2004: Voorjaarsvakantie Polen, Slowakije en Tsjechië

Polen, Tsjechië, Slowakije

Donderdag 27 mei 2004 vertrek………….

We vertrekken rond 11.30 uur van huis.
We gaan “binnendoor” over Almelo richting Duitsland, daar aangekomen richting Hannover – Berlijn. Ruim voor Hannover belanden we in een file. We verlaten de E30 en tuffen parallel aan de Autobahn via Rinteln door de binnenlanden. Wanneer we de Autobahn weer naderen, zien we richting Nederland alles vastzitten en in (onze) richting Berlijn alles weer gewoon aan het rijden. Het kost alleen 3 nieuwe files van “mede-omrijders” en woon-werkverkeerders voordat we weer op de Autobahn zitten. Omstreeks 19.30 uur eten we net voorbij Magdenburg een Hollandse pot macaroni. Na de koffie gaan we weer verder. Rond 22.00 uur gaan we bij Duben de weg af om te bezien of er bij de Autobahn-kirche een beetje christelijke parkeerplaats is. Die is er dus niet. Kerk genoeg, parkeren ho maar. Een paar kilometer verder duikt Nico bij Raststätte Dublingsheide de weg af, omdat de rechter rijbaan afgesloten is en het dus met Autobahn-geluiden wel eens mee kon vallen . Dat blijkt het geval te zijn; een ruime P-plek, waar we bijna alleen de nacht doorbrengen en dan ook in alle rust, althans wanneer Nico’s “nachtgeluiden” niet worden meegeteld…….. In de tankshop kopen we naast de aanvulling van bier (Feldschlöβchen !!) en wijn een wegenkaart van Polen en gaan rond middernacht te kooi. Het weer deze dag: niet koud, redelijke hoeveelheid zon (na de geringe hoeveelheid zon van de laatste dagen) en “af en toe een bui”. Voor het slapen doen we het dakraam open. Dat zegt iets over de nachttemperaturen (het hefdak doen we wel naar beneden).

Vrijdag 28 mei 2004Voorjaarsvakantie 2004 -010

Rond 8.00 uur kruipen we uit bed. Het is zonnig en al aardig warm. We ontbijten bij een picknicktafel in de volle zon. De nieuwe parkeerplaatsen in de nieuwe “Bundesländern” zijn best wel mooi uitgerust. Om 9.00 uur doen we boodschappen in Cottbus bij de Penny Market. Er was geen groot winkelcentrum te vinden en bij de Roller hadden we niets nodig.

Om 10.40 uur passeren we behoorlijk snel (“Pässe?(D) ” de grens met Polen. Even kijken en dan: “Pass!”(UK). Een echte multi-linguïst, die Poolse grenssoldaat. Maar wat moet je anders, als verse mede-EG’ers onder elkaar?

Na deze bliksemcontrole rijden we Polen binnen en denderen zowat met ons hoofd door het dak. Bij lieden met een slecht geldbeheer zeggen ze wel dat ze het ene gat met het andere stoppen, maar die Polen kunnen dat trucje ook met hun wegen. Alsof er landmijnen ontploft zijn, zo groot zijn de gaten en kuilen in het asfalt, voor zover er sprake is van asfalt. We tanken om 11.00 uur bij een onooglijk tankstation, maar creditcards kennen ze wèl en ze zijn volledig geautomatiseerd. Wel hinderlijk is dat op elke parkeerplaats er Polen opduiken die òf je ramen willen wassen òf je een wegenatlas willen verkopen. Een soort “Wegen-Mormonen op z’n Pools, als het ware. We gaan weer verder hobbelen. Een vrachtwagen voor ons verliest kratten met lege bierflesjes bij de grotere kuilen, zodat wij dwars door de scherven heen rijden. Uitwijken is er niet bij, want op de kaart is er wel een vierbaansweg, maar met enige regelmaat is een helft nog òf in de maak òf in reparatie, zodat er maar één strook voor elke richting beschikbaar is. Er zijn wel stukken weg goed berijdbaar, maar na 5 kilometer goede weg komt er weer 5 kilometer herstelwerk of gatenkaas.

Wat we wel ontdekken is dat de beoogde snelheidswinst die we wilden behalen door “even door Polen af te steken” meer dan teniet wordt gedaan door het Poolse wegenstelsel of beter gezegd het totale gebrek daaraan. Een alternatieve route die we bespreken is bij Katowice “rechtsaf” naar Slowakije. Deze route levert kleine binnenweggetjes op. Omdat de gekochte kaart aangeeft dat er van Katowice tot Krakov een vierbaansweg loopt en we net een tijdje geen kuilen en gaten meer hoeven te overleven, besluiten we door te rijden naar Krakov en van daaruit door te stomen naar Slowakije. Dit blijkt een foute gok; De vierbaansweg is nog lang niet klaar. We worden boven Katowice midden in de avondspits dwars door voorsteden in ellenlange files over een tweebaansweg naar Krakov geleid. Overigens een plaatsnaam die goed is voor aardigheidjes: De plaatselijke Scania-dealer heet hier dus “Scania Krak”. Dat gaat nog, maar wat te denken van een autobedrijf met de naam “Auto Krak”? Om 18.00 uur rijden we Krakov binnen. We hebben al besloten dat verder rijden niet slim is. Omdat we geen cent (of Zloty) Pools geld bij ons hebben, gaan we eerst maar eens pinnen. Daarvoor bellen wij eerst naar Mark, om te vragen naar de precieze koers van de Zloty; Hebben we thuis vóór vertrek niet naar gekeken. Na een SMS van Mark en –wederom- telefonische navraag bij Mark naar de betekenis van de ge-SMS’te koers- hebben we een idee van de hoogte van het te pinnen bedrag. Als we wat overhouden doen we dat wel in de tank (bij wijze van spreken dan) . Bij een knots van een Fortis-Bank is geen pinapparaat (is in Nederland ook al zo’n zotte bank, doch dit terzijde). De bewaker wijst ons op een tegenover gelegen BP-tankstation, Dáár is een geldautomaat. Voorzien van verse Zloty’s bestormen we de ook al in Krakov aanwezige Ikea en doen ons in het restaurant tegoed aan Zweedse balletjes en friet. Om het Zweedse beeld compleet te maken: Onderweg naar Krakov is ook al een tankstation van Statoil gesignaleerd, die juist in Scandinavië veel voorkomt.

