2008: Zomervakantie 1 -Scandinavië

Zomervakantie 2008-1 “Naar het Noorden”

Donderdag 29 mei 2008,  Jenny

Verjaardag Nico
Het is half tien wanneer wij op deze drieënvijftigste verjaardag van Nico “de Allee” uitrijden. Het is een beetje benauwd warm, maar erg zonnig is het nog niet. Voorbij Assen gaan we even bij Tyrnaarlo de weg af om bij het camperbedrijf “Achterkamp” een spanbandje voor het hefdaktentdoek te halen.
We zijn er zo weer weg, want de koffie slaan we af. Het bandje krijgen we gratis mee.
We kiezen voor de route over Groningen en dat schiet lekker op.
Om 11.10 uur passeren we grens met Duitsland en dat geeft altijd meteen een echter vakantiegevoel dan de wegen in Nederland.

Voor Delmenhorst houden we een korte pauze om een broodje naar binnen te werken. We willen niet teveel eten, want vanavond wacht ons het Scandinavisch buffet op de Stena- boot.
Om 12.50 uur zijn we bij Bremen en Jenny rijdt, dat doet ze wel vaker tussen Bremen en Hambrug want dan kan Nico een tukje doen. Dat doet hij nu dus ook.
Precies een uur later, om 13.50 uur rijdt Jenny de Elbetunnel in en omdat er kort na de tunnel geen parkeerplaats is, wisselen we pas van bestuurdersstoel 6 km voor de Raststätte Holmoor bij de gewone “P-WC” . Nou, dat ‘gewoon’ kunnen we snel weglaten, want de toiletten zijn hypermodern, hyperschoon en volautomatisch. Het is een genot om je plasje daar achter te laten.

Het is niet ver meer naar Kiel, waar de “Stena Scaninavica” al aan de kade ligt. We komen om 15.00 uur aan in Kiel en gooien eerst de tank vol met schandalig dure V-Power-diesel.
We hebben er dan 485 km opzitten en zijn 5,5 uur van huis.
Omdat we nog enkele uren over hebben gaan we het zonnige Kiel in. Eerst bezoeken we de St. Nicolaikirche, de kerk met die groene spitstoren die je al van ver ziet als je Kiel per boot nadert. Daarna wat door de winkelstraten slenteren en op een terrasje in de zon een heerlijke sorbet eten ter ere van Nico’s verjaardag.

001

We kunnen al om 17.00 uur de boot op en na enig wachten in de haven zijn we dan om 17.45 uur aan boord. Meteen zoeken we onze hut op, op het achtste dek. Het komt ons bekend voor: hutnummer 8215 en het zal ons niets verbazen als wij die al eens eerder hebben gehad. Het is een vierpersoons buitenhut met raam aan de stuurboordzijde vlakbij de voorkant van het schip.
Kort daarna gaan we aan het overheerlijke buffet en laten ons vooral de visgerechten goed smaken. Ons schip vertrekt terwijl wij eten, al om 18.50 uur en dat is 10 minuten te vroeg.
Het is niet druk in het restaurant, maar dankzij een groep Hollandse motorrijders is er genoeg kabaal.
Na het eten gaan we een luchtje scheppen aan dek, we zijn inmiddels op open zee aangekomen en het waait hard. Wanneer we onze hut opzoeken ploffen we op bed om bij te komen van de maaltijd. Dat ‘even’ duurt wat langer dan bedoeld, want we vallen in slaap en worden pas uren later wakker. Na een verfrissende douche gaan we dan echt slapen en daarmee is deze eerste vakantiedag voorbij. De kop is er af!

Vrijdag 30 mei 2008 Nico
Om kwart over zeven staan we op: we hebben de telefoon als wekker, een horloge als wekker en de scheepsradio in drie talen; dan kom je er wel uit! We gaan naar het ontbijtbuffet en bestellen bij de kassa gelijk een thermoskan die na het ontbijt met ongeveer vier koppen koffie gevuld wordt. Nico vindt de nota wel erg hoog en de dame blijkt in plaats van 2 x ontbijt doodleuk 2 x All-inclusive dinerbuffet aangeslagen te hebben. Onze eerste “credit-creditkaartbetaling” is het gevolg. Maar eens zien hoe dat op de afrekening staat. In het begin is de buffetruimte stampvol met mensen, later wordt het rustiger. Wanneer we om 9.00 uur in Göteborg aanlegen is het al aardig warm buiten. Om 9.10 uur rijden we van de boot af en voordat we het Stena Line- terrein kunnen verlaten moet Nico eerst blazen bij oom agent: alcoholcontrole!. “Perfect! Have a nice stay!” is het resultaat. We volgen de E6 naar Oslo, een afstand van ongeveer 285 kilometer en het wordt al snel behoorlijk warmer. Bij de eerste stop verdwijnen de lange broeken en komen de korte broeken en hemdjes te voorschijn. Precies om 12.00 uur passeren we de grens met Noorwegen, na eerst voor het laatste stukje E6 in Zweden nog tol te hebben betaald. Tol in Zweden; da’s voor het eerst sinds we hier komen! We worden bij de grens van de weg af geleid, naar een douanecontrolepost, maar mogen van de heren gewoon doorrijden. Nadat we Oslo gepasseerd zijn stoppen we bij Klöfto aan de E6 voor een korte lunch. Na een klein half uurtje rijden we door en stoppen 11 kilometer voor Elverum voor een plasstop. Het is nog steeds ongekend warm! In Elverum gaan we om 16.00 uur pinnen en een ijsje eten. We parkeren op precies dezelfde plek waar we jaren geleden met onze eerste camper met een lekke remleiding stil kwamen te staan. Daarna gaat de reis door naar Trysil. Van Göteborg naar Trysil is het 550 kilometer. Om ca. 17.00 uur komen we aan. Dat is inclusief stops bijna 8 uur in de zomer. Komende winter willen we weer skiën in Trysil. De overtocht via Zweden lijkt dus niet haalbaar. De rit van Göteborg naar Trysil zal in winterse omstandigheden minstens 10 uur duren. Je komt dan ’s avonds erg laat aan, om maar te zwijgen van de volgende week op tijd bij de boot terug zijn. Dat wordt komende winter dus de overtocht Kiel- Oslo met Color Line.

We besluiten om op zaterdag pas de tolweg naar Fageräsen te doen om daar naar huisjes voor de komende skivakantie te kijken en gaan dus eerst wat huisjes bekijken in Trysil Touristcenter. We hebben er 2 uitgeprint; één kennen we van de eerste wintersport hier, de tweede lijkt in werkelijkheid wat aan de krappe kant. We zien wel andere leuke onderkomens; die zoeken we thuis wel via internet op. Vanaf Touristcenter, waar de receptie helaas in het weekend dicht is, evenals de Tourist- Info in het dorp, rijden we naar de Klara Camping aan de overkant van de rivier, net buiten het dorp. Evenals in 2003 gewoon bellen dat je er bent, morgen komen ze wel langs. We vinden een plekje vlak aan de rivier, waar de stroompaal niks doet, maar de haspel is net lang genoeg om bij de volgende te komen. Het is ongekend warm; rond half acht is het nog zeker 30 graden. En wij maar tegen iedereen zeggen dat die 30 graden van vorig jaar begin juni vast een toevalstreffer was… Het is nu negen uur en de zon schijnt nog vrolijk over de berg aan de overkant van de rivier. Een ons uit 2004 zeer bekende berg, waar nu zelfs nog aardig wat sneeuw op ligt. Zelfs aan de doorgaande weg onderaan de berg ligt soms nog sneeuw. En dat met dit “kortebroekenweer”……….

