2007: Zomervakantie Corsica en Sardinië

“Naar het Zuiden”

van maandag 3 september t/m vrijdag 21 september

Maandag 3 september 2007 419 km. Nico
We doen héél rustig aan deze morgen, het afgelopen weekend hebben we namelijk een Familieweekend gehad.
Pas na twaalven verlaten we d‘ Allee onder een bewolkte hemel met “nu en dan een bui”. Veel “warmer” dan 13 graden is het dan niet.
Na een uurtje passeren we de grens met Duitsland en via Keulen vervolgen we de A3. Een eindje onder Keulen maakt Nico een enorme slinger wanneer een auto achter vrachtwagen plotseling gaat inhalen, terwijl wijzelf die vrachtwagen willen gaan inhalen. Nico wil naar links uitwijken, terwijl een Duitser met of zonder vliegbrevet al bezig is om ons “Blauwe Busje” in te halen, maar het gaat (nèt) goed. Een ingeving van Jenny volgend verlaten we de A3 richting Koblenz en rijden een klein stukje over Weg 42 langs de Rijn. In een poging om pas voorbij Koblenz de Rijn over te steken nemen we de verkeerde afrit en zitten ineens weer vrolijk op een weg richting de A3. Pas verder bij een afslag verlaten we deze verkeerde weg en merken dat er geen oprit in de goede richting is. We stoppen even achter een camper in een bosweggetje en even later komt een ietwat geschminkte dame uit de geparkeerde camper vertellen dat we hier niet mogen staan omdat zij hier “werkt”. Pas later valt het kwartje: werken in het bos? Maar ze wijst wel een weg terug richting Rijn en na korte tijd zitten we weer op Weg 42 en nemen dit keer de goede afslag. We besluiten om langs de Rijn te overnachten. In St. Goar is de Loreleyblick- camping mudvol en nat. Na 2 camperplekken te hebben bekeken strijken we uiteindelijk rond half zeven neer op een camping in Trechtinghaus; daar hebben we in 2000 met DK 2 ook een keer overnacht. Je wordt gelokt met een bordje met camperplaatsen, maar staat uiteindelijk gewoon op de camping, maar wèl “direkt am Rhein”. Onderweg hebben we een paar soms forse regenbuien gehad en is de temperatuur heel even tot 20 graden geklommen, maar het is ’s avonds toch wel frisjes aan het worden.
Vrij snel gaan we op zoek naar een eetgelegenheid. “Gashaus Weiβer Roβ” is eenvoudig, maar serveert een prima maaltijd. Daarna terug naar de camping, douchen, verslagje maken en dan op stok. Dat gebeurt vannacht met het hefdak naar beneden; Aan weerskanten denderen treinen voorbij en de schepen die stroomopwaarts varen doen dit ook niet geruisloos, vandaar.
Volgens de van Paul geleende “Tomtom”, waarvan ik echt hoop dat ik ‘m nog een keer ga snappen, is het nog zo’n 830 kilometer naar Genua. We zullen wel zien.

Dinsdag 4 september 2007 610 km Jenny
Het is 8.00 uur als wij opstaan, vanwege de treinen en het vroeg naar bed gaan kunnen we niet meer slapen. Maar oh wat is het koud geworden, de buitenthermometer wijst slechts 10,5 graden aan. Om 9.00 uur zijn wij klaar om te vertrekken, we gaan langs de Rijn richting Bingen om daar snelweg 61 op te zoeken. Dat lukt en via deze weg, een stukje van weg 6 en weg 5 die zuidwaarts gaat gaan wij naar Basel. Onderweg zoeken we naar een big supermarket, maar al wat wij vinden zijn Rastättes. Bij een van hen, in Baden-Baden tanken we en bezoeken een wegkerk (in het Duits: autobahnkirche, in het Zweeds gewoon Vägkirka) en steken een kaarsje aan. Ergens anders vinden we een redelijke supermarkt en doen inkopen. We eten op de parkeerplaats meteen ons net gekochte brood op.

Om 14.00 uur komen we in Basel en passeren daarmee de grens naar Zwitserland. Bij een wegrestaurant houden we een lange pauze omdat Nico niet zo lekker is. Wanneer het weer wat beter gaat vervolgen we onze weg naar Italië, dwars door Zwitserland. Dat betekent veel bergen en veel tunnels. Jenny rijdt ze bijna allemaal en draait er haar hand niet voor om. Dat is wel eens anders geweest. Het verschil met de tunnels in Noorwegen (die ze soms wel moeilijk vindt) is dat deze tunnels allemaal goed verlicht zijn, ruim en overzichtelijk en meestal twee rijbanen hebben. Behalve de Gotharttunnel, die heeft één buis met verkeer in beide richtingen. Deze 17 km lange tunnel rijdt Jenny ook, omdat de Gothartpas die Nico zou rijden in de wolken en regen ligt. We doen ruim een kwartier over deze tunnel en het is goed dat we de ventilatie in de camper afsluiten, want halverwege de tunnel zit het vol met uitlaatgassen.

Het laatste stuk naar Lucarno rijdt Nico. Thuis hadden we op internet een camperparkeerplaats in Lucarno gevonden en zonder de inbreng van Tomtom vinden we die heel gemakkelijk met de Zwitserse wegenkaart. De plaats is precies zo als hij wordt beschreven in campercontact.nl, maar ondanks de magere 6 die hij scoort hij bevalt ons prima. Nico gooit net zoveel Zwitserse franken in de parkeerautomaat tot wij tot morgenochtend 10.10 uur hier kunnen blijven staan. Het kost 12 franken (20 voor 24 uur).
We eten een Hollands potje van thuis (slavink, aardappelen en boontjes uit eigen tuin) en gaan dan heerlijk bijkomen van deze dag. Ons plekje is pal aan de weg met aan de andere kant van de camper een bos. We hopen dat het dak omhoog kan blijven i.v.m. het geluid van de voorbijrijdende auto’s. Het is hier namelijk gewoon weer warm geworden en het zuchtje wind door het hefdak is welkom.

Woensdag 5 september 2007 282 km Nico
Om 8 uur staan we “wekkerloos” op. De afgelopen nacht hebben we goed geslapen, op een enkele “snurkmelding” aan het adres van Nico na. Het dak moest vannacht dicht, vanweg de autogeluiden buiten. Het weer is al zo goed dat we buiten ontbijten, geheel in tegenstelling tot een dag geleden aan de Rijn toen het met moeite tien graden was. De lucht is onbewolkt en belooft veel goeds. Na een korte parkwandeling verlaten we rond kwart voor tien deze camperovernachtingsplek (met parktoilet) en rijden via een “pas”(-je) naar de Autobahn, de E37. We passeren Lugano en daarna de Zwitsers- Italiaanse grens. Rond 11.00 uur shoppen we in Como. Even voor Milaan slaan we rechtsaf naar de A7, richting Genova (Genua). We picknicken van kwart voor één tot half twee en vinden later op de middag redelijk snel (1 keer een extra rondje rijden) de inscheepplek naar Corsica en na een keer vragen het “ticket-office” van Moby Lines. We kunnen gewoon de volgende dag om 9 uur mee. De baliedame maakt echter eerst een rekenfout: in plaats van de € 148 die we thuis berekend hadden komt ze uit op € 66,-. No problémo, maar wanneer we vragen waar we in de buurt in onze camper kunnen overnachten blijkt het misverstand: ze had een “gewone” auto gerekend (voor het “bijzondere” tarief van € 1) en die hebben we niet. Uiteindelijk komen we uit op het thuis berekende “vroegboektarief” van € 126, nog steeds ruim € 20 onder het reguliere tarief. Maar dan is de vraag: waar overnachten we? De parkeerplek bij de incheck-terminal lijkt niet denderend: veel herrie van in- en uitschepende auto’s en vrachtwagens, niet echt frisse lucht met al die uitlaatgassen en een komen en gaan van kortparkeerders. We gaan maar eens naar de “(Tourist-I(nfo)” en fietsen daarvoor een stukje naar de stad. Er blijken 2 campings in andere plaatsen, niet in Genua, maar links en rechts daarvan. Wel is er een “gefaciliteerde” camperovernachtingsplek in of boven het noorden van de stad, die wordt opgetekend op een schema met Openbaar Vervoer in Genua en omgeving. We krijgen we van alle plekken het adres en telefoonnummer. Nu was het best wel leuk geweest wanneer de van Paul geleende pocket- PC met navigatiesoftware het nog had gedaan. Maar die liep gisteren muurvast en kon alleen met een harde reset uit zijn lijden verlost worden. Resultaat: Het apparaat denkt weer vrolijk dat ‘ie nèt weer uit de fabriek komt en er is dus geen Mio-Map meer voorhanden. Dan maar rijden op de wegenkaart.