Na de maaltijd rijden we naar een door Jenny ontdekte plek waar volgens de borden een hotel, een motel èn een camping moeten zijn. Nummer één en twee kloppen, nummer 3 (de camping) dus niet; het –duidelijk voormalige- campinggedeelte is slechts toegankelijk met kapmessen, noodrantsoenen en een goed kompas. Het gras staat heuphoog, zelfs dwars door het asfalt heen. Maar Jenny, nooit voor één gat te vangen- ziet een bord dat naar een andere camping verwijst, gelegen op slechts 4 kilometer afstand. Om 19.30 uur rijden we campng Domki op. Vlak naast een stadspark en voor zover we kunnen zien niet te duur. Goed uitgerust, met goed sanitair en ruime plekken. We nemen een douche en daarna duikt Jenny met een Margriet op een voorstoel en begint Nico aan dit eerste deel van het reisverslag. Inmiddels is de bij de Iglotentjes behorende groep gezellige jongeren ook terug. Klinkt gezellig, hopelijk gaan ze een beetje op tijd slapen.

Zaterdag 29 mei 2004 verjaardag Nico

Na achten staan we op. Jammer dat op de camperwekker de herhalingstijd maar 3 minuten is. Nog even de gebruikelijke 9 minuten blijven liggen tot de volgende piep is er dus niet bij. Het is een tikkie bewolkt en wat aan de frisse kant, dus ontbijten we binnen. Omdat Nico deze dag jarig is, ontvangt hij voor het ontbijt een k’dootje. Om 9.15 uur verlaten we deze leuke camping. De prijs valt mee: € 11 voor een grote-stad-camping is niet echt veel. We gaan in een hele grote en goedkope supermarkt vlakbij de camping shoppen. We worden hier geconfronteerd met een probleem: het lijkt bijna onmogelijk om de Poolse Zloty’s op te krijgen. Voorzien van ruim 200 van die dingen bestormen we de supermarkt. De wijn wordt apart afgerekend en vervolgens gaan we met een aardig volle kar naar de kassa. Redden we het? Zou het lukken? Prima dus: de kar met boodschappen kost ons 75 Zloty’s. Nog maar een keer door de winkel en nòg zijn die Zloty’s niet op. Na getankt te hebben (de diesel kost hier omgerekend € 0,70) verlaten we Krakov en gaan via weg 7 / E77 richting Chyzne, een Poolse grensovergang met Slowakije. Vóór de grens in Polen nòg een keer getankt. Nog steeds Zloty’s over! Dan maar een restaurantje in. De dame spreekt geen woord over de grens, maar we wijzen iets op een prijsbord aan dat vast wel vlees moet zijn en later inderdaad schnitzel blijkt te zijn. Een giga-lap vlees voor Zl 8,50 (€ 1,87!). Voor 2 personen vlees, frites, saladeschaal en frisdrank voor Zl. 35 (€ 7,70). Nog steeds Zloty’s over. In de tankshop kopen we zelfs 2 zakken Dumle (hoezo: Polen?) en ander snoepgoed en een Polen-sticker, maar we houden nog steeds geld over. Dan maar de grens over naar Slowakije. Gaat ook al heel snel; blik in de paspoorten, blik in de auto, “Gaat u maar”. Dat ging vroeger wel anders!

Even over de grens met Slowakije, in Trsten, plunderen we een flappentap. Daar zijn we eerst voorbij gereden zonder ze te zien. Pas nadat we teruggereden zijn en ook nog eens uitgestapt zien we hem pas). We nemen hierna een mooie en rustige binnenweg en komen uit op de camping bij Liptovsky Trnovec, met uitzicht op een meer. Er staat wel een bovengemiddeld aantal Nederlanders op deze camping. Zeker ook een mailtje gehad van Slowakije.nl dat dit zo’n mooie camping is. Het is nog steeds wat frisjes, met af en toe wat spetters regen, maar na vijven komt de zon een beetje door en wordt het iets aangenamer. De camping is ruim en heeft vrij goed sanitair. Als we het goed hebben uitgerekend kost deze camping zelfs nog minder dan € 10 per dag, inclusief stroom en toeristenbelasting. De diesel lijkt in dit land behoorlijk aan de prijs; zo’n € 0,99 cent per liter. Dan is zelfs Duitsland nog goedkoper.

