2009: Meivakantie Schotland

Een korte campervakantie naar Schotland. In 2006 zijn we daar met een (tijdelijke) personenauto geweest voor een superkorte hotelvakantie (1 nacht boot, 2 nachten hotel en 1 nacht boot. Zie betreffende verhaal. We hebben toen eigenlijk maar 1½ dag in de Highlands doorgebracht. Dat was reden genoeg om het een keer met de camper over te doen en dan iets langer: een volle week.

Woensdag 29 april 2009 Nico01
We rijden om 13.35 uur de straat uit, na Mark van het station te hebben gehaald die met de boot van de Reddingsbrigade en het Bevrijdingsfestival aan de slag gaat. Na een kopje koffie gaan we op pad. Iets meer dan 2 uur later na een paar files komen we in IJmuiden bij de terminal aan. Onderweg meent Jenny iets aan ongewone autogeluiden te horen. Nico hoort dat eerst niet, later meent hij wel wat te horen, maar besteed er geen aandacht aan. (Stom!).

Volgens de DFDS- brochure begint het “auto’s laden” al vier uur voor vertrek, dus om half drie. Uiterlijk om vier uur moet de autorijders aanwezig zijn. De vorige keer kwamen we vijf minuten na vertrektijd aan en hebben we het beladen niet mogen meemaken. Nu wel, en het bevalt absoluut niet. Geen idee hoe ze kans zien om een schip dat elke dag vaart zó klungelig te beladen, dat wij pas om half zes, de vertrektijd, aan boord rijden terwijl er dan nog steeds auto’s op de kade staan te wachten. We komen terecht op het eerste verhoogde autodek (dek 4). Waarom de spiegels ingeklapt en de auto’s op twee centimeter na tegen beide muren gezet moeten worden terwijl de middelste rij leeg blijft is een volslagen raadsel. Onze hut is op dek 6, dus maar 2 verdiepingen trappen lopen. Dat valt dus mee. We vertrekken uiteindelijk om 10 over zes, veertig minuten te laat, maar zoiets wordt ’s nachts blijkbaar met gemak ingehaald. De hut is “effe wennen”; Een z.g. 2-persoonsbed, vrij smal, dwars in de hut voor het raam(-pje), zodat je op bed moet kruipen om naar buiten te kijken. Heel krap allemaal. De badkamer is ook even wennen: het wandtoilet hangt in de douche boven de douchevloer; dus na het douchen schoenen en sokken uit als je wilt plassen!! We halen eerst een drankje op het “upper sun-deck”. Lijkt de bioscoop in Zwolle wel: € 4,95 voor een Grolsch- beugeltje! En de wijn voor diezelfde prijs zit in een plastic bekertje. Maar lekker en gezellig is het allemaal wel.

Toen we per internet boekten konden we alleen ver na achten een zitting in het buffetrestaurant reserveren, dus hebben we dat niet gedaan. We mogen aan boord wel vragen of er intussen plaats is gekomen.  Er blijken nu geen afvallers te zijn geweest, want de eerste mogelijkheid is nog steeds 20.45 uur en dat vinden we veel te laat. Voor de terugweg hebben we wel vooraf geboekt. We gaan nu maar een hapje eten in de zelfbedienings- eetgelegenheid; “Fisch & Chips + soda” voor € 14,75 p.p. Ook niet echt goedkoop, maar het vult wel enorm! Daarna even “uitbuiken” en lezen op bed (stoelen zijn er niet!), de zonsondergang vanaf het hoge dek bekijken en de winkel bezoeken. Zo is de avond gauw om en kort na middernacht gaan we op stok.

Donderdag 30 april 2009 Nico
We worden om half acht door de boordomroep gewekt. Beetje slechte nacht gehad; het was soms erg warm in de hut, de materassen waren te zacht, de bedden erg smal, dus uitgerust wakker worden is er dus niet bij. Nico ’s telefoon verricht om 7.45 uur (scheepstijd = Nederlandse tijd) zijn wekkerdienst en vervolgens klimmen we maar eens uit bed. Een tijdje later zitten we aan het ontbijtbuffet in het “7 – Seas Buffetrestaurant”. Na een uitgebreid ontbijt gaan we aan dek om het binnenvaren te bekijken. We leggen pas om 10.00 uur aan en kunnen dan gelijk ons horloge een uur terugzetten naar 9 uur. Om 9.10 uur plaatselijke tijd legt de “Princess of Norway” aan in Newcastle. Het “afladen” gaat zo mogelijk nog beroerder dan het beladen, want een uur later, om 10.10 uur, rijden we pas het autodek af. We passeren de Engelse douane en gaan –linksrijdend! – op pad. Deze keer niet schuin omhoog naar het Noordwesten richting Edinburgh, maar recht naar het westen, richting Carlisle. Van daaruit kom je via de Motorway snel in Glasgow. Al snel verlaten we de A96 en rijden langs “Hadrians Wall”, een muur van de oost- naar de westkust die in 211 na Chr. in opdracht van de Romeinse keizer Hadrianus is gebouwd, met om de 1½ kilometer een fort en tussen alle forten 2 torens. Van de muur zijn nog lage stukken over, met vaak een voetpad er langs. We stoppen in een dorpje waar nog een ruïne van een Romeins fort en een stuk muur is opgegraven.