De camping moet wel om uiterlijk 7 uur ’s morgens de slagboom, poort of whatever open hebben, anders zijn we misschien te laat voor de boot. Zelfs nu in het naseizoen moet je met auto nog 1½ uur voor vertrek, dus om half acht (!) aanwezig zijn. Het verkeer uit Genua is meer dan druk en bovendien volslagen krankzinnig. Twee rijen dik, met aan drie kanten scooter-idioten die overal tussendoor schieten. Plaatsnaambordjes zijn niet te vinden, dus raden maar wanneer je in het goede dorp bent. De camping moet voorbij het vliegveld zijn en wanneer Nico een bordje “Camping rechtsaf” voorbijrijdt, menen we oprecht dat dit niet de goede camping is(!). Wanneer we er kilometers later achterkomen dat er geen borden naar het vliegveld meer zijn en de eerstvolgende aangegeven plaats op de kaart voorbij onze bestemming ligt, keren we maar eens om. Na enige kilometers terug rijden zien we een bordje met Camping – nu dus linksaf – en worden we door een doolhof van eenrichtingsverkeerweggetjes de heuvel op geleid. We komen na zeven uur op de camping aan. De poort gaat ’s morgens om half zes al open, dus dat zit wel snor. We zoeken een camperplek uit voor een stacaravantarief, maar op deze momenten zijn we verre van kieskeurig. We lozen afvalwater en laden vers water en na korte tijd zitten we aan het diner, waarna we gaan afwassen en douchen. Dáárom hebben we voor een camping gekozen, om al die dingen te kunnen doen die we aan de haven niet kunnen: dak omhoog in een rustige omgeving, ook ’s nachts, nog even lekker buiten zitten, douchen, stroom en al die andere dingen die het vakantieleven nèt iets aangenamer maken. Bij de haven was ook nog een betaalde parkeerplaats, waar we wel voor € 25 een nachtje mochten blijven, maar dan zijn die € 3 extra voor deze camping het dubbel en dwars waard. Wel blijft het even wennen dat het ’s avonds zo vroeg donker is…..En nou maar zien of we morgen om 6 uur fris uit de veren kunnen komen. Het zal we moeten….

Donderdag 6 september 2007 131 km Jenny
Nou, het is erg vroeg als om 6.00 uur de wekker af gaat om ons uit dromenland te halen. Wij zijn blijkbaar niet de enigen, want om ons heen zie ik meer licht branden in campers en caravans. Het is dan ook nog helemaal donker zo vroeg in de morgen. Om 7.00 uur vertrekken we op weg naar de haven. We doen er drie kwartier over, want het lukt ons niet om in een keer de goede afslag naar de terminal Trachetti te nemen. Het inchecken gaat heel vlot, maar diverse personeelsleden voelen zich geroepen om onze ticket te bekijken en daarna stickers te plakken op onze voorruit.
Om half negen gaan wij al aan boord en om 9.00 uur vertrekt de “Freedom” van Moby-Lines naar Bastia op Corsica, precies op tijd en volgens het boekje. De hele boot is in Looney-Tunes stijl uitgevoerd, waar je ook kijkt. Er zijn niet veel mensen aan boord en daarom zijn ook niet alle restaurants open, denk ik. Wij vinden een plekje in een bar en drinken de typische Italiaanse koffie. Dat wil zeggen: Nico drinkt twee bakkies, want Jenny’s maag verdraagt echt niet zulke sterke koffie.
In de kleine scheepswinkel kopen we een wegenkaart van Corsica; later blijkt dat we er een in een boekje hebben zitten. Het is wat koud aan boord en ik zie mensen hun trui en jas aantrekken, maar wanneer wij later aan dek komen blijkt de zon volop te schijnen en zien we veel mensen in de zon zitten. Daar is het lekker warm. We eten een pizza, want dan hoeven we later vandaag niet meer te koken. Om 14.00 uur komen we aan in de haven van Bastia, een kwartier te laat. Net na half drie rijden we de boot af. In Bastia gaan we tanken, doen we boodschappen en kopen we kaarten om te versturen. Daarna gaan wij via weg 193 (eerste stuk erg druk) en weg 197 (erg mooi) naar Calvi, een havenstad aan de westkust van Corsica. Daar komen wij om 19.00 uur aan en dankzij de ACSI-kaart staan wij hier voor € 14,00 per nacht op een luxe camping, inclusief alles.

Voor het zwembad is het wat te laat, maar de zee moeten we zien. Het water is gewoonweg lauw, dat belooft veel zwemmen. We eten een stokbrood weg met veel kaasjes en een soepie er bij. En natuurlijk een wit wijntje, dat hoort als je net je boeltje hebt opgezet.

Vrijdag 7 september 2007 92 km Nico
Na het ongekend vroege opstaan op donderdag (om 6 uur !!) is het zéér aangenaam om vandaag “vanzelf”, dus zonder klokwekker, wekkertelefoon en wekkerhorloge op een “natuurlijke” manier rond negen uur uit bed te klimmen. De zon schijnt al volop en de gisteravond aangeritste broekspijpen kunnen er gelijk weer af. We ontbijten buiten met de rug tegen de camper, net uit de zon, maar zo erg heet als vorig jaar in Kroatië is het gelukkig niet. We breken in alle rust op en dankzij de Acsi- kortingskaart kost deze camping ons slechts € 14,- in plaats van € 27,-. Verklaart misschien de zuinige blik van de receptioniste toen ik dit kapitale bedrag per creditcard wilde voldoen? Om kwart voor elf rijden we de camping af en stoppen vrijwel direct bij een redelijk grote Casino- supermarkt. Na de nodige levensbehoeften te hebben ingeslagen rijden we door het centrum van Calvi naar de Citadelle, waar het geboortehuis van Christofel Columbus zou staan (dit heugelijke feit doet zich overigens ook voor in een aantal plaatsen in Italië, doch dit terzijde). Het is behoorlijk warm in de volle zon, maar nog steeds goed te doen.
Na het bezoek aan de Citadelle stoppen we bij een mooi uitzichtpunt net buiten Calvi om te lunchen. Une baquette et du fromage uiteraard; we zijn tenslotte in Frankrijk. Na de lunch gaan we rond kwart voor twee op weg naar het zuiden, langs een kustweg, om een behoorlijk eind op te schieten, ten minste: dat dachten we. Net buiten Calvi wordt de weg plotseling smal, hobbelig en gaat íe hoog boven zee langs steile afgronden. Omdat we aan de westkant omlaag gaan, zit Jenny aan de “steile kant” en daar wordt ze niet vrolijker van. Die paar steentjes die hier en daar als substituut voor een vangrail zijn neergezet boezemen nu niet echt veel vertrouwen in. Al met al schiet het voor geen meter op: gemiddeld komen we met alle tussenstopjes voor werkelijk schitterende uitzichten en vergezichten maar dertig kilometer per uur vooruit. Het lijkt ook niet echt te lukken om een strandje voor zwemmen en eventueel snorkelen te vinden; de weg loopt hoog boven zee en de weggetjes naar beneden zijn vaak niet meer dan zandpaden. Uiteindelijk komen we aan bij Porta, niet een haven maar een plaatsje met die naam (waar overigens wel een haven is, maar die heet niet Porta Porta maar Porta Marina. Bij de haven is geen strandje te vinden en een camping iets verderop die pretendeert vlak bij het strand te liggen, blijkt in werkelijkheid op 20 minuten lopen van het strand verwijderd.

We besluiten door te rijden en een camping vlak bij zee te zoeken. Nico rijdt een afslag voorbij waar Jenny meent een campingverwijzing te zien. Een eind verderop draait Nico, daarbij geholpen door een scooterrijder die een auto tegenhoudt voordat íe op die stomme Hollander kan knallen. Teruggekeerd bij de afslag blijkt het bord te verwijzen naar de “Camping Municipale de Porto”, de gemeentecamping dus. Die blijkt redelijk dicht bij het strand te liggen, dus zetten we voor € 14,20 in no-time ons kampementje op en gaan gewapend met de nodige accessoires èn een gekoeld flesje witte wijn naar het strand. Ruim 900 meter op de fiets, dus daar ben je zo. Na de eerste tewaterlating en een glaasje wijn gaat Jenny voorzien van een snorkelset de zee in en ziet ze ze deze keer niet vliegen, maar zwemmen. Nico houdt het na één reguliere zeegang voor gezien en leest opdrogend de Telegraaf. Overigens wel bijzonder: ‘s morgens om half twaalf in het westen van Corsica een Telegraaf van dezelfde dag te kunnen kopen. Na Jenny ’s eerste snorkel- experience wordt dit heugelijke feit gevierd met de rest van de witte wijn en gaan we even later wat opgedroogd en voldaan campingwaarts.
Na een douche en een prima maaltijd is het inmiddels donker geworden. Er komt nu (kwart over negen) een fris windje opzetten, dus het is maar de vraag of we deze avond in korte broek en hemdje buiten kunnen “uitzitten”.

Zaterdag 8 september 2007 92 km Jenny
Het is nog erg fris wanneer wij vanmorgen om 8.00 uur op staan. De zon schijnt wel, maar achter de hoge bergen. Maar even later –na het ontbijt- moeten we ons al weer omkleden en in de korte broek hijsen, want het begint behoorlijk warm te worden. Dit ritueel van omkleden herhaalt zich de hele dag en hoe later op de dag weer in omgekeerde volgorde. Om 9.30 uur zijn wij klaar om te vertrekken. Ons doel van vandaag is om via de kust en het mooiste snorkelstrandje volgens een internetsite www.snorkelinfo.net naar Ajaccio te rijden om daar een weekendcamping te zoeken voor twee nachten.
In Porto doen we eerst nog boodschappen, want we hebben geen idee of we nog wel een winkel tegenkomen. Daarna vervolgen wij Weg 81, net als gisteren.
De route voert deels door het binnenland, deels langs de hoge kust. Bij Piana is de weg schitterend: hoge rotsen in een soort Canyon, maar dan op Corsica. De weg is zeer smal en het is erg druk met verkeer, dus het is een hele toer om zonder blikschade dit deel te rijden. Maar het uitzicht is prachtig en de foto’s hopelijk ook.