Nadat we gedoucht en dus weer proper zijn, stappen we dapper op de fiets voor een rondritje. Dwars door bruinkoolrookwolken dalen we door het oude dorp af en met een boog komen we weer op de “grote weg”. Hier moeten we weer tegen de bult op en wederom blijken onze ogen en ons optimisme groter dan ons uithoudingsvermogen; het laatste stukje naar de “top” lopen we weer hijgend naast de fietsen. Tegenover de camping kunnen we eten en we moeten kiezen tussen de kroeg (beneden) en het restaurant (boven in het zelfde gebouw). Het wordt het restaurant met een “eenvoudige” maaltijd, want aan de Pools-Slowaakse grens hebben we ook al het nodige gegeten. Uit eten is misschien niet meer zo goedkoop als tien jaar geleden, maar nog steeds een stuk goedkoper dan “bei uns zu Hause”. Wat wèl opvalt is dat in het restaurant binnen niet gerookt mag worden. Misschien een voorbeeld voor Nederland? Rond half tien zijn we weer terug bij de camping en wachten braaf op de portier/nachtwaker om de poort van het slot te doen. Het hangslot blijkt gewoon open te zijn, dus wachten we mooi voor niks. Maar goed: twee andere mede-/Nederlanders zijn net zo “slim” als wij. Gedeelde domheid is dubbele domheid, zullen we maar zeggen…..

Het is buiten inmiddels 11,5 graden, dus binnen zetten we de kachel maar aan. Daarna gaan we mailen en filmpje kijken. We kunnen wel 2 of drie tv-zenders ontvangen, maar we verstaan die taal niet zo goed….

Zondag 30 mei 2004 Eerste Pinksterdag

Ergens na half elf kruipen we uit bed. Jenny heeft dan al een tijdje de schuifdeur open gegooid om aan een acute verstikkingsdood te ontsnappen. Dit ligt niet aan eventuele zweetvoeten van Nico die onder het dekbed uitkomen, maar aan de zon die al een tijdje op de camper staat te branden. Het belooft dus een mooie dag te worden. We brunchen buiten in het zonnetje, wanneer er plotsklaps 2 dames langskomen die –blijkens het gisteren door de ééntalige portier ingevulde aankomstbon die ze bij zich hebben (de bon, nièt de portier) – kennelijk bij deze camping horen. Eén spreekt uitsluitend Slowaaks, de andere kent zo’n 150 woorden Duits en fungeert als ondertiteling. Kennelijk werden we deze morgen om 9.00 uur al bij de receptie verwacht (nooit gehoord van uitslapen?) en niet pas op maandag, zoals we gisteren uit het handen-en-voetenspel van de portier meenden op te maken. Na eerst nog een plakje brood naar binnen te hebben gewerkt, toogt Nico op de fiets naar de receptie. Daar herhaalt zich het ondertitelingverhaal en de niet-Duitssprekende dame krijgt gelijk Les 1 in de cursus: “Hoe krijg ik 2 Nederlanders in de computer verwerkt”. Okay en Enter zijn kennelijk ook Slowaakse woorden. De dames menen dat de door de portier opgeschreven cijfers het paspoortnummer van Nico zijn, in plaats van het –inmiddels verlopen- lidmaatschapsnummer op het oude ANWB-campingcarnet van vorig jaar met het doorgekraste jaartal. Uit het steenkolen-duits maakt Nico op dat de dames ook graag het paspoortnummer van “Erwachsene Nummer 2” willen hebben. Omdat Nico het verrekt om weer naar de bus heen en weer te fietsen terwijl er ook nog krentenbrood met spijs ligt te wachten, trekt hij vrolijk het Zweedse campingcarnet te voorschijn en geeft aan dat het kaartnummer wel eens het pasnummer van Jenny zou kunnen zijn. Zo is iedereen weer gelukkig op deze zonnige Pinkstermorgen.

De campingprijs valt mee, alleen kent deze gemeente het trucje om zowel de dag van aankomst als die van vertrek mee te tellen voor de toeristenbelasting. Twee nachten verblijf kost dus 3 dagen “Kurtax”. Misschien heeft de gemeentesecretaris op de administratie van een Nederlands ziekenhuis gewerkt, waar dáár kennen ze dit trucje ook.

Na lekker in de zon te hebben gebakken, gaan we een stukske fietsen. Het is best warm. Na zo’n 5 kilometer verlaten we de doorgaande weg en gaan een geasfalteerde zijweg in, in de vrolijke veronderstelling dat deze weg ons naar het meer voert en wellicht naar een weggetje langs het meer. Fout dus: Na een leuke afdaling loopt de weg dood op een hek voor een huis. In dit land hebben ze het verkeersbord “Doodlopende weg” nog niet uitgevonden. Dit zou verplicht moeten worden voor nieuwe EG-lidstaten!

We fietsen weer terug naar het dorp en bezoeken de eerste kerk (op slot, moet volgens een bordje tussen 1995 en 2005 gerestaureerd worden. Is kennelijk nog niet ècht gelukt om een begin te maken). Dan maar naar de tweede kerk. Hier geen bordje, wèl een hangslot.