Wanneer we lunchen belt Paul met nieuws over de afgeblazen Koninginnedagviering in Apeldoorn. Er is iets ergs gebeurd, maar het is allemaal nog niet duidelijk wat. Na de lunch gaan we een half uur wandelen, ook dwars door weilanden tussen de schapen en rijden daarna weer via de A96 naar de snelweg naar Glasgow. Jenny meldt opnieuw gerammel te horen. Nico hoort het nu ook weer en we vinden dat het geluid steeds harder wordt. We rijden rustig naar een parkeerplaats en komen er achter dat alle wielbouten van het linkerachterwiel los zitten, en niet zo’n klein beetje ook!! We draaien het zaakje vast en daarna is het geluid weg. Vermoedelijk bij het wisselen van winter- naar zomerbanden vergeten aan te draaien met de momentsleutel. Je moet er niet aan denken wat er gebeurd had kunnen zijn wanneer onderweg het achterwiel voorbij was komen rijden…..Gelukkig dat ons beschermengeltje kennelijk ook een kilt draagt. Vlak voor Glasgow geven we ons Garmin- apparaat een dorpje op bij Loch Lomond, waar we drie jaar geleden gewandeld hebben. We komen in Glasgow in de spits en dus de file terecht. Zodra we van de snelweg worden afgeleid gaan we dwars door de stad (redelijk vlotjes!) richting Drymen en komen daar bij het hotel van de vorige reis. Nico is daar zo van onder de indruk dat hij na het keren van de weeromstuit weer rechts gaat rijden, wat we dankzij de waarschuwing van Jenny (is haar taak deze vakantie) doorkrijgen. Dat brengt het totaal van het rechtsrijden in een linksrijdend land van deze dag op vier. Beetje zorgelijk!

19

We volgen de doodlopende weg langs het Loch Lomond en vinden een parkeerplaats met toilet (overdag open), waar de slagboom ’s avonds dicht gaat. We rijden door, langs 2 campings, dus plek is er altijd wel en we komen uiteindelijk bij de parkeerplaats en een (gesloten) informatiegebouw waar we drie jaar geleden parkeerden voor een wandeling. Er staat al één Britse camper (één Brit, twee honden) en wij zoeken een plekje met de kont naar de wind en uitzicht op het meer. Het is droog, na een paar spatjes onderweg, maar hier heeft het best wel geregend en het is rond de 13 graden buiten. We besluiten hier te blijven en zetten de boel vlot op, inclusief hefdakisolatie. Korte tijd later zitten we aan een dampend bord macaroni. We gaan heel kort websurfen vanwege de problemen in Nederland, maar via GSM-telefoon gaat dat niet zo snel. Daarna belt Paul ons en even later bellen wij met Mark en weten wij wat er gebeurd is op deze vreslijke Koninginnedag. De eerste volle Schotlanddag zit er dan al weer grotendeels op.

Vrijdag 1 mei 2009 Jenny
Deze morgen laat de zon zich niet zien als wij het bed voor de ontbijttafel verruilen. Om 10.00 uur zijn we weg van deze mooie nachtplek en staan we op de eerste P- plaats langs deze weg, om van het toilet gebruik te maken. Het regent ondertussen behoorlijk en wij kijken ietwat meewarig naar de vele wandelaars die bepakt het wandelgebied in trekken. Hier horen wij van een Schotse parkwachter wijsheid: “I’d rather be wet then thirsty”. De man had wijzend naar de regen eerder ook al gezegd dat het “mooie, prima regen” was.

We doen boodschappen in Alexandria in een Coop, deze staat nota bene gewoon in onze Schotse wegenatlas aangegeven. Daarna tanken we diesel en volgen weg A82 langs het Loch Lomond naar het noorden. Onderweg lunchen we op een parkeerplaats bij een Visitorcentre met mooi uitzicht over het water. Ondertussen laat de zon zich geregeld zien en dan is het ook meteen lekker warm. Wanneer wij het Loch verlaten komen we op weg 82, in de Highlands van Scotland en volgen een prachtige route. Deze weg heet de “noodlotsvallei”, want hier werden in 1692 veertig leden van de Mac Donalds Clan afgeslacht.