Om 12.00 uur komen we bij –wat men zegt- het mooiste snorkelstrandje van Corsica, het ligt vlak voor Sagone. Wij vinden het dankzij de beschrijving van de internetsite heel gemakkelijk. Vooral de foto van de Geneefse toren hielp daar bij. Het is een kleine parkeerplaats met een klein strandje en het is er helemaal niet druk. Voor het eerst van ons leven gaan wij snorkelen en we ervaren dat er een (onderwater-)wereld voor ons open gaat. Een heel mooie ervaring die we later overbrengen op Nederlanders die ook voor het eerst op Corsica zijn en bij hetzelfde strandje willen gaan zwemmen.
Nadat we nog wat hebben gegeten gaan we op weg naar Ajaccio, via alweer Weg 81. Het schiet lekker op, want de weg is wat breder.

Om 16.00 komen we in Ajaccio aan en omdat we eerst info willen hebben over het Micheline- treintje zoeken we de Touristinfo of hoe dat hier dan ook maar heet. Het is een hele klus om die te vinden, want het is erg druk met auto’s en men staat overal dubbel geparkeerd.
Maar het lukt ons om te parkeren en bij de Touristinfo halen we wat info over campings en dat treintje. Het laatste valt al direct tegen, want de vertrektijden corresponderen niet met ons programma dat wij voor de zondag voor ogen hebben.
Jenny gaat nog even internetten en ziet dat het eerste deel van het vakantieverhaal niet op de Flobbesite staat. Misschien niet goed verzonden? Ook kijkt ze even naar het weer voor de komende tijd in deze buurt en dat ziet er goed uit: het blijft zonnig en tussen de 25 – 28 graden.
Het  internetten blijkt helemaal gratis te zijn.

We zoeken een camping voor dit weekend die dicht bij het strand ligt, maar we ontdekken dat de Corsicanen daar heel makkelijk over denken. Wanneer wij de camping vinden die geadviseerd is door de Touristdame blijkt die in plaats van 100 meter van de strand, 100 meter boven het strand te liggen. We besluiten dat voor lief te nemen omdat er volgens de info op het bord wel een wasmachine is. Later blijkt alles op de camping tegen te vallen. De wasmachine is “out of order”, de plaats is zo scheef als wat, het stikt er van de zwerfkatten, het sanitair is uit het jaar nul. Bij dat laatste dien ik de aantekening te maken dat het een wonder is wanneer wij hier gezond vandaan komen, zó vies is alles. De campings in Slowakije en Tsjechië die wij als “sober” kennen, zijn hierbij paradijsjes en in elk geval schoon. Ik ben benieuwd wat wij morgen moeten betalen, want wij blijven hier geen nacht langer. Wel leerzaam zo’n camping.

Zondag 9 september 2007 97 km Nico
Ergens na achten staan we op. De afgelopen nacht zijn we nog getrakteerd op een vuurwerk aan de overkant van de baai. De zon schijnt vanmorgen al weer volop en het is behoorlijk warm. We beginnen met het luchten van het beddengoed, dat kan mooi even tijdens ons ontbijt. De plaats naast ons –die vele keren rechter is dan de onze- blijkt nog steeds onbezet. Een beetje wrang, wanneer je je campertje met de linker wielen op rotsblokken hebt moeten manoeuvreren om nog een beetje recht te kunnen staan. Maar goed; we zijn vannacht niet uit bed gegleden. Om tien over tien verlaten we dit wangedrocht van een camping. Totale verblijfskosten: € 19,10. Eigenlijk hadden we geld toe moeten hebben omdat we dit helse oord met ons campertje nog de illusie van een camping hebben willen geven…
We rijden dwars door Ajaccio, waar het weer kruip – sluipverkeer is en voor de zoveelste keer het wereldrecord dubbel- parkeren wordt verbeterd. Terwijl Nico nog een kruip- sluiprondje extra rijdt springt Jenny uit de auto om een paar stickers te kopen en even(?) later weer door Nico te worden opgepikt. Daarna rijden we over Weg 196 richting Bonifacio. Een redelijk vlot te rijden doorgaande weg. We gaan nog even een lokale weg in, hopend om een paar menhirs te kunnen bewonderen, maar na tien minuten nog geen menhirs te zien en dus keren we weer om. Later blijkt dat we gewoon door hadden moeten rijden; dan hadden we èn menhirs gezien èn waren we weer op de doorgaande weg uitgekomen. Volgende keer betere wegenkaart aanschaffen. De temperatuur stijgt weer vrolijk ruim boven de 25 graden. De gerepareerde airco komt vandaag prima van pas.
Vrij vroeg in de middag komen we na enig zoekwerk net onder Propriano uit op Camping “Lecci e Murta” in Portigliolo. Redelijk dicht aan het strand (paar minuutjes lopen) en een wereld van verschil met Dante’s Hel van gisteravond. Een parkachtige camping met goed beschutte en met groen afgebakende plaatsen, naar keuze in de zon, in de schaduw of in een mengvorm. Wij kiezen een overwegend schaduwplekje. Als we het goed gelezen hebben kost deze camping rond de € 23 per nacht. We hebben deze vakantie nog niet zo makkelijk ingecheckt als hier: Stroom? Ja graag. Geef je campingcarnet maar af en zoek zelf maar een plekje naar keuze. Geweldig dus. We kopen direct munten voor de wasmachine en de droger, want er moet nu wel een keer gewassen worden. Er is hier ook een zwembad(je), een restaurant / pizzeria en een winkeltje dat niet veel heeft; een fles bronwater voor € 2,- en WC- papier à € 0,50 per rol (Slim, want op de WC ’s hangt niks). Maar al met al een leuke camping. In de namiddag sjokken we naar het strand, een mooi zandstrand en een zee met zandbodem. We snorkelen dus zonder waterschoenen. Die flippers die bij de snorkelset horen moeten we nog uitproberen. Er is hier minder onder water te zien dan gisteren, want er zijn nauwelijks rotsen, maar het is best wel mooi. Na het stranduitje gaan we te voet retour camping, houden een korte “après-mer” (i.p.v. après-ski) en dan vlot onder de douche om het zeezout af te spoelen. Wanneer we schoon en een beetje uitgestoomd zijn gaan we naar het campingrestaurant, best wel een chique tent met al even chique prijzen, maar het smaakt allemaal prima. Op de terugweg van het restaurant naar de camper blijkt in het donker dat men tòch ergens op bezuinigd heeft: de terreinverlichting! Je ziet geen hand voor ogen. Dat wordt dus plassen-met-een-zaklamp….Deze camping bevalt zo goed dat we i.p. besluiten om hier nog een dag op adem te komen en pas dinsdag verder te reizen. Op basis van onze rijervaringen op Corsica tot nu toe lijkt het verstandig om de route over Sardinië te halveren; afzakken langs de oostkust, halverwege door het binnenland “oversteken” en dan weer omhoog langs de westkust.

Maandag 10 september 2007 0 km Nico
Voor ons is deze dag een zondag, een rustdag dus, omdat wij zondagmorgen van die nepcamping uit het jaar nul waren vertrokken. Voor vandaag betekent dat uitslapen, uitgebreid ontbijten en weinig tot niets doen. Nou, we hebben wel veel gelezen, maar ook veel gezwommen. Zelfs twee maal, waarbij Nico zich heeft overtroffen! Vanmorgen (of was het al middag?) eerst in het zwembad geprobeerd wat baantjes te trekken. Dat lukte niet, want het is een klein zwembad en het is rond, dus we konden alleen rondjes zwemmen. Nee, we waren daar zo klaar, want het zwembadwater is kouder dan het water van de zee.

Dus vanmiddag –net als gisteren- naar de zee getogen en aldaar de shelter opgezet. Natuurlijk pal tegen de wind in -wij sufferds- maar hij bleef wel staan gelukkig. Op het strand van Den Helder zie je dit soort windtentjes rij aan rij staan en dat bracht ons op het idee om er een te kopen (€ 4,95 bij Blokker), maar hier op Corsica hebben wij op het hele strand (en dat is groot) maar 1 andere gezien.
Het zeewater is inderdaad erg lekker en we genieten zowel van het zwemmen als van het snorkelen. Bij de rotsen is meer te zien onder water dan bij het vlakke zand, waar slechts enkele visjes om Nico zijn benen blijven zwemmen.
We blijven ongeveer twee uur op het strand en profiteren van de voordelen van de shelter: windstil, zandvrij, schaduw en omkleedplek. Maar een nadeel is het afbreken, want er blijft allemaal zand aan het grondzeil zitten. We besluiten het doek zó mee te nemen en hem op de camping schoon te maken en op te ruimen.

