Onderhoud

Een oud huis moet meer onderhouden worden dan een nieuwbouwhuis. Je bent eigenlijk nooit klaar. Wij hebben nooit staan dansen van vreugde wanneer er wéér een noodzakelijke klus was, maar zijn het ook niet uit de weg gegaan. Vanwege onze beperkte financiële middelen waren we genoodzaakt de meeste dingen zelf te doen.

ParketFoto 12
Wij zorgden ervoor dat een klus leuk werd toen Nico het parket ging schuren en lakken, door bijvoorbeeld de dingen anders in te gaan richten. Dat was rond Pasen 1994. Jenny had in een schriftje genoteerd waar alle spullen opgeslagen waren. We woonden die week tijdelijk boven en konden achterlangs (via de ladder) van het balkon naar de koelkast die in de werkkamer stond. We aten die dagen magnetronmaaltijden, bij familie of in de camper. Nico heeft het werk keurig gedaan, maar omdat hij met name de kanten nogal moeilijk schuren vond, hebben wij het de eerstvolgende keer uitbesteed aan een “vakman”. Dat was in 2002, in de week voor Pasen. Helaas: Deze vloerspecialist was een prutser; de vloer werd niet mooi afgeleverd en tot het moment dat de vloer plaats ging maken voor een mooiere zag je een voetafdruk van deze kluns in de lak staan. Dat ons parket zo weinig geschuurd en gelakt hoeft te worden (in 28 jaar maar twee keer) komt omdat het 24 mm massief beuken is en de bovenlaag ‘verzegeld’ was met een bijzonder harde lak, zoals men dat noemt. Elke week werd dit parket gedweild met een scheut parketwas en elk jaar ging Jenny op de knieën met ammonia- water alle vlekken en wasresten verwijderen. Waarna een nieuwe laag was wonderen doet !

(Slaap)kamers
Geregeld hadden de diverse slaapkamers en studentenkamers een opknapbeurt nodig omdat ze intensief werden gebruikt. In juni 1989 verving Nico op de zolderkamers al het brandgevoelige zachtboard door gipsplaat en zette hij in de voorste kamer een dak(licht-)koepel. Later deed hij dat ook op de overloop en vanaf dat moment hoefde daar overdag geen licht meer te branden.

1995 Foto 13
In dit jaar besloten wij alle kamers onderhanden te nemen. Wij begonnen voor de verandering nu eens niet op zolder, maar in onze eigen slaapkamer. Daar haalden wij in de herfstvakantie van 1994 ‘tig’ lagen zeil van de vloer, want die waren destijds gemakshalve blijven liggen. Onze slaapkamer kreeg een nieuw behangetje, verf, vloerbedekking en mooie dikke gordijnen. Ook plaatsten we er een nieuw gaskacheltje, model gevelkachel, maar dan één die aan de schoorsteen kon en dat was voor die tijd best bijzonder. Nico timmerde de schoorsteen af met mooi hout en maakte een ‘rare’ en onlogische kast in de wand dicht. De wastafel werd verplaatst naar de buitenmuur, want dat was handiger in gebruik. In januari 1995 begonnen we met het opknappen van de werk- annex logeerkamer. Daar werden de muren helemaal kaal gemaakt en van een nieuw behangetje voorzien. Het zou niet de laatste keer zijn dat deze kamer werd opgeknapt, want later verdween het logeerbed en maakte Nico een schitterende opslagruimte met schuifdeuren.

Vanaf april 1995 was de zolderverdieping aan de beurt. De studenten waren op dat moment via een “natuurlijk verloop” er uit gegaan. De badkamer kreeg een fris likje verf en een nieuwe wastafel. Het zeil werd vervangen door witte plavuizen. Al eerder had Nico rond de douchebak het schuimvinyl vervangen door wandtegels, maar we weten helaas niet meer wanneer dat precies is gebeurd. De overloop werd opnieuw behangen en in de verf gezet.

Foto 14In juni 1995 knapten we eerst de achterste zolderkamer op en daarna de voorste. De laatste zou voor Mark worden ingericht. Onze beide jongens hadden jaren samen de voorste slaapkamer op de eerste verdieping gedeeld, maar van de een op de andere dag ging dat niet meer. Paul verhuisde toen tijdelijk naar het kleine kamertje (naaikamertje van Jenny), waar Nico een slaapplateau overdwars boven de deur realiseerde. Daar hebben we nog steeds plezier van, want al het overtollige beddengoed past er in.

