de steek liet en pas na bijna drie maanden weer in ons bezit was, zal begrijpen dat het een spannende dag gaat worden. Wij gaan dan ook vroeg naar bed, om morgen heel vroeg (8.00 uur) voor de deuren van de VW-garage staan. Aanvankelijk vind ik dat toch wel wat overdreven vroeg, maar Nico sprak net een engelsman die morgen ook met zijn VW-camper naar de garage moet, dus ben ik bekeerd. Want wij willen toch echt wel als eerste geholpen worden.

By the way, vandaag toch maar even bijna 30 km gefietst, onder voor ons niet allerdaagse omstandigheden, dus dat is wel de moeite waard om te vermelden.

Dinsdag 10 juni 2003 Nico

De wekker loopt af om half zeven, véél te vroeg eigenlijk na een véél te korte nacht. Misschien toch zenuwen over de (zoveelste) gang naar de VW-garage? We hebben voor de verschillende uitkomsten even veel verschillende scenario’s gemaakt, maar hopen en bidden uiteraard op / voor de beste. Even na half acht verlaten we de camping en komen tegen achten bij de plaatselijke VW-garage aan. We moeten nog even wachten tot de monteurs binnen zijn en na een tijdje wordt de camper naar binnen gereden. Een beeld dat we zo langzamerhand een beetje tè goed hebben leren kennen…..
Na een half uurtje (of lijkt het alleen maar zo lang?) wordt ‘ie weer naar buiten gereden. Even later komt de werkplaatsreceptionist met de sleutels naar ons toe. Er blijkt een slang van het stuurbekrachtigings-systeem gescheurd te zijn. Dat lijkt in eerste instantie een beter bericht dan: “Uw hele besturingssysteem is naar de knoppen!” Hij vervolgt echter met: “I don’t have that part here; It must come from Oslo”. Kijk, daar schrik je eerst eventjes van. Maar gelukkig vervolgt hij met de mededeling dat hij het vandaag bestelt en dat het morgenochtend rond 10.00 uur binnen moet zijn. Tòch handig dat de VW-garage hier vlak naast de luchthaven is gevestigd. Lang leve United Parcels! Het slangetje kost echter wel een slordige Nok 1.200 en het arbeidsloon wordt geschat op ca. Nok 800. Voor rond de tweeduizend Noorse kronen (oftewel € 260) moeten we weer Boven Jan zijn. Wel heeft hij graag morgen de bus om 9.00 uur binnen en wordt de reparatie “tussen de bedrijven door” gedaan. Gelukkig weet hij te vertellen dat we h.w.s. morgen achter in de middag weer onze weg kunnen vervolgen. We besluiten om eerst in het nabijgelegen winkelcentrum te shoppen en in de binnenstad ansichtkaarten en postzegels te gaan kopen. Daarna gaan we weer doodleuk naar “onze” camping, voor de vierde nacht in successie voor het mooie ronde bedrag van Nok 200 (€ 26) per nacht. Maar goed: je moet tòch wat. De dichtstbijzijnde andere camping ligt ca. 25 kilometer verder en die zal in deze afgelegen uithoek van Noorwegen zeker niet goedkoper zijn. Bovendien spuit de hydraulische vloeistof er bij elke stuurbeweging uit, dus ver rijden lijkt niet zo’n goede optie. Onze buitenthermometer komt vandaag zelfs boven de 10 graden uit (14,5!). Op dit moment, bijna 19.30 uur, is het “nog” 8 graden. Lekker! Maar het zal deze vakantie vast wel weer warmer worden, alleen moeten we daarvoor naar het zuiden en voorlopig staan onze neuzen (en hopelijk die van de auto morgen ook weer) naar het noorden gericht. Daar is het nòg kouder, dus genieten we hier nog even van de relatieve warmte.

Woensdag 11 juni 2003 Jenny

Het is 7.30 uur als wij opstaan, erg vroeg dus, maar wij moeten om 9.00 uur bij de VW-garage zijn. Daar wordt het uren wachten, terwijl onze camper gerepareerd wordt. Ondertussen doe ik wat boodschappen en maak ik wat foto’s van onze camper op de brug. Niet dat dat zo bijzonder is…….., thuis hebben wij foto’s genoeg van campers bij garage’s.

Om half èèn is hij klaar en zijn wij heel wat Noorse kronen armer. Maar het belangrijkste is dat wij onze vakantie kunnen voortzetten! We rijden dan ook zo snel mogelijk weg van Tromso, naar de E6. Dat doen wij niet via de snelste route, maar de mooiste! Via eilanden en veerboten. Eerst die van Breivik naar Swensby, dan die van Lyngsseidet naar Oldenburg. Deze laatste doet er 45 minuten over en brengt ons weer bij de aloude vertrouwde E6 die ons naar Alta en richting Hammerfest moet brengen.

Wij vragen ons af waar de rendieren zijn, pas 60 km voor Alta zien wij er slechts èèn! Vreemd, vorige keer wemelde het hier van de rendieren. Misschien is hun trek nog niet begonnen? Op een hoog punt in de E6 zien we Samenkraampjes en kopen we iets voor thuis en ons felbegeerde rendiervelletje voor op de koude campervloer. Dit is lekker als we ’s nachts met onze blote voetjes op het koude zeil moeten staan om een plasje te doen.
Bij Alta tanken we en een eindje er buiten gaan we eten. Het is inmiddels 20.00 uur, maar we eten dan ook makkelijk: Sodd, een soort maaltijdsoep met kuikenvleesbolletjes. Erg lekker! We mailen nog even naar de kids, en ontvangen een mailtje van Geert en Corrie. Die zitten in Namibië (!), dus aan de andere kant van de wereld. Wat wordt de wereld toch klein met internet! Om 21.30 uur vervolgen wij onze reis weer, Nico wil heel graag de laatste 150 km naar Hammerfest afleggen.

Vlak voor de spiltsing met Weg 94 (naar H’vest) krijgt de vrachtwagen –die al een uur voor ons rijdt- een rendier onder zijn wagen. Wij stoppen meteen ook en zien dat het dier zwaar gewond onder de vrachtwagen zit. Even later kruipt hij er onder uit. Hij is zijn gewei kwijt en bloed uit zijn hele kop! De chauffeur is erg geschrokken, maar weet wat hij moet doen: bellen! Ook krijgt hij hulp van een landgenoot, een Noor, dus besluiten wij verder te rijden, het dier zal wel afgeschoten worden. Het gebeuren heeft enige tijd invloed op ons rijden…….

Om 23.15 uur zijn wij in Hammerfest, de noordelijkste stad van de wereld, tevens de eerste stad van Noorwegen die destijds elektriciteit had. Dat kun je zien, want zelfs nu het dag en nacht licht is, branden er straatlantaarns! Hammerfest heeft geen monumentale gebouwen. Die zijn in een grote brand in 1890 en later in 1944 allemaal verwoest. Toch zijn de meeste gebouwen weer opgebouwd in hout, want dat is hier verreweg het goedkoopste bouwmateriaal.

Om 23.40 uur vindt Nico op zijn geheugen het vissersdorpje Forsöl, waar we in 1996 de middernachtzon zagen. We klimmen tegen 0.30 uur de rotsen op en aanschouwen slechts een gedeeltelijke middernachtzon. De zon zit namelijk achter een kusteiland te stralen! Maar de lucht is prachtig! We gaan dus laat naar bed, morgen gaan we hier de ruïne van een oud Samendorp bekijken.