Op de camping gaan we douchen en wassen daarna onze berg handdoeken weg. Je gebruikt met al dat zwemmen en strandzitten veel meer handdoeken dan in andere vakanties.
Wat echt duur is, is het biertje en de fles rosé die Jenny in de kampwinkel koopt voor maar liefst € 9,00! Ach wat maakt het uit, morgen komen we wel weer in een grote supermarkt en daar vallen de prijzen weer erg mee.
Omdat de kampwinkel niet veel meer aan eten in het assortiment heeft, eten we een maaltijd uit de voorraad. Daar valt niet veel aan te kiezen, want in tegenstelling met onze vakanties in het Hoge Noorden hebben we nu de keuze uit pannenkoeken of kip in satésaus, rijst en doperwtjes. Wij kiezen de laatste en laten het ons wel smaken, samen met een duur glas gekoelde rosé. Het is hier al om 20.30 uur donker en daar moet je rekening mee houden.
Maar alles went, ook een DVD kijken in het donker.

Dinsdag 11 september 2007 103 km Nico
054Om 8 over acht loopt het wekkerhorloge af. We willen een beetje op tijd vertrekken en dat lukt ook goed. Om kwart voor tien verlaten we deze prima camping. Een klein minpuntje waren de legioenen mini-mieren die over de irrigatieslangen van onze kampeerplek heen een weer marcheerden, maar ook in de boom, het wasgoed en soms, de laatste avond met name, over de tafel. Zelfs vanavond zal blijken dat er nog een paar met ons zijn meegereden. De camping kost in het naseizoen ca. € 23,- per nacht en dat valt best wel mee.
De weg naar ‘Bonifacio is heel mooi en we kunnen in een redelijk tempo doorrijden, een paar keer inhalen niet meegerekend, maar dat is met dit “acceleratiekanon” geen enkel probleem. Er staat wel een behoorlijk harde wind uit het westen. Rond 11.30 uur rijden we Bonifacio binnen en om 11.40 uur hebben we al een kaartje voor de veerboot naar Sardinië gekocht en staan we in de “wachtrij”.
Voor € 84,20 gaan we over, weer met Moby Lines, dit keer met de “Bastia”, een redelijk oude en kleine veerboot. Het vertrek staat gepland voor 13.00 uur, maar pas 20 minuten later varen we de (beschutte) haven uit, de stevige westenwind in. Omdat het maar een kleine veerboot is, maakt ‘ie met deze wind en bijbehorende golven ook een behoorlijke deining en zien we de horizon regelmatig verdwijnen en (gelukkig) ook weer terugkomen, maar zo erg als op de “Moordende Tobbe” op de Lofoten in 1996 is het gelukkig niet. Om ongeveer kwart over twee komen we aan in Santa Teresa Gallure, in het Noorden van Sardinië. Pogingen om een grote supermarkt te vinden mislukken en we rijden door naar Palau. Daar hebben we in de Acsi- kortingsgids een mooie camping aan zee ontdekt en € 14,- per nacht is natuurlijk ook mooi meegenomen. In Palau blijkt de grote (?) supermarkt aan siësta te doen; Tussen 12.00 en 16.30 uur is ‘tie gewoon dicht. Even verderop ontdekken we een kleine maar schreeuwend dure supermarkt die van 8.00 tot 20.00 uur doorlopend open is. Brood, vlees en groente is in eerste instantie niet te vinden, daarvoor moet je je winkelwagentje laten staan en een mandje mee de trap opnemen naar de eerste verdieping. Weer eens wat anders. Na slechts gedeeltelijk geslaagd te zijn met onze shopping- wensen, rijden we naar de Carpo d’Orso, de “Beer van Palau”, een door langdurige erosie uitgesleten rotsblok bovenop een heuvel, dat de vorm heeft van een beer. Een mooi uitzicht, alleen waait het op die hoogte wel erg hard.

Daarna rijden we naar de camping , waar we vlak aan zee een leuk plekje vinden. Het waait nog steeds erg hard en we staan met de “kont” naar de wind, om niet de volle mep wind in het hefdak te krijgen. Na een smakelijke maaltijd gaan we douchen. Het is bij de douches aardig rustig; zo veel mensen zijn er momenteel niet en de mensen die nu de camping bevolken staan bijna allemaal aan zee. De “landplaatsen” staan met velden tegelijk leeg. Best wel lekker rustig, je moet er niet aan denken hoe vol het hier in hartje zomer moet zijn…. Nico blijkt tijdens de veerboot- overtocht (die we lekker op het bovendek in het zonnetje doorbrachten) aardig verbrand te zijn aan bovenarmen en –benen. En nu maar hopen dat die after-sun-melk een beetje helpt. Waar we nu ineens wel last van hebben zijn insecten: muggen en soortgelijke ondieren blijken hier onbeperkt voorradig te zijn en we meppen er dan ook even naar hartelust op los. Dat belooft wat voor vannacht. We hebben nog niet veel van Sardinië gezien deze dag; van de 100 kilometer die we hebben gereden zijn er hooguit 40 op dit eiland afgelegd. De eerste indrukken: mooie bergen, mooie natuur, tot nu toe goede wegen, maar het is hier wel erg droog en dor. Morgen gaan we weer verder en zijn van plan om dan zo’n 200 kilometer af te leggen. Of dat gaat lukken is nog even afwachten; op Corsica viel de gemiddelde “haalbare snelheid” vaak behoorlijk tegen.

Woensdag 12 september 2007 215 km Jenny
We staan vandaag bijtijds op en zo komt het dat we om 10 uur klaar zijn om te vertrekken. Maar niet voordat we gebruik hebben gemaakt van het draadloos internet (Wifi) op het plein van de receptie, winkels en restaurant. We sturen onze kids ons tweede deel van dit reisverslag, kijken naar het weer hier op Sardinië (blijft mooi en warm) en schonen even onze thuis-mail op. Veel spamberichten waren daarbij. Daarna rijden we naar Arzachena en doen daar boodschappen in een soort Aldiwinkel. Met een beetje zoeken vinden we alles wat we nodig hebben. We rijden door naar Olbia om aan de haven info te vragen over een boot van Porto Torres naar Genua. Omdat de balie van Moby-Line gesloten is doen we dat bij de balie van Tirrenia. Tijdens de lunch overleggen we welke boot we willen hebben. Die van Moby (hadden we thuis al opgezocht) die maandagavond om 22.00 vertrekt en de volgende morgen om 8.00 uur aankomt of die van Tirrenia, die om 20.30 uur vertrekt en we aan boord kunnen eten maar die akelig vroeg om 6.30 uur in Genua aan komt. We besluiten dat het de laatste wordt omdat het in prijs niet veel uitmaakt en het een nieuwe boot betreft. Net wanneer wij het boekingskantoor in gaan sluit de balie van de rederij en hebben we het nakijken. De man achter het loket zegt dat we om 17.00 uur terug kunnen komen. Dat vinden wij te laat en omdat er inmiddels voor de balie van Moby (die straks open gaat) een geweldige rij is ontstaan besluiten we om later en ergens anders de boot voor maandag te reserveren.

055We rijden over de snelweg naar Nuoro. Jenny rijdt en vraagt zich af of de weg wel “open” is, omdat we aanvankelijk geen medeweggebruikers zien. Het is een prachtige route en het schiet nog lekker op ook. Met een uurtje zijn we in Nuoro en zoeken de 955 mt hoge Monte Ortebene op. Op die berg is een schitterend park aangelegd en staat een groot bronzen beeld van “De Verlosser”. Het beeld is helemaal groen, op een dikke koperen teen na. Die glanst in het zonlicht vanwege het vele aanraken van de bezoekers. Het uitzicht is wijds en heel mooi, op één berg na, want die staat vol met zend- en ontvangstapparatuur. Daarna rijden we naar Dorgali en even verder naar Cala Gonone via een mooie weg met vele mooie uitzichten. Op onze kaart staat Cala Gonone als een gehucht aangetekend, maar in werkelijkheid is het een drukke badplaats. De camping kost hier nog veel (€ 13 pp en dan de rest nog), maar een camperparkeerplaats kost € 15,00 all-in en even later staan we daar al in de kampeerstand. Het strand is op loopafstand, de winkels ook, maar dat is voor morgen. Wat ook vermeldenswaard is, is het feit dat het vanavond wat geregend heeft. Niet hard, maar wel hard genoeg om binnen te moeten zitten. Gelukkig maar even, want het is zowel in de camper als buiten de camper erg warm tot heet. We hebben alle deuren en ramen open en nog is het binnen 24,5 graden. Om daar bij te moeten slapen lijkt ons niks.

