2007: Voorjaarsvakantie- Scandinavië

“Naar het Noorden”

van zondag 27 mei t/m vrijdag 15 juni

Zondag 27 mei 2007 Nico
We verlaten Zwolle op deze zondag en 1e Pinksterdag om kwart voor één. Het is frisjes en grijzig. Deze keer gaan we weer eens over Emmen / Cloppenburg en binnen een uur, om 13.40 uur, passeren we de grens met Duitsland. De “tweebaans naar Wildeshausen” schiet lekker op. Af en toe een vrachtauto en die zijn goed in te halen met onze TDI. Een klein uur na het passeren van de grens rijden we de Autobahn op. Het weer is eerst redelijk: af en toe een bui, maar ook zon en ca 20 graden. Bij een Raststätte bij Hamburg kopen we om 16.30 uur vast een kaartje voor de boot naar Denemarken en de brug naar Malmö, maar omdat het bij de boot erg rustig was geeft dat geen echte tijdwinst. Voorbij Hamburg breken er onweers- en stortbuien uit. Bijna iedereen rijdt nog maar 50 km. p/u en wij stoppen even op een parkeerplaats. Even later gaan we verder en komen er nieuwe stortbuien, mensen stoppen zelfs op de vluchtstrook, maar we zien het verderop wat lichter worden en rijden maar door. Om 18.25 uur komen we na 490 kilometer aan bij de ferry in Putgarden. Om 18.45 uur vertrekken we. Het is niet echt druk, dus er is maar aan één kant van het schip horeca open. Bij gebrek aan wat we wilden bestellen (“leider nicht fertig”…) nemen we maar een keer spaghetti. Om half 8 zijn we in Denemarken en om kwart over acht zijn we –voor ons gevoel veel te vroeg- bij de overnachtingsplek “bij de hoge brug”. Het is erg grijs en veel overkant zien we ook niet, dus we besluiten maar door te rijden naar Zweden. Om 21.20 uur rijden we de Öresundbrug op en even later zijn we in Zweden. We dachten er eerst over om het Badestrandje van 2 jaar geleden op te zoeken, maar net over de brug duiken we de eerste de beste parkeerplaats op, zelfs nog vóór de afslag naar Bunkeflostrand / Malmö. Omdat er daar verwarmde toiletvoorzieningen zijn en we geen zin hebben om verder te zoeken besluiten we hier te overnachten. ’s Nachts wel het dak naar beneden, want de snelweg is vlakbij en de trein naar Kopenhagen ook.

Maandag 28 mei 2007 Nico en Jenny
Om half acht komen we ons bed uit. Jenny heeft de nacht doorgebracht met oorstoppen. Nico niet, die werd ’s nachts wakker van een gigantische stortbui. Ieder een eigen dekbed bevalt prima. In ieder geval geen koude of juist hete ruggen meer!

Om kwart voor negen vertrekken we. Bij Ton en Anna die vandaag helaas elders zijn laten we wat Hollandse “goodies” onder de carport achter en daarna gaan we pinnen in het winkelcentrum. Dan rijden we na een tankstop verder; De E22 op richting Kalmar en Oskarshamn. Het weer: bewolkt, erg grijs, soms zelfs mistig, en rond de 15 graden. Om 13.00 uur lunchen we buiten (frisjes!) bij Torsås en vervolgen onze weg. Het is tweede Pinksterdag, maar sommige bedrijven blijken open te zijn. Niet alle winkels, veel supermarkten wel. Om kwart voor drie zijn we in Oskarshamn en kopen in het terminalkantoor tickets voor de boot naar Gotland die vanavond om 21.10 uur vertrekt. Ook voor a.s. donderdag boeken we vast de overtocht van Visby op Gotland naar Nynäshamn, een havenplaatsje onder Stockholm. Omdat we pas na middernacht op Gotland aankomen zal het weer een “natuurovernachting” worden, dus moet er nu wel gedoucht worden. We besluiten een zwembad te zoeken aan de hand van de plattegrond bij het havenkantoor. Na wat omzwervingen en een blik op een andere plattegrond elders in de stad vinden we het zwembad, dat dicht is: “We heten u hartelijk welkom in ons nieuwe zwembad bij de ijshal!”. Terug naar de haven, naar de plattegrond, en daarna naar het nieuwe zwembad. Best wel veel zwembad (banenbad, kindergedeeltes, twee waterglijbanen, hottub, sauna etc.) voor weinig geld (50 Kronen, ca. € 5,- p.p.). Na het zwemmen gaan we op de fiets naar de supermarkt voor wat boodschapjes. Daarna terug naar de P bij het zwembad om te koken en te eten. Daarna gaan we naar de haven.

We zien de veerboot net aan komen varen. We moeten een klein uurtje wachten voordat wij aan boord kunnen rijden. Maar dan vertrekt hij ook vrij snel rond de klok van 21.15 uur. Het is rustig aan boord en er is niet veel te beleven. We gaan even aan dek kijken, eten een ijsje en vermaken ons met lezen. Om precies 5 minuten na middernacht legt de boot aan in Visby op het eiland Gotland. We zoeken een overnachtingsplekje vlakbij de haven, maar kunnen die niet vinden. Wanneer we het haventerrein afrijden op zoek naar iets anders, worden we aangehouden door de politie en moet Nico blazen. Ik vertel de agent dat Nico jarig is en hij wordt van harte gefeliciteerd. Nico zoekt en vindt in het mistige donker buiten Visby een plek om te overnachten. Het is de parkeerplaats van een archeologische Romeinse plaats: Villa Muramaris. Het ligt vlak langs de weg, maar toch is het heerlijk rustig. Het dak kan omhoog blijven. We drinken nog wat op Nico ’s gezondheid en verjaardag en is het heel laat voordat wij gaan slapen.

Dinsdag 29 mei 2007 Jenny
Zomervakantie 2007 - Scandinavië 031We staan laat op, vanwege het late naar bed gaan. Wanneer we na het ontbijt een supermarkt willen opzoeken, kunnen we die niet vinden. Daarom maar onderweg langs de kust in een ICA de belangrijkstedingen gekocht. De grotten bij Lummelunds Bruk slaan we over, want je moet daar de koude grot in en het is juist lekker warm geworden met het zonnetje erbij. Een klein eindje verder bij Lickershamn staan veel rotsformaties, waaronder de “Jungfru”. Die is echter niet te zien, want er komt een dikke mist opzetten. Weg zon dus, maar zodra wij weer op Weg 149 zitten is de zon weer present. We volgen nog een stukje van deze weg tot een klein vissershaventje Kappelshamn en gaan dan via Weg 148 naar Fǻrösund. Daar nemen we om 13.30 uur de (gratis) veerpont naar het kleine eiland Fǻrö.

Hier aangekomen nemen we de mooie route naar de kust om de “rauken” van Langhammans te zien. Dit zijn grote rotsformaties die in de loop van de eeuwen door de zee zijn gevormd. Er staan erg veel van die rauken, het is een prachtig natuurgebied. Omdat het mooi weer is gaan wij een stukje langs de kust fietsen. Wij zijn een beetje dom, want we fietsen vrolijk met wind mee de weggetjes naar beneden en hebben het op de terugweg een stuk zwaarder. Moe maar voldaan stappen we in de camper en dan begint het te regenen. Daarom gaan wij een camping zoeken, dat is net iets aardiger in de regen staan dan zo maar in de natuur. Bovendien willen we onze laptop opladen om mail te kunnen ophalen.

Het lukt wel om campings te vinden, maar ze zijn niet bemand en wij hebben geen zin om te bellen met onze GSM. We besluiten terug te rijden en eventueel weer de veerboot terug naar Gotland te nemen. We hebben namelijk gezien dat je bij het haventje van Fǻrösund heel goed kunt overnachten. Maar wanneer wij weer bij Fǻrö zijn besluiten we eerst een weg in te gaan langs de andere kant van het eiland. Vrijwel direct zien we een weggetje naar het strand met een heel goede kampeermogelijkheid. Er is zelfs een vuurplaats! Binnen een mum van tijd staan we met Duva Kampa in de kampeerstand en even later houdt het ook op met regenen. Zelfs de wind is gaan liggen en de zon kijkt af en toe om de wolken! Het is buiten zo’n 18-20 graden, helemaal niet koud dus.

Straks ga ik een lekker potje koken voor de jarige Nico. Aardappelkroketjes, gehaktbal en doperwtjes, dat wordt smullen.

Woensdag 30 mei 2007 Nico
Om half negen staan we op. Het is nog knap mistig maar het is niet koud. Tijdens het ontbijt trekt de mist al weer op en komt de zon er beetje bij beetje door. Om half tien gaan we na een tussen-sani-stop bij de Tourist Inform langs de oostelijke kant van het eiland richting veerpont. Allemaal onverharde wegen, tot 200 meter van de veerpont af. Wel mooi, met karakteristieke schapenschuren langs de weg en maar heel weinig tekens van leven, schapen uitgezonderd. Na de “oversteek” met de veerpont stoppen we direct aan de overkant. Bij het havengebouwtje vullen we onze voorraad drinkwater aan en gaan we voor één 5-kronenmunt douchen. Dan zijn we vanavond letterlijk en figuurlijk “vrij” om te gaan staan waar we willen en zijn we niet afhankelijk van een camping. Omdat de schoonmaakdame enorm lang bezig is met de WC, zelfs de muren worden tot aan het plafond gepoetst en ook de radiator krijgt een beurt, legen we ons boordtoilet maar bij een Rastplats-toilet, waar we gisteren ook gestopt zijn. Daarna gaan we richting Katthammarsvik, wat meer naar het zuiden en aan de oostkust gelegen. We willen proberen om in die buurt weer een stukje van het Gotlandsleden (een fietsroute) te fietsen. Om 12.45 uur bekijken we de oude kerk in Gothem, met nog originele deuren en muurschilderingen uit de 14e eeuw. Een kwartier later gaat het regenen, maar het wordt even later weer droog, de zon komt er weer door en de temperatuur stijgt tot boven de 20 graden.