Gewoon voor de fun rijden we een zijweg van de A82 in, een zgn. `single track road`, van 20 km heen en weer terug, een eenbaansweg met uitwijkplaatsen. Daar komen we herten op de weg tegen, zoals rendieren in Scandinavie. Maar het kleine vliegtuigje dat laag door de vallei scheert doet ons schrikken. Overigens lijkt de omgeving heel veel op Noorwegen met zijn Ben’s (bergen) met sneeuwtoppen, Lochs (fjorden), Glens (dalen) en vele watervallen. Het is een schitterende weg door het Glen Etive, naar het Loch Etive en onderweg zien we veel natuurkampeerders met tenten staan. De brem staat in volle bloei en dat geeft de route iets feestelijks.

We vervolgen Weg A82 tot Fort William en zoeken daar de camping die naar de hoogste berg van Groot Brittannië is genoemd: camping Ben Nevis: 1.344 meter hoog. We komen om 17.30 uur op de camping aan en vinden een plekje op een verhard stuk met grit. Prettig, want zo lopen wij geen vuil naar binnen. We drinken een wijntje in de laatste zonnestralen, maar ik durf niet te kijken bij welke temperatuur dit is. Het weer is vandaag erg wisselend: zon, regen, wind, bewolkt en dat in verschillende volgordes. We eten een makkelijke wokmaaltijd (ik vermoed vegetarisch, want ik heb geen vlees gevonden) en gaan een klein eindje fietsen. Een stukje verder dan de camping is een restaurant waar we gratis kunnen internetten en daar gaan we koffiedrinken en internetten. We lezen het afschuwelijke nieuws van Koninginnedag en lezen onze mail. Ook sturen we de kids een e-card van Schotland.
Het is vol en druk in de lounge van het restaurant en zien doet drinken. En ach, een biertje en een wijntje lusten wij ook wel.  Het blijkt ook helemaal niet zo duur te zijn, samen met die grote pot koffie betalen we         £ 11,50.
Daarna wordt het tijd om de douche op te zoeken, want die ruimte gaat om 23.00 uur dicht. En dan weer bijtijds naar bed, want dat doet iedereen hier, geloof ik.

Zaterdag 2 mei 2009 Nico
We staan –geheel zonder wekker- op rond de klok van negenen, na een goede nachtrust. Van de weg die een eindje achter de camper loopt hebben we geen last gehad. Rond kwart voor tien verlaten we deze prettige camping, die met £ 16,50 niet echt duur is. Na een tussenstop bij een grote souvenir- , kleding- en drankwinkel gaan we weekendboodschappen doen in een grote supermarkt in een shopping center dat we gisteren al zagen. De prijzen vallen hier best wel mee. Rond 12.00 uur verlaten we Fort William om de trapsluizen in het vlakbij gelegen Caledonian Canal te bekijken; acht op een rij. Lijkt warempel wel op het Göta Kanal in Zweden. Daarna rijden we de A 82 op, richting Inverness. We lunchen onderweg bij een mooi uitzichtpunt bij een oorlogsmonument. Ook nu wisselen zon en regen elkaar in een rap tempo af. Na de lunch rijden we door en komen langs “Loch Lochy” (“What ’s in a name? “) en komen dan aan bij Loch Ness. De camping die we bij dit meer op het oog hebben ligt zó dicht aan de weg dat de aandeelhoudersvergadering unaniem kiest voor doorrijden. Na een tussenstopje bij Urquhart Castle, inclusief “Live doedelzakspeler”, komen we aan in Milton en bezoeken daar à £ 5,- p.p. de “Loch Ness Monster Exibition” en bekijken daar o.m. een film over Nessie. Erg leuk allemaal, maar wij hebben ‘m onderweg in ieder geval niet gezien….eh, Nessie bedoel ik.
23We rijden –met prima aanwijzingen van Garmin, jammer alleen dat er maar één Nederlandstalige stem beschikbaar is – moeiteloos naar de camping in Inverness, waar we prompt moeite hebben met de camping zelf: een omheind grasveld naast een sportstadion; dàt lijkt ons niks voor twee nachten. Op onze perfecte Engelse wegenatlas ontdekken we een camping boven het “Beauly Firth”, een meer links boven Inverness. Geholpen door Garmin rijden we erheen via weer zo’n eenbaansweg met uitwijkplaatsen. De camping aan de noordoever van het meer blijkt een (sta-) caravanparkje te zijn waar geen tent, gewone caravan of camper te ontdekken valt. Op de kaart zien we nog twee campings: één recht tegenover de zojuist afgekeurde camping aan de zuidoever van het meer en één aan de zuidwestkant. Met de verrekijker zien we caravans en tenten op de tegenovergelegen camping, dat weten we vast.