Donderdag 13 september juni 2007 271 km Nico
We staan om half negen op. Het was warm vannacht, maar de doordraaiende ventilator hield het draaglijk. Voordat we een hap brood gaan eten, wordt eerst onze slaapplek gedemonteerd; dekbedden uit de hoezen, kussens uit de slopen, molton eraf, opdekmatras eruit en het hele zaakje in een paar strekkende meters over het hek om te luchten. Na het ontbijt schoon beddengoed om dekbedden, matrassen en kussens en dan weer het bed opmaken in de “dagstand”. We vullen de schoonwatertank en lozen de inmiddels bomvolle afvalwatertank en verlaten rond 11.00 uur de camperplaats en Cala Gonone. Bovenaan de berg vlak voor de tunnel nog even een stop om te genieten van het uitzicht. Dan terug naar Dorgali om te shoppen en via tussendoorweggetjes naar de snelweg 131. Daar gaan we af bij Weg 129 naar Macomber. Om kwart voor twee stoppen we bij een oude reuzen- verdedigingstoren, opgebouwd met gigantisch grote rotsblokken en daarnaast een 11e – eeuws kapelletje. We lunchen daar en dan bekijken de oudheden. Best mooi allemaal. Maar het is vandaag ook behoorlijk warm, met gemak wordt de 30 graden gehaald.
Het Sardeense landschap in het binnenland is mooi, veel bergen maar ook grote vlakten, alleen is het allemaal wel erg dor. Opvallend is wel het vele afval dat men overal gewoon neerkiepert. Voorbij Macomber slaan we Weg 129 bis in, naar Bosa aan de westkust. Er moet in zee gezwommen worden, vinden we. Net voorbij Macomber proberen we iets oudheidkundigs te vinden, maar slagen daar niet in. Wel zien we aan de horizon grote rookwolken en een blushelikopter; bosbranden. Later zien we langs Weg 129 bis veel bosbranden, die door slechts één helikopter bestreden worden. Zelfs langs onze weg brandt er een stukje berm. Aan de geblakerde stukken land en ook berm te zien heeft het hier al behoorlijk gebrand. Aan de kust bij Bosa dalen we sterk langs een paar 10%-hellingen en zien zo vlak aan zee geen bosbranden meer.
In Bosa zelf zoeken we een parkeerterrein aan het zandstrand en gaan zwemmen in zee. Heerlijk verkoelend, want het is nog steeds erg heet. Na het zwemmen rijden we om 17.00 uur Bosa uit. We hebben wel een camping gezien, maar besluiten noordwaarts te rijden, richting Porto Torres. We rijden een klein stukje dezelfde weg terug, maar gaan al snel schuin naar het noordoosten, richting (snel-) Weg 131 die door het binnenland naar Sassari en Porto Torres gaat. Ook nu zien we onderweg weer behoorlijk wat bosbranden en nog steeds maar één helikopter. Eenmaal op de snelweg aangekomen schiet het lekker op. Het plan is om onderweg een camping te zoeken, maar plotsklaps bedenkt Jenny dat de meeste campings op Sardinië zich aan de kust bevinden. Omdat het zo vlot opschiet, besluiten we toch maar door te rijden naar Porto Torres en te proberen een boot te boeken voor maandag. Beide boten zijn avondboten, dus wellicht is er overdag helemaal geen kantoor open….. We vinden Moby Lines, met een klein keetachtig kantoortje. Eigenlijk willen we toch liever met Tirrenia. Terwijl Jenny het Moby-toilet gebruikt, ziet Nico veel verderop twee andere ferry’s liggen, waarvan er één verdacht veel op een schip van Tirrenia lijkt. We rijden die kant op en vinden inderdaad de aanlegplaats en het kaartenkantoor van Tirrenia. We informeren naar de kosten van een overtocht met buitenhut en komen € 12,- duurder uit dan de prijs die ons gisteren werd genoemd door de “loket-dichtsmijter”, maar dat blijkt de brandstoftoeslag te zijn (het lijkt wel vliegen!). Voor € 253,- kopen we een ticket. Die is vast binnen!

Het is al na zevenen en tijd om een plekje voor de nacht te zoeken, want het wordt vroeg donker. Een aantal kilometers buiten Porto Torres, aan de kust, vinden we een camper- overnachtingplaats, maar die ziet er ongastvrij uit (gesloten hekken, intercom om met een “beheerder” te spreken en het oogt niet echt denderend), dus we rijden nog iets verder en vinden een camping. Inchecken duurt eeuwig (“Hoe doe je pinfeed- papier in een matrixprinter”, een drama in tenminste vijf delen) en we worden naar een veldje gebracht waar we een plek kunnen uitkiezen. Prijzen: € 7,50 p.p + € 5,- voor de camper. Stroom kost hier maar liefst € 4,- en we besluiten unaniem en dapper om maar een keer geen stroom te nemen. Later bedenken we dat de ventilator dan ook niks doet, maar ja… Wanneer we ergens na negenen aan de maaltijd zitten komt een soort kampwacht duidelijk maken dat de waxinelichtjes die we aan hebben niet mogen in verband met het risico op bosbrand. Het is hier inderdaad kurkdroog. De Camping-Gaz-lamp op tafel mag wel. We blazen de waxinelichtjes netjes uit. Echter: 1. Die dingen zitten veilig in hoge houders; 2. De kampwacht loopt een potje te zuigen aan een sigaret. Is dat geen open vuur? Later komt de man nog een aantal keren langs, gewapend met een zaklamp. Duidelijk een bewaakte camping dus. Het is hier ook erg rustig. We zijn hier echter zó laat en na eten en afwas en douchen is het al ver na tienen, dus we hebben geen idee hoe het er hier verder uit ziet. Maar het was een geslaagde dag met veel indrukken. En erg heet, dàt wel.  We gaan laat naar bed op deze camping Villaggio “Golfo del’ Asinari “Christina”.

Vrijdag 14 september 2007 53 km Jenny
Het is bewolkt wanneer wij vanmorgen uit ons bed kruipen, maar dat duurt niet lang. Al tijdens het ontbijt komt de zon er bij en maakt alles lekker warm. Dat is maar goed ook, want vannacht heeft het even behoorlijk geregend en de stoelen en tafel zijn zanderig nat. We doen rustig aan en verlaten deze schaduwrijke camping pas om 10.45 uur. In Porto Torres doen we bij de Spar boodschappen, maar omdat we niet alles kunnen vinden doen we dat in Alghero in een grotere supermarkt nogmaals. Via weg P 42 gaan we daar naar toe en het is inmiddels heet geworden, de camper-buitenthermometer wijst 41,5 graden aan! Dit is de temperatuur waarvan wij vorig jaar in Kroatië zeiden dat we dat niet leuk meer vonden en waar wij ook niet goed tegen kunnen. Toch besluiten we even het stadje in te gaan, want er schijnen leuke winkeltjes te zijn. Welgeteld is er één open, de rest houdt siësta. Daar kunnen wij ons wel iets bij voorstellen.

Daarom besluiten wij de camping uit ons ACSI boekje op te gaan zoeken. Deze camping La Mariposa is zó gevonden, want hij ligt eigenlijk nog in Alghero. De plaats die wij met onze kortingskaart krijgen toegewezen mogen we zelf uitzoeken, als het maar aan de kant van de doorgaande lawaaiweg is. Het scheelt ons € 10,00, maar een andere (rustiger) plek was ook niet makkelijk te vinden geweest, want de camping is bomvol. Belangrijk is een plekje in de schaduw en dat lukt. We gaan heerlijk in zee zwemmen en later een was draaien, zodat alles weer lekker schoon is. Het is een lawaai van jewelste zo vlak naast de weg, we kunnen elkaar amper verstaan. We weten nog niet of wij hier het weekend willen blijven, maar dat zien we morgen wel weer. Het hangt er van af hoe we vannacht slapen.

Zaterdag 15 september 2007 0 km Nico
Het slapen hield dus niet over: Nico werd af en toe een beetje wakker maar snurkte vervolgens weer door, maar Jenny was vaak wakker van het langsrazende verkeer. Een heg tussen je hefdakcamper en een drukke doorgaande weg houdt niet zo gek veel geluid tegen, zo is nu overduidelijk gebleken. Toen we gisteren aankwamen stond het aan de zeekant van de camping mudvol; alles stond dicht op elkaar en op plekken waar je normaal één recreant zou verwachten stonden nu vier campers, elkaar zelfs blokkerend. “Buurman Kees” uit Beilen, voorheen Amsterdam, beweerde gisteren dat het om “een kudde Fransen ging die allemaal op de boot naar Marseille moesten”. Dat kon best wel eens kloppen. We zien vanmorgen de “strandweg” van de camping nagenoeg leeg en bijna alle plekken die daar haaks op staan eveneens. We besluiten een leuke plek uit te zoeken en dan maar € 10,- extra per dag / nacht te betalen, want een leuke plek en een beetje rust is ook wat waard. Jenny overtuigt Nico daar tenminste van, want die wil eigenlijk gewoon wegwezen hier. Wanneer hij bij de receptie navraagt of we kunnen verkassen is dat geen probleem. Wanneer hij vervolgens vraagt of we de “goedkope” nacht nu vast afrekenen en de “dure” nachten bij vertrek volgt een aangename verassing: de strandplekken kosten voor ons als Acsikaart-houders niet extra, alle plaatsen kunnen gewoon gebruikt worden. Nu gaat er een lampje branden; de “portierster” van gisteren kon in haar gebroken Engels ook wel eens hebben gezegd dat het heel druk was, alle strandplekken bezet en dat we dáárom alleen in “Section 6” (direct naast de doorgaande weg) konden staan en niet omdat we van die goedkope “Acsi-koring-kaarters” zijn. Een kwestie van taal dus. Dat werpt al een ander licht op deze camping en neemt wat onaangename gevoelens van gisteren weg. Of het allemaal klopt merken we wel bij het afrekenen.