De zolderkamers werden nóg beter geïsoleerd, want door de jaren heen verandert er nogal wat en wordt je kennis beter. Ook werden de laatste zachtboardwanden vervangen door minder brandbaar gipsplaat. Alles werd opnieuw geschilderd en behangen en Mark hielp daarbij. Eindelijk kon hij zijn elektrische trein in volle glorie uitstallen, want nu had hij voldoende ruimte. Bij het bekijken van de foto’s zie ik dat wij twee zolderkamers in één maand hebben opgeknapt, anno 2009-2010 duurde dat wel even langer………….

Wij gingen “terug” van 2 kamerbewoners naar 1 kamerbewoner en dat had een reden. De regelingen werden anders en Nico rekende uit dat wij jaarlijks een groot deel van 1 verhuurkamer aan de belasting moesten afdragen. In de nieuwe situatie hoefden wij deze inkomsten niet meer op te geven wanneer wij onder een bepaalde grens bleven. En één bewoner minder betekende natuurlijk ook minder overlast en meer ruimte voor onszelf.

Toen was de kamer van Paul aan de beurt; hij kreeg de oude kamer van Mark. Paul wilde niet meer op het plateau slapen, maar “beneden” in een gewoon bed. Boven maakten we voor hem een grote speelplank voor al zijn lego. Aan deze kamer hoefde niet veel te worden gedaan, met een beetje verf en nieuwe vloerbedekking was het klaar. In augustus 1995 verhuisde Paul van het kleine kamertje naar zijn eigen, heerlijke grote kamer. Ook de naaispulletjes van Jenny waren zó weer terug in het kleine kamertje en dat is tot op de dag van vandaag zo gebleven. Paul is echter nog een keer intern verhuisd. Dat was toen Mark op kamers ging wonen in Groningen. Paul ging toen naar de voorste zolderkamer en de voorste slaapkamer op de eerste verdieping werd toen logeerkamer, annex kamer voor Mark als hij de weekenden in Zwolle vertoefde.

De enige slaapkamer die altijd dezelfde slapers heeft gehouden is de ouderlijke slaapkamer. En dat zal ook altijd wel zo blijven, want deze kamer grenst aan het heerlijk grote balkon en ligt tegenover het toilet en naast de badkamer. En dat blijft altijd handig.

Riool
Verscheidene keren hebben wij verstopping van het riool gehad. Toen wij het huis kochten wist onze benedenbuurvrouw, mevrouw de Boer ons te vertellen dat we geen beerput hadden. In de 25 jaar dat zij er woonde was er nooit een put geleegd. Wel was er eens in de tuin op diverse plaatsen geprikt, maar niets gevonden. Alle afvoerwater liep destijds naar achteren in een zakputje, vanwaar het onder de kamervloer van het benedenhuis door naar voren liep. Omdat wij het douchewater van de kamerbewoners op die manier in onze slaapkamer konden horen, besloten wij de zolderafvoer op onze wc aan te sluiten. Dat hadden wij niet moeten doen. Enkele maanden later, in juli 1984 zat de boel helemaal verstopt. Nico ging deze keer eens extra diep graven en stuitte toen op het deksel van –jawel- de beerput!

Deze was zó vol en “ingedikt” dat je er ook zonder deksel bijna overheen kon lopen. Het euvel was geleidelijk ontstaan doordat alle zeep en shampooresten niet meer via het achterputje gefilterd werden, maar rechtstreeks in de septictank kwamen. En dat moest niet: een septictank of beerput kan geen chemische stoffen aan en zodoende was het afbraakproces verstoord geraakt.

Wij lieten de tank leegzuigen en gooiden hem vol met water, want Nico had er intussen een rioolpijp overheen gelegd naar de “verzamelbuis” van het gemeenteriool die net achter de tank door de voortuin liep.

Toch was de ellende nog niet helemaal voorbij. In de nazomer van 1988 en het voorjaar van 1992 hadden we opnieuw problemen met het riool.

Pas toen de gemeente Zwolle in december 1997 alle huizen in de straat rechtstreeks ging aansluiten op een nieuwe buis die niet meer door de voortuinen liep, was het leed verleden tijd. Wij kregen toen ook het advies om de septictank te vullen met zand, omdat water er uit zou kunnen lekken en het hele zaakje zou instorten. Dat bleek ook wel, want bij openen van de tank zat er nog maar driekwart water in…..