Zomervakantie 2007 - Scandinavië 035_edit

Na een picknick op een boven de zee gelegen plateau zoeken we per auto een stuk van het fietspad, maar komen na enige omzwervingen weer in Katthammarsvik uit. Daar zetten we de camper neer en gaan in zomerkledij op de fiets. Een mooie route langs de kust, over onverharde paden met soms vrij grote stenen. Veel dalen en stijgen en door de “ruwe” paden schieten we niet altijd even hard op. maar het is wel mooi. Omdat er een donkere lucht aankomt, korten we het geplande rondje in door bij Sandviken “binnendoor” over “gewone” asfaltwegen terug te gaan. Dat schiet hard op. Na een kleine 2 uur zijn we weer terug bij de camper en hebben er dan zo’n 18 kilometer opzitten. Onderweg hadden we een leuk overnachtingsplekje gezien, maar we vinden het nog te vroeg om daar nu al naar toe te gaan. We rijden daarom via Gammelgarn richting Ljugarn, een toeristisch kustplaatsje, en gaan vlak voor het dorp een weggetje naar de zee in. Bij een groepje “antieke” visserhutjes rijden we langs de “strandweg” linksaf, op zoek naar een mooi plekje om te overnachten. Er staan eerst wat bordjes die het helaas onmogelijk maken de weg af te gaan en aan zee te overnachten, maar bij de parkeerplaats van natuurreservaat “Folhammar” gaan we pal met de neus aan het (zee-) water staan. Een prachtig plekje!

Er zitten overigens wel hele grote bosmieren. Een plasje langs het strand tegen de bosrand resulteert dan ook al snel in een colonne bosmieren die tegen mijn been omhoog marcheren. Dan tòch maar naar het “huuske” bij de parkeerplaats. We maken een avondwandelingetje naar de “Rauken” die ook hier te vinden zijn. Daar zijn zelfs minder-validen-terassen-met-vuurplaats aangelegd. Iets verder de andere kant op staan bunkers aan het strand. Eén heeft houten deuren ervoor, waarvan het slot doorgezaagd is. De stalen bunkerdeur erachter kan gewoon open. Aan de lege whiskyfles te zien wordt de bunker vaker gebruikt. ’s Avonds is het hier erg rustig. Eén visser en een paar wandelaars zetten hun auto even op de parkeerplaats; verder zien we niemand. Alleen het mooie uitzicht op zee en op Ljugarn.

Donderdag 31 mei 2007 Jenny
Wij slapen vannacht met de ventilatieramen in het hefdak open. Het resultaat is: veel minder condens op de achterramen dan de vorige nachten. Wel staan wij allebei met rugpijn op; het bed ligt kennelijk nog niet zo bekend als die van DK 2. Wellicht moeten we dit bed ook nog voorzien van een extra laagje polyether?

Na het ontbijt gaan we via Weg 143 naar Visby. Eerst wat boodschappen doen in een grote supermarkt. Daarna het oude stadje Visby bekijken. Dat doen we lopend met een omschreven wandeling uit ons Cosmos- boekje. We beginnen bij de Österport en volgen een groot deel van de stadswal/-muur. Visby is nog bijna helemaal ommuurd en telt zo’n 44 torens, waarvan het grootste deel nog herkenbaar aanwezig. Doordat de stad op drie ‘bulten’ ligt, is het lopen met stijgen en dalen.

De Dom kunnen we niet bekijken, want er zijn voorbereidingen aan de gang voor een begrafenis. We sjouwen wat af en om 14.00 uur gaan we in de camper op de parkeerplaats lunchen. We hebben daarvoor een heerlijke maaltijdsalade gekocht. Wij vinden hem zó lekker dat ik de ingrediënten heb opgeschreven om thuis na te maken. Het is namelijk supereenvoudig!

Hier het recept voor 2 personen:

  • 150 gr. gekookte, koude pasta, b.v. penne
  • 150 – 200 gr. ijsbergsla
  • paar zwarte olijven
  • radijsjes, in plakjes gesneden
  • wat wortelschaafsel
  • paar cherrytomaatjes
  • 150 gr. kaas, in heel kleine blokjes
  • 150 gr. ham, in heel kleine blokjes (mag ook vis of vlees zijn)
  • lekkere dressing, zelfgemaakt of uit een flesje
  • half schijfje sinaasappel met schil, voor de garnering.

Doe alle ingrediënten door elkaar, doe als laatste de dressing er over en maak het geheel af met het schijfje sinaasappel.
Eet smakelijk! (hebben wij al gedaan).

 

Daarna gaan wij opnieuw shoppen, maar de winkels vallen wat tegen. Bovendien is het gaan regenen en loopt het tegen vieren. Tijd om met de camper naar de haven te gaan. We willen daar de boot naar Nynäshamn nemen, een plaats net onder Stockholm. Daarvoor hebben wij afgelopen maandag in Oskarshamn al een ticket gekocht. Om 16.15 uur rijden wij de boot op en even later zitten we aan een tafeltje met stopcontact, want onze laptop moet door dat “natuurkamperen” van ons dringend opgeladen worden. Wij vallen niet op met onze laptop, om mij heen zie ik tientallen van dit soort apparaten uitgeklapt staan. Dit was ons maandagavond al opgevallen, op de boot van Oskarshamn naar Visby en dat bracht ons op het idee de laptop aan boord op te laden. En om meteen dit dagverslag te typen natuurlijk. De boot vertrekt precies op tijd: 16.45 uur en zal –als het goed is- om 20.00 uur in Nynäshamn aankomen. Daar moet een camperparkeerplaats zijn, maar aan de badstrandjes op de kaart te zien zullen we gauw een overnachtingplaats vinden. We eten op de boot een warme maaltijd. Het eten in Zweden is overigens helemaal niet duur, beneden de Sek 100 heb je al een maaltijd, compleet met drinken. Hier op de boot betalen we Sek 200 voor twee maaltijden met aardappelen, groenten en vlees met champignonsaus, plus een frisdrank en een wijntje. In Visby zagen we zelfs een pizza voor Sek 49 en dat is in euro’s omgerekend nog geen € 5,00. Alle reden om een volgende keer eens wat meer buiten de deur te eten.

Zomervakantie 2007 - Scandinavië 072

Vrijdag 1 juni 2007 Nico
De afgelopen nacht is het knap koud geweest. Vanmorgen regent het ook nog eens behoorlijk hard. Een beetje droefgeestig, bij dat mooie uitzicht op het water op dit schitterende plekje. Nog een geluk dat we beschut achter een grote boom staan, want het waait ook nog eens behoorlijk! Tijdens het ontbijt houdt tot onze stomme verbazing het kooktoestel er (alweer, afgelopen dinsdagmorgen ook al!) mee op bij gebrek aan gas. De tweede gasfles is leeg. Een ramp in Scandinavië. Dat behoeft wat toelichting:

Als toch wel een beetje ervaren Scandinaviëgangers (we komen hier al sinds 1986 zo’n beetje elk jaar) weten we dat het heel moeilijk, zo niet onmogelijk, is om in Zweden of Noorwegen Camping-Gaz te kopen. Camping-Gaz, de beroemde peperdure blauwe tankjes. De eerste keer dat we naar het Hoge Noorden gingen, in 1986, toen nog met tent en aanhangwagen, hadden we een Camping-Gaz tank als reserve en een grote navulbare “5 kilo- bol” bij ons. Daar kwam je er wel mee en we konden hem zo nodig laten bijvullen. Onze eerste VW-camper, Duva Kampa 1, had een hoge 5 kilo-fles en ook toen namen we de Camping-Gaz als reserve mee. Daarmee hebben we het in 1996 zelfs 6 weken naar de Noordkaap gered. De volgende camper, Duva Kampa 2, beschikte over een 14 of 20 liter LPG-onderbouwtank voor het koken. Dat bleek nog eens ideaal; Eén keer per jaar een beetje bijvullen met LPG en je kon meer dan een jaar koken tijdens de vakanties. Water deed er wat langer over om aan de kook te komen, maar wanneer je na een jaar weer eens LPG ging tanken, had je maar een paar liter nodig. Kostte eigenlijk drie keer niks, vooral niet vergeleken met de schandalige “omruilprijzen” voor Camping-Gaz. Onze huidige camper, Duva Kampa 3, beschikt over een kleine gasruimte waar een Camping-Gaz 907-tank in past. De gaskast zit helemaal achterin, met een aparte gaskraan. In het keukenkastje zit ook weer een gaskraan, ook helemaal achterin. In Duva Kampa 2 had je maar één gaskraan, heel makkelijk voorin het keukenkastje.

De gasfles zat niet bij onze huidige camper, maar hebben we wel “meebedongen” bij de koop. Klinkt stoer, maar ging heel soepel. We hebben er nog wel over nagedacht om er een LPG- kooktank onder te laten bouwen. In Zwolle zit een erkend, gecertificeerd en vakkundig bedrijf daarvoor, maar dat grapje kost € 1.200. Daar kun je heel wat vullingen voor kopen. We beseffen nu pas hoe we met de vorige camper + LPG geboft hebben.