Na een cursus “Eindeloos-level- blokken-op-en-af-rijden-om-eindelijk-eens-een-beetje-waterpas-te-staan” hebben we onze nieuwe plek voor het weekend ingenomen: vlakbij de doorgang naar het strand; een paar stappen en je gooit je handdoek op een strand-/zonnebank en rent de zee in. We hebben vermoedelijk nog nooit op een camping zo dicht aan de Middellandse Zee gestaan. De vrachtwagens die nog steeds voorbij denderen op de doorgaande weg langs de camping hoor je ergens vaag in de verte door de golven heen; perfect plekje dus.
Nadat we opgezet en bijgekomen zijn onder de parasol (want de zon brandt al fel en volop) gaan we op de fiets naar de supermarkt in Alghero, dat is maar een paar kilometers verderop. Op de terugweg stoppen we bij een paar onvermijdelijke kraampjes met allerhande bijouterieën die gerund worden door behoorlijk donkere Afrikaners (“Five Euro, no problem, you buy, no problem”). Nee, dat zal wel! Nico ontdekt ondertussen dat hij zijn campingpasje is verloren en ziet al hoge boetes in het verschiet. Aan de receptie wordt een “duplicato” verstrekt en over geld wordt niet gerept. Ook maar even afwachten tot we gaan afrekenen. Na het shoppen gaan we de zee maar eens in; die is zó vlakbij en het is weer zó warm…….
Na de zee volgt de lunch, nou ja: een stokbrood met tonijnpaté en kruidenkaas en dan wordt er wat gerust en gelezen. Omdat de lucht ineens betrekt en het nogal gaat waaien knoopt Nico de luifel aan de bus. Voor het eerst in deze vakantie, maar eigenlijk wel handig wanneer het gaat regenen; kunnen de stoelen gewoon buiten blijven. Bovendien hebben we maandagmorgen toch geen haast om op te breken. Wanneer de luifel staat wordt ook de satellietschotel opgezet (net als de luifel ook pas de eerste keer in deze vakantie). Redelijk snel is Astra gevonden en zijn we net op tijd om te zien / horen dat Rita Verdonk nu eindelijk exit VVD is. We staan nu dus in “vol ornaat” en dat bevalt tot dusverre prima.

Daarna weer hoppa de zee in. Jenny gaat snorkelen, maar het water is hier niet zo helder als we eerder gewend waren en er is dus weinig te zien. In de namiddag fietsen we weer naar Alghero en sjokken door winkelstaatjes in de oude stad. We hebben besloten om morgen, zondag, met de boot naar de grotten van Neptune te gaan. Daarom nu dus een winkelkijk- rondje. Op de terugweg nog even langs de supermarkt die zich Ipermercato noemt, maar daar zijn we niet echt van onder de indruk, echt groot vinden we hem niet; waar blijven die hypermarché’s met 36 kassa’s nou? Maar deze heeft ook een toilet en dat komt altijd wel van pas… Na het plunderen van een pinapparaat (je kunt hier maximaal € 250,- per keer pinnen, zo blijf je bezig) gaan we weer naar de camping. Daar missen we net een spectaculaire zonsondergang, dát doen we morgen beter. We halen twee afhaalpizza’s bij het campingrestaurant die prima smaken, Ergens na half negen vallen we aan. Laat eten begint een vaste gewoonte te worden. Het waait inmiddels behoorlijk, maar onder de luifel zitten we lekker beschut. Vliegen en ander vliegend ongedierte is hier nu niet, dit in tegenstelling tot gisteren op de herrieplek. Nog een voordeel van dit mooie plekje.

Zondag 16 september 2007 0 km Jenny
We proberen deze zondagmorgen een beetje uit te slapen, maar vanwege de warmte worden we ons bed uitgedreven. Wanneer Nico om 10.00 uur uit bed komt, heeft Jenny al een aantal banen in zee gezwommen. We doen deze dag kalm aan en hebben totaal geen haast. Beetje zwemmen, beetje lezen, beetje afdouchen, dát zijn de bezigheden van deze ochtend.
’s Middags gaan we met een boot naar de Grotta di Nettuno, dat kost ons € 13,00 pp voor de boot en nog eens € 10,00 pp voor de grot. Het is ook mogelijk om via de trappen de grot te bereiken, maar ons lokt een trap van 656 treden in deze hitte niet echt. Omlaag zal nog wel gaan, maar omhoog zal een aanslag op ons uithoudingsvermogen en kniegewrichten betekenen. Later vertellen buren op de camping dat het best te doen is. De grotten zijn echt schitterend en de moeite waard. Pas in 1954 door Britse wetenschappers ontdekt en in datzelfde jaar nog is de trap uitgehouwen ten behoeve van de bezoekers. Op de terugweg heeft Jenny aan boord een leuk gesprek met een Nederlandssprekende Italiaanse vrouw en krijgt zo nog wat interessante informatie.

Terug in Alghero gaan we nog even winkelen en koopt Jenny een leuk kerststalletje voor haar verzameling en een koraalketting, armband en oorbellen voor zichzelf. Op de camping wacht ons een schitterende zonsondergang aan het strand, werkelijk fantastisch.

Daarna gaan we naar een restaurantje met de naam “Lido” aan de Costa di Corale, de baai waar ook onze camping en strand zich bevinden. We kiezen een tafeltje buiten aan de rand van het terras, waar de meeste verkoeling is en het mooiste uitzicht op de maan in het donker.
Hoewel de biefstuk naar ons idee iets te rood en te rauw is, smaakt het eten prima. We drinken er een frisse Alghero Rosé en een fles water bij. Een vlotte bediening zorgt voor een plezierige maaltijd.

092

Op de camping worden we door onze Oostenrijkse buren uitgenodigd voor een (zelf mee te nemen) glaasje wijn. Deze mensen spreken vloeiend Nederlands, omdat zij van geboorte een Nederlandse is en hij er jaren heeft gewerkt en gewoond. Het wordt een gezellig samenzijn en het is dan ook laat als wij in ons bedje rollen. Nog een nachtje Sardinië en dan vangen we de terugweg aan.

Maandag 17 september 2007 60 km Nico
De “noodwekker” staat op 9 uur, maar die is niet nodig, want even na zevenen komen we al uit bed. Van “voorbereidende afbreekwerkzaamheden” is gisteravond na het diner en daarna de gezelligheid bij de buren niets meer gekomen, maar we zien kans om op de luifel na alle spullen op te bergen terwijl we nog nèt in de schaduw staan. Het laatste stukje natte (condens-) luifel wordt aan de overkant over twee dranghekken te drogen gehangen. We doen alles héél kalm en toch krijg je het al snel weer warm. De thermometer rent ook weer omhoog en de zon brandt “Kroatisch” ( zie ons verslag van vorig jaar), wie had dat nou verwacht in het naseizoen. Met het opbreken vestigen we bewust een duurrecord: Tegen half twaalf zijn we een keer klaar en gaan we vuil en schoon (warm!) water lozen en vers water tanken. Daarna nog een douche, precies verkeerd om: Jenny met lauw en Nico met bijna kokend water, dus dat zweet daarna weer even vrolijk verder…. De deodorant die dáár iets tegen kan doen moet nog uitgevonden worden.
Voor twaalven rekenen we af, voor het Acsi- kortingtarief van € 14,- per nacht voor deze camping die na de eerste nacht alleen maar meegevallen is en waar we het uiteindelijk prima naar onze zin hebben gehad.

We doen boodschappen in Alghero en daarna volgen we de weg langs de kust naar Capo Caccia, waar de zeshondererd-en-nog-wat treden naar de Nettuno-grotten beginnen. Die doen we dus mooi niet. Wel genieten we van het schitterende uitzicht, maar het is wel erg heet, zelfs zo hoog boven zee. Omdat de weg doodloopt rijden we een stukje terug en parkeren we naast een Romeinse opgraving om lekker in de schaduw te kunnen lunchen. De zalm die we gekocht hebben blijkt niet in de ons bekende plakjes te zijn verpakt, maar –zoals later ook uit het woordenboek blijkt- in reepjes. Even wennen, maar het biedt ook leuke mogelijkheden in pizza- en pastamaaltijden, zo merkt Jenny op. Maar lekker blijft het! De zalmlucht aan onze handen raken we pas later in zee kwijt; daar is geen zeep tegen opgewassen. Na de lunch rijden we op zoek naar een leuk strandje via kleine weggetjes naar Porto Ferro, een piepklein dorpje aan zee met een leuk en vrij rustig strand. Via een piepklein weggetje vanaf de reguliere parkeerplaats rijden tot vlak aan zee. Iets verderop ligt een zandstrand, maar wij strijken bewust neer bij het rotsgedeelte en gaan even later van snorkels voorzien te water. Wel even uitkijken met al die rotsen, voor je het weet lig je op je snufferd, maar daar krijg je dan wel heel mooie dingen voor terug; vissen in alle soorten en maten, zee-egels en wat al niet meer. Helaas lijkt het onderwater- fototoestel niet helemaal goed meer te werken, dus hebben we er nu maar weinig foto’s mee kunnen maken op dit mooiste snorkelplekje tot nu toe. Afwachten wat we uiteindelijk aan afdrukken terugkrijgen. We hebben nog wel wat digitale foto’s gemaakt en wat gefilmd, uiteraard boven water, maar het water is hier zó glashelder dat je vermoedelijk amper verschil ziet.