Daarop weer naar de camping en nog even lekker zonnen. ’s Avonds na een douchebeurt om de vereiste properheid weer te bereiken gaan we opnieuw naar het rookvrije restaurant. Dit keer eten we wat uitgebreider. We sluiten de maaltijd deze keer maar af met koffie. Op de vraag of we espresso willen, antwoorden we dapper dat we “normale koffie” willen. We begrijpen gelijk waarom er een glaasje bronwater bij geserveerd wordt: Om de prut uit je mond te kunnen spoelen! Inclusief fooi overschrijden we ons eet-budget met € 1,50, maar een kniesoor die daar op let. Teruggekomen op de camping zitten we nog even buiten, maar het wordt al snel wat frisser, ondanks ons gel-vuur (verjaardagscadeautje voor Nico!)

Daarop verplaatsen we ons naar binnen en komt er bijna een eind aan een zonnige Pinkster-/rust-/fiets- en geniet-zondag.

Maandag 31 mei 2004 Tweede Pinksterdag

We staan even na achten op, ontbijten buiten, want het zonnetje schijnt al volop, breken in een rustig tempo op en verlaten tegen tienen de camping. De gisteren aangekomen Nederlanders die achter ons zijn gaan staan en net vanmorgen hun luifel, grondzeil en overige buitenbedoening hebben opgebouwd, besluiten hun hele zaakje weer af te breken en “ons” plekje in te nemen. Het is warm en zonnig, dus korte broeken / blote voeten-weer en we gaan shoppen in Liptovsky Mikulás. In dit land doen ze dus niet aan Tweede Pinksterdag. Bij de plaatselijke I(nfo) vernemen we dat de grotten elke dag open zijn, behalve maandag. Na een tweede uurtje shoppen rijden we naar Svaty Kriz, waar de grootste houten kerk van Centraal Europa staat. Inderdaad een redelijk bouwwerk, maar in Finland hebben we nog steeds de allergrootste houten kerk gezien. Deze kerk wordt kennelijk veel bezocht door inheemsen met een hoog 70+-gehalte. De ene roestbus na de andere komt en gaat. Bij een van deze “bussen” zijn de ramen zo smerig dat je alleen nog door de roestgaten in de achterdeur naar buiten kunt kijken. In Nederland worden deze bussen niet eens meer gekeurd; die gaan linea recta de schrootpers in. Na de lunch rijden we een stukje terug en gaan het dal in waar behalve een ijsgrot en nog een grot ook een camping moet zijn. Zijn we morgen voor het geplande grottenbezoek mooi dichtbij. We stoppen even bij de ijsgrot om wat info mee te nemen (temperatuur, loopafstand naar èn in de grot etc.) en rijden vervolgens naar de camping. Die ligt bij een fonkelgloednieuw hotel en restaurant, maar aan de camping is de vooruitgang helaas nog niet toegekomen. Zou wellicht mee kunnen vallen, donkere houten sani-gebouwtjes en zo, maar het gras staat op heuphoogte en er is helemaal niemand. Nico dreigt het acuut op zijn heupen te krijgen en verlaat dit oord gezwind. We gaan de vallei weer uit en rijden een stukje in oostelijke richting naar Liptovskí Hrádok. Daar moet volgens de kaart ook een camping zijn. Na enig zoeken en een tussenstop bij de I(nfo) zien we net buiten het dorp het camping-verwijsbord en gelijk aan de overkant tot onze schrik en ontzetting een verrotte caravan op een smerig grasveld, zo mogelijk nog ellendiger dan de plek die Nico ontvlucht was. In tweede instantie blijkt dit een industrieterrein te zijn en ligt de camping iets verder bij een hotel.

Het is inmiddels aardig afgekoeld en bewolkt geraakt. De eerste druppels kondigen een paar forse regenbuien aan. We zijn de derde camper op deze Autocamping en verder is er één hutje bewoond. Keuken en sanitair bevinden zich in het souterrain van het hotel. Niet direct fonkelmodern, maar stammend uit het communistische tijdperk is het zeker niet slecht. De camping zelf is ook heel aardig, hoewel in de regen alles natuurlijk een beetje minder lijkt. We gaan uit eten in het hotel en ook nu is de prijs weer het bewijs dat je hier nog best kunt vertoeven. Wat te denken van het volgende toetje: Hazelnootcrème die verdronken is in de rum, waarna het delict is afgedekt met een beste berg slagroom. Kosten dezes een schamele Sk 35,- (=€ 1,05). Daar koop je in Nederland net een waterijsje voor…..

Na de maaltijd –het is inmiddels weer droog geworden- maken we een wandelingetje en komen bij de naastgelegen rivier. Deze steken we over middels een zwiepende staalkabelbrug uit de tijd van Maarschalk Tito of nog verder daarvoor. We gaan linksaf en even later weer terug naar de camping. Van een Duits echtpaar horen we dat na de brug rechtsaf een bron ontspringt waar veel mensen uit het dorp en ook nogal wat campingbezoekers water komen halen. Er zou vandaag zelfs een camper afgeladen met flessen vertrokken zijn. Na deze interessante gegevensuitwisseling wordt het tijd voor het dagelijks properheidsritueel. We zijn de enige douchers in deze geel geschilderde ijzeren douches-met-deuren-zonder-slot. Eerlijkheidshalve moet gezegd worden dat de toiletten op deze camping wèl over normale WC-sloten beschikken in plaats van die WC’s-met- sleutels-die-er-vaak-niet-meer-zijn.

Al met al toch wel een aardige camping. Misschien had N. de vorige tòch een kans moeten geven….?????

Dinsdag 1 juni 2004: Een gevarieerde dag…..