Donderdag 12 juni 2003 Nico

We staan toch maar om half tien op, een half uur voor de wekker moet aflopen. Het is zonnig, in tegenstelling tot 1996 toen we op deze plek ’s morgens in de regen ontwaakten, maar met 6 à 7 graden is het nu niet direct jubelend warm. Na het ontbijt lopen we naar de veronderstelde ruïnes. Het is maar goed dat de heren geleerden op bordjes hebben vermeld wat het wanneer ongeveer geweest is, want zèlf hadden we dat nooit zo kunnen bedenken. Maar goed, het is allemaal tussen de 1.000 en 2.000 jaar oud, dus wat kun je dan nog verwachten……
Na deze archeologische verrijking van onze geest gaan we om een uur of twaalf op weg naar Hammerfest. Na een wasbeurtje voor de auto parkeren we aan de haven en shoppen bij de Domus / Coop. De noordelijkste CD-winkel van Europa heeft veel en is traditiegetrouw schreeuwend duur, maar heeft niet wat we zoeken. Na aanschaf van de traditionele plaatsnaam-sticker, gekocht bij de Tourist Info, bezoeken we de plaatselijke kerk. Nieuw, maar wel èrg mooi. Daarna gaan we over Weg 94 terug naar de E6. Op de aanrijdingplek van het rendier herinnert alleen nog een grote bloedvlek op de weg aan wat gisteren gebeurd is. Het dier zal wel afgemaakt zijn. De rit over de E6 naar de “afslag” naar de E69, richting Noordkaap, duurt korter dan we ons van 1996 herinneren. De rit over de E69 duurt weer langer, dus dat heft elkaar mooi op. In plaats van uiteindelijk afslaan naar een veerboot, rijden we gewoon door over een nieuw aangelegd stuk E69 en duiken door een 7 kilometer lange nieuwe tunnel door een berg en onder het fjord door naar Mageröy, het Noordkaap-eiland. De 186 kronen tol is h.w.s. goedkoper dan destijds de veerboot en het gaat zo wel een stuk sneller. In Honnigsväg is de Tourist Info om 16.00 uur (een half uur voordat wij arriveren) al dicht.

We wilden graag informeren naar de mogelijkheden om één haven mee te gaan met de Hurtigrute, de “postboot-dienst” van Bergen naar Kirkeness, een toeristisch hoogstandje. In de souvenirshop, waar we allebei een lekkere en warme Noordkaap-trui kopen, horen we dat er op de Hurtigrute-boot naar Kjöllefjord hoogstwaarschijnlijk gewoon plek voor ons zal zijn. Het is op dit moment nog erg rustig en de boot legt al om 12.00 uur aan. We kunnen volgens de dame die dit allemaal vertelt gewoon de boot oprijden en daar betalen. Het walkantoor is al dicht, dus gaan we morgenmiddag maar eens informeren. Gezien het Noorse prijsniveau lijkt het wel handig om eerst eens te informeren wat zo’n overtocht gaat kosten. Maar: erg mooi lijkt het ons wel. Nù al een keer met de Hurtigrute mee, ook al is het maar één haven, heeft toch een zekere aantrekkingskracht. We rijden na al deze info naar de Noordkaap, dwars door plotseling opstekende sneeuw- en hagelbuien, waar de honden geen brood van lusten. Bij de Noordkaap-kassa aangekomen barst er een heuse sneeuwstorm los. We horen dat een kaartje nog “maar” 2 dagen geldig is en besluiten om morgen terug te komen. We rijden naar de Kirkeporten-camping, volgens een bord bij de ingang “de meest noordelijke camping van de wereld”. Qua temperatuur kan dat best wel eens kloppen, want het is nog maar een armzalige 2 graden boven nul. Ook hier is inmiddels een echte sneeuwstorm losgebarsten, maar die duurt gelukkig niet zo lang. Na het douchen trekken een grote kudde rendieren letterlijk over de camping, zo maar dwars tussen de camper en de fietsen door.

Even later komt er weer een deel van de kudde terug, die gezellig begint te grazen. Dàt zie je niet zo snel op een gemiddelde camping in Frankrijk, hoewel de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het daar doorgaans een stuk warmer is. De herinnering aan sandalen en T-shirts begint al behoorlijk te vervagen. Sneeuwballen gooien; dàt lijkt nu ineens heel dichtbij. Er ligt hier in het noorden sowieso nog veel sneeuw, maar van wat er nu valt blijft er soms een heel klein beetje liggen. Wáár is de ruitenkrabber ook al weer????

Vrijdag de 13e (juni 2003) Jenny

072Wij hebben heerlijk uitgeslapen tot kwart over tien en lekker rustig aan gedaan. Tegen 12.00 uur vertrokken naar Honnigsväg om te winkelen, te tanken en informatie te vragen over de Hurtigruteboot van Honnigsväg naar Kjölleford. Dat laatste kost maar iets meer dan de tunnel terug en lijkt ons veel leuker om te doen. Ook het kerkje van Honningsväg bekeken, het is het enige gebouw dat bij de brand in 1944 (oorlog) niet is afgebrand.

Ook nog even naar het kleine havenplaatsje Gjesvaer gereden, daar was niets te doen en het kerkje was dicht.
Dus op weg naar het Noorkaapplateau, de plek waar het de noordelijkste punt van Europa heet: 71 graden, 10’ en 21 “ . Het is daar koud, het sneeuwt en het waait erg hard, daar zo hoog op die punt, die uit de Noordelijke IJszee omhoog steekt. Het hefdak blijft omlaag, want de wind schudt Duva Kampa heen en weer!!! We hebben wat rondgekeken in de Noordkaaphal en kaarsjes aangestoken in de kapel en we ontdekten Paul zijn ingekraste naam uit 1996 (ik weet nog dat hij 2x de 7 van juli kraste). Op de bekende “bol” heb ik een sticker van Zwolle geplakt. Dat was wel nodig ook, want alle stickers waren er af gehaald/gegaan. Ook de film bekeken, deze was nog hetzelfde als 7 jaar geleden. Natuurlijk souvenirs gekocht, we hebben niet voor niets zo’n eind gereden. Of wij de middernachtzon hier straks zien, is nog de vraag, want hoewel het zicht beter is dan 7 jaar geleden, is het bepaald niet zonnig!!!!!!