We volgen zo goed mogelijk het meer, maar kunnen de camping aan de zuidwestkant niet vinden. We komen uiteindelijk bij de camping die we met de verrekijker zagen: Bunchrew Camping and Caravan Park. Daar betalen we voor £ 14,- alvast één nacht, met de mogelijkheid tot verlenging. Die kans zit er wel in: we staan met een prachtig uitzicht op het meer op een prima plek en zetten gelijk maar de luifel op, dan kunnen de stoelen een keer ’s nachts buiten laten staan. Satellietontvangst lukt deze keer niet; het hele spulletje wordt weer opgeborgen. We kunnen wel een paar Engelse (of Schotse) zenders ontvangen, alleen moet het geluidssysteem van de TV anders ingesteld worden. Het is hier niet alleen eigenwijs links blijven rijden; zelfs met TV- geluid moeten de Engelsen het ook weer anders doen….
Na het eten maken we een fietstochtje, maar veel is er op dat gebied niet te beleven. Het dorp Bunchrew bestaat uit een paar huizen en “That ’s it, folks!”. We fietsen nog een stukje over de doorgaande weg, op zoek naar een restaurantje voor morgen, maar dat lukt niet. Bovendien is het fietsen hier niet echt prettig, want de auto’s mogen hier op tweebaanswegen buiten de bebouwde kom 60 mijl rijden, oftewel 96 kilometer. Voor velen is dat echter de absolute minimum snelheid… We zullen morgen wel zien.. Wie weet wordt het weer nog beter, hoewel het vandaag tussen de buien door ook best wel aardig is geweest.

Zondag 3 mei 2009 Jenny
Het is al na tienen wanneer wij eindelijk opstaan. We hebben lekker uitgeslapen. Terwijl wij uitgebreid brunchen wordt het beddengoed tussen de buien door gelucht. Vandaag is het koud, nat en zonnig en we genieten van het niks doen. ’s Middags willen we bijbetalen voor de komende nacht, maar pas bij de tweede poging komen we de campingbaas tegen. Hij heeft geen sleutel bij zich van het kantoortje en vraagt ons morgen terug te komen. Geen probleem! Daarna gaan we een wandeling maken langs het water, waar het inmiddels eb is geworden. Beauly Firth heet dat water; het staat in verbinding met de Noordzee. In Noorwegen zou het een fjord heten, want de inham gaat een eind landinwaarts. Het lopen gaat over ongelijk terrein en al gauw zitten onze wandelschoenen onder de blubber. Wanneer we de gewone weg dichtbij zien, proberen we langs een pas ingezaaide akker er te komen. Het lukt en we puffen even uit in een bushokje, want we zijn best wel heet geworden van deze tocht. Langs de weg (rechts natuurlijk, in plaats van links!) lopen we terug naar de camping. We hebben geluk, want tijdens onze wandeling valt er geen spatje regen. Tijdens het laatste stukje naar de camping begint het ineens te hagelen; dat hebben we nog niet gehad.

Terug op de camping wordt er gedoucht. Midden op de dag heb je de meeste kans om weer lekker warm te worden, is onze ervaring. Goed gegokt, want Jenny bevriest zowat in de onverwarmde ruimte en Nico verbrandt bijna onder de straal. Vreemde lui die Schotten, hebben zeker nooit van verwarmd sanitair gehoord. Het is Nico ’s beurt om eten te koken en hij heeft de eer om de pannenkoekenshaker van Super de Boer uit de proberen. In zo’n ding zit wat meel waar je wat melk bij moet doen, dan flink schudden en klaar is je beslag. Tot zover is het ding handig en lukt het goed om beslag te maken. Maar bij het bakken komen er niet zulke lekkere pannenkoeken uit de pan als we gewend zijn. Het ding mag daarom niet blijven en belandt in de afvalzak.
De avond brengen we door met lezen, dit verslag schrijven en een spelletje.