100Na al het gesnorkel drogen we rustig op en gaan we straks maar eens wat spullen klaar zetten die we op de boot mee willen nemen. Het is nu vijf uur en de boot vertrekt om half negen. Eén uur voordien moeten de autopassagiers inchecken en we hebben besloten om ons om zeven uur te melden; wie weet kunnen we direct aan boord en alvast een hapje gaan eten. Zaterdag een afhaal- pizza, zondag dineren in het “Lido d’Alghero” en straks wellicht een hapje aan boord; Je zou er lui van worden. Nog even en dan zit ons eerste bezoek aan Sardinië erop. Kort maar hevig en we hebben veel indrukken opgedaan, voldoende om hier nog een keer terug te willen komen, maar dan wel net als nu buiten het hoofdseizoen. Het enige negatieve wat wij zagen zijn het vele straatafval (zelfs naast de containers) en de straathonden. Deze dingen maken het eiland net niet “volmaakt”.

Tien uur ’s avonds: Aan boord van de “Janas” van Tirrenia Lines. Het inchecken verliep vlotjes, het aan boord rijden was een hele belevenis; eerst –terwijl je vrachtwagens achteruit aan boord ziet rijden- nog vrolijk vooruit aan bakboord het vrachtwagendek op, maar vrijwel gelijk rechtsaf terug naar stuurboord en doodleuk achteruit een op- / afrit voor circa de helft op zien te rijden. Er zijn genoeg keren geweest, vermoedelijk allemaal, dat we aangenamer een veerboot opreden. Maar verder is het een mooi schip uit 2002. Geen Loony Tunes- figuren dus. We eten in het zelfbedieningsrestaurant en luchten nog even aan dek. De hut is redelijk ruim en netjes, alleen verwachten ze kennelijk dat je je in de badkamer afdroogt met een soort veredelde theedoek. Beetje dunnetjes dus. Maar we varen en hopen morgen (een beetje vroeger dan we gewend zijn) om 6.30 uur aan de overkant te zijn.

Dinsdag 18 september 2007 266 km Jenny
Van slapen is niet veel sprake, we hebben allebei last van zuurbranden. Waarschijnlijk omdat we –zoals gebruikelijk- laat hebben gegeten en het schip iets overhelt naar de kant waar ons hoofd de kussens raakt.
We staan om 5.45 uur op, omdat de brochure aangeeft dat de “Janas” om 6.30 uur de haven van Genua (Genova) zal invaren. Dat klopt niet met de werkelijkheid, pas om 7.30 gaan wij van boord. Geen passencontrole, want we gaan van Italië (Sardinië) naar Italië en we vinden al snel de uitgang van deze net ontwakende stad.
We zijn van plan om via de A10 en weg S1 (is de Via Aurelia) de kust te volgen tot Frankrijk. Deze weg hebben wij al eens eerder gedaan is vinden wij heel mooi.
Om 9.00 uur stoppen we even in Borgio Verezzi om aan zee een flinke pot Hollandse koffie te zetten, we moeten namelijk eens goed wakker worden. Daarna doen we boodschappen in het verderop gelegen Ceriale bij een Famila- supermarkt. We kopen allebei een paar nieuwe teenslippers voor het zwemmen en douchen.
Het is intussen al weer behoorlijk warm geworden en wanneer wij in Imperia een siësta houden (onze oogjes vallen bijna dicht van de slaap) is het al weer 29 graden geworden.

108Wanneer we verder rijden zien we een verwijsbord naar een camping met de naam “De Wijnstok”, geheel in het Nederlands. Wij rijden daar voorbij, want wij vermoeden dat het er vol staat met Nederlanders. Later zullen wij daar spijt van krijgen…….
De Middellandse Zee is vandaag niet zo vriendelijk als wij de afgelopen tijd van haar gewend zijn, het stormt namelijk en niet zo zuinig ook! We maken er wat opnamen van en rijden dan weer verder.  In San Remo vinden we eindelijk een wasbox om de camper te wassen. Hij is behoorlijk vuil en nu wij de zee gaan verlaten is het goed het vele zout er af te spuiten.

Net als op Sardinië zien we ook hier een droog en dor landschap. Zowel in Italië als later de middag in Frankrijk zijn de rivieren grotendeels opgedroogd en dat geeft een heel vreemd beeld, een soort maanlandschap. Om 16.15 uur passeren we de grens met Frankrijk en vinden we het tijd worden om een camping op te zoeken. Omdat het zo druk is op de weg lukt niet om bij het water te komen, alwaar wij denken dat er meerdere campings zullen zijn. Ook de wat meer doorgaande weg levert geen soelaas op en uiteindelijk belanden we van 17.00 uur tot 19.45 uur in de file van Nice. De oorzaken zijn aanrijdingen, uitgebrande vrachtwagens en een totale verkeersanarchie. Dit laatste is eigenlijk het ergste, want iedere automobilist rijdt maar naar hem/haar goeddunkt en aan de vele auto’s met blutsen en deuken is te zien dat dit meestal maar op goed geluk gaat. Het is een wonder dat wij er zonder blikschade door zijn gekomen, want dat leek er niet op. In heel Nice stonden files, er was geen doorkomen aan. Pas om 19.45 uur reden we met een wat normalere snelheid de A8 op, richting Digne. Het is inmiddels bijna donker geworden, geen goede tijd om een camping of camperparkeerplaats te zoeken. Maar ook een parkeerplaats vinden we wel goed. Wanneer Nico een ‘P’ oprijdt om even te overleggen zien we een verwijsbordje van een camping en de camping zelf op korte afstand. Om 20.00 uur belt Nico aan bij deze eenvoudige camping en gelukkig is er nog plaats op de camping. Binnen enkele minuten staan we in de kampeerstand en staat de wijn klaar om te vieren dat we deze dag ook weer hebben mogen beleven. Even later zitten we aan een kom met Zuppa of zoiets en we moeten zeggen dat het goed vult, vooral met een stokbroodje er bij. De camping heet Sarl al Boucle d’ Or en ligt in het dorp La Roquette Sur Var. Morgen eens op de kaart kijken waar dat ligt.

Woensdag 19 september 2007 234 km Nico
Om 9 uur worden we op eigen kracht wakker. Deze camping mag dan simpel zijn, maar hij was er toen we ‘m nodig hadden en we hebben in ieder geval het gebrek aan nachtrust van de vorige bootnacht een beetje ingehaald. De camping is zeer eenvoudig en ligt in een boomgaard. De eigenaar is bezig met een uitbreiding van het sanitairgebouw en heeft vermoedelijk daarom de laatste maanden geen tijd gehad om de enige “normale” WC (de 2 overige gaten-in-de-grond-met-spoeling niet meegerekend) een keer schoon te maken. Op dit soort momenten ben je blij dat je papieren WC-brilletjes bij je hebt….
We breken weer eens rustig op en rijden om kwart voor elf de camping af (“Didd yeu indjoj yur steey?”). Het hek wordt geopend met een afstandsbediening: toe maar weer! Aan de hand van plaatsnaamborden die aan de weg staan kunnen we zien waar we zijn; al een redelijk eindje aan Weg N202 naar het Noorden. We besluiten weer richting Nice te gaan en na een stukje snelweg de richting van Weg 85 (Route Napoleon) naar Grasse te nemen. Halverwege de terugweg naar Nice komen we langs een Centre Commercial met een behoorlijk uit de kluiten gewassen Carrefour (met slechts 63 kassa’s, de meeste in bedrijf). Wanneer we eindelijk bij de kassa zijn belt Paul met nieuws van de makelaar: er is een bod op het huis in Westenholte.

Al met al zijn we pas ruim na enen zo ver om te vertrekken. De route “langs de Zuid” lijkt niet meer haalbaar en we gaan weer omhoog langs Weg 202 om in Digne te komen en passeren even later de camping weer. Er blijken daar ook verwijsborden naar campings aan de overkant te zijn die we gisteren niet konden zien. Weg 202 zal net onder Digne aansluiten bij de Route Napoleon, Weg 85, maar daar zijn we voorlopig nog niet. Er wordt nogal wat aan de weg gewerkt en regelmatig moeten we wachten bij verkeerslichten of mannetjes met stopborden omdat er maar één rijstrook beschikbaar is. Eén van die stopplekken ligt pal naast het station van Entrevaux en we herkennen de citadel en het stadje waar we de tweede keer dat we de Route Napoleon reden vanuit Digne naar toe zijn geweest met het Provence- treintje van Digne naar Nice; een schitterende treintocht. Nu rijden we dus een redelijk stuk van die route met de auto. Vlak voor Annot blijkt Weg 202 over een lengte van 23 kilometer afgesloten te zijn en moeten we een omleidingroute volgen. De D908 waar we op geleid worden volgen we een kilometer of zes en we kijken bij een verwijsbord maar eens op de detailkaart. Het blijkt een smalle weg te zijn die over minstens 2 cols voert. Dat belooft niet veel goeds wat de tijd betreft. Na alle files in Nice en het oponthoud van vandaag raken we aardig achter op schema. Jenny heeft voorgesteld om even in Flaine te gaan kijken waar we volgend jaar willen skiën en daarna via Zwitserland en Duitsland naar huis te rijden. Maar dan moet je niet constant in het zuiden van Frankijk blijven steken. We keren om naar het omleidingbord om te zien of we alles goed gelezen hebben of wellicht alternatieven hebben gemist. Om tien voor vier zijn we terug bij de plek en we zien nog net dat de afsluiting vandaag geldt van 10 tot 12 uur en van 2 tot 4 uur. Nog geen 2 minuten later worden de borgen weggehaald en de weg vrijgegeven. Da ’s mooi meegenomen!