Zaterdag 14 juni 2003 Nico

Om 12.30 uur (!!!) worden we wakker op de parkeerplaats van de Nordkapphallen. We zijn vanmorgen om ongeveer half 2 naar bed gegaan. De Middernachtzon hebben we niet gezien, wèl de traditionele Noordkaap-wolken (standaardsamenstelling: dicht en grijs). De afgelopen nacht was het buiten steenkoud en het stormde ongelooflijk hard. De bus stond ervan te schudden en de Tv-antenne klapperde er vrolijk op los. Niet dat er wat mee kon gebeuren, maar het klinkt gewoon niet leuk en het is erg onrustig. Ook kwam er allerlei neerslag naar beneden: hagel, sneeuw, regen, noem maar op. Daarom hebben we allebei onrustig en vermoedelijk niet al te veel geslapen. Maar we zijn in deze vakantie nog nooit zo “laat” wakker geworden. De temperatuur is al die tijd tussen de 1,5 en 2 graden gebleven. Geen korte-broeken-weer dus! We besluiten om de Noordkaap maar te verlaten en naar de camping in Skarsvåg (bij Kirkeporten) toe te gaan. Wanneer daar vanavond de zon wellicht gaat schijnen, rennen we gewoon “even” de berg op om de Middernachtszon te zien. In ieder geval is het daar wat warmer (zo’n 6 à 7 graden), is er stroom voor ons kacheltje èn de laptop (op dit moment laad ik mijn GSM op via de laptop; lang leve de techniek!) en kunnen we vanavond wat comfortabeler zitten (dak omhoog zonder het idee dat de hele mikmak wegwaait, dakisolatie erin, kachel aan, stukje lezen, TV kijken of een James Bond-DVD bekijken; vakantie vieren is nog nooit zo decadent geweest, hoewel we ons met ons “tent-hefdak” op de camper toch wel wat primitiever vinden dan die grote bakbeesten met uitdraailuifels om ons heen. Lekker puh! Ook nu begint het weer te regenen, maar we zitten er droog en warmpjes bij. Alleen hopen we dat het straks even droog is als we de was uit de droger gaan halen en uiteraard dat het vanavond rond middernacht droog is en er wellicht een zonnetje bijkomt. Die komt nu ook steeds tussen de wolken en de regendruppels door gluren!

Zondag, vaderdag, 15 juni 2003 Jenny

Vandaag alweer uitgeslapen, het was gisteren opnieuw laat geworden. Om half twee ’s nachts kwam de zon ietwat door de wolken heen en dat moest natuurlijk op de gevoelige plaat vastgelegd worden. Maar om twaalf uur ’s middags waren we dan toch weg van de Kirkenportencamping, op weg naar de Hurtigrutenboot. We hebben gisteravond besloten niet èèn, maar twee havens mee te varen, dan komen we precies uit waar we willen zijn: vlak bij ’s werelds noordelijkste vuurtoren van het vaste land. Tevens varen we dan om het noordelijkste vasteland-punt van Europa heen, dat bespaart ons een wandeling van 13 km heen en 13 km terug. Wandelen en fietsen is in dit land een heel andere bezigheid dan in Nederland.

090Het lukt ons een plaatsje aan boord te krijgen van het schip “Nordlys” en de camper mag ook al meteen al aan boord, hoewel het nog twee en een half uur duurt voordat we vertrekken. Het aan boort gaan van de camper gaat met een liftplateau.
Het is een schitterende boot, met veel glitter en glamour. Toch gaan er niet alleen bejaarden en gehandicapten mee, we zien opvallend veel jonge gezinnen en mensen van onze leeftijd. Onze reis duurt tot 20.15 uur en we genieten van het uitzicht: de Noorse kust met fjorden en rotsen die ingeslepen zijn door de zee. Eén daar van heeft de vorm van een kerk gekregen en wordt dan ook “Finnkjerka” genoemd. We hebben een lekker plekje vlak achter het raam van een panorama-bar gevonden en krijgen echt waar voor ons geld. Als we bij de eerste haven (Kjölleford) aanleggen, zijn we blij dat we voor de volgende haven hebben geboekt, want dit is echt genieten! We eten een hapje in de cafetaria en gaan aan dek als we het “noordelijkste puntje van het vaste land” passeren. Ik denk dat wij hier op zee noordelijker zitten dan op de Noordkaap. Iets om even bij stil te staan, want de eerstkomende jaren zullen we voor zo’n reis als deze geen geld, tijd en vakantiedagen hebben.
In Mehamn gaan wij van boord en net als wij vanaf de vaste wal de boot nog een keer willen aanschouwen belt Mark, onze oudste zoon. Gek dat je zó ver van huis elkaar helder en duidelijk kunt verstaan! In Nederland is het al weken warm, heet en droog, de tuin wordt straks gesproeid…………(?) Ik merk dat ik amper meer weet wat er in onze tuin staat, wel dat ik er veel werk van heb gemaakt, om straks in juli te kunnen genieten, als iedereen op vakantie is en wij weer thuis zijn. De jongens zitten er nu wel mee dat het zo droog is, lijkt me. Toch fijn dat ze er aan denken. Gek, dat thuis niet alleen 3571 km ver weg is, maar ook geestelijk ver weg. Ook de mensen van het schildklierforum, waar ik toch dagelijks mee communiceer, vervagen. We zijn zelfs vergeten in Honningsväg het internetcafé op te zoeken. Is dit nu vakantie? Alles van het laatste werkjaar vergeten en alleen denken aan het hier en nu? Dan mag het van mij altijd wel vakantie zijn, want ik voel me best zo. Alleen zouden de jongens dan ook mee moeten kunnen. Die hadden de tocht van vanmiddag voor geen goud willen missen.

Terwijl ik dit schrijf zie ik buiten de vuurtoren van Sletness. “Ons” schip is net voorbij gevaren, op naar de volgende haven en de rendieren lopen hier ook al weer. Vannacht slapen we –samen met een Duitse camper- op een parkeerplaats, met uitzicht op de (Barents-)zee. De aanrollende golven zijn hier net zo blauw/groen van kleur als aan de Middellandse Zee. Alleen is de temperatuur anders, en is het daar veel drukker! Dit hier is het einde van de wereld!

Maandag 16 juni 2003 Nico

097Rond kwart voor 9 komen we uit bed. Het is nog fris en het regent af en toe. Het uitzicht echter blijft mooi. Om ca. 10.15 uur rijden we eerst nog even naar de vuurtoren en daarna via de kerk in Gamlvik (gesloten) terug naar Nehamn, om te shoppen bij de Coop, alwaar we (volgens de verpakking) brood kopen van de Noordelijkste bakkerij van het Europese vasteland (dit gedoe begint een beetje vervelend te worden; de afgelopen nacht waren wij de noordelijkste camper van het Europese vasteland en zo kunnen we nog wel even doorgaan). Via weg 888 rijden we naar Ifjord en van daaruit verder naar Lakselv en Karasjok. De weg is zéér gevarieerd, twee rijbanen, 1 rijbaan met uitwijkplekken, verhard, onverhard, verhard mèt gaten en verhard zonder gaten. Het uitzicht is erg afwisselend en mooi. Zo langzamerhand verandert het arctische landschap (kaal, mos, struikgewas) in een wat gevarieerder landschap met bomen en dergelijke. Op een gegeven moment zien we zelfs tot onze verassing ook weer iets lichtgroens: gras! Even na enen eten we op een hoogvlakte met een mooi uitzicht over het Laksfjord. In Lakselv, waar verder geen bal te beleven valt, gaan we nog even shoppen. Ze gooien daar zelfs net na vieren de Vinmonopolet (staatsdrankwinkel) voor onze neus dicht; misdadig gewoon! Net onder Karasjok stoppen we op een P-bij-een-rivier om ons beddegoed en handdoeken te verschonen. De temperatuur is inmiddels opgelopen tot een –voor ons ongekende- 14 à 15 graden en onze grote vrienden zijn er gelijk weer: muggen! Bosjes van die krengen. Twee graden boven nul blijkt nu toch ook weer zijn aantrekkelijke kanten te hebben……
Doordat we gisteren 2 havens hebben meegevaren met de Hurtigrute-boot en daarom vanmorgen al van het “noordelijkste” punt (van het Europese vasteland; ja hoor!) van onze reis konden vertrekken, liggen we weer helemaal “op schema”. Wel overwegen we om eventueel te proberen iets eerder in Jokkmokk aan te komen om daar wellicht 2 nachten te verblijven. We moeten dan wel voorkomen dat we als idioten door Noors en Fins Lapland scheuren. Hoewel: de twee grootste Lappen- of Samen-plaatsen, Karasjok en Kautokeino, worden op dit moment volgens ons ANWB-handboek alleen bevolkt door bejaarden, kinderen en namaak-lappen die niet bij de rendiertrek betrokken zijn en h.w.s. (eigen inschatting) souvenirverkopers alsmede kassa-juffouwen van de musea , dus zó veel is daar h.w.s. niet te beleven.
Het is nu rond zeven uur ’s avonds en we gaan eerst rustig eten. Daarna gaan we nog wat rijden en wat later op zoek naar een vrije overnachtingsplek. We zien wel hoe ver we vandaag komen. Volgens planning moeten we 900 kilometer in drie dagen rijden. Wanneer we eerder in Jokkmokk willen arriveren, komen daar nog zo’n 220 kilometers bij.
Na de maaltijd rijden we door naar Kautokeino. Het is een redelijk goede weg en we schieten snel op. Vlak voor Kautokeino, waar we even na tienen aankomen, is geen P + WC te ontdekken. In het dorp zelf staan 2 Duitse campers op een winkelparkeerplaats, maar dat lijkt niet zo’n goed idee: ’s morgens wakker worden tussen het winkelend publiek. We rijden het dorp uit in Noordelijke richting en een paar kilometer buiten het dorp ligt aan het eind van een onopvallend weggetje een grote open plek aan een meer. Er kunnen vast wel honderd of meer campers staan, maar wij zijn moederziel alleen. De plek is vanaf de weg niet te zien, daarom is het er zo rustig. We staan met onze “uitzichtkant” naar een “bijna-spiegelmeer” toe: schitterend uitzicht en doodstil. Daarom gaan we onder andere naar Scandinavië!