We dachten ècht dat we vorige week met een ruime voorraad gas op weg zijn gegaan, maar afgelopen dinsdag ging de eerste tank al op leeg, ook al tijdens het ontbijt. Nu dus de tweede. Hebben we misschien een lege tank bij de camper gekregen of is er iets anders misgegaan? Geen idee, maar we zitten vanmorgen in alle vroegte wel mooi te kijken naar een fluitketeltje met lauw water, dat dus niet meer warmer wordt; geen afwas, geen koffie, geen gas! En dat in een land waar je dus geen Camping-Gaz kunt omruilen. We hebben nog wel een klein tankje voor de “buitenlamp” in de bergruimte liggen, maar daar kun je geen twee weken op koken. Zouden we wel koffie mee kunnen zetten, ware het niet dat het buiten stortregent, de fietsen er af moeten, de halve berging leeggehaald, tank omgewisseld voor het kleine tankje en dan alles weer in- en oppakken in de stromende regen. Dan maar een glaasje melk bij het ontbijt en afwassen met koud water. We vertrekken in de nog steeds stromende regen richting Stockholm, zonder koffie, en bellen onderweg naar Paul of hij iets voor ons op internet kan vinden. Ondertussen wordt het richting Stockholm wat droger, het blijft nog wel rond de 10 graden. Zomervakantie?

Paul belt terug. Het is inderdaad problematisch. Wel geeft hij ons naam en adres van AGA-gas in Stockholm, waar men volgens een camperforum wellicht onze flessen kan bijvullen. Het is weer helemaal droog en net boven Stockholm gaan we bij Sollentuna –waar Ans en Tjebbo eerst woonden- de weg af en Nico gaat met gasfles en al een Shell -station binnen. Nee, die flessen hebben ze bij Shell niet. Misschien wel bij Statoil? Hier zetten we eerst een kopje koffie m.b.v. ons kleinste gastankje. Op een plattegrond van Stockholm vindt Nico de straat waar AGA-gas zit (in het zuiden, we staan nu dus net helemaal in het noorden) en tekent dit aan op de wegenatlas. Iets verderop zag Jenny een Statoil- tankstation en voordat we weer terug gaan naar het zuiden gaan we het eerst daar nog eens proberen. Een gouden greep, zo blijkt. De man aan de kassa kan ons niet helpen, maar hij vraagt wel raad aan de klanten die achter ons in de rij staan. Een alleraardigste Zweedse meneer zegt dat ‘ie even moet afreken en daarna zal zien of hij iets voor ons kan doen. Hij belt eerst naar zijn eigen firma voor een telefoonnummer van een gasbedrijf. Die kunnen niet helpen, maar verwijzen de aardige Zweed wel naar een ander bedrijf. Daar is het raak! Die kunnen ons helpen en ze zitten niet eens zo gek ver weg. De aardige man vertelt het bedrijf dat we er in tien minuten zijn. Dat valt nog wat tegen! Op een omgevingskaart in het tankstation wijst hij globaal aan waar we moeten zijn, op een industrieterrein. We bedanken de aardige Zweed heel hartelijk voor al zijn inspanningen en gaan welgemoed op weg. Helaas rijdt na de bedoelde afslag Nico een doodlopende weg voorbij (“Dat zal het toch niet zijn, we moeten nog verder”) en na enige tijd en 7 kilometer verder rijden we Upplands Väsby binnen, waar Ans en Tjebbo nu wonen. Een dag te vroeg dus, want daar gaan we morgen pas op bezoek. Gelukkig heeft de behulpzame Zweed het telefoonnummer van het bedrijf, Prima Gas, aan ons doorgegeven. Nico belt en hoort dat we véél te ver zijn doorgereden en noteert gelijk maar de straatnaam. We rijden terug en komen bij de doodlopende weg uit, waar we dus inderdaad in hadden gemoeten! Helemaal aan het eind zit het bedrijf, Prima Gas. Voor wie het ooit nodig heeft – of nodig denkt te hebben – komen hier de volledige gegevens:

Nybropans Express AB, Söderbyvägen, Söderby Materialgǻrd, tel. 08- 584 901 65. Vanaf de E4 afslag Rotebro, Weg 267 naar de E18, richting Oslo. Na ca. 3 kilometer rechtsaf, richting Upplands Väsby en vrijwel direct linksaf, een doodlopende weg in.
Gevonden! De baas wil eerst graag onze gasfles zien. Hij knikt instemmend; hij kan helpen. Wij zeggen dapper dat we wel twee lege flessen hebben. Nú nemen we geen risico meer! Hij loopt weg en wij denken dat er een vulapparaat of zo gehaald wordt. Maar nee hoor; hij komt terug met twee echte originele blauwe Camping-Gaz wisseltanks nr. 907!!! Later blijkt dat er één uit Nederland komt en één uit Duitsland. We zijn dus gered! We horen dat hij één van de weinigen in Zweden is die een paar van deze tanks in voorraad heeft. Zo heel af en toe is er iets in een haven te krijgen omdat sommige plezierjachten kennelijk ook die maffe tanks gebruiken. Bij het afrekenen zegt de man enigszins verontschuldigend dat hij “helaas 260 kronen per tank/vulling moet rekenen, omdat hij deze tanks moet importeren.” Bij een eenvoudige omrekenkoers van 10 Eurocent per kroon komen we dus uit op € 26 per vulling. In Nederland kosten die dingen soms rond de € 33. Wanneer we dat aan de man vertellen en hij vlot de koers omrekent komt hij ook tot de verbazingwekkende conclusie dat in een land waarin die dingen volop te krijgen zijn ze dus duurder zijn dan in Zweden, waar ze slechts héél exclusief als “speciaal geïmporteerde goederen” te vinden zijn. Dat bewijst dus dat we met zijn allen mooi geflest worden met die Camping-Gaz tankjes. Je zou nu toch echt LPG laten inbouwen! Maar voorlopig kunnen we weer even vooruit. Op een parkeerterrein in de buurt verwisselen we de kleine en grote tank weer, dus opnieuw het circus van fietsen eraf, berging half leeg, tankjes wisselen, bergruimte weer vullen, fietsen er weer op. Maar het is droog, er komt weer gas uit het gasstel en het werkt dus. We gaan weer opgelucht verder.

We rijden terug naar Sollentuna en doen wat boodschappen bij een hele grote Coop. Daarna rijden we door naar een camping iets buiten Sollentuna, aan een klein meertje. Dit wordt dus de eerste camping in deze vakantie en dat dus pas bij de zesde nacht, dat is ons nog nooit gebeurd. We kopen de voor onze Scandinavische Campingcard benodigde jaarzegel voor Sek 125 en “huren” de wasstuga. Daar kunnen we twee wasmachines en twee drogers gebruiken, dus wordt alle wasgoed “weggewassen”. Op onze plek hebben we alle drie de oprijblokken nodig: één onder het rechtervoorwiel en twee onder het rechterachterwiel, zó scheef is het veld.

Wel weer even wennen, zo’n camping. Douchen moet vooraf apart à Sek 5 per keer op een kaart gezet worden, dus moet je van tevoren opgeven hoe vaak je van plan bent te douchen. Toe maar weer! Er zit wel wat volk op de camping, maar echt druk is het niet. De meeste caravans zijn nog niet bewoond. Maar de receptie is tenminste wel open. We zijn eerst de enige buitenlanders, maar later komen er nog de nodige Nederlanders bij. Wat een drukte ineens, na al die rust op Gotland en onze “natuurplekjes”. Na de bere- koude afgelopen nacht nemen we nu geen risico en hangen we de “tenthefdak- isolatie” er maar in. Rond 22.00 uur doen we ook ons radiatorkacheltje aan. Dan kan, nu wij aan de stroom staan. In de Coop hebben we vanmiddag een randaarde –tweewegstekker gekocht. Deze camper heeft (heel sober) maar één 220 volt wandcontactdoos en in de vorige waren we aan een dubbele gewend. Deze tweeweg scheelt dus weer een hoop sleutelwerk. Nu kunnen kachel en laptop weer gelijktijdig aan zonder gepruts met een rondvliegende tafeldoos.

Ook nu lijkt het weer langer licht te blijven dan de voorgaande dagen. We zien wel hoe laat het licht helemaal uitgaat. Pas tegen elven wordt het wat donker buiten.

Zaterdag 2 juni 2007 Jenny
Zomervakantie 2007 - Scandinavië 082Het is zonnig en warm wanneer wij deze morgen ons hoofd buiten de camperdeur steken. Eerlijk gezegd is de camper deze morgen zo heet als een bakoven en dat allemaal door de zon. Wij gebruiken deze ochtend om de boel eens lekker schoon te maken en ons beddengoed te luchten. We rekenen af en zien dat we maar Sek 220 betaald hebben voor deze camping, inclusief stroom, douchen en wassen. Goedkoop dus. Om 12.30 uur doen we weekendboodschappen bij de zelfde supermarkt als gisteren. We kopen ook een flesje wijn bij de Systembolaget. Dit aardige flesje wijn kost Sek 48, dat is omgerekend € 4,80. Het biertje van Nico (ja een echte met 5,2 % alcohol) kost Sek 8,90, dus nog geen euro voor een halve liter bier.

Wij zoeken de stad op en parkeren een stukje van de Gamla Stan af, de rest willen we per fiets doen. Wij herkennen de parkeerplaats als de camperparkeerplaats van onze “hoofdstedenvakantie” in 1998, alleen kun je er nu niet meer kamperen. De route naar de stad is mooi, een fietspad langs het water met uitzicht op de Gamla Stan (oude stad). In de stad flaneren we –net als vele andere toeristen- langs vele winkeltjes en kopen het een en ander. Dan wordt het tijd om terug te fietsen naar de camper en het huis van Ans en Tjebbo op te zoeken.

Het weerzien is hartverwarmend en de komende uren brengen we door met lekker eten, praten, wandelen, douchen en slapen. Nico geeft de auto –die na een paar gravel-plassen op Gotland meer grijs dan blauw lijkt- een wasbeurtje. We gaan bijtijds naar bed.