Maandag 4 mei 2009 Nico
We staan om half negen op. Na het ontbijt volgt traditiegetrouw het opbreken. Het lukt om de luifel zo goed als droog op te bergen, want de Schotse regen laat ook vandaag geen verstek gaan. Het uitzicht is nu beperkter; er zijn heel wat bergen in de wolken verdwenen. Onze fietstas blijkt heel stevig, want bij het van-de-blokken-rijden parkeert Nico het rechterachterwiel er bovenop en zelfs dat overleeft ‘ie (de tas en Nico ook). Na betaling van £ 14,- voor de tweede nacht verlaten we de camping om kwart over tien. Jenny rijdt naar Inverness en omdat het niet lukt voor de stad te wisselen rijdt ze ook de stad in. We stoppen bij een Aldi, maar die heeft niet alles wat we willen. Nico probeert een grote supermarkt te vinden en een rondrit door de buitenwijken en industriegebieden van Inverness is het onvermijdelijke gevolg. Wanneer we Garmin instellen op een plek buiten Inverness komen we net buiten de stad gewoon terecht bij een megagrote Tesco supermarkt, die 24 (!!) uur per dag open blijkt te zijn. De caissière geeft in rap Schots- Engels aan dat we het “Culloden Battlefield” moeten bezoeken, waar ooit een grote veldslag heeft plaatsgevonden. Dat is volgens haar de enige “vijfsterren tourist- attraction” in de wijde omgeving. We rijden erheen en bekijken na betaling van £ 2,- parkeergeld het buitengebeuren, waar men in het verleden plachte elkaar af te slachten, maar omdat we noch Engels noch Schots zijn, gaan er geen nationalistische lampjes bij ons branden. £ 10,- p.p. voor de tentoonstelling in het onvermijdelijke Visitor Centre vinden we wat veel en we stellen terug in de auto Garmin in op Fort George, een enorm groot fort annex garnizoensplaats uit 1746, gelegen aan zee.

40

Daar aangekomen lunchen we eerst en kopen daarna toegangskaartjes en een souvenirboek. Voorzien van een soort mp3-spelers-zonder-hoofdtelefoon, die bij genummerde plaatsen in het fort toelichting geven (in het Engels, Dutch was niet voorhanden) bezoeken we het fort, dat ook nu nog militairen herbergt, dus we mogen niet overal in. Mooi is het allemaal wel, alleen is het erg koud, waait het erg hard en valt er met (Schotse) regelmaat de nodige regen. Om kwart over vier verlaten we het fort. Na het waterlozen en vuilnis dumpen (prullenbakken op parkeerplaatsen zijn hier met een lampje te zoeken, dus dat wordt verzamelen…) moeten er nog 2 ansichtkaarten voor Mark en Paul worden gepost. Bij een brievenpus zien we iemand in een bestelwagentje van de Royal Mail stappen; die bus is dus net gelicht! Jenny sprint erheen en mag de linkervoordeur open doen en de kaarten in de postzak stoppen. Scheelt weer een dag! Daarna de vraag waar we zullen overnachten: camperparkeerplaats, in de natuur of op een camping. Gezien de lage temperaturen spreekt het elektrische kacheltje wel aan en gaat de voorkeur toch wel uit naar een camping.

We rijden richting Aberdeen over de A96, die na enige tijd de kust verlaat en door het “binnenland” verder gaat. Jenny stuurt ons met behulp van de schitterende wegenatlas en haar aangeboren “kaartkunde” naar de kust, waar we diverse kleine campings bekijken. Of te klein of te open, maar allemaal met véél te veel wind. We geven onszelf tot zeven uur de tijd om wat te vinden, dan maar weer weg van de kust. Bij één van de bekeken en afgekeurde campings staat bij een café een reclamebord van Douwe Egberts. Dàt klinkt Nederlands en Nico rijdt prompt aan de rechterkant van de weg verder. Dáárom wil die auto van rechts die we toch netjes voorrang geven maar niet doorrijden! Weer een ervaring rijker vinden we uiteindelijk in Portsoy rond kwart voor zeven tòch nog een kleine camping aan zee, waar het niet zo hard waait.

Nico betaalt via een raam van de stacaravan van de “warden”. De camping kost maar £ 7,50. De “raamdame” snapt eerst niet dat we ook stroom willen, maar vindt nabetalen ook maar lastig: “Go and stand anywhere you like and use the electricity!”. Scheef is het hier wel, dus we staan uiteindelijk wel ietsjes voorover, niet helemaal waterpas dus. Tijdens het koken gaat nu dan toch eindelijk de gasvlam minder branden. Na 2 jaar (!!) is onze Zweedse gastank van de mei/junivakantie 2007 dan toch eindelijk aan het opraken. Na het eten verwisselt Nico de lege tank voor een volle en brandt het gasstel weer als vanouds. Nico heeft vannacht kennelijk verkeerd gelegen: vanmorgen nog loopt hij krom en stram als een oud mannetje, vanmiddag zit er een lastige spierpijn in de linkerbovenarm/schouder, waardoor de simpelste handelingen behoorlijk pijnlijk zijn. De ouderdom komt met gebreken…..

Deze avond is er tussen de traditionele Schotse regen door zelfs zo nu en dan een stuk blauwe lucht te zien; dat geeft hoop, want volgens kenners is het aan de oostkant van Schotland droger dan aan de westkant en april en mei schijnen de beste “weermaanden” te zijn; nog even afwachten of dat klopt.