Zaterdag 31 mei 2008 Jenny
Het is 9.00 uur wanneer wij het bed verlaten en aan de ontbijttafel schuiven. Dat doen we buiten, want het is stralend weer. Terwijl wij ontbijten, komt de campingbeheerster met ons afrekenen. We betalen voor de afgelopen nacht, maar delen alvast mee dat de kans groot is dat we terug komen. Na het ontbijt gaan we boodschappen doen in Trysil en daarna gaan we met de camper naar Fageråsen, via een een tolweg (30 kronen) van 10 km. En hoe hoger we komen, hoe warmer het wordt. Ook in Fageråsen wordt in hoog tempo bijgebouwd en wanneer wij nog een keertje in een rustig gebied willen skiën moeten we geen jaren meer wachten. Dat is ook niet de bedoeling, we willen namelijk komende winter –wanneer wij 30 jaar getrouwd zijn- hier een week skiën met het hele gezin en aanhang. Daarom komen we nu alvast kijken naar welke chalets wij leuk vinden om te boeken. In 2003 –op weg naar de Noordkaap- hebben wij dat ook gedaan voor de wintersport van 2004 en dat is ons goed bevallen. Toen waren wij 25 jaar getrouwd en de volgende keer dus 30.

We hebben thuis al een voorselectie gemaakt qua grootte en prijs en hoeven dus alleen maar te zoeken waar ze staan. Sommigen vallen zó tegen dat Nico die zwarte houten huisjes “doodskisten” noemt. Maar van de chalets Fagertoppen die wij in eerste instantie thuis al erg mooi vonden worden we enthousiast. Thuis dachten we dat type ‘W’ onze voorkeur zou krijgen, maar in de praktijk blijkt type ‘X’ beter te zijn. Je hebt daar weliswaar maar 1 toilet, maar je hebt ook maar één buur en bij type ‘W’ wel 3 waar je hinder van kunt krijgen. Bovendien ligt Fagertoppen ‘X’ nummer 20a of 20b pal aan de piste en dat vinden wij wel erg gaaf! De pistes zelf zijn allemaal groen en blauw (in de winter natuurlijk) en staan met de rest van de pistes van Trysilfjell in verbinding. Een redelijk groot skigebied dus!

Na het nuttigen van een broodje gaan we een wandeling maken, de berg op. Het is heel warm en we smeren ons goed in tegen de zon. Nico doet het nieuwe rugzakje om, waar ook een waterreservoir in zit met koel water. We wandelen langs het pad dat naar het skipaviljoen Fjellroa gaat, een half uur heen en een half uur terug. Er ligt nog veel sneeuw, ook op de weg, maar onze wandelschoenen kunnen daar goed tegen. Het is trouwens erg lekker lopen op deze schoenen.

Terug bij de camper moeten we eerst alle hitte eruit laten, want het is niet te harden. Daarna gaan we de berg weer af, betalen netjes de 30 kronen tol en willen vervolgens naar “Skihytta” gaan. Daar kun je met de auto komen vertelde de campingmevrouw en heel leuk wandelen. Maar wanneer we de afslag zien en opnieuw 30 kronen moeten betalen vinden we het niet leuk meer. We rijden een stukje verder tot aan de huskyfarm en zien dat de honden allemaal een prachtig nieuw onderkomen hebben gekregen aan de andere kant van de weg. Daarna gaan we terug naar de camping om daar de volgende twee nachten ook te verblijven. We zetten de luifel en de satellietschotel er bij op en klaar is ons weekendonderkomen!

Zondag 1 juni 2008 Nico
We slapen uit tot tegen tienen. Het is dan al weer erg warm. Wie zei ook weer dat 2 jaar achter elkaar 30 graden in Scandinavië in begin juni wel heel erg onwaarschijnlijk was? We rekenen met de campingdame 2 nachten af en krijgen zelfs nog een Zomer (2007)- boekje van Trysil en omgeving. Na een rustig ontbijt klimmen we tegen de middag op de fiets. Eerst wat restaurantjes kijken in Trysil voor vanavond; “Bøes Restaurang / Pub / Pizza” lijkt de meeste kans te maken. Daarna gaan we in deze vroege volle zomer in juni maar eens een stukje fietsen. Niet zo gek ver weg; we volgen Weg 26 richting Elverum tot we bij de brug naar Nybergsund komen (ongeveer 7 kilometer) en steken daar de rivier over. Over de brug kun je linksaf naar Trysil Sentrum (en de camping) over Weg 25. We slaan eerst nog even rechtsaf naar Nybergsund en bezoeken daar het “Kongeparken”; Op 11 april 1940 bombardeerden de Duisters Nybergsund, waar koning Haakon VII en het parlement via Elverum heen gevlucht waren. Ze schuilden tijdens het bombardement in het bos -niemand werd overigens geraakt – en daar werd in 1946 een gedenkteken onthuld. Daarna gaan we weer op de fiets richting Trysil en Klara Camping. Ergens onderweg, vermoedelijk op Weg 26, is Nico zijn halskettinkje met kruisje kwijtgeraakt. Onmogelijk om terug te vinden. Terug op de camping bestaat de rest van de middag uit luieren, lezen en niksen. Tegen zessen fietsen we naar Trysil om te gaan eten. Het wordt inderdaad “Bøes Bistro”, waar we lekker binnen gaan zitten en een pizza bestellen. Het is een “litten” (kleine) pizza, waarbij het vermoeden bestaat dat voor een grote minstens een steekwagen nodig was om hem op tafel te krijgen…. Het uitzicht op de straat is wel grappig; Noorse jeugd, doorgaans van het mannelijk geslacht, die meestal met zijn tweeën maar soms ook alleen in hun auto door de hoofdstraat heen en weer rijden. Heel af en toe komt er een auto met het andere geslacht. Ooit in het verre verleden eens gelezen dat op deze manier de Zweedse jeugd aan het begin van het weekend “op jacht” ging, net zo lang doorrijden tot er personen van de tegengestelde kunnen instapten. Leuk weekend gegarandeerd! Maar waarom ze dat nou in Noorwegen op zondagavond doen?

Met 2 consumpties p.p. komen we met deze maaltijd uit op Nok 477,-. (ca. € 63,-). Vergeleken met een Nederlandse Pizzeria niet goedkoop, maar vergeleken met een gewoon Nederlands restaurant ook niet schrikbarend duur. De alcoholische drankjes zijn wel duur: een biertje kost € 7,00. Dit is ook onze eerste keer “uit eten” in Noorwegen, wanneer je de Scandinavische buffetten op de veerboten naar Noorwegen niet meerekent. Maar het is erg geslaagd en bovendien ook nog eens erg lekker. Terug op de camping eerst even “uitbuiken”, douchen en dit dagverslag tikken, met op de achtergrond Pinkpop op Nederland 3 (de satellietschotel werkt ook hier). We hadden voor vertrek afgesproken om deze twee vakantieweken rustig aan te doen. De eerste drie nachten op dezelfde camping is daar een leuk en goed begin van. Morgenochtend maar in alle rust opbreken. Volgens Teletekst is het hier morgen ook weer mooi weer.

Maandag 2 juni 2008 Jenny
Het is 9.50 uur wanneer wij de Klara Camping verlaten. Eerst willen we een kijkje nemen in het witte kerkje bij de brug van Trysil, maar ook deze keer is het gesloten.
We doen boodschappen bij de grote Coöp en gaan dan naar de Tourist Informatie. Daar nemen we wat folders mee en ook een grote kalender 2008 met de skipistes erop. Hoe we deze mee moeten nemen zonder dat hij kreukelt bedenkt Jenny later: onder de matras van ons camperbed!
We rijden naar Hamar en bezoeken daar het Vikingskip, het Olympisch stadion uit 1994, waar 50.000 mensen in kunnen. Wij lopen hem helemaal rond, maar op dit moment is er dus geen ijs maar zaalvoetbalvelden in de arena. Het dak van het stadion is een omgekeerd Vikingschip, vandaar de naam.

W019e eten een broodje op de parkeerplaats en gooien de dieseltank vol. Daar wacht een mooie verrassing: nog nooit heeft DK 3 (en ook al die andere Duva Kampa’s) 1: 13,8 gereden! Een leuke meevaller met die immens hoge brandstofprijzen. Net boven Hamar – daar waar de E6 naar de andere kant van het Mjösa (meer) gaat- slaan wij links af, richting Gjövik. Het is intussen erg warm geworden, onze meter geeft ruim 25 graden aan. Vlak voor Gjövik slaan wij rechtsaf, weg 249 in naar Dokka. Onderweg nog eens een kerkje geprobeerd te bekijken, maar ook die was gesloten.