Zondag 3 juni 2007 Jenny
Zomervakantie 2007 - Scandinavië 084Na het ontbijt gaan wij met Ans, Joy en Jeroen mee naar de kerk. Het is een Baptistengemeente “New Life”, Ans en Tjebbo zijn destijds bij de oprichting geweest. Er wordt Engels en Zweeds gesproken en de gemeenteleden komen uit de wijde omgeving van Stockholm. De dienst bestaat uit twee delen: het eerste deel uit zingen, lofprijzen en dopen, het tweede deel uit de “preek” en gebed. Wat mij opvalt is de gezelligheid, iedereen zit aan tafeltjes waarop koffie, thee en gebak staat.

Ook bijzonder is dat de dopeling niet in een witte jurk wordt gedoopt zoals bij ons in de Baptistenkerk, maar in zijn gewone spijkerbroek. En het koffiedrinken (Vika) halverwege de dienst vind ik erg mooi en het nodigt echt uit tot tafelgesprekken. Het is een jonge en kinderrijke gemeente. De preek gaat over Martha en Maria die Jezus op visite hebben en Martha die moppert dat zij alles alleen moet doen. De bekende uitleg volgt hier dan over. Wat mij zelf heel erg aanspreekt is dat de spreker in zijn toespraak de tip geeft dat je alles klaar moet hebben als je gasten krijgt, dan heb je ook echt tijd voor je gasten. Ik houd daar zelf ook van en ook Ans heeft altijd alles al klaar wanneer wij op bezoek komen. Mooi om dat te horen!

Tien minuten voor het eind van de dienst moeten we weg, want we brengen Ans naar haar werk in een ziekenhuis. Dit weekend hebben we heel wat van de E4 in Stockholm gezien. Daarna volgen we de E4 naar het noorden en dat vlot op deze zonnige zondag erg goed. Onderweg eten we een broodje. Tijdens het inhalen van een vrachtwagen schiet ineens het hefdak omhoog, Jenny kan het bijtijds vastgrijpen. Het blijkt dat de borgpin is losgetrild, dat verklaart ook het rare klappergeluid van de laatste dagen. Gelukkig kan Nico alles zelf weer vastdraaien, maar de rest van de middag controleren we geregeld of alles nog goed vast zit.

Nog voor Sundsvall duiken we de weg af op zoek naar een eetplek en eventueel nachtplekje, ergens bij een Badestrand bij Jättendal, het is dan 19.10 uur. We gaan hier eten en besluiten hier ook te overnachten. De zon laat zich nog een tijdlang van haar mooiste kant zien en dan jagen de muggen ons naar binnen.

Maandag 4 juni 2007 Nico
Rond half negen worden we wakker. Is het eigenlijk wel donker geworden vannacht? De zon staat al vrolijk te schijnen en we ontbijten lekker buiten. Het belooft een mooie dag te worden. Om 9.20 uur verlaten we dit leuke kleine Badestrand. We rijden naar het ruim 50 kilometer verderop gelegen Sundsvall en doen eerst boodschappen bij een ICA. Even na elven rijden we een stukje door naar Ikea Sundsvall en doen daar de traditionele wandeling. Rond 12.15 uur verlaten we Ikea. Het is buiten inmiddels 28 graden! De laptop gaan we tijdens het rijden opladen. Het 12-volt campercontact geeft wat problemen, dus nemen we de sigarettenplug van de auto. Die doet het goed. Ook bij stilstand krijgt de laptop via de omvormer uit de auytoaccu “normale netspanning”. Het niet kunnen opladen aan de camperaccu kan dus wel eens aan de “sterkte” van de accu liggen. Wie weet gaat het gewoon minder goed met een omvormer op een recreatieaccu. Wanneer we weer op de E4 rijden en Jenny de meegenomen Ikea- catalogus doorleest, ziet ze een 2 cm. dikke “oplegmatras”. Dat zou wel eens wat voor de camper kunnen zijn, want helemaal jofel ligt het bed nu ook nog niet. Nico denkt dat er in Luleå nog een Ikea is, maar wanneer we later in de catalogus kijken, blijkt er alleen nog één te zijn in Haparanda, boven aan de Botnische Golf, bij de grens met Finland. Vanaf Luleå, waar we anders “linksaf” naar Jokkmokk zouden gaan, is dat 140 kilometer verder en die moeten we ook weer terug, dus dat wordt dan 280 kilometer “omrijden” en dat terwijl we met de omweg langs Jokkmokk al zo’n 460 kilometer meer zullen rijden dan oorspronkelijk “gepland”.

Of het nu wel of niet lukt om zo’n matras te kopen, we besluiten er toch voor te gaan; eigenlijk wel hartstikke leuk om de eerste keer met Duva Kampa 3 in Scandinavië gelijk zo’n eind te komen in amper één week. Om het helemaal compleet te maken willen we morgen dan ook nog even Finland inrijden. Hebben we dat ook weer “gehad”. Na de middag picknicken we bij de grote brug bij de Höga Kusten, het begin van de Hoge Kustweg, een kruising tussen en pad en een weg vlak langs de zee. Die moet heel mooi zijn, maar dat doen we een andere keer wel. We wisselen elkaar af achter het stuur en Nico doet ’s middags terwijl Jenny rijdt een tukje. ’s Avonds vlak voor Luleå stoppen we rond 19.00 uur om te eten. Borden langs de weg geven aan dat de luchttemperatuur nog 21,8 graden is en de wegtemperatuur 30,1 graden. Zomer dus! Na het eten ziet Nico ineens in de Ikea- catalogus dat de vestiging in Haparanda pas in november “öppet” is. Vraag is alleen of dat november 2006 of 2007 is. Het laatste lijkt logisch, maar om op de gok 280 kilometer om te rijden is ook weer niet zo’n goed idee. We bellen Paul die achter de computer zit en ons vrijwel direct weet te melden dat Ikea Haparanda in november 2006 is geopend. We gaan dus vrolijk verder! De hele E4 hiernaartoe is een plezier om te rijden. Soms vierbaans, soms 2-baans, maar het meest “wisselbaans”, afwisselend één rijstrook en dan weer twee rijstroken. Je kunt dus altijd, soms met een beetje geduld, trager verkeer inhalen en de maximum snelheid is vaak 110 kilometer per uur. Dat rijdt best wel vlotjes. Het is dus goed voor te stellen dat “haastige vakantiegangers” de E4 nemen om snel op de Noordkaap te komen. Wij prefereren de route door Noorwegen, maar we doen dan ook wat rustiger aan.

Tegen tienen verlaten we de E4 en gaan rechtsaf richting Seskaro, op een schiereilandje met camping en badstrand. We vinden wel een meer, maar geen plekje aan het water. Wel komen we om kwart over tien aan op een soort parkeerveld bij –nu kennelijk nog onbewoonde- vakantiehuisjes aan het water met uitzicht op een gigantisch grote haas die hier rondstruint. Later blijken het er twee te zijn. Het is overigens nu (kwart over elf) nog volop licht en de zon “gloeit” nog volop aan de horizon. Typisch Zweden! Tot nu toe hebben we nog maar één keer op een camping overnacht. Ongekend. Alleen is het lastig dat de laptopaccu het steeds meer laat afweten. Die is in 20 minuten bijna leeg en zal zijn langste tijd wel gehad hebben. Misschien tijd om een nieuwe accu te kopen (of een nieuwe laptop)? Na middernacht is het nog steeds (dag-)licht en gaan we maar eens naar bed.

Dinsdag 5 juni 2007 Nico
Om half acht drijven we ons bed uit. De zon schijnt volop en het is al weer druk aan het zomeren. Ook vanmorgen ontbijten we buiten en soms komt de lokale haas weer langs. Om tien over half negen verlaten we dit plekje en gaan we verder naar Haparanda, dat 14 kilometer verderop ligt. Enige tijd later rijden via Haparanda/Torino Finland binnen. We zien nog een rotonde waar je linksaf naar de Noordkaap gaat, die vanaf hier “maar” 800 kilometer verderop ligt. Verleidelijk!!!! Maar toch maar niet. We zoeken naar de (Tourist-) I(nform), die we pas vinden wanneer we een uurtje later Finland weer uit willen rijden; Dat kan gebeuren wanneer je niet snapt dat een pijl naar rechts wijst terwijl je denkt dat ‘ie naar links wijst, omdat de rest van de pijlen op het bord dat ook doet. We doen boodschappen bij een Finse supermarkt en zien alle prijzen ineens weer in Euro’s. Bier is gewoon in de supermarkt te koop, tenminste wanneer je € 2,70 voor een blikje bier normaal vindt. Niet dus. We kopen een sticker bij een souvenirwinkel en nog één bij de “I” die we 10 meter voor de grens alsnog ontdekken. Daarna rijden we Haparanda in Zweden weer binnen en parkeren vrijwel direct over de grens bij Ikea. We komen voor een 2 cm. dikke “oplegmatras” voor de camper, maar die blijkt er alleen nog in 80 cm. breed te zijn. Ons camperbed is 120 cm. breed, dus dat wordt lastig. Die 2 centimeter lijkt overigens wel wat “dunnetjes”. Na even dapper doordenken besluiten we toch maar de variant van 4 centimeter dik te kopen. Is wel even wat duurder, maar slaapcomfort is ook wat waard. Of we zo’n dik ding ooit fatsoenlijk kunnen opvouwen als we het bed “inklappen”???? Voorzien van een nu nog efficiënt “gecomprimeerde” (opgerold ingepakte) oplegmatras verlaten we Ikea en even later Haparanda, om weer 140 kilometer terug te rijden naar Luleå om daar rechtsaf te slaan naar Jokkmokk.