Dinsdag 17 juni 2003 Verjaardag Mark! Nico

We staan in alle rust op. Het is zonnig en (nog) droog. Na ontbijt en opbreken rijden we een stukje terug naar Kautokeino, Nico belt met Oma Duijf en brengt de 2e mini-CD-rom met foto’s naar het postkantoor. Met Mark, die vandaag 23 jaar wordt, bellen en mailen we vanavond, vanaf een camping. Jenny gaat eerst boodschappen doen bij de Coop. Hier blijkt het “gewone” bier niet verkrijgbaar; alleen het z.g. “let øl”, maar dat smaakt overigens ook niet verkeerd. Bij de Tourist Inform komen we o.m. het volgende aan de weet:
Er is sinds kort een Vinmonopolet in Kautokeino, maar in Finland (ca. 42 km. verderop) is het stukken goedkoper.

De reden dat we geen rendieren meer zien is omdat die beesten allemaal aan de kust lopen te grazen in hun zomerweiden. Alleen ’s winters zijn ze hier te zien.

Het museum is klein en stelt goedbeschouwd niet zo veel voor.

We nemen ten slotte nog een kijkje bij “Juhls Sølvmie, de plaatselijke zilversmid met een kasteel van een winkel / werkplaats, gelijktijdig met een buslading vol Kras-Stervakantie-Nederlanders. Gelukkig, in kleine groepjes vallen ze wel mee…… Daarna verlaten we dit dorp-van-niks en rijden in de richting van Finland. Om 12.20 uur passeren we de grens, kopen bij een souvenirshop wat stickers (en betalen met de vertrouwde Euro’s!) en gaan in een redelijk dorpje een supermarkt in. Hier is wel “sterk” bier te koop maar geen wijn. Daarvoor moeten we in een grotere plaats zijn, maar die is precies de verkeerde kant op. Jammer dan. Het is hier in Finland een uur later dan in de omringende landen, maar omdat we hier maar kort zijn, doen we niet mee aan het tijdsverschil. We vervolgen de weg richting Zweden en rijden uiteindelijk doodleuk de afslag naar “Ruotsi” voorbij. Weten wij veel dat Ruotsi Fins is voor “Zweden”? Die Finnen zijn kennelijk te zuinig om een paar Zweedse plaatsnamen op de wegen borden te zetten, maar grappig is het wel. We komen er al na 1 à 2 kilometer achter dat we de afslag gemist hebben.. Om ca. 15.00 uur rijden we over een rivier via Karesuando Zweden binnen en stoppen even bij “Zwedens Noordelijkste kerk”. Hebben we vanmorgen nog Noorwegen’s noordelijkste brood gegeten……

In Karesuando begint Weg 45, de “Via Lappia”, ook wel bekend als de “Inlandsvågen”. Deze weg zullen we een heel stuk – of bijna helemaal – volgen in Zweden. Dan weer smal, dan weer breed, soms vlak, soms hobbelig, maar volgens de Zweedse regelgeving mag je op de meeste stukken wèl 110 kilometer per uur rijden. We willen wel, maar vaak lukt het niet, omdat er véél te veel hobbels in de weg zitten. Om 17.30 uur arriveren we op de camping in Gällivare; een camping rondom het plaatselijke voetbalveld, waarvan de receptie wordt bevolkt door een drietal goedbedoelende maar voor het overige hopeloze tieners, die van toeten noch blazen weten. Wèl weten ze dat we 90 Sek extra moeten betalen omdat we nog geen jaarzegel op ons Scandinavisch campingcarnet hebben. Dàt hadden we al verwacht. Op mijn uitleg dat’ie er nog niet op zit omdat we net uit Noorwegen komen, wordt vrolijk gevraagd in welke Noorse plaats we eigenlijk wonen. Leuk, die naïviteit! Maar ze bedoelen het goed, zullen we maar denken. Alle begin is moeilijk, dat geldt ook voor vakantiewerk! We krijgen “plaats nr. 1” toegewezen, maar die plek is zó klein dat er alleen een Trabantje op past en dan alleen nog op z’n kant. We gaan dus maar met de kont op plek 2 staan, anders past het niet of staan we met de neus bijna steil omhoog. Maar goed; het is maar voor één nacht en we hebben stroom. Alleen: voor de eerste Zweedse camping dit jaar valt het allemaal een beetje tegen.

Twee dagen Jokkmokk: Woensdag 18 en donderdag 19 juni 2003 Jenny

Om tien uur vertrokken van de camping, in het centrum van Gällivare boodschappen gedaan en Noors geld omgewisseld in Zweedse kronen. De Euro zal hier ook nog wel komen op den duur, want in zowel Noorwegen als in Zweden staat vaak de Europrijs er bij en soms zelfs kun je met euro’s betalen. In de Systembolaget (drankwinkel) een doos Spaanse wijn gekocht. Zowel in Noorwegen als in Zweden zijn alcoholische dranken alleen in speciale winkels te koop. Vroeger moest je je nog legitimeren, nu niet meer. Wel kun je in Noorwegen “gewoon” bier in de supermarkt kopen; in Zweden is dat altijd “laag-alcoholisch-bier”.
We hebben nog even de houten Gamla Kyrkan bekeken, een kerkje van de Nomadische Samen (Laplandbewoners), dat tot 1890 als plaats van samenkomst in gebruik was. Hoewel het kerkje helemaal van hout is gemaakt stonden er wel overal kaarsen! Jaren geleden waren wij eens in Finland, in de grootste houten kerk ter wereld en daar was het vanaf de oprit verboden om vuur te maken. Logisch toch?