Om in Dokka te komen moeten we een hele afdaling naar beneden maken, blijkbaar zaten we op een hoogvlakte. Daarna nemen we weg 33 richting Aurdal en Leira. De weg komt ons enigszins bekend voor en wanneer we stoppen bij een P-WC, zien we een waterval/stroomversnelling bij een brug die we kennen van jaren geleden. Het heet er: Höljarast Bru. Destijds was het ook heel mooi en heel warm weer en hadden Paul en Mark die dag behoefte aan waterafkoeling. Ze konden dan ook heerlijk spelen bij de rotsen met het stromende en kolkende water van de rivier. Een plekje om te overnachten is ook nu zo gevonden, maar het recht staan duurt even. Toch lukt het ons om de camper vrijwel waterpas te zetten, een kunst op zich, met de complimenten aan Nico.

Vlakbij zijn rotstekeningen, zgn. ‘Helleristninger’ te zien en wij gaan daar lopend naar toe. Nooit geweten dat ze hier waren, terwijl toch al twee keer op dit plekje zijn geweest. We ontdekken de 11 tekeningen van rendieren die in de rotsen gekerfd staan.
Daarna terug en lekker even pootje-baden bij het water, het water is ijskoud! Even later zijn wij getuige van een fotosessie van twee blonde Noorse schonen in klederdracht, leuk om te zien.
Tijdens het etenkoken begeeft de waterkraan het, maar Nico kan hem gelukkig m.b.v. een schroef tijdelijk repareren. De kraan was vorig jaar ook al stuk en toen kregen we een andere. Die bleek ook niet helemaal jofel, maar na het vervangen van het sproeideel was alles weer goed. Niet dus! Morgen zullen we eens kijken of secondenlijm wat uit haalt.

Dinsdag 3 juni 2008 Nico
Geen wekker gezet en we worden om tien voor half negen vanzelf wakker bij het geluid van stromend en vallend water. We breken op ons gemak op en verlaten om kwart voor tien dit mooie eerste natuurplekje van deze vakantie. Het is weer lekker zonnig, alleen is het wat minder heet dan gisteren. In Leira aangekomen doen we boodschappen. Daarna rijden we Weg 51 op, richting Gol. Deze weg hebben we al vaker gereden en voert ons over een mooie hoogvlakte. In Gol nemen we Weg 7 naar Geilo. In Torpo gaan we even de doorgaande weg af om een houten staafkerkje te bekijken. Het piepkleine ding lijkt de vereiste Nok 35 p.p. entree niet echt waard, dus na een korte blik gaan we weer verder. Aangekomen in Hol lunchen we eerst op een parkeerplek bij het museum en de oude houten kerk, waar we in het verleden met Jenny’s moeder zelfs op zondag nog de deur gesloten vonden. Kennelijk moet je in dit land betalen om een kerk in te kunnen….., nou ja, in Nederland betalen wij toch ook een ‘Kerkelijke Bijdrage’ aan de kerk.

Vervolgens gaan we Weg 50 op, richting Aurland. Precies midden tussen Hol en Hovet ligt Camping Birkelund. Een Acsi- korting- camping (in voor- en naseizoen) met Nederlandse eigenaren, Rinie en Franka van der Pluijm. Het aantal Nederlandse campingasten op deze camping is dan ook bovengemiddeld voor een land als Noorwegen. We zien in het “inschrijfschrift” zelfs de Anjerweg in Westenholte staan! Om 14.00 uur komen we aan en even later zijn we volledig opgezet, inclusief luifel en satellietschotel. Dit is de eerste keer dat bij het aansluiten van de coaxkabel er direct beeld en geluid komt (tennis op Nederland 1). Hoezo: schotel uitrichten? We krijgen vrijwel direct een Nederlands echtpaar “aan de bus” die info willen over onze luifel. Een stel enthousiaste California Coach 1992 – rijders. Ondertussen blijkt de 12-volt-verlengkabel defect. Eén van de draden is losgeschoten. Geen TV meer kijken? De netstroomadapter hebben we thuis gelaten. Dan ben je blij met een Nederlandse beheerder die ergens ver weg nog een Vendex- soldeerbout weet op te duiken! De Acsi- korting is niet de belangrijkste reden om hierheen te gaan. Normaal gesproken hebben wij iets tegen campings direct-aan-de-weg en tegen campings met bovengemiddeld aantal Nederlanders. Maar je kunt hier leuk wandelen en we hebben allebei nieuwe wandelschoenen bij ons. Daarom blijven we ook hier twee nachten. Om kwart voor vier maken we een eerste verkennende wandeling. Zo’n zes kilometer, die we in ca. 75 minuten afleggen. Daarna springen we ook nog eens op de fiets naar Hol, om ansichtkaarten te kopen. We komen daar na vijf kilometer om 18.05 uur aan en kennelijk gaan de winkels in deze kleine plaatsjes stipt om 18.00 uur dicht. Weer terug op de fiets, inclusief een stukje lopen, omdat de berg voor ons ietsjes te steil is. Het is nu tien voor acht, de maaltijd is achter de rug we gaan direct maar eens kijken of we de aangeschafte 24 uur Internet- toegang aan de praat kunnen krijgen.

Woensdag 4 juni 2008 Jenny / Nico
J: Vandaag gaan wij onze eerste echte wandeltocht maken op onze nieuwe, thuis ingelopen, wandelschoenen. Daarvoor moeten wij eerst 8,5 km bergopwaarts fietsen tot voorbij het dorp Hovet. Dus we zijn al een beetje moe voordat we echt beginnen. En dat beginnen betekent: stijl omhoog, langs flinke keien, sneeuw, water, modder en een wildwater- bergstroom. We willen de 250 meter hoge waterval Hivjufossen zien en dat kan op twee manieren. Via een 4 km lange ‘weg’ en via een 1,5 km lange weg. Wij kiezen voor de laatste, omdat we niet zeker weten of de andere weg sneeuwvrij is. Wanneer we niet de route rond kunnen lopen, kunnen we in elk geval via dezelfde weg terug.
We lassen veel rustpauzes in voor onze ongetrainde benen en daardoor doen wij er in totaal drie uur over. Dat komt ook omdat we twee keer een wildkolkende rivier moeten oversteken. Twee Duitsers doen het ons voor: zij doet haar schoenen uit en waadt op blote benen er doorheen, hij loopt met sokken en gympen zó het water in. Wij doen het anders: wij trekken onze dure schoenen en sokken uit en hangen ze samengeknoopt om onze nek. Daarna waden we snel door het ijskoud water. Het water is zó koud dat het pijn doet aan de voeten. Aan de overkant lopen we onze voeten droog, kloppen met onze sokken het vuil er vanaf en trekken onze comfortabele wandelschoenen weer aan. Terug moet hetzelfde gebeuren en dat kost gewoon wat tijd. Maar het aanschouwen van zo’n grote waterval waar je zo’n moeite voor moet doen is het alles waard.

Op de terugweg door de rivier zien we dat wanneer je jong bent en lange, lenige benen hebt, je ook via de stenen kunt springen. Twee jonge Noren laten ons dit zien en gooien eerst hun rugzak naar ons toe. De volgende gooit zijn fototoestel pardoes in het water, maar die kan er nog net uitgevist worden. Nou, wij doen het dan toch maar op onze eigen manier! Zie foto.

Op de fiets weer terug en even een paar boodschappen halen bij de supermarkt in Hovet. Daar kopen we ook ansichtkaarten om naar het thuisfront te sturen. De rest van de middag gaan we heerlijk luieren bij de camper. Het weer blijft schitterend en het is lekker warm.