Dinsdag 5 mei 2009 Jenny
Wanneer wij de gordijntjes open doen zien wij een stralende zon naar binnen schijnen. Na alle ochtendrituelen vertrekken wij om 10.15 uur van deze camping en rijden we richting Aberdeen. Op dat moment is de zon al weer verdwenen en vallen de eerste druppels uit de lucht. We doen boodschappen in Huntly bij een grote Asda-winkel. Twee dingen vallen steeds weer op: de boodschappen zijn hier helemaal niet duur en de caissières babbelen er lustig op los, terwijl ze ook nog de boodschappen voor je inpakken. Na het shoppen rijden we nog even naar het centrum om wat geld te pinnen. Het blijkt dat we allemaal Schotse biljetten uit het apparaat krijgen en we twijfelen of we die straks in Engeland wel kwijtraken. We vragen het binnen in het bankgebouw en de dame achter het loket wisselt ze allemaal om voor Engelse biljetten. Zij vertelt erbij dat men in Engeland ze wel behoren te accepteren, maar dat er nog vaak moeilijk wordt gedaan.
Via de A96 rijden we via allerlei tussendoorweggetjes naar Banchory om een mooi kasteeltje (een z.g. “Towerhouse”) te bezoeken, het Crathes Castle and Gardens. Daarna willen we het Royal Deside Rly bezoeken, maar we kunnen het niet vinden. Het staat op onze wegenatlas vermeld en we denken dat het een oude trein moet zijn. Jenny rijdt via weg A957 een stuk richting kust, want we willen het Dunnottar Castle bij Stonehaven (onder Abderdeen) bekijken. Dit is een kasteelruïne op een rots, die aan drie kanten in zee steekt, net als Le Mont St. Michel in Frankrijk. We bekijken alleen de buitenkant, want voor de binnenkant hebben we geen tijd meer. Een kleine berekening leert ons dat wij nu beter via de snelweg, de A90, naar Edinburgh kunnen gaan in plaats van afzakken langs de kust. Er is toch niet veel te zien van de mooie kust, want het regent maar door. We hadden juist vandaag gehoopt een wandel- of fietstocht te kunnen maken, maar vanwege het slechte weer zien we daar van af. We hebben zelfs de prachtige tuinen van het Crathes Castle niet bekeken vanwege de regen.

We tanken in Dundee en ons campertje blijkt zich keurig te hebben gedragen in Schotland, 1:12,5 heeft hij gereden. Daarna belanden we op de M9, een supersnelle snelweg naar Edinburgh. Die bereiken we middels een heel grote brug over het Firth of Forth.
Om de camping te vinden die Jenny op het oog heeft hebben we Garmin uitgezet, anders worden we gek van het zinnetje “herberekening”. Maar de plattegrond van deze grote stad geeft niet alle straten weer en uiteindelijk gebruiken we Garmin om bij een kasteel te komen dat vlakbij de camping moet liggen. Van daaruit vinden we de verwijsborden en even later hebben we de camping gevonden om ongeveer 19.00 uur. Het is even zoeken naar een recht stuk, maar uiteindelijk lukt het ons om zonder gebruik van de oprijblokken een plekje te vinden. Het was ons plan om vandaag in een restaurant te gaan eten, maar het enige restaurant in de buurt is een eindje hier vandaan. Op de fiets worden we te nat en lopend is ons te ver. Jenny besluit de maaltijd die voor morgen bedoelt is klaar te maken en even later genieten we van tortellini met kaas, spinazie, hamblokjes en rauwkostsalade. Heerlijk!

Het is een vrij luxe camping, en momenteel erg rustig, behalve dan de vliegtuigen die overvliegen. Hopelijk wennen we daar aan. Er is aansluiting voor kabel TV, maar onze kabel past niet, helaas. Later ontdekt Nico dat we draadloos internet hebben en dat is voor Jenny juist weer leuk nu zij haar boek vroegtijdig uit heeft. Het wordt dus een avondje ontspannen, misschien wel een filmpje pakken op internet?

Woensdag 6 mei 2009 Nico
We staan op zonder wekker en de zon schijnt al weer vrolijk. Naar oud- Schotse traditie niet te lang, want een tijdje later regent het weer gewoon. Om half elf verlaten we deze leuke camping die het tarief van £ 21,20 best wel waard is. We bemerken dat de Schotten bij een beetje zon (die er dan nog net is) en maar 12 of dertien graden al gelijk met korte mouwen en zelfs in topjes lopen. Wat zouden ze doen bij 25 graden? We gaan shoppen bij de Tesco en laten ons daarna door Garmin naar Edinburgh Castle geleiden. Door een opgebroken straat zijn de “herberekeningen” van Garmin niet van de lucht, maar we komen er toch maar mooi. We vinden zowaar een parkeerplaats à £ 2,- per uur en door een gebrek aan muntgeld kunnen we voor iets minder dan 2 uur staan. Dat moet lukken. Rond 12.00 uur hebben we kaartjes gekocht en bekijken we op eigen gelegenheid het kasteel, de kroonjuwelen en nog veel meer. Best wel indrukwekkend, alleen die regen begint wat te vervelen.