We staan ergens na negenen op. We hebben bewust geen wekker gezet, om eens lekker door te slapen. Uit Jenny’s mededelingen valt op te maken dat Nico deze nacht minder bomen heeft omgezaagd dan gebruikelijk. Nadat we ons boeltje gepakt hebben verlaten we de camping en gaan over de secundaire weg naar Liptovský Mikulas. Daar shoppen we bij de zelfde supermarkt als gisteren. Na gedane inkopen rijden we voor de tweede keer het dal met de grotten in en parkeren rond 11.45 uur voor Sk 120 bij de parkeerplaats voor de ijsgrotten. Het is lekker zonnig en warm . Gewapend met resp. een Noordkaapjack (J) en een Noordkaaptrui (N) beginnen we de wandeling naar boven, naar de grotteningang. In de grotten varieert de temperatuur van even boven nul tot minus 5,7 graden Celsius. De wandeling naar de ingang / kassa duurt volgens de borden 20 minuten, maar wij doen er iets langer over. We kunnen mee met de rondleiding van 13.00 uur en gaan met een klein groepje apart van de Slowaken, met een Duitstalige rondleiding. Niet dat de gids meer dan 3 woorden Duits kent, maar hij zet op regelmatige tijden met de afstandsbediening Duits commentaar via Bose-(!)boxen aan. Zeer indrukwekkend allemaal.

De grottentocht duurt een kleine 3 kwartier en de meegenomen dikke kleding komt best van pas. Naast Sk 130 per persoon hebben we ook nog eens Sk 100 betaald voor het voorrecht om foto’s te mogen maken. Als tegenprestatie mag Nico een grote oranje sticker met “foto” erop op zijn borst plakken. Een slimme Nederlander in de groep schiet met enige regelmaat gelijk met Nico foto’s. Die zet gelijk de flitser uit en het nieuwe digitale fototoestel (verjaardagskadooooo!!!!) op nachtstand; daarmee krijg je veel mooiere foto’s van de grotten. Buiten gekomen blijkt het daar geregend te hebben. Na afloop van deze indrukwekkende tocht verlaten we voor de laatste keer het dal. Bij de bushalte pikken we nog 2 groepsgenoten op die naar Liptovský Mikulas toe moeten. Is voor ons maar amper een kilometer omrijden. Slowaken zijn het niet, hoogstwaarschijnlijk Polen. In Nederland kennen ze alleen maar “Utrecht”. We hebben ze verteld dat wij “etwas Nördlicher” wonen. We verlaten nu definitief en echt voor de laatste keer Liptovský Mikulas en gaan via de snelweg naar Besenovà. Daar is een Thermaalbad met zwembad. Het water is een tikkie bruin van kleur dus. Nadat Nico door zijn smoezen om niet te gaan heen is, wordt het complex betreden. In het “warme” bassin is het water 40 graden, het “koude” deel moet het doen met 30 graden. Behalve veel jeugd (zo af en toe zijn er live-optredens van diverse groepjes) zijn er aardig wat leeftijd- en buikgenoten van ons, dus zoveel vallen we hier niet op. Net wanneer de lucht echt dreigend wordt vertrekken we. Na het afdouchen en op weg naar de uitgang begint het te regenen. Goed gepland dus.

We verlaten het dorp en rijden verder in westelijke richting. We besluiten om te overnachten op een camping in Martin. Zodra we van de doorgaande weg afslaan richting camping, weet Nico het zeker: “Hier zijn we eerder geweest”. Het blijkt inderdaad de camping te zijn die we vele jaren geleden op weg naar Budapest hebben bezocht en die ons er toen toe bracht om vooral nergens en nooit meer in Slowakije te overnachten. Het valt nu allemaal wel mee; we zijn wat ouder en misschien ook wel wat wijzer. Wat niet veranderd is, is het krankzinnige prijsniveau van deze camping. Sk 560 (=€ 16,80) is naar Nederlandse begrippen misschien niet veel, maar voor Slowaakse begrippen (en we beginnen kenners te worden) knap aan de hoge kant. We schuiven al ons geld bij elkaar en zijn daarna nagenoeg blut. Volgens de campingdame is er in Vrutky, een paar kilometer verderop, wel een pinapparaat.