N: Omdat de PCMI- netwerkkaart en de zender van de camping kennelijk niet zo’n groot bereik hebben, gaat Jenny vlak bij de receptie weer aan de picknicktafel internetten. Zelfs daar valt de verbinding soms weg, terwijl onze buren, met een Apple- I-Mac- laptop probleemloos verbinding hebben, en die staan nog verder van de receptie af dan wij. Toch maar eens uitkijken naar en andere laptop….
Vanaf ons “spontane internetcafé” zien we even later de auto van de campingeigenaren, Rinie en Franka, op een Falcken- sleepauto voorbij komen. Rinie heeft in een poging om twee campinggasten die in hun auto “op” een plak sneeuw en ijs vastzaten (nota bene met een vierwiel- aangedreven Toyota Landcruiser!) zijn eigen koppelingsplaten aan barrels gedraaid. Dat soort onbaatzuchtigheid kom je niet vaak tegen. Wij kennen die sleepwagens overigens nog al te goed van ons roemrijke camperverleden.

Donderdag 5 juni 2008 Nico
Tijd om hier weer te vertrekken. Om kwart over acht loopt de wekker af, om 10 uur verlaten we deze leuke camping. Voorseizoen en Acsi-korting, Camping Birkelund kost ons voor twee nachten Nok 230,- (ex. douchen) en dat vind je verder niet zo snel in dit land. We rijden over Weg 50 tussen nog steeds imposante hoeveelheden sneeuw richting Aurland. Daar gaan we nog even 9 kilometer “linksaf” naar Flåm, om boodschappen te doen. Vervolgens weer terug naar Aurdal om daar de bijna 25 kilometer lange Laerdaltunnel in te rijden. Vorig jaar ook, maar toen vanaf de andere kant. In de eerste van de drie heel bijzonder verlichte “onderbrekingshallen” negeren we het stop- / parkeerverbod en stoppen even om te filmen en foto’s te maken. Je rijdt toch al gauw meer dan 20 minuten in zo’n tunnel en ondanks dat het een enkele buis is met tweerichtingsverkeer, wordt er zelfs door vrachtwagens nog ingehaald. Zelf doen we dat ook een keer, maar omdat het een behoorlijk rechte tunnel is kun je ver vooruitkijken of er een tegenligger aankomt. We picknicken op een parkeerplaats aan het Åndalsfjorden, waar we vorig jaar overnacht hebben. Onze website-sticker die Jenny vorig jaar aanbracht zit nog steeds onder de picknicktafel. In Övre Årdal doen we nog een keer boodschappen; de “Skummet Maelk” die in Flåm is gekocht is magere 0,1%- melk en géén karnemelk; die heet in Noorwegen “Skummet Kulturmaelk”…. Het is niet eens lekkere melk, dus maar weg doen.

039

 

Rond tien voor drie rijden we de “Sneeuw-tolweg” van Övre Årdal naar Weg 55 (ook al zo’n sneeuwweg) op. Nu in tegengestelde richting dan de vorige twee keer. De klim begint gelijk steil en over een heel smal weggetje. Om een dikke tegemoetkomende camper te passeren, die kennelijk niet op de hoogte is van het correcte gebruik van de alomtegenwoordige uitwijkplekjes, moet zelfs de linker spiegel ingeklapt worden, terwijl de rechterwielen naast de weg doorploeteren, vlak naast een diepe greppel. Volgende keer gewoon stilstaan en wachten tot de klungel-in-kwestie achteruit rijdt naar een uitwijkplek. Want in de bergen geldt: stijgend verkeer gaat vóór en dat zijn wij in dit geval.
Ook nu ligt er weer veel sneeuw, méér nog dan vorig jaar. Bovenaan betalen we braaf de 50 kronen tol. €6,50 is niet veel voor dit prachtige uitzicht. Na stijging komt afdaling en aan het eind van de tolweg rijden we Weg 55 van Sogndal naar Lom op, om ook weer gelijk te gaan klimmen. Weer veel sneeuw en rijdend richting Lom zien we dat er dichtbij Lom ook nog steeds sneeuw ligt. Zó dicht bij Lom hebben we dat nog nooit gezien. Tegen vijven zien we vlak voor Elveseter een verwijsbord naar een “P-met-WC”, waar alleen auto’s tot 2 meter breed in mogen. Het blijkt een eenrichtingspad te zijn dat zich tussen met latten en touwen beschermde bomen doorslingert en waar veel –soms futuristische- betonnen picknicktafels staan. Met een grote camper kun je daar niet tussendoor slalommen, maar met een VW T4 gaat dat prima. We installeren ons voor de komende nacht op een mooi plekje vlak aan de snelstromende rivier en besluiten hier te overnachten. Verkeer hoor je dankzij de rivier helemaal niet. Het is nog steeds droog en zonnig weer. Onze hoogtemeter geeft 950 meter aan, dus het zal hier wel wat eerder fris worden, maar dat mag de pret niet drukken.

Vrijdag 6 juni 2008 Jenny
We lagen gisteravond al vroeg op bed en daarom komen we er deze ochtend al om 8.00 uur uit. Geen opsta-tijd voor de vakantie vindt Jenny, na maar zo’n lange nacht is het geen probleem. Het was een koude nacht en bij het ontwaken wijst de buitenthermometer 8 graden aan!
We ontbijten in het zonnetje, want anders is het te fris om buiten te zitten. We kiezen weer een van de vele futuristische picknick-zetels die hier staan, ze zijn leuk om te zien.
Om 9.20 uur vertrekken we van deze leuke overnachtingplaats en uiteraard hebben we hem aangetekend op onze wegenatlas: 25 km ten westen van Lom aan weg 55, vlak voor Elveseter.

Ongeveer 20 minuten later komen we in Lom aan. Daar gaan we linia-recta naar de Tourist Inform om onze mail te bekijken. Verder doen we niks in Lom, het mooie kerkje hebben we al eens gezien. Het is intussen al weer erg warm geworden en de korte broek en het mouwloos hemdje gaan weer aan.
Langs het Ottavatn (wat staat het water hoog zeg) rijden we naar Otta en doen boodschappen in een groot koopcentrum. Duva Kampa krijgt een slok diesel en warempel, hij heeft al weer zuinig gereden, 1:12,8. Om 11.50 uur belanden we op de E6, die we slechts volgen tot Ringebu. Daar gaan we 8% omhoog, Weg 27 op. Later blijkt dat we deze weg niet bedoeld hebben, maar hij is wel erg mooi. We vermoeden dat we hem in omgekeerde richting al eens hebben gereden. We rijden boven op de hoogvlakte van het Rondane natuurgebied en zien allemaal schitterende wandelwegen en berghutten. Het is er doodstil en sporadisch passeren we een auto.

Vanaf Weg 27 komen we op Weg 3, rijden die een klein stukje en slaan dan af naar Weg 217. Daarna naar Weg 218 die vlak voor de Zweedse grens Weg 70 wordt.
Om 16.25 uur passeren we de grens met Zweden, die slechts aangegeven wordt met een verkeersbord en een gedenksteen. In het eerste plaatsje Idre gaat de deur van de Tourist Informatie voor onze neus dicht. Gelukkig kunnen we wel geld pinnen, want we hebben geen Zweedse kronen bij ons. Maar de supermarkt is dicht en een blik in ons boekje leert ons dat 6 juni hier een Nationale feestdag is, of te wel Svenska Flaggens Dag (wij zeggen “vlaggetjesdag”). Men herdenkt dan de troonsbestijging van Gustaf Vasa in 1523 en de grondwet van 1809. Het is ons al vaker overkomen dat we op deze dag voor dichte winkels stonden, vorig jaar in Jokkmokk nog! Wij leren het dus nooit.
We rijden verder naar Särna en onderweg zien we schitterende vrije kampeerplekken langs het meer, met wc-hokjes, schuilhutten en vuurplaatsen. Maar omdat wij voor de douche komen willen we naar een camping. Daar komen we om 18.00 uur aan en mogen zelf een plekje uit zoeken. Even later staan we dan weer met luifel en satelliet TV, alsof we nooit (ergens) vertrokken zijn. Ook hier zijn veel Nederlanders, maar ook veel muggen! Dat noopt ons al snel om binnen te zitten, terwijl het buiten nog lekker is. Maar daarvoor terug krijgen we een prachtige zonsondergang te zien!