Eerst stoppen we na 25 kilometer rond de klok van twaalven nog even in Kalix bij de Vågkyrka, de wegkerk. Een kerk, zoals de naam al doet vermoeden, die vlak aan de doorgaande weg ligt en overdag altijd open is. Deze dus niet. Het is inmiddels al een vrolijke 25 graden en de zon schijnt nog steeds volop. Bij Luleå verlaten we eindelijk de E4 en slaan Weg 97 naar Jokkmokk in. Een mooie weg, langs de Luleälv, een ook al mooie rivier. Deze weg voert over Poolcirkel. Bij Harads gaan we even de weg af naar een badstrandje op een eilandje om te lunchen. De WC’s hier zijn dichtgespijkerd, met een verhaaltje erop dat ingevolge nieuwe regelgeving er iets anders moet komen. Wanneer we later verder rijden zien we het eerste rendier van deze vakantie. Iets later komen we bij een Rastplats bij Edefors, die we jaren geleden ontdekten en waar we in 1996 met DK 1 op de terugweg van de Noordkaap overnachtten op weg naar Jokkmokk. Je komt er via een klein weggetje vanaf de “normale” parkeerplaats bij de brug. “Vroeger” was er een voorraadhok met brandhout, een blokhut met een afvalbakken- carrousel en last but not least “duo-WC’s”, twee poeptonnetjes naast elkaar in één ruimte met één deur. Al deze leuke dingen zijn nu dichtgespijkerd. Ook op deze WC’s hangt een briefje over nieuwe regelgeving en zo….. Niet altijd is vooruitgang een verbetering. De rästhyta waar we vroeger wel eens gegeten hebben is er nog wel. De twee eettafels met banken staan er nog.

Even na vieren rijden we de camping in Jokkmokk op. De naam is veranderd van “Jokkmokk Touristcenter” in “Jokkmokk Campingcenter”. Zal wel ergens goed voor zijn. Er staan amper mensen en de receptie is dicht. Er hangt een briefje met het verzoek te bellen met of te gaan naar het Jokkmokk Hotel. Er sjokt wel een Zweed over de camping die in een bestelauto van “Jokkmokk Hotel & Campingcenter” rijdt. Hij spreekt echter niet meer dan 1½ woord Engels. De camper hebben we buiten de poort staan, dus echt herkenbaar als kampeerders zijn we ook niet. De man mummelt iets over “closed” en “hotel”, dus gaan we daar maar kijken of er iemand daar wellicht 2 of meer woorden Engels spreekt. We treffen het: de receptionist kent op zijn minst tien woorden Engels, belt met zijn mobieltje en vertelt ons dat “er nu iemand van het personeel op de camping is en dat we daar een plekje kunnen zoeken”. We hebben een donkerbruin vermoeden wie dat personeelslid is… Jenny denkt vermoedelijk terecht dat je voor de campinghutten je bij het hotel moet melden voor een sleutel. Op de camping teruggekeerd zoeken we een plekje en daar komt “1½-woord-Zweed” al weer aan. Gevraagd waar of hoe er “gepayed” moet worden komt er iets in de sfeer van “Sorry, no understand” (Hé, dat zijn al drie woorden!). Ik vertel hem vriendelijk dat er “no problem” is en dat alles okay is. We zien wel of en wanneer we iets moeten betalen. De man is wel zo slim om onze “stroompaal” van het slot af te doen, dat wel. Eerst wordt onze nieuwe “oplegmatras” uitgepakt. De bijsluiter vermeldt dat de geur door het in plastic inpakken wel even zal blijven, dus na het passen (hij past, hoeft maar 7 centimeter van de lengte af!) leggen we onze nieuwe aanwinst in het gras om in het zonnetje lekker uit te luchten. Een eerste “proefleg” lijkt trouwens veelbelovend. Afwachten maar. We zetten geen luifel op en gaan eerst eens lekker in het zonnetje zitten. Daarna proberen we de satellietontvangst uit en voorwaar, het werkt! Zelfs met een 55-centimeter-schotel goede ontvangst op de poolcirkel (deze camping ligt precies op de poolcirkel).

Lekker rustig eten, douchen, TV kijken, verslag tikken en misschien dat we straks nog “even” de Storknabben (Grote Jongen) proberen op te sjokken. Dat is een bergje of forse heuvel in Jokkmokk waar je ’s nachts de Middernachtszon moet kunnen zien. Heel vroeger zijn we er een keer met de auto op geweest, dus is het nog even afwachten of en hoe dat te voet zal gaan.

Woensdag 6 juni 2007 Jenny
Het is inderdaad gelukt om op de Storknabben de middernachtzon te zien. Het was nog een hele klus om daar te komen, want de weg daar naartoe was voor het grootste deel onverhard met stenen. Veel stukken moesten we lopen en regelmatig uitrusten. Maar we kregen waar voor onze inspanning, want eenmaal boven zaten we heerlijk in de zon. En dat om 12 uur ‘s nachts!

Het is dan ook laat wanneer wij deze dag opstaan, het is half elf. De nieuwe oplegmatras is een hele verbetering! We besluiten uitgebreid te gaan ontbijten, dat doen we buiten want het zonnetje schijnt al weer vol op. Daarna pakken we de fiets en fietsen naar Jokkmokk in de hoop dat er wat winkels open zijn. Het is namelijk vandaag een nationale feestdag in Zweden, ter ere van de wet en de Zweedse vlag. Vlaggetjesdag dus. Nu zien wij onderweg niet bijzonder veel vlaggen extra hangen, de Zweden hebben meestal hun tweekleur buiten hangen.

In Jokkmokk zijn alleen de beide supermarkten open en het toeristenbureau. Bij de laatste kopen we een mooie sticker voor de camper (het aantal groeit al aardig) en gaat Jenny een half uurtje internetten. Via de Flobbesite komen we aan de weet dat nicht Karin haar derde dochter heeft gekregen. Reden om in de supermarkt een gebakje te kopen.

In de supermarkt vinden we alles wat we nodig hebben, ook de kaarten om te versturen. Die schrijven we op de picknicktafels achter de Toeristinformatie. Daar hangt ook een brievenbus, dus dat is snel gepost. We zijn zó terug op de camping en gaan heerlijk luieren in het zonnetje. We staan eerst nog met z’n drieën op deze “beheerloze” camping, maar gaandeweg komen er meer bij. Ook Nederlanders. In de campingkeuken maakt Jenny twee pizza’s klaar in de oven. Met een beetje extra tomaat en kaas smaken ze heerlijk! Vanavond gaan we een beetje TV kijken en niet al te laat naar bed. We willen namelijk morgen weer een flink stuk over Weg 45 naar het zuiden rijden.

Donderdag 7 juni 2007 Nico
Om 8 uur gaat de “wekker” af. Het is al weer warm en zonnig buiten. Gelijk in de korte broek dus. In de afgelopen nacht landde er rond 0.00 uur ineens een helikopter tussen de bomen en de stuga’s van de camping, met haar héél weinig “parkeerruimte”. Vanmorgen staat ‘ie er nog steeds. Zeker de laatste bus gemist. We ontbijten op ons gemak en gaan al even rustig opbreken. Het is veel te mooi weer om je te haasten. Bij de afwas praten we nog even met een “California-stel” uit Wolvega, bouwjaar 1994 (de camper, niet het stel). We rekenen af bij de receptie, die vandaag voor het eerst (beperkt) open is. Twee nachten mèt stroom voor Sek 300 is niet bepaald duur te noemen. We rijden naar Jokkmokk-city, Jenny gaat shoppen bij de ICA en Nico gaat alvast tanken. Daarna even bij de Systembolaget langs voor een “pak-wijn-met-draaggreep” en daarna rijden we Jokkmokk uit. Om 11.20 uur passeren we op Weg 45 (de Innlandsvägen) opnieuw de Poolcirkel en gaan we verder richting Arvidsjaur. Bij de Pitea Älv (een rivier voor het betere rafting-werk) lunchen we. Vlak voor Arvidsjaur zien we ons eerste rendier op Weg 45, later zien we er nog veel meer, waaronder veel jonkies en een paar Albino’s. In Arvidsjaur aangekomen bezoeken we opnieuw de Lappstaden, een Samen- kerkdorp in de stad waar de Samen samenkomen op hoogtijdagen. Bij Sorsele nemen we een mooie binnendoorweg zonder wegnummer richting de E 12. Die volgen we richting Mo i Rana, maar zo ver komen we niet.

Net voorbij Tärnaby, een wintersportdorp, gaan we linksaf richting Hattfjeldal in Noorwegen. We gaan Weg 73 rijden, die we in 2002 in het voorjaar in omgekeerde richting hebben gereden door een schitterend natuurgebied. We zijn inmiddels al weer aardig geklommen. Net over de grens begint Weg 73. In Zweden lag er het laatste stuk al wat sneeuw langs de weg, in Noorwegen nog véél meer. Om 18.30 uur passeren we de grens en stoppen een kwartiertje later op een parkeerplaats bij het Krutvatnet-meer, waar we in 2002 koffiedrinkend naar ijsvissers stonden te kijken. Nu ligt de sneeuw nog steeds op de bergen en langs de weg. Op het meer drijft nog steeds ijs. Heel apart, omgeven door sneeuw en ijs in de zon in je korte broek en hemdje zitten te eten. Omdat dit plekje wel erg direct aan de doorgaande weg ligt (die overigens niet echt druk gebruikt wordt), besluiten we na het eten en een kopje koffie door te rijden.