e fietstocht gaat 3 keer naar beneden, we beseffen ons terdege dat we ook weer omhoog moeten….. In het dorp is inderdaad een pinapparaat (terwijl Nico pint ontdekt Jenny 2 andere) en bij aanvang van de terugweg (3 x omhoog) begint het te regenen. We besluiten om bij een restaurantje dat een eindje van de camping af ligt te gaan eten. De camping heeft ook wel een restaurantje, maar we vinden dat we dáár de kas al méér dan genoeg hebben gespekt. De keus voor het andere restaurant blijkt een gouden greep. We zijn de enige eters. Het duurt volgens de spijskaart een half uurtje voor het eten klaar is –tenzij je goulash bestelt, maar die heeft Jenny gisteren ook al gehad. De baas van het spul spreekt een mondje Duits, zijn vrouw niet, maar dat mag bij haar de pret niet drukken. Ze kwettert aan de lopende band in het Slowaaks tegen ons. We worden bediend alsof we Joost-mag-weten-wie zijn, en na de zeer uitgebreide maaltijd komt ze zelfs met 2 schaaltjes druiven aanzetten. Nico eet zich beroerd, want die krijgt zeker 50% meer druiven te verhapstukken dan Jenny. Op de vraag of we nog een toetje blieven, althans dat denken we, bestellen we koffie. Weer van die “zakkoffie”, maar deze keer met slagroom. We raken al een beetje bedreven in “het-zakspul-niet-zuipen”. Wanneer Jenny na de koffie het toilet gaat bezoeken en Nico denkt dat er nu tòch maar eens afgerekend moet worden, komt de bazin van de tent er zingend en swingend aan met 2 borrelglazen en een fles Wodka. En jawel: twee glazen worden lachend ingeschonken met zo’n blik van “heisen maar, ’t is gezellig”. We vinden het na deze strottenbranders nu toch wel eens tijd worden om af te rekenen, trekken onze jassen aan en begeven ons naar de bar. De totale schade bedraagt Sk 418 (€ 12,54). Jenny fluistert: “Maak er maar 500 van”. Nico geeft de Sk 500 en vermeldt dat het zo wel “gut” is. Dit ontlokt de dame een serie vreugdekreten. Ze pakt 2 borrelglazen (eerst denken we nog naïef dat we die als herinnering krijgen), begint ze vervolgens vol te gieten met wodka, onzer het luidkeels roepen van haar man. Wanneer deze er ook bijkomt moet ‘ie ook meedrinken en moeten we proosten. Dat lukt prima en de wodka brandt de slokdarm lekker schoon. Maar nog is het niet genoeg. We moeten ook nog de Slivowitz (of Slibowitz) uit eigen land proberen. Die blijkt de slokdarm nòg effectiever schoon te branden, maar dat is niet ongebruikelijk voor een drankje van 52%. Om de brand te blussen wordt bronwater aangerukt. Jenny zet veiligheidshalve haar borrelglas maar vast op de kop neer. Nico doet even later na een vragende blik van de waard het zelfde. Na dit originele einde van een herinneringswaardige maaltijd verlaten we het pand. Buiten blijkt dat onze fietsen tijdens de maaltijd netjes onder het afdak uit de regen zijn gezet. Zo’n maaltijd laat je toch weer heel anders tegen dit land aankijken. We zijn dit jaar een stuk positiever in Martin dan jaren geleden…… We zien in ieder geval kans om de camping te halen, in de regen op de fiets zelfs en tegen de bult op. Jenny belt met Paul, die morgen op oefening gaat en Nico probeert zo goed en zo kwaad als het kan om de wedervaardigheden van deze dag op de laptop te krijgen. Het is maar goed dat we in het termaalzwembad al gedoucht hebben. Nu nog op de camping proper worden lijkt wat teveel gevraagd…..

Woensdag 2 juni 2004 Een làààànge dag….

Om kwart over 9 worden we wakker. We ontbijten en héél rustig breken we op. Jenny doet een stukje herinrichting van de bergruimte onder het bed en Nico komt er achter dat op de “leegplaats” voor afvalwater en porta-potti’s er overduidelijk géén stankslot aanwezig is. Om 10.30 uur verlaten we de voor onze begrippen dure camping in Martin en gaan op weg naar Tsjechië. Het is half bewolkt, maar al wel lekker warm. In Zilina doen we boodschappen in een héééééle grote hypersupermarkt, een Tesco. Eigenlijk wilden we naar de Carrefour, maar die hebben in de stad zelf geen verwijsborden geplaatst, wel een eind ervoor. We zagen de Carrefour dus pas toen we volgepakt wegreden. De laatste Slowaakse kronen vertanken we en we rijden over weg 18 / E442 naar de Tsjechische grens. Vlak voor de grens worden we nog aangehouden door de Slowaakse politie voor een papierencontrole. De dame en heer zijn echter meer geïnteresseerd in onze stickers op de zijruit.

Net over de grens om 13.45 uur begint het te regenen en het houdt maar niet op. Door het lange shoppen zijn we een beetje laat en we beseffen dat we eigenlijk geen goed plan hebben over wat we waar in Tsjechië willen gaan doen. We besluiten om in één of twee stappen naar Praag te gaan. Een keer Praag met z’n tweeën moet ook leuk zijn, hebben we nog nooit gedaan. We kopen een Autobahn-vignet, die kun je nu voor een bepaald aantal dagen kopen. In eerste instantie besluiten we “binnendoor” te rijden, over weg 150 en verder in de richting van Praag. We willen toch maar een camping langs deze route bezoeken, anders moeten we via een andere route non-stop de vierbaans naar Praag nemen en in het donker in Praag een camping zoeken is ook niet alles. De door ons uitgezochte camping in de buurt van Zdar kunnen we niet vinden. Er staan geen verwijsborden. De volgende zou in of bij Vèz moeten zijn. Voordat we daar zijn, worden we eerst een gigantisch eind omgeleid over piepkleine landweggetjes. Eenmaal terug op de goede weg is er in Vèz geen camping te vinden. In het volgende gehucht staat plotsklaps een campingverwijsbord aan de weg! We volgen een piepklein weggetje, amper éénbaans, en komen na een hoop kleine weggetjes bij een camping waar helemaal niemand aanwezig is: geen campinggasten, geen personeel, helemaal niets. Ook de gebouwen zitten op slot. We besluiten om iets verder dan maar de snelweg naar Praag op te gaan. De gestadige regen gaat inmiddels over in stortregens en onweer. Net op de Autobahn aangekomen, zien we aan de overkant een Mercedes met de neus de verkeerde kant op totaal in de kreukels liggen bovenop een draagbalk die halverwege de schuine zijkant van een viaduct staat. Hoe die auto daar ooit is gekomen is niet voor te stellen.