056

Zaterdag 7 juni 2008 Nico
Een ochtend zonder wekker, dus worden we pas om half elf wakker op deze camping in Särna. Omdat de enige “supermarkt” in het dorp op zaterdag al om 14.00 uur dicht gaat, ontbijten we snel en gaan daarna boodschappen doen. Het is behoorlijk druk in de “Konsum” en het gangbare brood is al uitverkocht. Dan maar “Zweeds houdbaar”. Terug op de camping kopen we à raison van Sek 30,- 6 munten voor de wasmachine, die het later gewoon zonder munten blijkt te doen. Een Zweeds “dropijsje” gaat er in deze hitte ook best wel in! Wanneer we de receptie verlaten, worden we aangesproken door de vrouwelijke helft van een net aangekomen Nederlands echtpaar; we blijken elkaar vorig jaar juni in Jokkmokk op de berg “Storknabben” te hebben ontmoet bij het kijken naar en genieten van de Middernachtszon. Kleine wereld! Na de was gedraaid en opgehangen te hebben stappen we op de fiets voor een tochtje van 10 kilometer om het meer, het Särnsjön. Het is bloedheet en bij het “klimmen” is het wel een beetje afzien. Het afdalen daarentegen is dan weer een stuk prettiger! Bij het vertrek meenden we al wat onweersklappen te horen en wanneer we op driekwart van de tocht even willen uitblazen, zien we de zwarte lucht die we al een tijdje verderop zagen ineens behoorlijk dichtbij komen. We slaan de pauze dus maar over en fietsen verder. De was blijkt nagenoeg helemaal droog te zijn en wordt gauw binnengehaald. Na enige tijd breekt het onweer los en begint het hard te waaien en te regenen. Wel lekker verfrissend! Het satellietbeeld valt weg en ondergetekende doet een spelletje “Schotel-uitrichten-in-de-stromende-regen-in-de-korte-broek”. Uiteindelijk is er weer beeld en de verzopen kat (of Duijf) heeft droge kleren nodig. Na de afwas rond een uur of acht wordt het weer droog. Een lekker ontspannen dagje dat heel heet begon en nu lekker frisjes afsluit.

Zondag 8 juni 2008 Jenny
Vandaag staan we niet zo laat op, want we willen een wandeling maken voordat de hitte op z’n ergst is. Dat lukt niet zo goed – we zijn wel ervaren camperaars, maar geen ervaren wandelaars- en pas om 11.15 uur gaan wij op pad. De zon laat zich dan al weer van zijn beste kans zien. Het is een aardige klim naar boven, maar omdat we op asfalt lopen valt het mee. Ons doel is de uitkijktoren bij het kleine ski-gebied van Särna, enkele kilometers verderop. Inmiddels weten we dat je over een kilometer meer dan 2x zo lang loopt dan in Nederland op vlakke wegen en daar hebben we rekening mee gehouden. Ook nemen we geregeld een korte pauze, waarbij we de schaduw opzoeken. Na anderhalf uur komen we aan en we beklimmen meteen de skischans, om het uitzicht te bewonderen. Pas dan ontdekken we de echte uitkijktoren en ook die beklimmen we. Het is nog een hele klus om weer beneden te komen en we kiezen deels voor een pad langs de piste en deels voor een pad langs de sleeplift.
De terugweg is een makkie, want die gaat naar beneden. Tenminste, dat denken we en daarom kiezen we voor een pad dat door het bos gaat. Zouden we daarom allebei last hebben gekregen van onze
(voor-)voeten? Beneden gekomen moeten we nog even flink zijn om ook nog de beide kerkjes (de nieuwe en de oude staan naast elkaar) van Särna en de Gammle Gärd te gaan bekijken met zulke zere voeten.

Eenmaal bij de camper aangekomen gaan meteen de schoenen uit: wat een verfrissing!
Lekker bijkomen en dan naar het enige fatsoenlijke restaurantje dat Särna rijk is.
Het restaurant is 2 km verderop en wij kiezen voor een tafeltje op het terras. Het blijkt dat er niemand de bestelling komt opnemen en dat je dat zelf binnen moet opgeven. Ook bestek en glazen moet je zelf pakken en het drankje komt uit een blikje. Hoewel de kok continu pizza’s bakt kiezen wij voor een biefstuk (is hier een lap vlees met saus) en salade en friet. Het eten echter wordt wel gebracht, maar zonder verdere tekst op tafel gezet. Wij verstaan inmiddels redelijk wat Zweeds, maar horen geen “eet smakelijk” zeggen. Sterker nog: er kan geen lachje af.
Toch is de maaltijd verrukkelijk en helemaal niet duur. We betalen zo’n 335 kronen, dat is omgerekend € 37,00 en voldaan gaan wij weer naar de camping. In mijn geheugen was deze plaats Särna altijd een redelijk dorp, maar wat wij nu zien is een uitgestorven nederzetting. Geeft niet, morgen gaan we weer naar de bewoonde wereld.

De rest van de avond brengen wij door met tv kijken en lezen. Wanneer het tijd wordt om naar bed te gaan steekt er een flinke storm op vanaf het meer, pal op onze luifel. Het regent niet en het is ook niet koud, maar onze luifel zwiept behoorlijk heen en weer. We besluiten hem af te breken en vouwen hem in het ‘servicehus’ op. De buurman is inmiddels wakker geworden en verstevigt de scheerlijnen aan zijn voortent; we hoeven hem niet te helpen zegt hij. Nu de luifel weg is moet alles wat daar onder stond naar binnen: stoeltjes, schoenen, wasgoed, tafeltje, etc. Alleen de satelietschotel laten we buiten staan, verankerd met haringen en in de luwte van de camper. De wind gaat weer enigszins liggen en wij gaan naar bed. Het is behoorlijk licht en wij vermoeden dat het helemaal niet donker wordt hier.

Wij liggen nog maar net in bed of de wind begint weer kuren te krijgen. Nico slaapt al, aan het gesnurk te horen, maar Jenny is nog wakker. Gauw maakt zij Nico wakker om het hefdak te laten zakken, zodat het geluid van de wind minder hoorbaar is. Ach we hebben dit wel vaker gedaan, maar het is toch altijd weer een beetje spannend. En eindelijk kunnen we slapen.

Maandag 9 juni 2008 Nico
Om 8 uur loopt de wekker af. Dat is wat vroeg na een minder goede nacht. Het is bij het opstaan buiten net boven de 10 graden, grijs en het waait ook nog. Spijkerbroeken aan dus!
De luifel hoeven we niet meer af te breken en de rest doen we op ons gemak. Na het opbreken gaan we bij het Servicehus water tappen, vuil water & porta lozen en de laatste ook weer bijwateren. Daarna kopen we in het dorp nog de nodige stickers en rijden via Weg 70 naar Mora. Na enig zoeken vinden we daar een Köpcenter. De Gigagrote ICA gaat pas woensdag open en de kleinere ICA heet ons vanaf gesloten deuren hartelijk welkom in de nieuwe zaak; woensdag dus! We gaan shoppen in een nabijgelegen Willy’s. Een soort Aldi, maar dan groter. Pas in de loop van de middag verlaten we Mora en rond kwart over twee lunchen we op een P langs de weg (70) naar Rättvik. Eerst doen we maar weer eens dunnere kleren aan, want het is al weer 20 graden geworden en de zonnebril staat al weer een tijdje op onze neuzen.

Omdat het na de lunch niet lukt om in Leksand de goede afrit te vinden naar een oud kerkje, besluiten we in Borlänge om te stoppen bij een giga-groot winkelcentrum in een soort mega-koepel om daar eens wat te gaan rondsjouwen. We kopen een ketting met kruisje voor Nico, die zijn vorige tijdens de Trysil-fietstocht is verloren. Ook kopen we 60 internet- minuten voor 19 kronen, waarvan er ruim 40 worden opgemaakt. Daarna verorberen we p.p. een ijshoorn met drie grote bollen schepijs: aardbeien, Läkrits (drop) en Daim. Het is al na vijven wanneer we onze weg weer vervolgen. We volgen nu Weg 50 richting Örebro en verlaten die weg in Ludvika om de borden naar Malingsbo te volgen.