Bij het volgende meer, het Rössvatnet, gaan we maar eens kijken of er een leuke overnachtingsplek te vinden is. De weg daalt inmiddels en de sneeuw langs de kant verdwijnt evenredig. Bij het grote meer aangekomen verlaten we de doorgaande weg en gaan we een onverharde weg in die rechts langs het meer voert. Eerst nogal hoog boven het meer, maar op het moment dat de weg na enige kilometers naar het meer toebuigt en afdaalt zien we vlak voor een bocht een hobbelig paadje naar links. Lopend beoordelen we de plek als geschikt. De camper kan er maar op één manier in, met de neus naar voren om een mooi uitzicht te hebben, dus morgenochtend moeten we er achteruit rijdend weer uit. Zal vast wel lukken. Dit is een heel mooi plekje: geen sneeuw meer en geen ijs in het meer, maar volop uitzicht op besneeuwde bergen. Het is nu kwart over negen ’s avonds en de zon staat nog behoorlijk hoog boven de horizon / bergen, dus echt donker zal het ook hier niet worden. De buitenthermometer geeft nog 26 graden in de zon aan, dus ik vraag me af waarom ik na het avondeten eigenlijk mijn broekspijpen weer aangeritst heb.

Vrijdag 8 juni 2007 Jenny
Het is alweer heel erg zonnig als wij vanmorgen om 8.30 uur opstaan. We ontbijten, pakken alles weer in en op zijn plaats en zijn om 10.00 uur weer op de mooie Weg 73. Even later zien we (zoals altijd) een nog mooiere plaats, namelijk met wc, vuurplaats, picknicktafel en aan een waterval. Gauw dus even aangetekend in ons boek. De weg is prachtig, nog mooier dan in ons geheugen van 5 jaar geleden. Er ligt nog volop sneeuw op de bergen en langs de kant van de weg en dat voor juni! In Hattfjelldal gaan we onze Zweedse kronen omwisselen voor Noorse, een pinapparaat hebben ze daar niet. Later bedenken we ons dat we wellicht bij de Sparkasse geld hadden kunnen krijgen op onze creditcard.

Bij het infobord, waar wij in 2002 hebben geslapen, drinken we koffie en rijden daarna de “Villmarksveien” op, richting E6. Het is een schitterende route en hoewel wij geen wild zien (daarvoor moet het m.i. avond zijn) genieten we van de omgeving.

Kort nadat wij de E6 hebben gevonden en Zuidwaarts rijden passeren we de “Porten till Nord Norge”; wij gaan echter Zuidwaarts. Bij Namskogan gaan we picknicken, maar omdat wij nog geen boodschappen hebben gedaan, wordt het soep met vruchtenyoghurt. Ook lekker. Pas om 15.30 uur doen we boodschappen in Grong, nadat we eerst geld hebben gepind. Het is inmiddels ongelooflijk warm geworden en we verfoeien de kapotte airco, want we moeten met de ramen open rijden.

Vanaf Grong rijden we Weg 763 die evenwijdig aan de E6 naar het zuiden gaat. Wij hebben deze weg als eens in omgekeerde volgorde gereden om Helleristninger (rotstekeningen) te bekijken. Die vinden we ook, maar ook ietsje eerder een badstrandje. Aangezien Jenny bijna smelt van de hitte, besluiten we naar het water te gaan. Het water is zeer ondiep en lekker warm, maar van zwemmen komt niet zo veel. Wanneer Jenny bijna een halve kilometer door het water, richting meer heeft gelopen, is het water nog niet verder dan haar knieën gekomen. Een paar jonge dames leggen uit dat dit nog wel een tijdje zo door gaat. Nou ja, een beetje spartelen op de knieën is ook wel lekker verfrissend. Na het zwemmen en de rotstekeningen gaan we de E6 weer eens opzoeken. Daar gaan wij op een parkeerplaats langs de weg eten koken en eten. Deze dag eten we gezond: kötbullar uit Zweden en aardappelen en blomkål uit Noorwegen. Het smaakt prima! We besluiten om bij Skogn opnieuw de E6 te verlaten en een nachtplekje bij een van de badstrandjes te zoeken. Dat wordt een hele klus en pas tegen elf uur vinden wij er een. Weliswaar niet aan een strand, maar wel met uitzicht op het water. En weer dicht bij de E6. Het plekje ligt dicht wij de weg, dus we hopen dat we geen last hebben van het verkeer. Terwijl ik dit schrijf geniet ik van een Zweeds wijntje ( Sek 155, voor 3 liter) en drinkt Nico een koud Noors biertje (Seidel, 4,7 % alc. voor Nok 8,90). Het valt dus allemaal best mee met de prijzen.

Zaterdag 9 juni 2007 Nico
Om kwart voor negen worden we wakker. Jenny heeft in de afgelopen nacht een van de ventilatieramen in het dak een stuk dichter gedaan; de zon stond er veel eerder dan verwacht weer volop in/op te schijnen, zodat je binnen gewoon de krant kon lezen (als we al een krant hadden). We ontbijten in alle rust, breken al even rustig op en om kwart voor tien rijden we de E6 weer op. De beide “ Badestrandjes” die we gisteravond na lang rijden over een onverharde weg vonden en helemaal niets bleken te zijn, strepen we vrolijk door in onze wegenatlas. Die is inmiddels 10 jaar oud, maar zo gigantisch veel verandert er ook weer niet in Noorwegen. Voor het “grote overzicht” hebben we altijd een recente kaart bij ons, maar de zeer gedetailleerde wegenatlas is uitstekend geschikt voor kleine binnendoorweggetjes en mooie plekjes. Gisteravond dus minder geschikt voor het vinden van een overnachtingsplekje boven Trondheim. Pas rond kwart voor elf kwamen we op het plekje aan dat Nico al vlak na het verlaten van de E6 zag. Maar toen hing er nog wat jeugd rond.

Zo’n 24 kilometer voor Trondheim betalen we tol: Nok 10. Nico meent zeker te weten dat we zonder verdere tol over de E6 bij het Kjøpecenter ten zuiden van Trondheim kunnen komen. Niet nodig dus voor Jenny om een alternatieve route (net als in 2003) op de kaart te zoeken. Dat valt tegen. Een eindje verderop mogen we weer tol dokken, nu Nok 25. Het idee van Nico dat je via de E6 bij het koopcentrum komt, lijkt wel te kloppen. Bij de afslag Heimdal staat een verwijzing naar het Kjøpecenter, waar we even later aankomen. Na enig zoeken vinden we een doe-het-zelf-autowashal voor ons campertje. Gisteren in Steinkjer hebben we een poging gedaan in een wasbox bij een tankstation, maar dat maakte het alleen maar erger; van een grijsblauwe camper werd het een camouflagecamper. Deze hal is ruimer, je moet alleen eerst “poletten” kopen à Nok 25. Een autowassende Noor uit een belendende wasbox geeft goede uitleg en tips en voor Nok 50 krijgen we de camper weer mooi schoon. Daarna op naar het koopcentrum. Er zijn sinds de laatste keer weer de nodige supermarkten bij gebouwd,maar wij gaan “traditiegetrouw” naar “City Syd”, met een gigagrote Coop. Eerst koopt Jenny nog een zomerhemdje, want op zó lang zó warm en zó mooi weer hadden we bij het inpakken van kleding niet gerekend. Daarna weer de E6 op. Bij Støren, volgens een bord langs de weg kennelijk de “Zalmhoofdstad van Noorwegen” (Norges Lakshovestad) eten we een broodje zalm. Die zalm is overigens in Trondheim gekocht.

Daarna rijden we weer verder naar een camping iets onder Opdal, die we in de campinggids uitgezocht hebben. Vanaf de E6 lijkt het niet echt veel, dus besluiten we door te rijden naar een camping bij Hageseter in het Dovrefjell, waar de E6 over een hoog plateau voert. Daar hebben we een aantal jaren geleden met Paul ook een weekend doorgebracht. Het is het droogste gebied van Noorwegen. Daar aangekomen is de camping van jaren geleden niet die van het boekje, maar “Pluscamp Hageseter”, nog steeds een mooi eind van de weg af met een weids uitzicht en gelegen aan mooie wandelwegen. We melden ons bij de receptie, kopen was- en droogmunten. Even later draait de wasmachine, is voor het eerst in deze vakantie de luifel opgezet en in gebruik en sneuvelt het record “schotel opzetten en ontvangst krijgen”. Net wanneer we in vol ornaat staan/zitten, komt er een joekel van een Nederlandse Hymer-camper met 2 wat oudere echtparen aan boord, die het enige acceptabele plekje vinden op “bumperkus-afstand” van ons campertje. Je kunt zowat op hun voorruit spugen. Maar goed, ze blijven maar één nacht. Het is nu bijna half tien en nog steeds boven de 20 graden. Vanmiddag is het wel even bewolkt geraakt, de bewolking is nog niet helemaal weg, maar de zon komt er wel weer door. Op TV zagen we via de ZDF dat in Duitsland noodweer is geweest; zwaar onweer en wateroverlast. Volgens de weerdame van RTL 4 blijft het in zuid- Scandinavië nog vrolijk doorzomeren. Wat die paar keer dat we TV keken inmiddels wel begint op te vallen: De weerlieden van de NOS hebben kennelijk een heilige eed gezworen om ‘s avonds NOOIT iets te zeggen over het weer in Scandinavië. Wat hun betreft moet je het met de satellietbeelden doen. Rare jongens (en meisjes).