Via weg 45 (de Via Lappia), naar Jokkmokk gereden, waar we om 13.00 uur aankwamen. Bij het Toeristenbureau wat informatie gekregen en daar een half uur ge-internet. Op camping “Notudden” (waar je tegenwoordig ook kunt internetten) een plekje gezocht en meteen een was gedraaid en gedroogd. Daarna hebben we onze spulletjes maar eens gereorganiseerd, want zo langzamerhand konden we niets meer in de kasten terug vinden. Het is hier niet echt koud meer, tenminste niet zo koud als wij het aan de Noordkaap hebben gehad.

Volgens ons reisschema zouden we donderdag pas in Jokkmokk aankomen, dus lopen we wat voor op het schema. Daarom blijven we twee nachten op deze camping, lekker lang dus!
Dit is trouwens de vierde keer dat wij op deze camping verblijven, het is een heerlijke camping voor gezinnen met kinderen, vanwege het zwembad (helaas nog niet open gegaan) en het speelparadijs. De camping begint nu ook vol te lopen, de Zweden zelf hebben inmiddels ook vakantie, vermoed ik. En het loopt tegen Midsommardag, een belangrijk feest, overal in Scandinavië.

Donderdag

Vanmorgen hebben we alweer uitgeslapen, we worden nog lui deze vakantie! Daarna op de fiets naar Jokkmokk om boodschappen te doen en kaarten te versturen. Ook souvenirs gekocht, we kunnen het niet laten. De andere camping van Jokkmokk ook maar eens bekeken, maar die haalt het niet bij de “onze”.

We wisten niet dat er hier een museum was, toch staat het er al van af 1989. Daarom maar eens binnen gekeken. Het is een museum over de Samen, de oorspronkelijke bewoners van dit Hoge Noorden: Lapland. En daarmee wordt bedoeld: Noorwegen, Finland, Zweden en zelfs Rusland! De van oorsprong Nomadische Samen (Lappen) hebben zich nooit wat van de grenzen aan getrokken en spreken zelfs een eigen taal. Sápmi wordt zowel het gebied als de mensen die daar wonen genoemd: zij zijn één geheel!

Toen we naar de camping terug fietsten, werden we verrast door een regenbui. Kort, maar krachtig. Ons fietstochtje leverde 18 km op de teller op, totaal hebben we deze vakantie al zo’n slordige 90 km gefietst. Met de camper zelf hebben we 4.545 km afgelegd en hebben nog ongeveer 2500 km te gaan voordat we thuis zijn.

Vrijdag 20 juni 2003 Nico

107Opbreek- en rijdag. Om half negen loopt de wekker af, die we 3 keer gewoon negeren. Aangezien het ding om de drie minuten herhaalt, levert dat maar 9 minuten extra “bedtijd” op. Het heeft geregend en het sputtert af en toe nog een beetje. We ontbijten op ons gemak en breken daarna net zo rustig op. Na het uitchecken gaan we boodschappen doen en tanken in Jokkmokk. Dat laatste is eindelijk weer eens leuk: de brave camper heeft 1:12,5 gereden en na zo veel Noorse tanken à € 1,15 of daaromtrent per liter, kost een litertje diesel in Zweden “gewoon” weer € 0,83. Dàt scheelt weer een slok op een borrel, hoewel een borrel hier ook niet goedkoop is. We lezen op een briefje dat vandaag de supermarkten eerder sluiten (de overige winkels zijn bijna allemaal dicht) en dat ze morgen helemáál dicht zijn. Zondagmiddag is de supermarkt in Jokkmokk wèl open, maar of dat elders ook zo is? We slaan in ieder geval maar vast weer extra brood in. Er is hier trouwens bèst wel brood te koop (Limpa) dat meerdere dagen goed blijft smaken. De extra sluiting wordt veroorzaakt door de Zweedse Midzomer-vieringen.

We verlaten Jokkmokk en rijden zo’n 156 kilometer naar Arvidsjaur. Het houten “Lappendorp” staat er nog steeds, alleen de kassa blijkt verdwenen te zijn. Maar verder is er behalve om de huizen heenlopen niks te beleven: alles zit op slot. Bij het inrijden van Arvidsjaur meende Jenny een hoop geparkeerde auto’s èn activiteiten te zien. Daar blijkt inderdaad een Midsommar-aktiviteit te zijn: met de kinderen dansen om de meiboom. Een aardige Zweed die h.w.s. alleen Duits als tweede taal voorhanden heeft (“Gruss Gott, dort is ein Loch (!!) zum parken”) wijst ons een plekje en zwaait ons later als we weggaan weer vriendelijk uit. Helaas regent het af en toe een beetje, maar de Zweden en hun kindertjes dansen dapper door. Het is per slot van rekening Midsommardag en dan moet er gedanst worden! In de Hemslöjd (plaatselijk gemeenschapshuis met o.m. verkoop van plaatselijk gemaakte voorwerpen en hebbedingetjes en een dito-café) nemen we een kop Zweedse koffie met koek. Best wel gezellig, en lekker. Daarna vervolgen we Weg 45 weer in zuidelijke richting. Tot onze verbazing zien we best nog veel rendieren, soms alleen, maar ook in redelijk grote kudde’s, met veel kleine kalveren erbij. Zelfs 375 kilometer onder Jokkmokk staat er plotseling nog zo’n beest midden op de weg.

In Slagnås lunchen we vrij laat (15.30 uur) op een parkeerplaats aan de “oude” weg, vlak bij een rivier. Na een korte lees- & tukpauze vervolgen we onze weg weer. In Storuman, waar we in destijds in onze huurcamper hebben overnacht (de “eerste nacht in Lapland!”), rijden we de Stenselberg op, met uitzicht over Storuman en de omliggende meren. Heel mooi allemaal. In Vilhelmina is minder te beleven dan we dachten. Overigens zien we de hele dag al amper Zweden op straat. Of ze zijn allemaal acuut uitgestorven, òf ze treffen voorbereidingen voor de alomtegenwoordige Midsommar-aftondans. Nèt buiten Vilhelmina ontdekt Jenny een wegbord dat verwijst naar de “Touristvåg naar Åsele”. In ons gedetailleerde Zweedse wegenboek zien we aan die weg een Badestrand (blijkt drie keer niks) èn de Torvsjö Kvarnar, een “unik samling vattendrivna anläggnińar”, vrij vertaald een unieke verzameling water-aangedreven systemen, watermolens dus. Daar stoppen we uiteindelijk rond half negen en kachelen eerst van hot naar her over het parkeerterrein, op zoek naar een beetje vlak stuk om te overnachten. De drie miljoen aanwezige muggen storten zich maar wàt graag op die domme Hollanders die zich met hun levell-blokjes buiten de camper wagen. Dak omhoog en binnenblijven dus! Maar het is in ieder geval droog, de buitenthermometer meldt vrolijk dat het daar nu 20 graden is en het zonnetje schijnt nog steeds. Na alle kou in de “boven-poolcirkel-periode” is dat toch best mooi meegenomen. Dan nemen we die muggen maar op de koop toe!
Morgenochtend –of wanneer alle muggen ter plekke dood neervallen misschien vanavond nog- eens kijken wat die waterapparaten nu precies zijn. Daarna morgen weer een stukje verder zuidwaarts, op zoek naar een weekend-camping.