65Tegen half twee gaan we weer terug naar de auto en rond twee uur rijden we Edinburgh uit. Via de A68 rijden we richting Newcastle. Drie jaar geleden namen we de kustroute, maar door het regenachtige weer gaan we nu maar “binnendoor”. We lunchen op een heuvel tussen de schapen en de regendruppels en stoppen een tijdje daarna bij een uitzichtpunt, waar Jenny kans ziet om in een hondendr… (“dropping”?) te stappen. Lastig, dat wel. Smelly, isn’t it? De “grens” tussen Schotland en Engeland bekijken we vanachter de camperramen; er bestaat een ernstig risico op wegwaaien en droog blijf al je helemaal niet. We rijden dus (van binnen) droog Engeland in. Een eindje boven Newcastle volgen we de A68 nog even in plaats van de A96 die rechtstreeks naar Newcastle gaat; Bij Bellingham –in een natuurgebied- ligt een camping en wellicht kun je in het dorp wel eten. Er zijn inderdaad eetgelegenheden in het dorp, maar de camping ligt er een eind buiten. Lijkt niet handig om nat te regenen op de fiets of weg te waaien met de paraplu’s. Lijkt aardig op gisteren in Edinburgh. We rijden maar door en komen via allerlei binnenweggetjes (smal!!) uit op de A69, die we een week geleden in tegengestelde richting volgden. Bij Newton gaan we er af, omdat er volgens een bordje binnen een mijl een camping moet zijn. Die is goed verstopt zeg en wij keren dus om naar de snelweg. Dan maar richting Newcastle en een camping in of bij de stad. Ten zuidwesten van Newcastle vinden we een camping op de kaart, vlak bij het “Beamish Open Air Museum”. Dat museum staat in Garmin en wanneer we de route volgen komen we uit bij de verwijsborden naar de camping en even later bij de camping zelf. “Bobby Shafto Caravan Park” heet dit waarlijk festijn: een verzameling stacaravans en een veld met passantenplaatsen.
We proberen de uitgereikte maffe plattegrond te volgen en rijden ons muurvast tussen de stacaravans. Wanneer we eindelijk snappen dat de getikte plattegrond niet op de camping in zijn geheel slaat, maar slechts op het “trekkersterrein” rijden we op 10 meter na onze (toegewezen!!) plek langs, maar moeten nog een grote omweg maken over een hobbelpad omdat die idioten hier “eenrichtingsverkeer” hebben, terwijl er op dit deel van de camping amper levende wezens te bespeuren vallen, laat staan er enig verkeer van betekenis is, onze blauwe camper uitgezonderd. Obelix wist het al: “Rare jongens, die Britten”. Maar we hebben een plek à £ 17,-; uit eten zit er ook hier niet in, dus wordt de vanmorgen ingeslagen “noodmaaltijd” bereid. Na eten en afwas draaien we de bus maar om, want de wind wenst nu niet te gaan liggen en we staan met de kop (en het hoge tenthefdak) in de volle wind. Na de succesvolle draaioperatie waait het nog steeds, maar klinkt het binnen al een stuk minder “eng”. ’s Nachts het dak naar beneden doen kan altijd nog…..
Morgen gaan we Newcastle verkennen; we hebben helemaal geen info over die stad, behalve dat we er morgenmiddag vandaan varen. Afwachten dus wat we er van vinden. Toen we over de snelweg deze kant op reden, zagen we een stuk van Newcastle in de volle zon liggen; die is naar aloude traditie zo van zichzelf geschrokken dat ‘ie van de weeromstuit gelijk weer achter de wolken dook, maar het is op wat motregendruppeltjes na wel droog gebleven. Maar het stormt nog steeds aardig. Raar land met zo mogelijk nog gekker weer….

Donderdag 7 mei 2009 Nico
We staan op en de zon schijnt ongebruikelijk fel. Dat is al heel wat, maar het waait ook nog steeds erg veel en dat zorgt er voor dat het niet echt lekker warm is. Maar ook vandaag met de zon zien we weer vele Schotten en Schotsen gekleed alsof het hartje zomer is: korte of helemaal geen mouwen, korte broeken, topjes en noem maar op.
Om een uur of tien verlaten we deze camping, de eerste in deze vakantie waar je douchemunten moet kopen en dat hebben we maar niet gedaan, wij douchen een keertje niet. We laten ons door Garmin leiden naar “Eldon Garden”, een groot winkelcentrum in het hart van Newcastle. Onderweg daarheen zien we dat nagenoeg alle wijken van deze stad in rechte rijen zijn gebouwd, alles staat strak in het gelid. We komen aan bij ons doel, maar door wegopbrekingen en omleidingen rijden we zelfs een stukje waar alleen taxi’s en bussen mogen komen; ach, we zijn – in zekere zin – ook een bus, zij het een kleintje. We proberen te parkeren in de omgeving, maar omdat daar ook het grote stadion van FC Newcastle United is gelegen zijn er eigenlijk alleen maar vergunninghouders- parkeerplaatsen.