Ook nu rijden we weer het –toch al wel een beetje- vertrouwde natuurgebied “Malingsbo – Kloten” in. Via Malingsbo en Weg 233 komen we bij de afslag naar de (onverharde) weg naar Nyfors, de Nyforsvägen, en na drie kilometer zien we links het Långvattnet- meer en missen bijna de inrit naar een parkeerplaats-met-hoog-uitzicht-op-het-meer-en-beneden-een-schuilhut-met-vuurplaats-aan-het-water. Dit mooie plekje ontdekten we in 2005 en we komen er nu met plezier terug. Jenny heeft in no-time een vuurtje aan het branden en omdat er beduidend minder muggen zijn dan 3 jaar geleden genieten we aan het water op een boomstam van een wijntje en een biertje: Pardon: een Grolschje.

Dinsdag 10 juni 2008 Jenny
We hebben heerlijk geslapen op deze schitterende en rustige natuurplek. Dat we hem zo makkelijk konden vinden was dankzij de routebeschrijving die we de vorige keer in onze wegenatlas hebben geplakt. Om 10.00 uur vertrekken we van deze plaats om ooit weer eens terug te komen, zoals we wel vaker doen met mooie plekjes in Zweden en Noorwegen.
We rijden naar Kopparberg, naar de Tourist Inform. Die is gevestigd in een prachtig oud gebouw, namelijk het voormalig mijnkantoor annex gemeentehuis.
We kopen er stickers en wat souvenirs voor het thuisfront. Jenny vindt een nieuwe eland voor haar verzameling. Dit keer weer één in glas en de man van het toeristenbureau legt enthousiast uit dat de eland er met laserstralen in is gemaakt. Dezelfde laser als bij operaties wordt gebruikt.
We rijden over Weg 50 (die op veel wegenkaarten als 60 staat vermeld) verder zuidwaarts en zien vlak voor Örebro een heel groot winkelcentrum. Als je een Coöp Stormarknad tegenkomt is het de moeite om even van de weg af te gaan. Wij hebben eigenlijk niet veel boodschappen nodig en zijn voor Sek 19 klaar, maar de winkel heeft nog veel meer! Omdat onze koffiekan niet meer goed sluit, kopen we een nieuwe en Jenny ziet tot haar vreugde Nordic Walking- stokken, die haar oude kunnen vervangen.
Er blaast intussen een flinke wind –zeg maar storm- uit het westen en dat merken we tijdens het rijden goed. Onderweg bezoeken we nog even een klösterruïn uit 1400 bij Laxå.
We gaan over de E20 tot Mariestad, want we willen de nacht in Årnäs doorbrengen. Daar komen we om 16.30 uur aan en zien dat ons geliefde plekje wel wat veranderd is.

Maar laat ik eerst eens vertellen waarom het badstrandje bij Årnäs (er staat nergens een verwijzing naar een camping) zulke bijzondere gevoelens bij ons losmaakt. Dat komt door de zonsondergang! Hier hebben wij onze eerste Scandinavische zonsondergang beleefd en elke keer dat wij hier terugkomen is het weer raak: schitterende luchten, zonnestralen die weerkaatsen op het water en een zon die langzaam zakt om te uiteindelijk te verdwijnen achter de horizon. Ooit in 1986 –tijdens onze eerste Zweedse vakantie- belandden wij op deze plaats, op zoek naar een badstrandje om te gaan zwemmen en een natuurplekje om te slapen. Wij hadden een natte Randstadtent bij ons, die eigenlijk diezelfde dag nog moest drogen. Toen wij zagen dat er bij het strandje caravans stonden vroegen wij aan een van de weinige kampeerders of wij er mochten overnachten. In het Zweeds kregen wij een antwoord dat wij niet verstonden, maar wij begrepen dat we konden blijven en de tent opzetten. Er was geen stroom, geen drinkwater en geen toiletgebouw. Er was een handpomp waarmee je water uit het meer kon pompen. Je behoefte kon je doen in een houten hok met een poepton, maar dan moest je wel een zaklantaarn meenemen. Voor het afrekenen kwam er een echtpaar langs, zij in een “moeder Flobbe”-schort en samen maakten zij de “wc” ’s en het strandje schoon.
Deze overnachting kostte destijds Sek 20,00 per nacht, dus ongeveer fl.5,00. Diezelfde avond wasten wij ons vanaf de steiger in het heldere water van het meer en werden wij getrakteerd op onze eerste Zweedse zonsondergang- ervaring………………..

Jaren later kwamen wij hier nog een keer met de tent (1988) en ook 3 keer (1995, 1997 en 1999) met onze eerste camper, Duva Kampa 1. Een van die keren was het snikheet en we werden door de paar aanwezige Zweden gedirigeerd om op het mooiste plekje (in onze ogen dan) te gaan staan. We bleven twee nachten en kregen van het beheerders-echtpaar (zij nog steeds in het zelfde schort) de tweede dag een kan vers drinkwater. Vanwege de hitte verbleven we vrijwel de hele dag op en in het water. Inmiddels was de vooruitgang ook hier gekomen: er waren twee chemische toiletten (met binnenverlichting en een voetpomp voor water) neergezet en er was een kraan met stromend water uit het meer. Er hing een briefje bij dat het geen drinkwater was. De prijs was Sek 40, oftewel ƒ 10,00 per nacht, want campers kostten meer dan tenten. Opnieuw aanschouwden wij het wonder der natuur…………………..de zonsondergang!

Ook met onze tweede camper, Duva Kampa 2. zijn we hier geweest, maar hebben er nooit overnacht.
De ene keer wilden we weg omdat het er krioelde van de van de grote bosmieren , de andere keer lag het wel op onze route, maar niet om te slapen.

Vandaag echter staan wij hier met onze blauwe camper, Duva Kampa 3. Voor de zesde keer dus hier!
Paul had vorige jaar al gezien dat er veel veranderd is, toen hij hier kampeerde. Het kleedhok is weg en er staan nu echte toiletten met (warm en koud) stromend water, maar nog steeds geen douche. Het beheerders-echtpaar is een generatie jonger, woont nu op de camping en zij spreken zelfs een beetje Engels! Wanneer we vragen of we hier kunnen overnachten, wordt ons uitgelegd dat we met een camper alleen op de parkeerplaats mogen staan. Dat is geen probleem, want wij zijn de enige gasten en niemand zal dus ons uitzicht belemmeren. We zien zelfs in de caravans van de seizoenkampeerders niemand.
Wij kiezen een mooie plaats met uitzicht op het meer en zo veel mogelijk uit de nog steeds waaiende wind. Terwijl we in het zonnetje zitten laten we de veranderingen van deze geliefde plek op ons inwerken. Is Årnäs òns Årnäs nog wel, of wordt dit onze laatste keer?
Vanuit het water -wanneer Jenny zwemt- merkt zij dat er eigenlijk niets veranderd is. De sfeer is het zelfde gebleven, het strandje is onveranderd. Het is nog steeds goedkoop, een overnachting met een campertje kost 50 kronen, dit is ongeveer
€ 5,50. En wanneer ik dit epistel op de laptop tik weet ik het helemaal zeker: de zon is hetzelfde gebleven. Zij schijnt nu vanaf het meer op het toetsenbord………. Eh,………ik moet rap naar buiten om dit natuurverschijnsel op de camera vast te leggen. Want heel langzaam…………… Juist ja, bijna waren we te laat geweest!