Een erg zonnig en warm weekend! Zaterdag 21 en zondag 22 juni 2003 Jenny

121Het is zaterdag 21 juni, de langste dag en het wordt steeds warmer en zonniger. Hoewel we ook af en toe in een regenbui rijden. Als wij vertrekken van onze gratis nachtplaats, zien we dat we vanmorgen de helft van de watermolens hebben gezien. De rest van die dingen staat aan de overkant van de weg!
We rijden de ongenummerde touristväg verder, naar Asele en gaan via weg 92 naar Dorotea, alwaar we weer op weg 45, de Inlandsvägen komen. Weer zien we weinig mensen, waar zijn al die Zweden toch? Op vakantie? We zagen de camping in Jokkmokk wel volstromen met Zweden……………, dus?
We bekijken een kapelletje bij de kerk van Dorotea en beseffen dat we hier hier eerder zijn geweest, want de groep beelden die het “Laatste Avondmaal” voorstellen hebben we eerder gezien. Alleen zat er toen nog geen condoom om de vinger van een van de apostelen. De beelden zijn gemaakt door Björn Martinus, een Noor, die Oslo ontvluchtte vanwege zijn politieke opvatting en daarna bijna zijn hele leven in Zweden heeft gewoond.

Dorotea heet “Lapplands Sydport” en dus verlaten wij Lappland als wij deze stad (of dorp?) uitrijden. We rijden een klein stukje Angermanland en dan brengt weg 45 ons in de provincie Jämtland. De hele tijd wordt weg 45 vergezeld door de spoorbaan, die “Inlandsbanan” wordt genoemd. Vlak voor Östersund (aan het Storsjön) buigen we af richting Krokom en Ytteran. Gisteravond hebben we besloten om niet in Storuman of Östersund het weekend door te brengen, maar naar de rustige plek van “Henry Olson” te rijden. Daar waar we 12 jaar geleden met de kinderen als verzopen katten aan kwamen om een hutje te huren. En waar we door een niet buitenlands sprekende Zweed in een deel van een huis werden onder gebracht.
Als wij aankomen, wil Nico eigenlijk meteen rechtsomkeert maken, want er is helemaal niets veranderd! En ondertussen zijn wij wel iets beters gewend!
Maar hij bedenkt zich als hij het vriendelijke gezicht van “mevrouw” ziet, die zich in het engels verontschuldigt dat haar man geen engels spreekt. Waarschijnlijk is dit de enige zin die zij in het engels kent en zal dat veel buitenlanders afschrikken. Maar ons niet! En als meneer “Henry Olson” zelf verschijnt, weet ook Nico dat hij hier wil blijven en betaalt meteen voor twee nachten. Een bedrag waar je op een normale camping maar èèn nacht van kunt staan.
Wij krijgen het mooiste plekje, op een pas gemaaid grasveld, vol op in de zon! Met gebaren maak ik hem duidelijk dat wij hier eerder zijn geweest met ons hele gezin en toen in het grote huis verbleven. Mijn werk op neurologie met afatische mensen heeft er voor gezorgd dat ik goed gebaren kan maken en begrijpen. Dat de oude baas mij goed heeft begrepen merken we als we net achter ons wijntje zitten. Hij heeft opgezocht dat wij in juli 1991 bij hem waren! Geweldig, en dat zonder dat Nico zich heeft laten inschrijven! Dus ergens heeft de man toch een administratie bij gehouden.

Zoals ik al zei: is er hier niets veranderd, maar als ik later goed kijk zie ik dat de boel een beetje verwaarloosd is: er moet nodig een kwastje verf op. Toch is de boel niet vies of zo, hoewel we de indruk krijgen dat wij de eerste gasten zijn van dit seizoen. Je moet wel van pure eenvoud houden, dus niet van een toiletgebouw dat voor dames en heren gescheiden is. Dit gebouwtje is in elkaar geknutseld en elk hoekje is benut. Er is warm en koud stromend water en zelfs verwarming in de douches (dit is nieuw volgens mij). Overal liggen er typische Scandinavische kleedjes op de vloer en de ruitjes die kapot zijn, zijn met stickers afgeplakt. Ik denk dat meneer Henry Olson wel wat klandizie kan gebruiken, dus hier het adres. Vanaf Östersund rij je naar Ytteran, over de E14 richting Trondheim. Als je het (houten) bord “Välkommen til Ytteran” passeert, zie je aan de overkant een Statoil-pompstation. Je gaat over een bruggetje (rechts zie je een stuwdam in het water) en meteen rechts een weggetje in. Op de hoek staat “Stugor” op een verweerd bord en aan de overkant van de E14 verwijst een bord met “Pingstkyrkan” dezelfde kant op. Let op: je bent er zó en het volgende bordje met “stugor” is het huis waar je je kunt aanmelden. Er zijn kamers te huur en hutten, maar je kunt ook je tent op zetten, of met de caravan of camper komen. Het uitzicht is landelijk en wijds en omdat het nu juni is zien we veel vogels boven hun nesten cirkelen.

Op zondagmorgen 22 juni worden wij wakker met hetzelfde gevoel als wij aan de Middellandse Zee hadden: waar is de frisse lucht? Het is voor in de camper 40 graden en achterin bij ons bed, 29 gr.! Gauw alles opengegooid, want wij voelen ons als gebraden worstjes, zó heet.
De isolatie die ons zo heerlijk tegen de kou heeft beschermd, gaat ons nu tegenwerken en we besluiten dan ook eensgezind dat we vanaf nu zonder kunnen. En omdat het sinds enkele nachten weer een paar uur wat donkerder is, hebben we ook voldoende aan onze normale gordijnen die ook tegen licht geïsoleerd zijn.
Deze zondag zijn we echt lui, onze bezigheden bestaan uit: brunchen, zonnen, lezen, fietsen (10 km maar), ijsje eten, kerkdienst luisteren en lappietoppen. Door niets of niemand worden wij gestoord. Volgens het weerbericht (via onze laptop kunnen we TV kijken) wordt het tijdelijk minder mooi weer, maar als het weer zó blijft, sluiten we onze vakantie net zo zonnig af als die begon. We lopen nu een hele dag voor op ons reisschema, en hoewel ik wel een dag eerder thuis wil komen (zaterdag, i.p.v. zondag), wil Nico het liefst de vakantie helemaal af maken. We hebben democratisch besloten dat we dat over enkele dagen definitief zullen beslissen.

Maandag 23 juni 2003 Nico

Om 8.30 uur loopt de wekker af. Die tijd begint vertrouwd te worden; ook het nog 2 à 3 keer even “doorslapen” begint een vertrouwde gewoonte te worden. Zelfs de drie-minuten-herhaal-cyclus went al. Dat zal thuis even wennen zijn, als de wekker er 9 minuten over doet om opnieuw te gaan jengelen!
We breken in alle rust op bij “Residence Henri Olsson”. We ontbijten buiten, want de zon schijnt uitbundig en het is al lekker warm. Na het ontbijt geeft de jongste van de twee aanwezige katten nog een demonstratie “Tegen hoge Zweedse huizen oplopen en onder het dak op vogels jagen en daarna ook weer levend beneden komen”. Of dit ook voor de vogels geldt lijkt twijfelachtig. Bij dit optreden doen geen vogels mee. Een aardige show. Pas rond half elf verlaten we deze zéér rustige weekendplek; er is het hele weekend geen enkele gast bijgekomen. Alleen wat familie van vader en moeder Olsson die in de moestuin aan de slag gingen. Omdat we in Ytteran net op de grens van GSM-zenders zaten, die elkaar nog afwisselden ook, mailen we een stuk reisverslag vanaf een parkeerplaats vlak voor Östersund. Daarna rijden we de stad in en gaan eens rustig shoppen. Bij de plaatselijke Domus worden CD’s ingeslagen en Jenny valt bijna flauw bij het zien van “de ideale eland voor bij de eland-verzameling in het bergmeubel”. Over de hoogte van de prijs wordt luchtig heengestapt. Het gaat per slot van rekening om elanden! Pas na twee uur verlaten we Östersund en prompt begint het te regenen.