70Wanneer we de tweede keer langs het stadion komen, rijden we toch maar op hoop van zegen de parking op; er blijkt ook een gemeentelijke parkeergarage te zijn en daar passen we (nèt) in; de borden geven een maximale hoogte aan van 210 cm, maar dat lukt prima. Alles staat vol, maar er rijdt net iemand weg dus hebben we geluk. De parking blijkt spotgoedkoop: 40 penny’s per uur, maar we hebben alleen nog pond-munten, dus we gooien er maar 2 pond tegenaan. Na wat door Eldon Garden te hebben gedwaald lopen we een nabijgelegen oud en gedateerd winkelcentrum in, een soort overdekte markt met kraampjes- achtige winkels. Ouderwets, met een groot boogdak, maar wel goedkoop en leuk. Voor £ 4,25 p.p. genieten we van een grote kom maaltijdsoep met sandwich naar keuze. Daarna dwalen we nog wat door het centrum van de stad. Wanneer we nog wat leeftocht in een supermarkt hebben ingeslagen rijden we naar de haven, waar we om 14.40 uur aankomen. In de rij na de check-in en de (vreemde) Britse douane staan we achter een nagenoeg tweelingbroertje, een California Coach met precies dezelfde kleur, maar net iets jonger en met een buitenvuldop voor het drinkwater. Twee auto’s daar weer voor zien wij een Engelse T5-camper met “onze” kleur. Erg Blue aan de haven dus!

Om 15.20 uur zijn we aan boord en zoeken we de hut op. Een stuk leefbaarder dan op de heenweg. Het schip is een andere dan we in 2006 hadden. Later horen we van Mark, onze ferry- expert, dat het schip uit 2006 een zusje van de Stena Saga is en dat we nu op de oude Peter Pan van TT- Line zitten. Aha, daar zijn we al eens eerder op geweest! We vertrekken ook nu 30 minuten te laat; de eigenaar van een ‘Lotus’ en een ‘Nederlander’ worden dringend verzocht zich omgaand op het autodek te melden; geen idee wat zich daar allemaal afspeelt. De officiële reden voor de vertraging is “Problems with loading”. Het zal wel, wij hebben daar al genoeg van gezien. Om 18.30 uur gaan we naar het diner- buffet. Geheel anders dan we gewend zijn, met veel “amuses” om mee te beginnen, maar wel lekker. Na het diner zijn we een beetje uitgeteld en brengen de tijd door in de hut, met lezen en luieren. Rond middernacht proberen we te gaan slapen, maar dat lukt niet echt; onze hut is nagenoeg vooraan gelegen en op zee is het erg stormachtig, dus ondergaan we heel wat “klappen” en deining.

Vrijdag 8 mei 2009 Nico
We staan op na een matige tot slechte nacht en om kwart voor negen gaan we richting ontbijtbuffet.
De kapitein meldt ondertussen een vertraging van een half uur; de aankomst is om half elf in plaats van tien uur (Nederlandse tijd, de klok moet weer een uur vooruit), wat is veroorzaakt door de vertraging bij het vertrek en de slechte weersomstandigheden op zee. Bovendien moet er een loods aan boord komen om IJmuiden binnen te varen en is er sleepbootassistentie nodig. We zien later inderdaad de loods aan boord komen en vanuit een goede uitzichtplek boven het voordek zien we een sleepboot aan de voorkant “aanhaken”. Achter is er ook een sleepboot bijgekomen. Kennelijk is dit nodig vanwege de harde wind. Om kwart voor elf rijden we uiteindelijk van boord. Na een tussenstop bij Ikea Amersfoort rijden we richting huis. Het leuke van deze reis is dat de terugweg niet zo lang duurt als vanaf Zweden of Noorwegen.
Helaas werkte het weer niet helemaal mee deze vakantie; de geplande fiets- en wandeltochten zijn door het weer niet doorgegaan, want zulke echte “die-hards” zijn we nu ook weer niet. Maar het is toch een leuke tijd geweest in een mooi land. Lijkt veel op Noorwegen, alleen rijdt iedereen met grote volharding aan de verkeerde kant van de weg… 🙂 🙂 🙂

 Klik HIER voor alle andere foto’s.