Voor wie ook eens deze ervaring wil meemaken hier het adres:
Årnäs ligt aan de oostkant van het grote meer, het Vänern. Vanaf het noorden staat er net voorbij Mariestad tegenwoordig een bord op de E20. Afslaan bij dit bord dus en de weg volgen. Vlak voor het gehucht Årnäs moet je rechtsaf bij het bordje “badstrand”. Dit is een onverharde weg en deze weg moet je helemaal volgen, ook als hij een bocht naar rechts maakt. Wanneer je caravans tussen de bomen ziet ben je goed, de voorste caravan is van de beheerder. GPS- coördinaten: N 58.68740 E 013.62276 (noot: anno 2015 is de “camping” een privécamping geworden)

Woensdag 11 juni 2008 Nico
De “backup- of noodwekker loopt om 9 uur af. We sliepen vannacht niet zo gek vroeg en werden dus ook wat later wakker. Vannacht heeft het even geregend, maar nu is het weer droog en de zon komt er zo af en toe ook even bij kijken. Zo extreem warm als vorige week is het niet meer; wanneer we onze neus buiten de (schuif-) deur steken is het net 13 graden. We ontbijten op ons gemak binnen en ergens na tienen verlaten we “ons” mooie stukje Zweden. Gisteren hebben we niet gewandeld of gefietst, vanmorgen gaan we dat een beetje inhalen, maar we weten nog niet of we dat met de wandelschoenen of de trappers doen. We rijden naar het hoogste punt in de streek, de “Kinnekule”, een hoog plateau met een prachtig uitzicht over het Vänern en het vasteland. Wanneer we op een parkeerplek bij een pad naar de uitzichttoren naar een informatiebord staan te koekeloeren vraagt een –zeg maar- gemeentewerker die net een slagboom opent om met zijn auto + aanhanger door te rijden of we het allemaal kunnen vinden en geeft ons prompt een kaart van de omgeving. Nog steeds aardige jongens, die Zweden, ook al ziet deze er als een echte Viking uit: een hangsnor maat superextreem groot en haar in een paardenstaart onder de cap uit. We doen de wandelschoenen aan en sjouwen de berg op naar de uitkijktoren, die nu dus dicht is. We besluiten de rode wandelroute te volgen, volgens de borden “beloopt” die 2,5 kilometer. Na een uur zijn we nog steeds niet “rond”, dus is de route vast wel langer. Dankzij de kaart kunnen we bij het oversteken van een asfaltweg gewoon rechtsaf slaan naar de parkeerplaats waar de auto staat. Onderweg in het bos kwamen we de gemeentewerker nog een keer tegen; die reed daar op een “Quad” rond. Al met al hebben we een dik uur gesjouwd.

Het is ondertussen al ruim na twaalven en de temperatuur loopt flink op, al is de gevoelstemperatuur na zo’n wandeling wellicht wat hoger dan de echte. In ieder geval tijd voor korte broek en mouwloze bovenkleding! Tegen kwart voor een verlaten we Kinnekule en gaan via allerlei binnendoorweggetjes richting Skara. Daar willen we boodschappen doen in een grote ICA- supermarkt maar nemen de verkeerde ingang en moeten eerst met ons karretje een hele bouwmarkt door. Tussen Skara en Falköping lunchen we op een picknickplek, dat kan sinds 2 dagen weer zonder dat alles van tafel waait. De temperatuur wordt toch wat lager want de zon laat het steeds meer afweten, dus armen en benen zijn weer snel bedekt. Vanaf Jönköping nemen we de E4 naar het zuiden, dat schiet lekker op. We hebben dan ook veel minder last van harde zijwind dan gisteren. Bij Hamneda verlaten we de E20 en gaan binnendoor naar Älmhult, naar de Sjöstugan- camping, onze tweede “Acsi-voor-/ naseizoen-korting-camping” in deze vakantie. Daar komen we tegen zessen aan. De Acsi-kaart geldt nog steeds en we krijgen zelfs douchemunten mee. Net als in Noorwegen staan op deze Zweedse Acsi-korting-camping bovengemiddeld veel Nederlanders. Een plekje zoeken kost wat tijd; het terrein loopt nogal scheef, maar uiteindelijk vinden we aan de rand van de camping een plekje waar we redelijk vlak kunnen staan met de gesloten kant van de camper naar het meer. Dat lijkt vreemd, maar van die kant komt een in kracht toenemende wind en later ook regen. Ondanks de sombere verwachtingen van Nico over satellietontvangst – er staan hele hoge bomen in de “goede” richting- lukt het tòch om beeld te krijgen. We eten laat, terwijl er buiten bakken regen uit de lucht vallen, maar ook komt de zon er soms nog even door. Bij het tikken van dit verslag regent het behoorlijk, terwijl aan de linkerkant boven het meer mooie zonbeschenen wolken en hele stukken blauwe lucht te zien zijn.

Vandaag reden we weer over behoorlijk wat kleine tussendoor- weggetjes, die door onze Garmin- GPS niet eens aangegeven worden. Om in dit mooie land lekker over die mooie kleine wegen te kunnen rijden heb je meer nodig dan één wegenkaart van Zweden met schaal 1 : 200.000. Wij verslijten inmiddels onze tweede “Sverige Vägatlas” van Motormännens Kartförlaget. Daar staan zelfs de kleinste weggetjes op en daarmee kun je overal komen. Ook de bijzondere plekken worden op de kaarten vermeld: oude kerkjes, rotstekeningen, een Sommarland enzovoorts. En een hele hoop info over Zweden en verkeer, wel in het Zweeds, maar best begrijpelijk. Een aanrader! Ons exemplaar is van 2001 en de reden om hier steeds mee door te rijden is dat we geen zin hebben om kaartpagina voor kaartpagina langs te gaan om alle aangetekende mooie overnachtings- en andere plekken over te nemen in een nieuwe editie. Bovendien worden hier niet zo veel nieuwe wegen aangelegd en zelden krijgt een weg een ander wegnummer. We kunnen dus nog jaren vooruit. Ook van Noorwegen hebben we een vergelijkbare wegenatlas. Om de zoveel jaar kopen we nieuwe overzichtskaart van Zweden en Noorwegen voor het “grote overzicht”. Maar de details zoeken we via deze wegenatlas.

Donderdag 12 juni 2008 Jenny
We slapen een beetje uit deze dag en ontdekken dat we helemaal in de schaduw staan, terwijl de zon wel schijnt. Dat is niet handig als we morgen met een droge luifel hier weg willen. Bovendien hebben we erge last van “knutjes”, dit zijn zeer kleine mugjes die overal binnendringen. Onze luifel zit er vol mee en ook binnen zijn ze aanwezig. Nog nooit hebben we hier last van gehad (wel van hun grotere broers en zussen hoor, maar daar weten wij wel raad mee) terwijl we hier al ruim 20 jaar komen, waarschijnlijk komt dit door het jaargetijde en de bomen waar we onder staan. We besluiten na het ontbijt te verkassen naar een plek in de zon, er zijn door het vertrek van medekampeerders weer genoeg plaatsen om te kiezen.
Binnen een uur staan wij weer kampeergereed aan de overkant van het pad, dit keer vol in de zon. Het lukt ons om redelijk waterpas te staan op deze scheve plek. De knutjes verdwijnen als sneeuw voor de zon. Het weer ziet er een beetje dreigend uit, maar weerhoudt ons er niet van om naar het dorp te fietsen en boodschappen te gaan doen. Na een bezoek aan supermarkt ‘Willy’s’ gaan we naar Ikea, dé eerste Ikea van Zweden en van de wereld dus staat in Älmhult!
We fietsen nog even verder het dorp in en halen wat folders van deze streek voor familie e.a. bij de Touristinform en kopen wat wijn bij de Systembolaget. Dit is in Zweden een aparte winkel waar alcoholische dranken worden verkocht; het is namelijk in de supermarkt niet verkrijgbaar. We kopen een klein flesje witte wijn voor 39 Sek en een fles rode wijn (uitvoering: de toren van Pisa, scheef en al) voor 54 Sek, omgerekend is de laatste zo’n € 5,50. Helemaal niet duur dus!

We willen eigenlijk nog een wandeling maken, maar het is door het shoppen een beetje later geworden dan gepland. Terug op de camping blijkt dat we gratis draadloos Internet hebben wanneer we in de buurt van de receptie zitten. Dat wordt dus berichten lezen en verzenden, waaronder dit verslag. Geeft niks, er valt nog genoeg te wandelen in ons leven, we hebben namelijk de smaak te pakken.