Net buiten de stad lunchen we bij de kerk van Brunflo. Een mooie kerk met een losse middeleeuwse verdedigingstoren, nu in gebruik als klokketoren. De uitleg over de kerk in het engels laten we afwisselen door orgelmuziek en koormuziek. Handig, die keuzeknoppen in sommige kerken! Na de lunch gaan we weer kilometers vreten en houden later een pauze bij het meer van Ytterhogdal, een plaatsje zeg maar tussen Östersund en Mora, waar we in het verleden ook aan het water hebben gestaan, waar Paul heeft gezwommen, we hebben gekookt, gegeten en gedoucht, alleen weten onze grijze cellen nu niet meer of we toen ook bleven slapen. Het weer is tamelijk gevarieerd: dan weer regen, dan weer droog.

We merken wel dat je in dit stuk van Scandinavië meer opschiet met de auto dan in Noorwegen en het hogere noorden van Zweden en Finland. De “uurgemiddelden” zijn behoorlijk gestegen en we schieten aardig op. Zo aardig, dat de mogelijkheid in zicht komt om eventueel een dag eerder thuis te komen, maar dat beslissen we morgenavond pas. We maken en nuttigen onze warme maaltijd in Orsa, tussen een roedel campers bij een toeristische trekpleister en vertrekken direct daarna, want op deze plek overnachten lijkt ons maar niets. We rijden nog enige kilometers door naar Mora, ook al zo’n toeristische topper. Van de 120 beschikbare tankstations kies ik uiteraard degene die net zijn computersysteem plat heeft liggen; dàt schiet lekker op! Maar even later zien we in Mora diverse campers op een parkeerplaats direct aan het Siljan-meer staan en we kruipen er gezellig tussen; hier is het uitzicht beduidend mooier dan bij het eten, zèlfs nu het weer gaat regenen. Weg 45 loopt wel vlak achter ons langs, maar wanneer we daar last van krijgen, doen we gewoon het dak naar beneden. Dat is het leuke van een hefdak-camper: je kunt er ook een zakdak-camper van maken!

Dinsdag 24 juni 2003 Jenny

Vannacht toch maar met de warmte-isolatie er in geslapen, want het was best wel koud. We sliepen aan het Siljanmeer op een parkeerplaats in het centrum van Mora. We hebben met het dak naar beneden geslapen, vanwege het eventuele lawaai en dat bleek een goede keus, want vanmorgen denderden er diverse treinen enkele meters achter ons voor bij.
Na het ontbijt geshopt bij een groot winkelcentrum, waar we konden kiezen uit drie supermarkten. In het centrum nog wat leuks voor Paul gekocht, ook weer een leuk elandje voor mijn verzameling gevonden. Ondertussen is het enorm gaan regenen!

We gaan weg 45 verder naar het zuiden, soms rijden we op asfalt en soms op de kale weg. Het werk aan de weg gaat gewoon door en wij moeten maar zien dat we er langs komen. Bij Stöllet verruilen wij weg 45 voor weg 62 naar Karlstad. De andere kant van weg 62 gaat naar Trysil in Noorwegen, daar waar onze vakantie practisch begon. Nu rijden we langs de Klarälven en bij een mooie parkeerplaats lunchen we en houden we siësta. ’t Is heel gek, maar ik kan ’s middags zomaar een half uurtje op de bank slapen! Daarna ben ik ook weer uitgerust!
Het kerkje in Ekshärad hebben we vast al eens eerder gezien, ik herken de prachtige schilderingen. Het dak is van geteerde houten dakpannen gemaakt en dat ruik je goed.

In Munkfors halen we info over het flotvaren, wie weet gaan onze jongens dat nog eens doen. Nico is nu ook “elandverslaafd”, want hij ziet een hele leuke en kan die niet laten liggen. We moeten ook maar eens op zoek naar een Ikea hier, om een leuk kastje voor de elandverzameling uit te zoeken. Of een nieuwe letterbak kopen, zodat alles op kan schuiven van de vitrinekast naar de letterbak. In Karlstad zoeken we een internetcafé op en zien dat onze website door Paul weer erg leuk gemaakt is met de IJsselbrug van Zwolle er bij, voor onze terugreis.
Ook weer de leuke reacties gelezen. We hebben nu twee vliegen in één klap met dit reisverslag. En onze website is up to date (door Paul) en ons plakboek kan zó uitgeprint worden. Tevens hebben velen mogen genieten van ons verhaal.

Omdat de campings in Karlstad net aan de verkeerde kant van de stad liggen, besluiten we om via de E18 en weg 64 (die nu ineens de “Inlandsvägen heet) naar Sjötorp te gaan, daar waar het Göta kanal in het grote meer (Vánern) komt. Voorheen kon daar voor een klein bedragje overnachten bij de sluizen en kon je gratis douchen en wassen. Als wij er nu aan komen blijkt dat je een pas moet kopen om te douchen en omdat we dat te ingewikkeld vinden rijden we naar een plaatsje 9 km verderop aan het Göta kanal. Daar in Lyrestad kun je ook aan het kanaal douchen bij een ligplaats voor pleziervaart. Dit hebben wij in 2001 ontdekt en ook vorig jaar zijn we hier heen gegaan. Maar helaas, ook hier moet je nu betalen, zowel voor het overnachten als voor de douche. Dat laatste is precies eender als in Sjötorp: met een pasje. Dat kun je kopen bij de Minigolf! Nu gaat het ons niet om het geld, maar om het gedoe. Toch blijven we hier maar, want de zon is vorstelijk doorgebroken en we kunnen daar nog een aantal uurtjes van genieten.
Het is 23.00 uur als ik dit schrijf en is het al bijna donker!