Een eind verder op onze rijbaan ontstaat een file omdat drie of vier auto’s op elkaar zijn geknald. Een goede nacht voor sleepdiensten. Even later informeren we bij een motel wat een tweepersoonskamer voor één nacht moet kosten. We vinden Czk 1.660 wat teveel van het goede. Bovendien dreunt het hele motel bij elke langsrijdende vrachtwagen. Logisch, want het ding staat precies tussen de snelweg en de parkeerplaats in. Zoiets bedenk je niet. Uiteindelijk tanken we om 22.30 uur een kleine 40 kilometer voor Praag en gaan op de vrachtwagenparkeerplaats achter een Duitse camper staan. Nico moet nog wel wat bezwaren aan de kant zetten (“dat mag hier niet, maar hij doet het ook, dus waarom wij dan niet?”). Zo tegen 1.00 uur gaan we maar eens slapen.

Donderdag 3 juni: Praag

Rond 8 uur kruipen we uit bed. De wekker liep al eerder af, maar die hebben we een paar keer verlengd, want we slapen nog zó lekker…Om kwart over negen gaan we weer op weg. De tijd tussen 10 en 11 uur brengen we door bij een hypersupermarkt (Hypernova) in een voorstad van Praag. Het ding heeft maal liefst 46 kassa’s en dát in een voorstadje van Praag. Sommige personeelsleden scheuren op skeelers rond…..

Daarna gaan we verder naar Praag en rijden in één keer naar Camping Kotva in Branìk. De huisjes zijn er verdwenen, maar de “oude man met eeuwige Marlboro in zijn hoofd” is er nog wel. Nadat we ons boeltje hebben opgezet, gaan we de stad in. Met tramlijn 3, alleen laat Nico een halte te vroeg voor het Metrostation uitstappen. We pakken de metro naar Mustêk en kopen een dagkaart. Die krijgen we er misschien niet uit, maar het is wel zo makkelijk. En bovendien: een 24-uurst OV-kaart kost € 2,10 dus waarom zou je je druk maken en steeds kaartjes kopen en afstempelen? We pakken weer de metro tot boven de Praagse Burcht. Hoeven we een keer niet te klimmen. Maar: het afdalen voelen we goed in de kuiten. Zal nog wel een restant van de grottentocht zijn….

Voorjaarsvakantie 2004 -190

Na de burcht “pakken” we als verplicht nummer de Karelsbrug. Jenny heeft inmiddels eindelijk het goede burcht-souvenirs-glas gekocht! (Jaren geleden kocht zij een souvenir voor een zacht prijsje, maar helaas van de verkeerde burcht). Aan de andere kant van de brug besluiten we om in te gaan op het aanbod van een paar als matrozen verkleedde “rondvaartverkopers” en even later zitten we in een minirondvaartbootje met een paar man èn met een inbegrepen kop koffie resp. Pivo èn een ijsje. De ”kapitein / matroos” geeft zowel in het Tsjechisch als het Engels wat informatie. Ondanks dat het tripje volgens de verkoper drie kwartier zou duren en volgens de ticket èn in werkelijkheid een half uur, is het voor Czk 270 pp. best wel leuk. We pakken de metro naar “Muzeum” en sjouwen het verplichte rondje heen en weer over de hoofdstraat, ook op zoek naar een plek om te eten. Nico koopt bij C&A een hesje en een korte broek. Bijna weer terug bij “Muzeum” vinden we een leuk restaurant, ook deze keer weer in een kelder, net als in 1998, maar nu een behoorlijk grote. De prijzen zijn wel een tikkie hoger dan we in Slowakije gewend zijn, maar dan moet je natuurlijk niet uitgerekend in de hoofdstraat van Praag gaan eten. Los daarvan is het dineetje verrukkelijk. Allebei hetzelfde menu: runderfilet, gevuld met zalm en overgoten met een kruidensaus. Heerlijk. Daarna stappen we met Nico als absoluut mislukte vervanger van Mark als ‘OV-specialist in Europese hoofdsteden’, doodleuk in tram 3 in de verkeerde richting. Via 2 metrolijnen komen we bij een plek uit waar we in tram 3 in de goede richting stappen en na half tien komen we moe maar voldaan weer op de camping aan. Het is in de loop van de middag droog geworden en ook weer wat warmer. Nu, net na half 12, begint het wat frisser te worden en wordt het tijd om de laptop en de campingtafel weer in de camper op te bergen. Welterusten!

Vrijdag 4 juni 2004 Terugweg…

We “slapen uit” tot een uur of negen. De zon schijnt al weer en het lijkt een warme dag te worden. We ontbijten lekker buiten in de zon, maar pas nadat Vader & Moeder Zwaan met hun kroost weer terugwaggelen naar de Moldau. Een Italiaanse dame heeft van Vader Zwaan al een beet gekregen. We verlaten Camping Kotva Branik en verlaten via de rondweg Praag, waar veel chauffeurs kennelijk aan het oefenen zijn om in Parijs te kunnen rijden. Aan de rand van Praag gaan we shoppen in Europark, weer zo’n gigastore-gebeuren, dit keer bij een InterSpar, een zaak vergeleken waarmee Appie Hein in Zwolle wordt teruggebracht tot het niveau van een buurtsuper. Waar zijn die mega- winkels in Nederland toch? Hoogstwaarschijnlijk onmogelijk gemaakt door gemeentelijke regeltjes, hinderwetten, belangengroepjes en inspraakprocedures waarbij een illegaal wonende zwerver nog bouwplannen kan verhinderen. Over een paar jaar komen de Tsjechen en Slowaken in Nederland kijken “hoe je vroeger boodschappen deed”.