Omdat het nog steeds niet regent en de zon volop schijnt besluiten we gewoon wat te gaan lanterfanten, per slot van rekening hebben we vakantie, niet waar?
Ook besluiten we om in het restaurant van de camping te gaan eten, het menu ziet er veelbelovend uit. Maar wanneer we daar aan komen, blijkt het niet alleen vol te zitten, ook heerst er erg veel lawaai van pratende mensen. We maken rechtsomkeert en gaan per fiets naar de stad. Daar hebben we vanmorgen een leuk restaurant gezien. Wanneer we naar binnen gaan worden we als vip-gasten ontvangen en dat blijft de hele maaltijd zo. Van de weeromstuit bestellen we een fles rode wijn voor Sek 189 (reken zelf maar uit wat dit in euro’s is). Wij krijgen er een fles water bij, want “dat hoort zo” zegt de ober. En in plaats van een goedkope en eenvoudige maaltijd, kiezen we voor een uitgebreid gerecht. Nico: gevulde rolschitzel met ham en kaas en champignonsaus. Met natuurlijk frietjes! Jenny: een visschotel met verschillende soorten vis op een (verbrande) houten plank, omringd met aardappelpuree en geroosterde tomaat. Heerlijk gewoon!
Bij het nagerecht worden we geholpen met kiezen en we krijgen een chocolademousse met toebehoren, zoals we in tijden niet geproefd hebben. Deze maaltijd kost slechts Sek 629,00 en dat is omgerekend in € 70,00 en dat is niet duurder dan in Nederland, integendeel zelfs.
En hoewel de Zweden volgens ons boekje de “fooi” een beetje zijn ontgroeid, geven wij bij het betalen van de rekening toch wat extra om onze waardering te tonen. Juist deze vakantie wilden wij wel eens ervaren hoe het is om in Scandinavië uit eten te gaan. Is het duur, is het leuk, gezellig en lekker? Wij kunnen volmondig zeggen dat je met een gerust hart en beurs ook in Noorwegen en Zweden uit eten kunt gaan. Niet altijd is het dat wat je verwacht (zie afgelopen zondag), maar het eten is altijd lekker en niet duur.

We hebben deze camping uitgekozen omdat hij in het voorseizoen Acsi-korting geeft. Wij staan hier nu voor € 14,00, inclusief stroom, douche en Internet.
Dit jaar hebben we voor het eerst ook Scandinavische campings met Acsi bezocht. Het kamperen in Scandinavië is namelijk niet duur, maar op deze camping scheelt het toch wel een € 10,00 per nacht.

Vrijdag 13 juni 2008 Nico
Een kwartier voor de “backup-wek-tijd”, om kwart voor 9, klimmen we uit bed. Het laatste Zweedse camping-ontbijt nuttigen we in alle rust en in de zon. Daarna breken we op ons gemak op: de luifel, de satellietspullen, alles weer op de reisplek. Gisteravond en eergisteravond kon er gewoon TV gekeken worden. Het steeds wegvallende beeld en het opnieuw richten van de schotel bleek gewoon te liggen aan een losse F-connector van de coaxkabel; toen Nico gistermiddag de boel maar ging opbergen, na meer dan 20 minuten zonder resultaat “satellietje zoeken”, bleek een verbindingsstekkertje gewoon los te zitten; kleine oorzaken, grote gevolgen (lees: gemopper). Na nog wat vers drinkwater gevuld te hebben en een halve poging om de ongelofelijk stoffige camper af te spoelen vertrekken we om kwart voor elf van deze camping. Een bijzonder leuke, alleen de stekende “knutmuggen” waren minder leuk. Nico ziet er uit of hij onder de waterpokken zit. We doen boodschappen bij de andere supermarkt in Älmhult, de Maxi – Ica.

Over Weg 23 rijden we zuidwaarts. Jenny ontdekt op de wegenkaart aan een zijweg een wandelgebied, het Skåne- Leden. Gewoon, wandeliconen op in de wegenatlas! Een goeie, dat is al eerder gezegd. We verlaten Weg 23 een eindje voor Höör en een paar kilometer verderop aan een zijweggetje vinden we de wandelroute. We maken een korte wandeling, stukje heen en weer een stukje terug. Het weer is minder geworden dan de mega- zomer van vorige week. Het is best lekker in de zon, maar zodra de zon even achter de wolken verdwijnt wordt het een stuk frisser. Maar de jas hebben we nog steeds niet nodig! Na de boswandeling stoppen we in Höör bij de Turist -Inform om een sticker te kopen voor onze camper-stickerruit. Terugrijdend naar de doorgaande weg zien we een aantal auto- wasboxen. Er blijken munten aangeschaft te moeten worden. We hadden al 18 kronen aan muntgeld bij elkaar gesprokkeld, maar de muntautomaat slikt alleen papiergeld en één munt kost 20 kronen. De jongeman die de boxen aan het schoonmaken is, wisselt allervriendelijkst de 18 kronen om voor 2 munten. Daarmee kunnen we een compleet programma afwerken en ziet het geheel er weer toonbaar uit.

Pas om kwart voor drie gaan we maar eens lunchen en rijden daarna door naar Bunkeflostrand bij Malmö. Om 16 uur komen we aan bij Anna en de kids. Echtgenoot Ton is afwezig, die start de komende nacht voor een fietstocht “ Vättern Runt”, van 300 km (!) om het Vättern- meer. Anna en Jenny zijn oud-(Weezenlanden-) collega’s van elkaar. Er is weer het nodige bij te praten. ’s Avonds kijken naar Nederland- Frankrijk (de wedstrijd van afgelopen maandag niet gevolgd) en Nederland wint nota bene! Morgen willen we op tijd vertrekken, want Mark belde deze week om mee te delen dat in verband met de Halve Marathon van Zwolle we van 18.30 tot 22.30 uur niet met de auto in onze eigen straat kunnen komen. We willen proberen om vóór half zeven thuis te komen, dus moeten we op tijd vertrekken.

Zaterdag 14 juni 2008 Jenny
Het is precies 9 uur als wij deze zaterdag vertrekken en worden uitgezwaaid door Anna, Alec en Jonathan. We hebben heerlijk geslapen in de camper onder de carport en na een uitgebreid ontbijt vangen we de terugreis aan. De laatste dag is eigenlijk nooit de leukste dag, want we rijden dan veel kilometers. Van Malmö naar huis is het bijna 800 km. Velen zullen dit weinig vinden, maar wij vinden dit in verhouding met onze andere dag-kilometers veel.

099

Bij de Öresundbron kopen we voor € 36,00 een kaartje om over de brug naar Denemarken te rijden; een aardige prijs voor een aardige brug. Helaas wordt er geen “combinatieticket” meer verkocht, waardoor wij voor de boot van Rödby naar Putgarden eerst ter plekke een kaartje moeten kopen.
Het gaat snel over de snelweg door dit stuk Denemarken en nog voor 11.00 uur staan we in de rij om met de boot over te gaan. De overtocht kost 535 DK, dit is ongeveer € 80,00, inclusief brandstoftoeslag. Het is druk deze zaterdag en pas om 12.15 uur zijn wij aan de beurt om de boot op te rijden. We gaan meteen naar het restaurant, want we willen warm eten. Dan hoeft dat thuis ook niet meer. De boot doet er bijna een uur over en we rijden als een van de eersten de boot af. Doordat het eerste deel van Duitsland tweebaans is, is het druk, maar we zien dat er flink aan de weg gewerkt wordt om hem vierbaans te maken.

Om 15.00 uur zijn we bij Hamburg en Nico zet er flink de sokken in. Een uurtje later passeren we Bremen en weer een uur later, om 17.00 uur dus de grens met Nederland. Hoewel “Mevrouw Garmin” twee maal een andere route aangeeft, gaan wij over Groningen. Onze ervaring is dat het over snelwegen sneller gaat. Of dat klopt moeten we een andere keer maar eens proberen, nu willen we op tijd thuis zijn om onze straat nog in te kunnen voordat de Have Marathon start. Het lukt, om 18.20 uur, vlak voordat de hekken neergezet worden, rijden wij onze straat in.
We zijn weer thuis en kunnen nagenieten van een heerlijke vakantie. Een vakantie met veel zon en zomerse temperaturen, waarin we een aantal mooie wandeltochten hebben gemaakt, meer op (Acsi-) campings hebben gestaan en het af en toe “uit eten” in Scandinavië een nieuwe dimensie aan deze “Noordelijke vakanties” heeft gegeven.

Klik HIER voor de foto’s van deze mooie vakantie.