Woensdag 25 juni 2003 Nico

We staan “wekkerloos” op. We hebben gisteravond besloten om pas om of nà 12.00 uur weg te gaan. Dan gaat de Mini-golfbaan open en kunnen we de “Opplevelse-pas” (voor het sanitaire gebouwtje) inleveren. Je krijgt dan Sek 40 van de Sek 50 die het ding gekost heeft terug. Kennelijk een soort statiegeldsysteem voor de Göta-Kanal-gangers: Je koopt een pas voor gebruik van de toiletfaciliteiten en die wordt Sek 10 per dag minder waard. Het gaat ons niet zo zeer om de Sek 40 terug, maar we hebben tot Malmö niet extreem veel kilometers voor de boeg om in twee dagen te rijden en een keer uitslapen is ook best lekker. Een keer laat opstaan is dus geen probleem. Op weg naar de plaatselijke ICA-supermarkt, best wel een redelijke voor een dorp van 25 huizen en een sluiswachtershut, stoppen we bij Jenny’s favoriete souvenirwinkel van dit dorp,- overigens ook gelijk de enige – en kopen alwéér een elandje; anders zijn die andere 335 straks zo alleen in de kast……. Maar: er is zowaar een sticker van Lyrestad te koop; wie had dàt nou ooit gedacht. Om 12.00 uur stipt leveren we de Oplevelse-pas in bij de Mini-golf en vertrekken uit Lyrestad, eerst “binnendoor” in zuidoostelijke richting. Een stukje vlak langs en twee keer over het Göta-Kanal, dan via Töreboda en Tibro naar Hjo, gelegen aan het Vättern, het kleinere van de twee grote meren. Daar gaan we via weg 195 naar beneden, richting Jönköping. We bezoeken in N. Fågelås een kerkje met een crucifix uit de 12e eeuw èn – niet minder belangrijk – een toilet! Daarna rijden we voor de lunch door naar Svedåns Hamn, een klein haventje aan het Vättern. Het is inmiddels ruim boven de 23 graden en de zon schijnt nog steeds volop. Lunch met uitzicht op een haventje en een meer onder de stralende zon: Het is zomer in Zweden!
De laatste zin is geschreven na de maaltijd van de lunchstop. Zoiets moet je niet te hard roepen in Zweden, want prompt is de zon even een tijdje spoorloos en vallen er zelfs enige regendruppels. Maar hij komt ook weer terug.
We rijden naar Jönköping en komen na enige omwegen terecht bij het z.g. “A6-Center”, een verzameling mega-stores en een groot winkelcentrum. Ook is er een Ikea en daar struinen we de hele pijlenroute af, zonder iets te kopen. Wonderen bestaan nog! Daarna kopen we bij de Mega-Coop 2 broodjes en verbeteren het wereldrecord “In-de-kassa-rij-staan” door een niet zo slimme zet van bovengetekende. En dat voor 2 broodjes à Sek 2,90. Voor vertrek verorberen we bij de uitgang van Ikea beiden een “Meny nr.1, kökt Wiererkorv + bröd + Läsk”, in het Nederlands dus: een broodje worst met frisdrank à Sek 10 per persoon (dat is c.a. € 1,10 en dàt in Zweden!).
Na deze ongekende shop-orgie rijden we een uurtje zuidwaarts over de E4 en gaan er bij Ljungby af in enigszins westelijke richting, Weg 25 naar Halmstad op. Daar staan een paar “Badestranden” en “Piknick- parkeerplaatsen” op de kaart. Het eerste Badestrand toont bij de oprit gelijk het soms gehate bordje “No Camping”. Omdraaien en verder rijden dus. De eerstvolgende P+WC heeft een apart weggetje langs een meertje met parkeerhavens, picknicktafels en zelfs een steiger. Daar strijken we neer. Je hoort de achterliggende Weg 25 wel een beetje (het verkeer dus, pratende wegen bestaan zelfs in Zweden niet), maar niets is volmaakt. Het is nu kwart over negen ’s avonds en de buitenthermometer meldt nog vrolijk 19,5 graden, dus bijna volmaakt is het wel.
We gaan zo proberen dit verslag naar huis te mailen. Daarmee wordt dit het laatste verslag dat we via laptop en GSM mailen. De rest wordt door Paul op de site gezet wanneer we weer thuis zijn.

Donderdag 26 juni 2003 Jenny

140Om tien uur vertrekken wij van deze parkeernachtplek en daarbij laat ik mijn kraakschoenen achter. Ze hebben veel dienst gedaan deze vakantie, maar vanwege de kraak die er in zit kan ik ze eigenlijk niet dragen. En nu het toch sandalenweer is geworden, kan ik ze weg gooien.
We rijden tussendoor –via Torpa- naar Markaryd en zien onderweg nog mooiere overnachtingsplekjes. Deze teken ik aan op onze kaart.
Bij Markaryd gaan we de E4 op naar Helsingborg, een tweebaansweg. Daarna de E6/E20 naar Malmö en Bunkeflostrand, waar Anna en Ton sinds kort wonen. Anna is een ex-collega van mij die wij wel vaker in Zweden hebben opgezocht.
In de Ica-supermarkt aldaar doen we boodschappen en we picknicken met uitzicht op de Öresundsbron in een stralende zon. Daarna kijken we nog wat rond, voordat we bij Anna op bezoek gaan. Daar komen we om 15.00 uur aan. We mogen blijven eten, douchen en slapen en hebben een gezellige avond met elkaar. We genieten van de Zweedse gastvrijheid. De camper staat onder de carport en het hefdak kan zelfs omhoog! Nog één nachtje slapen en dan zijn wij misschien wel thuis, en anders zaterdag wel………………….!

Vrijdag 27 juni 2003 Nico

De laatste dag breekt aan met donder en geweld; geen onweer, want de zon schijnt al vrolijk en het wordt weer warm, maar al vóór half acht komen er vrachtwagens, graafmachines enzovoorts bij het buurhuis om in de tuin aan de slag te gaan en dat maakt een knappe herrie. Vooral met open hefdak onder de carport. De afgelopen nacht zijn we wel een paar keer wakker geweest door startende auto’s etc. Om 8.20 uur zijn we “startklaar” met alles ingepakt en dichtgeklapt. Maar eerst een Zweeds ontbijt en koffie. Nadat we bij Anna zijn vertrokken (Ton is inmiddels al op zakenreis) gaan we eerst nog even shoppen bij de plaatselijke ICA en om ongeveer 10.30 uur verlaten we Bunkeflo Strand om even later na het betalen van tol de Öresundbro- & tunnel op / in te rijden. In no time zijn we in Denemakren, passeren het bedrijf waar Ton werkt en rijden bijna in één keer door naar Rödby. Tegen half een zijn we bij de boot en na een hele korte pauze rijden we de boot al op. Wanneer om 12.40 uur de boot vertrekt staan wij al in de rij voor een warme hap. Ècht vlees (schnitzel) en èchte frieten. Na ruim drie kwartier zijn we aan de overkant en vervolgen onze weg. Wanneer we na drie uur in de buurt van Hamburg-Zuid komen, gebeurt datgene wat je op vrijdagmiddag in Duitsland in de zomer kunt verwachten: file! Mijn eigenwijsheid om maar braaf mee te sukkelen wordt bestraft met ruim 2 uur doorkruipen over een paar kilometer, maar daarna wil het wel weer. Uiteindelijk zijn we om kwart over vijf Hamburg voorbij. Even na zevenen verlaten we de “grote”Autobahn en gaan we de “kleinere” (maar ook heel rustige!) op richting Oldenburg en Groningen. We tanken bij Raststätte Hasbruch en dan gaat het richting Groningen en Zwolle. Ook in Duitsland zijn al veel viaducten en grasvelden langs de weg bevolkt met “Motorkijkers” in verband met de TT van dit weekend. Ze staan er in ieder geval niet voor ons. Om half negen rijden we na precies vier weken Nederland weer binnen. Had voor ons nog wel wat later gemogen (een maandje of drie of zo….) en om tien voor tien zetten we de motor uit voor ons huis. We zijn weer terug na een soms inspannende, soms spannende, vaak ontspannende maar per saldo toch voornamelijk een hele mooie vakantie!

Klik HIER voor alle foto’s!