Zondag 10 juni 2007 Jenny
Het is laat als wij op deze zonnige en zeer warme morgen (de zoveelste op rij) opstaan. We hebben heerlijk uitgeslapen, maar vanwege de oplopende temperatuur in de camper zweten we uit bed. De televisiedominee van de EO, ds. Van der Veer, houdt een preekje vanaf een oude kotter in Kampen. “Schipper naast God” is zijn thema. Tijdens een uitgebreid ontbijt wordt het beddengoed gelucht en na het ontbijt krijgt Duva Kampa ook van binnen een sopje. Dat is nodig ook, want het is een stoffige boel op de wegen en campings vanwege het mooie weer. Wij doen rustig aan deze dag, want het is opnieuw erg warm. Toch gaan wij ’s middags een wandeling maken door het bergachtig gebied. We hebben het idee dat we op 1000 mtr hoogte zitten, dus hardlopen wordt het niet. Met wat eten en drinken en natuurlijk de camera’s in de rugzak gaan wij op pad. Wij gaan een stukje van de Pilgrimsleden lopen, een ander deel dan de vorige keer. Dit pad dat vanaf Oslo naar Trondheim loopt is een heel oud pad. Het werd gebruikt door diverse pelgrims die op weg waren naar de Nidaroskathedraal in Trondheim. Ook de a.s. koningen van Noorwegen gingen langs dit pad, zij werden immers gekroond in die beroemde Nidaros?

Het pad wat wij lopen is eigenlijk een paadje vol stenen, lage begroeiing en waterpartijen. Ook komen we plaatsen met sneeuw tegen. Overal zijn mooie bloempjes, vlinders en struiken te zien. In die begroeiing zitten kleine beestjes. Aanvankelijk lijken ze onschuldig en dat zijn ze voor Nico ook, maar later blijkt dat Jenny nogal gebeten is. Juist op de plek waar zij zo graag een enkelbandje wilde, hebben de beestjes een mooi kringetje gehapt. We lopen anderhalf uur richting zuiden, nemen dan een pauze en lopen dezelfde weg terug. Dat lijkt saai, maar dat is het niet. Op de terugweg zien we alles vanaf de andere kant en dat maakt het net zo spannend. Bovendien kun je op die manier niet verdwalen en helemaal naar Oslo (ruim 500 km) lopen was ook niet ons plan. Onze wandeling gaat sneller en na ongeveer twee uur zijn wij weer terug bij de camper. Daar gaan wij heerlijk uitrusten, lezen en een tukje doen. Het is heerlijk in de zon, nu er een klein windje bij is gekomen. Helaas kunnen we geen ijsje kopen, want de Resepsjon is gesloten vanwege een feestje, wij vermoeden een doopfeest, maar weten niet zeker of het woord “barnedåp” dat betekent. Wij merken niet veel van dat feest, behalve het hoge gehalte aan Noorse klederdracht dat er op de camping rondloopt. Ook is er even een kort bezoek van de Noorse Landmacht. Zij bezetten een aantal hytter.

Ondertussen komen er meer campergasten, bijna allemaal Duitsers. De weekendgasten beginnen te vertrekken. Nico gaat pannenkoeken bakken en daarna wordt er gedoucht. Nog een beetje luieren, beetje TV kijken, dit verslag maken en ook deze dag is weer voorbij.

Maandag 11 juni 2007 Nico
Om 8 uur loopt de “wekker” af en om kwart voor tien verlaten we Camping Hageseter. Best goed, die vertrektijd, vooral omdat we bij het ontwaken nog “in vol ornaat” staan (luifel, voor het eerst deze vakantie, satellietschotel etc.). De camping valt qua prijs nog wel mee: Nok 165 per nacht. Alleen moet je bij het douchen wel elke keer 10 kronen in het “offerblok” gooien voordat er vijf minuten warm water komt. Een klein half uur later stoppen we in Dombås voor een shoppingperiode van zo’n twee uur. Boodschappen, souvenirjacht en internet zoeken. In de cafetaria is gratis internet voor 18+ ‘ers, maar helaas zit de PC achter slot en kunnen we ons deelverslag niet van de USB-stick plukken om naar huis te mailen. Dat kan wel in de bibliotheek, maar die is ’s morgens nog dicht. We bezoeken nog even de Staats- drankhandel, de Vinmonopolet, om eens te checken wat een flesje wijn hier kost. De goedkoopste staat voor Nok 69 in het rek, ca. € 8,70. Bier is aan de prijs, Nok 25 voor een “normaal” flesje. Dronken worden kan hier dus alleen met een hypotheek, zo lijkt het nog steeds.

We vervolgen rond kwart over 12 de E6 in zuidwaartse richting (dat voelt soms nog steeds wat “onnatuurlijk”, want wij gaan doorgaans van zuid naar noord) en slaan bij Otta rechtsaf Weg 15 in, naar Lom. Daar lunchen we en bij de Tourist Info is wederom gratis internet, maar ook nu weer met de USB-poort achter slot. Dat wordt eentonig. Na de tank volgegooid te hebben met verse diesel (we hebben zowaar 1:13 gereden), slaan we om half vier de toeristische Weg 55 richting Sogndal in. Er lijkt meer sneeuw te liggen dan anders. Hoge sneeuwmuren staan langs de weg. Net voorbij het uitzichtpunt bij Helgedalen, waar we kunnen zien dat de “beneden” gelegen oprit naar de z.g. “Sneeuwweg”, een schitterende tolwegnaar Övre Årdal van ca. 32 kilometer lengte niet is afgesloten, dalen we een behoorlijke stuk van slechts 8% af, om op de tolweg aangekomen vrijwel direct weer naar boven de 1500 meter te klimmen. De weg is voor het grootste deel pas opnieuw geasfalteerd, dus het tolgeld wordt goed besteed. De tolweg is sneeuwvrij, de directe omgeving duidelijk niet. Metershoge sneeuwmuren grenzen direct aan de weg. Een prachtig gezicht en overal waar je kijkt zie je sneeuw. We houden niet op met filmen en foto’s schieten. Dat wordt sorteren wanneer we weer thuis zijn! Helemaal “bovenaan” betalen we aan een loketje met een handbediend slagboompje het tolbedrag van Nok 50. Voor deze weg en dit uitzicht een schijntje! Op enig moment dalen we weer, wordt de sneeuw minder en de omgeving groener. Na een behoorlijk stuk heel smalle weg (we moeten zelfs één keer achteruit rijden naar een passeerplek om een tegenligger doorgang te verlenen) en een ontelbaar aantal krappe haarspeldbochten komen we aan in Övre Årdal en rijden Weg 53 op. Het is de bedoeling om de Årdalsfjorden te volgen tot Aspevik, waar we in het verleden met de veerboot naar Sognedal overstaken en om vlak daar voor linksaf te slaan, naar de ruim 24 kilometer lange Aurlandtunnel. Die zou in 2001 klaar zijn, maar we moesten dat jaar nog de hoogvlakte over, omdat de tunnel nog niet geopend was.

Aan het fjord zien we een mooie parkeerplek waar al 2 Duitse campers staan met heel gemütlich wasgoed aan een lijntje tussen de bomen. Er dendert langs de weg een heel mooie waterval tussen een gespeten rotsblok en diverse families Schaap grazen hier op de weg, op de parkeerplaats en tussen de campers. We besluiten hier te gaan eten. Het is inmiddels al na zevenen, dus (maal-) tijd. Tijdens het koken bestuderen we de kaart en besluiten we dat dit eigenlijk ook wel een heel mooi overnachtingsplekje is. Na eten en afwas zetten we de camper op de goede plek neer, met uitzicht op het fjord. Het is nog steeds lekker weer. Nu (om 21.45 uur) is het nog boven de 20 graden. Morgen gaan we verder in de richting van Folgefonna, een zomerskigebied waar we jáááren geleden met de boys en onze eerste camper zijn geweest.

Dinsdag 12 juni 2007 Jenny
Het is lang geleden dat wij deze vakantie uit bed kwamen zonder de zon te zien. Deze ochtend is het echt zo. Het is dan ook meteen een stuk frisser en we ontbijten in de camper. Om half tien zijn we al weer op weg, een dag vol tunnels tegemoet. Waar Nederlanders bekend zijn om hun kennis van water, zijn Noren dat om hun tunnels. Zonder tunnels zou een groot deel van Noorwegen amper bereikbaar zijn, zeker voor de toeristen. We rijden vandaag tunnels van 13,5 km, 24,5 km en 11,4 km, de anderen zijn allemaal klein vergeleken met deze drie. De Aurlandtunnel is de langste en prima verlicht en geventileerd. Hij is zelfs tolvrij! We doen en ruim 20 minuten over. Onderweg passeren we drie keer een vrolijk blauw verlichte hal, wat het “onder de grond vertoeven” onmiddellijk doet vergeten. Toch moet je niet al te claustrofobisch zijn, want niet alle tunnels zijn goed verlicht.

In Flåm aangekomen gaan wij direct naar het treinstation om te zien of wij vandaag met het Flåmtreintje heen en weer kunnen. Er gaat er één binnen een half uur en wij maken ons gereed voor het vertrek. Precies op tijd vertrekt hij en we horen om ons heen veel mensen in onze eigen taal praten. Wij hebben deze tocht al eens in omgekeerde richting gemaakt, toen (o-)Ma Flobbe met ons mee op vakantie was. De trein gaat van Flåm naar Myrdal en sluit daar aan op de trein Olso-Bergen. Het is een kort stukje van 20 km, waar hij een klein uur over doet. Dat komt door het hoogteverschil van 865 meter en de 20 tunnels. In Myrdal aangekomen gaan we in het stationsrestaurant lunchen en een half uur later vertrekken we weer per trein naar Flåm. De trein is nu erg vol en druk en onderweg zien we wandelaars instappen. Dat is ook een leuk idee: heen met de trein omhoog en terug een stuk (of helemaal) lopen. Wanneer je moe bent pak je een stationnetje en wacht je op het treintje. Terug in Flåm kopen we de DVD-film over de trein en nog wat boodschappen. Opnieuw wel Internet gezien, maar geen USB-stickaansluiting. Om 15.00 uur verlaten wij Flåm en rijden we op de E14 richting Bergen. Het is een prachtige en zonnige weg en al gauw hebben wij onze zomerkleding weer aan. Omdat we ons realiseren dat we morgen misschien geen winkel tegenkomen vanwege het skiën, doen we in Voss nog een paar boodschappen. Daar trekken we ook onze lange broeken weer aan. We gaan via Weg 13 naar Granvin en nemen daar Weg 7 richting Bergen. In Nordheimsund ziet Jenny dat de Bibliotheek nog open is en het lukt ons om daar ons vakantieverslag van onze USB-stick naar het thuisfront te sturen. Vanaf Nordheimsund is het nog een klein stukje over Weg 49 naar Törvikbygd. Daar ligt de veerpont die ons naar Jondal zal brengen naar de gletsjer Folgefonna. Het is 18.30 uur en de boot vertrekt vrijwel meteen, het kost ons NOK 94,00.