115Na een tijd weer gereden te hebben ziet Jenny een bord dat naar Castellane verwijst. Het wegenboek leert dat die route niet langer is dan wanneer we Weg 202 vervolgen en we rijden daarom Weg 955 naar Castellane op. De weg loopt langs het Lac de Castillon, waar we al eerder eens omheen gereden hebben. Het verschil met toen is dat het meer ongelooflijk veel meters lager staat dan normaal. Onwerkelijk gewoon; steigers die op het zand liggen of in het niets hangen, invaliden- visplaatsen boven het niets; je zou je vishaak met een harpoengeweer moeten afschieten om het water te raken. Net als op Corsica en Sardinië zijn de rivieren hier bijna tot geheel drooggevallen. Dit meer is er maar ietsjes beter aan toe.
In Castellane aangekomen stoppen we even voor een korte winkelwandeling die een ansichtkaart en een Algemeen Dagblad van gisteren oplevert. Dan rijden we door naar Digne-les-Bains, waar we na zessen aankomen. Campingverwijsborden genoeg, maar telkens te weinig om daadwerkelijk een camping te kunnen vinden. We besluiten door te rijden in de richting van Gap. Onze eerste keer hier kwamen we tussen Gap en Digne bij toeval op een piepkleine camping terecht, die we de tweede keer ook weer konden terugvinden. We willen nu ècht voor donker op een camping aankomen. Voor Sisteron zien we reclameborden van de Camping Municipale (gemeentecamping) aldaar. In het dorp volgen we verwijsborden naar een viersterren- camping die later toch de gemeentecamping blijkt te zijn. We kiezen hiervoor om zeker te zijn van een plekje voordat het donker is. Het gaat hier heel makkelijk: Het kantoor is open van 8 tot 11 uur, zoek maar een plekje en kom morgen maar afrekenen. Even na zevenen zetten we ons kampementje op en na de “opzetwijn” en stokbrood gaan tafel en stoelen weer rap naar binnen, want het begint hier al frisjes te worden als de zon achter de bergen duikt. Maar we zijn weer onder(hef-)dak en dat is mooi meegenomen. Het zwembadje van de camping is helaas gesloten, maar de prijzen van de aanwezige automaten zijn alleszins redelijk te noemen: € 0,80 voor een blikje fris en € 0,40 voor een bekertje koffie (zelfs cappuccino). Straks maar eens kijken hoe en waarheen we morgen weer verdergaan.

Donderdag 20 september 2007 556 km Jenny
Het is heel vroeg (7.00 uur) en heel koud (binnen 11 graden, buiten 5 graden) als wij opstaan. Binnen een uur staan wij voor de poort om af rekenen, het kost ons € 14,10 omdat we geen stroom hebben genomen. We verlaten de Route Napoleon even voorbij Sisteron en gaan via weg D4075 naar Grenoble. Dit is een mooie route met veel fruitkwekerijen langs de weg. Maar het schiet niet echt op, want over de 140 km doen wij 2½ uur. Bij Grenoble gaan we via weg D212 naar Auberville waar we boodschappen doen. Opnieuw een zeer grote supermarkt, maar we laten ons niet verleiden en zijn in een half uurtje klaar. De temperatuur wil niet echt omhoog gaan en blijft steken tussen de 15 en 20 graden. Sinds de heenreis door Duitsland, Zwitserland en Italië dragen we vandaag voor het eerst weer een lange broek en een shirt met mouwen.Vanaf Auberville nemen we weg 212 naar Flaine, waar we een kijkje gaan nemen op onze volgende wintersportplaats. Maar weg 212 geeft eerst een omleiding en later ook weer een omleiding in de omleiding. Ach, zó zie je nog eens wat. Halverwege, bij Megève eten we aan de picknicktafel in de zon, met zicht op de besneeuwde Alpen. Blijkbaar zijn wij een attractie, want er wordt van uit auto’s veel naar ons geroepen en gezwaaid.
We rijden dezelfde route als in 1994, toen we van Le Corbier naar Flaine reden in Duva Kampa 1.

Om 15.00 uur komen we in Flaine aan, wat sinds 13 jaar flink is gegroeid. Er wordt hard gewerkt aan nog meer appartementen, maar verder is het op dit moment het qua toerisme uitgestorven. De cabinelift staat helaas stil, maar de plateaulift nr. 1. van Forum naar Foret werkt wel. Even proberen dus.
We schrikken wel een beetje van de grootte plaats die Flaine is geworden, maar herkennen ook veel van de vorige keer en van de keer in 1980 toen wij er met Mieke (en Mark in mijn buik) een week gingen skiën. Nadat we ergens een toilet hebben gevonden (gek genoeg staan overal de deuren open, maar kom je geen kip tegen) gaan we terug naar de camper.
Om 16.00 uur verlaten wij dit ski-oord en dalen letterlijk af naar Cluses, alwaar we de snelweg nemen naar Genève. Om 17.15 uur passeren we grens met Zwitserland en op de laatste liters diesel zoeken we een pompstation. Daar bellen we ook met de makelaar –zoals afgesproken- en horen positieve geluiden over de verkoop van het huis in Westenholte.
Daarna rijden we naar Lausanne (E62) en slaan af richting Bern (A12). Bij Flamatt gaan we van de weg af om de camping die we in ons ACSI-boekje hebben gezien op te zoeken. Dat gaat heel makkelijk, hij wordt prima aangegeven. We arriveren er om 19.30 uur en de camping kost inderdaad de € 10,00 die in het boekje staat, inclusief stroom en warm water. Morgen gaan we de laatste kilometers naar huis rijden en we hopen dat we daar niet echt laat aankomen.

Vrijdag 21 september 2007 817 km. Totaal vakantie: 4.297 km. Nico
Om half 8 loopt de wekker af, om tien over negen verlaten we de camping. Die is ons opperbest bevallen; Camping Thörishaus in Flamatt (aan de A12 vlak bij Bern) kostte ons als Acsi-kaarthouder maar € 10,- per nacht, ook te betalen in Euro’s, wat best makkelijk is als je op doortocht bent. Voor die € 10,- heb je met z’n tweeën dan ook alles: stroom, warm water, douches. En ondanks dat het een doortrekcamping is (hele jaar open) en weinig kost is ‘tie helemaal compleet. Zelf te regelen douches, afwasplekken met mengkranen, ruime douches, zelfs 2 föhns in de herenwasruimte. 121De contactdozen in de stroomkasten zijn ons geheel onbekend, maar we kregen gisteren meteen een verloopkabel te leen. Een aanrader deze camping, ook voor mensen die met caravan of camper naar de wintersport gaan. Op de snelweg gekomen zetten we er lekker ‘de sokken in’, maar belanden net onder Basel in een file waar we een uur in vast zitten. Politie en twee brandweerauto’s banen zich een weg door de driebaansfile; er zijn twee vrachtwagens op elkaar geklapt en in brand gevlogen. Om kwartover elf passeren we de grens met Duitsland en om kwart over één stoppen we om kort te lunchen, net na een telefoontje van Mark die meldt dat Bas en Mirjam een zoon hebben gekregen, Thom, voor zover Mark zich meent te herinneren. Jenny neemt een aantal keren het stuur over. Om half vier tanken we op de hoogte van Koblenz en komen een uurtje later in de file naast Keulen terecht. Volgens de Duitse wegeninformatie begint deze vrijdag in Rheinland-Pfalz de herfstvakantie (idioot idee, wanneer je nog zoals wij nog maar net weer goed en wel een lange broek aan hebt) en staan er twee keer zoveel èn twee keer zo lange files als gebruikelijk. Na Keulen krijgen we nog een paar keer langzaam rijdend verkeer, maar gelukkig geen echte files meer. Om een uur of zes stoppen we bij Raststätte Hünxe om in de Marché aldaar een hapje te eten en beginnen daarna aan het laatste stukje van de lange rit van vandaag. Om kwart over zeven passeren we de Nederlandse grens bij Zevenaar en even na achten zijn we weer daar waar alles begon: thuis.

Tot slot: Ook aan het eind van deze vakantie hebben we weer het gevoel dat de tijd voorbij gevlogen is. We hebben de eilanden Corsica en Sardinië maar mondjesmaat kunnen bezoeken. Wel hebben we het idee dat we met name Sardinië nog een keer uitgebreider willen bekijken. Daar is het autorijden nèt even wat makkelijker dan op Corsica en er zijn vast nog heel wat plekjes die op ons wachten. Ook op vakantie in september –tenminste in deze zuidelijke streken- is ons goed bevallen; naseizoentarieven en hoogseizoentemperaturen. En niet geheel onbelangrijk: wat aantallen mensen betreft verhoudingsgewijs lekker “rustig” vergeleken met de volle zomer. Wat ons ook heel goed is bevallen is de Acsi-kortingskaart; op de aangesloten campings voor relatief weinig geld véél campinggenot en dat voor slechts € 8,50 voor boekje en kaart. Maar dat we de Franse campings pas op de voorlaatste dag op de achterkant van de kaart ontdekken……..tja, dat zijn wij dus.

Wie meer foto’s wil zien dan in dit verslag zijn opgenomen: klik HIER voor het fotoalbum