Het lukt ons onbedoeld om op een handjevol kronen na al ons Tsjechische geld erdoor te jagen. Later dan bedoeld, maar dat heb je met die grote winkels, verlaten we Praag en zetten koers richting grens. Na Teplice, waar dit keer slechts een beperkte dagploeg van de dames van lichte / liggende zeden hun waren “aan de man” probeert te brengen, begint de beklimming van de heuvels waar de grens ligt. De laatste kronen worden in chocola omgezet en zonder ook maar iets of iemand te zien zijn we ineens in Duitsland. Pas daar is de gezamenlijke Tsjechisch – Duitse grenscontrole, waar we zonder problemen na een oppervlakkige blik op de passen door kunnen rijden. Welkom in de EG! Het is drie uur wanneer we Duitsland binnenrijden. De weg daalt heel scherp en net na de gemeentegrens, waar elk normaal mens nog aan het afremmen is, ziet Nico een verdachte auto langs de weg en trapt extra op de rem. Tòch nog geflitst, met ca. 60 kilometer op de teller. Afwachten of we een verassing in de bus krijgen. Niet alleen Nederland kent gelegaliseerde zakkenvullers……..

We zetten koers richting Dresden. De weg is al veel beter dan de laatste keer, maar de Autobahn naar en om Dresden heen is nog niet klaar, hoewel de transitweg door Dresden al behoorlijk opgeschoten is. Wel lijkt Dresden qua infrastructuur nog steeds één grote bouwput. We zijn deze keer snel door Dresden heen en rijden de A17 op, richting Leipzig. Op een paar stukken DDR-Autobahn zonder vluchtstrook na is de hele weg van Dresden tot Magdenburg al bijna helemaal driebaans met vluchtstrook. De lucht trekt weer angstig vertrouwd dicht en even later giet het weer met bakken uit de lucht. Om kwart over zeven tanken we en eten we een hapje bij Raststätte Lappwald, net voorbij de oude grensovergang / controlepost Helmstedt. We besluiten om hier vlakbij een camping op te zoeken, maar wanneer we afrit 62 afrijden, zien we een verwijsbord naar een camping èn een verwijsbord naar een camper-parkeerplaats. Vlak voor de bewoonde wereld van Bad Helmstedt gaan de routes uiteen. Wij volgen de Camper-P-borden en komen via het stadspark uit op een grote parkeerplaats bij het “Brunnen-theater”, aan de rand van een natuurpark, met een parkeerstrook voor campers. Er staan 2 Duitse campers op rij en wij worden nummer 3 om precies kwart over acht. Behalve een enkele blaffende hond zijn hier alleen maar zingende vogels te horen, dus het lijkt hier allemaal heel aardig.

Zaterdag 5 juni 2004 Thuisreis met omweg

We worden om kwart over acht wakker. Van de gisteravond feest(vuur-)vierende Duitse jongelui hebben we helemaal niets gehoord, maar we hadden veiligheidshalve ook het dak naar beneden gedaan. Om kwart voor tien verlaten we deze camper- parkeerplek bij Helmstedt en vervolgen onze weg. De dag begint zonnig, maar er komen ook weer wolken opzetten, gevolgd door regen. We rijden een keer verkeerd, maar zijn in no time weer terug op de goede Autobahn. Een eindje voor Nederland slaan we rechtsaf weg nr. 70 op. We gaan parallel aan de grens omhoog. We missen Lingen, maar in Meppen shoppen we in een redelijk grote Marktkauf. Via de weg naar Coevorden / Emmen komen we Nederland in. De bedoeling is om over de A28 tot Meppel te rijden en dan rechtsaf de A32 op te gaan, omdat we nog naar een 25-jarig huwelijksfeest van Dingeman en Carla de Jong willen. Die houden dat (of all places) in Warns, bij Stavoren, in het Friese. De A28 voorbij Hoogeveen blijkt afgezet en we worden omgeleid via een tweebaansweg tot bij Meppel. Schiet dus niet echt op. Voorbij Heerenveen tanken we en kleden ons om. Daarna op naar Warns, waar we tussen vijf en half zes aankomen. We ontmoeten een paar ex- Youth for Christers, zowel plaatselijk (= Zwolle, het bruidspaar en Felicia Huizen), als landelijk (Bart van Empel). Rond acht uur verlaten we het feest en rijden huiswaarts, waar rond negenen aankomen. We hebben er dan in 10 dagen zo’n 3.100 kilometer op zitten.

Tien dagen is voor deze afstand wellicht wat aan de krappe kant. Van Tsjechië hebben we het meeste vanuit de auto gezien, m.u.v. Praag dan. Voor een volgende trip naar Slowakije en Tsjechië lijkt het een goed idee om meer tijd uit te trekken èn om pas weer over Polen te gaan, wanneer de snelwegen daar volledig vierbaans zijn. Maar gezien het vele handwerk dat we in Polen aan nieuwe wegvlakken zagen gebeuren, kan dat nog wel even duren.

Klik hier voor de foto’s (90 stuks)