Aan de overkant aangekomen nemen wij de weg naar het Sommerskigebied. Wij zijn hier eerder geweest en weten ergens langs deze weg een boerencamping. De vorige keer maakte onze camper (Duva Kampa 1) nogal wat rikketikgeluiden, nu hopen wij fluitend omhoog te gaan. Om 19.15 uur ontdekken we de camping en tot onze verbazing is er in 10 jaar niets veranderd, behalve de prijs uiteraard. En er zijn vrij nieuwe hutjes bijgekomen. We zoeken een rustig plekje en dat is niet moeilijk. Behalve een eenzame tentganger en 2 Nederlandse hutbewoners is hier niemand. In de verte horen we de belletjes van een kudde schapen.

Woensdag 13 juni 2007 Nico
Om 8 uur loopt de wekker af. Het is al zonnig buiten, maar met een temperatuur onder de 10 graden nog wat frisjes. We ontbijten en breken weer op ons gemak op. Om half tien verlaten we de camping en slaan linksaf naar het Folgefonn- Sommarskicenter. Waar de tolweg begint staat nu een keurige tolautomaat, waar je ook met de creditcard de tol kunt voldoen. Zestig kronen valt wel mee.

Zomervakantie 2007 - Scandinavië 241In tegenstelling tot tien jaar geleden toen we met DK 1 met (zoals later bleek) versleten homokyneten al “rikketikkend” naar boven ploeterden, zoeven wij nu met onze TDI- motor als het ware fluitend tegen de bergen op. Wel een smal weggetje, met overigens voldoende uitwijkpunten, maar nu helemaal geasfalteerd en niet zoals 10 jaar terug nog stukken met gravel. Boven aangekomen, een half uurtje na vertrek van de camping, lijkt de parkeerplaats stukken groter dan eerst, is de skilift vernieuwd en zijn er gebouwen bijgekomen. De piste lijkt ook veranderd: groter en ook steiler. De skilift met ankertjes gaat 1100 meter omhoog, ook behoorlijk steil, dus besluiten we eensgezind om deze keer maar van skiën af te zien. Om thuis weer eens na te zien: www.folgefonn.no. We beginnen aan de afdaling naar Jondal, die heel soepel gaat, ook weer dankzij de sterke motor in ons voertuig. Afremmen op de motor, zonder dat in gedachten de bouten en moeren uit de uitlaat spuiten, gaat prima, we passeren de camping, die in het gehucht Espeland blijkt te liggen, en een half uurtje na vertrek staan we in Jondal en doen boodschappen bij de Spar.

We volgen Weg 550 die als het ware van west naar oost om het eiland loopt en voor het overgrote deel heel smal is. Dat schiet niet echt op. In Herand legen we de afvaltank, bezoeken we rotstekeningen en gaan weer verder. Om 13.11 uur komen we op de “kop” van het schiereiland in Utne aan waar de veerboot naar Kinsavik net vertrekt. Hadden we vermoedelijk in Jondal al kunnen lezen. De volgende gaat pas over 2 uur, om tien over drie. Even rekenen: Om naar de overkant te komen moeten we 45 kilometer naar beneden, oversteken bij Odda en dan weer 45 kilometer omhoog. Dat is 90 kilometer over smalle weggetjes, dus dat is bijna 1½ uur rijden. Tel daar nog een lunchstop bij op, dan ben je op het moment dat de volgende veerboot net vertrekt zo’n beetje aan de overkant. De veerboot doet er 25 minuten over, dus dat is het totale “tijdverlies”. Gewoon in Utne blijven wachten en lekker ontspannen lunchen is dus véél slimmer. Het is inmiddels weer kortebroekenweer geworden, zolang de zon tenminste niet achter de wolken zit. We blijven dus mooi wachten op de volgende veerboot. We beseffen wel dat we knap op onze neus hadden gekeken wanneer we hadden geskied. Dan hadden we nooit de laatste boot gehaald, hadden we om moeten rijden en ’s avonds nog een knappe tijd moeten doortuffen om een beetje in de richting van Oslo te komen. Na een mooie overtocht, waarbij we achteruit de boot op moesten rijden (vorig jaar in Kroatië een keer achteruit eraf, nu dus erop), vervolgen we aan de overkant van het Hardangerfjorden in Kinsavik onze route over Weg 13, richting Geilo. We “bestijgen” het Hardangervidda, een prachtige hoogvlakte waar het nog vol licht met sneeuw. We stoppen even bij Vøringfoss, waar 4 enorm hoge watervallen naast/bij elkaar van grote hoogte naar beneden storten. Om vijf voor vijf rijdt Jenny verder over het Hardangervidda, ook weer naar beneden en verder tot halverwege Geilo en Gol, waar we in Ål van ongeveer 19.00 tot 20.00 uur stoppen voor het eten en een verse bak koffie. Jenny heeft dus fluitend 2 uur bergie-op-en-bergie-af gereden, inclusief hoogvlakte. Bij Gol vervolgen we Weg 7 naar “beneden” en zoeken we naar een overnachtingsplekje. Bij Kolsrud slaan we linksaf over een bruggetje dat maar één of twee decimeter breder is dan onze camper. We vinden geen geschikte plek en gaan bij Flå Weg 7 weer op. Bij Grandua gaan we rechtsaf en vinden na een paar kilometer een plekje aan de “zijweggetje van een parallelweggetje”. Daar slaan we ons kampement voor de nacht op, midden in het bos. Morgen nog zo’n 120 kilometer naar Oslo en dan wordt het afscheid nemen van Noorwegen.

Donderdag 14 juni 2007 Jenny
Het is een zonnige dag wanneer onze wekker om 8.00 uur afloopt. Even later zijn we klaar om te vertrekken. We zoeken Weg 7 weer op en kachelen een tijdlang achter een touringcar aan. Bij Høningfoss komen we op de E16 die ons naar Oslo brengt. 50 kilometer voor Oslo belanden we in een echte regenbui, de eerste sinds 2 weken! We willen in Oslo nog even een big supermarkt aandoen, maar voordat wij er erg in hebben zien wij de Color Line boot al liggen in het Oslofjord. (zie ook: www.colorline.com) Om niet te verdwalen zoeken we nog even langs de E16 naar een winkel, maar wanneer dat vruchteloos blijkt, besluiten we alvast naar de haven te gaan. Er wordt al ingecheckt en om precies 13.00 uur rijden wij de boot op. Onze camper is iets te hoog vanwege onze fietsen, maar wij hoeven ze er niet af te halen. Wel moeten we het hoge autodek op en we houden ons hart vast. Boven staat een bemanningslid druk te zwaaien en het duurt even voordat wij begrijpen dat wij met camper en al in een apart hoekje worden gedirigeerd. Samen met een roedel Nederlandse motoren staan wij dwars op de andere auto’s. Nog nooit konden wij op een boot zo makkelijk aan beide kanten van de camper uitstappen.

De Color Fantasy is een droomschip, alles glimt en glittert. Onze hut bevindt zicht op dek 10, hutnummer 902. Bij het boeken was er niet veel keus meer, maar deze accommodatie overtreft alles. Een groot rond raam met zeezicht, een tweepersoons bed (nooit eerder op een boot gehad), een TV, telefoon, airco, haarföhn en minibar. De laatste open je met je creditcard en een apparaatje dat onder de TV hangt. Wij proberen het tevergeefs; onze CC wordt niet geaccepteerd. Geeft niks, we halen wel wat in de winkel. De badkamer is een plaatje, zou ik thuis ook wel willen hebben (één voor Nico en één voor mijzelf, ha, ha, ha!). We staan op het zonnedek wanneer dit kolossale schip om 14.00 uur vertrekt en wandelen even later over het Promenadedeck binnen. Hier bevinden zich gezellige winkeltjes en barretjes zij aan zij. Heel anders dan op andere schepen. We werpen een blik op Aqualand (badpak en zwembroek vergeten) en filmen het casino. Dat laatste wordt ons vriendelijk (?) verzocht niet te doen en inderdaad zien wij een bordje bij de ingang dat wij blijkbaar over het hoofd hebben gezien.

We eten in een restaurantje een klein hapje, want we hebben het Dinerbuffet geboekt voor 17.30 uur en ondertussen varen we door het Oslofjord. Was er in de haven nog veel regen en wind, nu is alles zonnig en rustig. De rest van dit verhaal is eigenlijk wel bekend. Straks aan het Scandinavisch buffet en vanavond misschien een DVD’tje kijken op de laptop. Morgen om 9.30 uur komen wij in Kiel aan en dan maar hopen dat we in een respectabele tijd thuis zijn. Wij kunnen terugzien op een heerlijke vakantie met uitzonderlijk mooi weer voor de tijd van het jaar. Aanvankelijk was dit onze voorjaarsvakantie, maar nu zeggen we dat wij op zomervakantie zijn geweest.

Klik HIER voor alle andere schitterende foto’s.