Hiermee was het graafwerk in de voortuin verleden tijd en zodoende legden we meteen een nieuwe voortuin aan. In 2007 hebben we de oude gresbuis – die van het zakputje achter het huis onder de woonkamer naar voren liep- laten vervangen, want daar kwamen rare luchtjes uit. Zo nu en dan barstte er weer wat en moest er “ondergronds” gemetseld worden. Met de nieuwe buis werd dat probleem opgelost.

Schilderen
Ons huis, althans de voorkant, is de eerste keer door een schildersbedrijf gedaan. Dit, omdat het houtwerk zó kaal was dat het speciale aandacht nodig had. Bovendien zag het er niet uit en wilden wij met name de voorkant zo snel mogelijk in de verf hebben. De benedenbuurvrouw meende dat er in 25 jaar geen likje verf op was gekomen. Dat schildersbedrijf H. had zich een beetje verkeken op de klus en presenteerde een rekening die tweemaal zo hoog was dan zijn offerte. Wij namen dit natuurlijk niet, maar wij kwamen niet tot overeenstemming met de schilder. Bureau Rechtshulp adviseerde om het afgesproken bedrag meteen te betalen en dit in een aangetekende brief mee te delen. Dat hebben wij gedaan en wij hebben daarna nooit meer iets van dit bedrijf gehoord. Toch heeft hij wel goed werk geleverd; in de jaren daarna schilderen wij om de 5 jaar zelf ons huis. De voorkant van het huis met een steiger en de achterkant met de ladder. Nico het hoge deel en Jenny het lage gedeelte. Eerste schilderden wij met Wijzonol, maar gaandeweg zijn wij overgestapt op Sigma Schakelverf, een verf die langer kan blijven zitten. Het voordeel van schakelverfsoorten is dat er in principe geen grondverf onder hoeft.

We kregen eens een mooie tip van de eigenaar van de verfwinkel in de buurt, waar wij deze dure verf kopen: wanneer je het houtwerk schoonmaakt en de kleur van de verf zit aan je doek, dan is het tijd voor een nieuw laagje verf. Inmiddels hebben wij ons huis aan de buitenkant al wel ‘tig’ keer geschilderd in de ruim 40 jaar dat we hier wonen, ook in het voorjaar van 2008, toen we nieuwe deuren en overal dubbelglas lieten plaatsen. In 2013 kwam er weer een echte schilder die voor ons de bovenkant schilderde. Bijna alle buren uit ons huizenblok lieten dat jaar schilderwerk doen en wij konden toen voordelig meeliften. Daarna hebben wij in 2019 voor en in 2020 achter geschilderd. Jenny had de schilder van de buren gecharterd om de hoogste boeiplank van ons mee te nemen in zijn werk, dat scheelde Nico klimwerk op de steiger.

En verder…
Bij het gebruikelijke onderhoud hoorde natuurlijk ook het vervangen van de dakbedekking van het balkon, tegels in de tuin opnieuw leggen, borderrollen vervangen, het “kastenkamertje” opknappen, binnendeuren en kozijnen schilderen, schuurmuur laten metselen, achterterras overkappen. Over dat laatste hebben we een paar maanden gedaan. Nico begon in maart 2006 met het slopen van de hut van de jongens annex konijnenhok en eind mei was het klaar. De jongens hebben daarbij flink geholpen. Dat achterterras is een heerlijk plek geworden om van de laatste zonnestralen te genieten. Wij hebben er een tuinhaard neergezet en kunnen er barbecueën. Het geheel is afgeschermd met tuinschermen, waarvan er eentje naar achter open kan, zodat wij de schermen ook aan de achterkant kunnen onderhouden als dat nodig is.

Er waren twee ruimten die nog nooit door ons waren opgeknapt. Het waren de beide buitenkasten, heel vroeger als buitentoilet en later als kolenopslagplaats in gebruik. Nico had er niet veel zin in, maar toen Jenny liet zien dat de vloer wel heel erg verrot was, moest hij wel. Die beide buitenkasten pakte Nico in een keer aan. Dat was in het najaar van 2008. Nico leerde zichzelf stukadoren zodat de muren glad werden om te kunnen latexen. Op de nieuwe vloer van de bovenkast kwam een stukje zeil en beneden de laatste vloertegels uit onze voorraad. Het geheel werd heel mooi en heel bruikbaar door de vele legplanken. Kort daarna kregen we van de Gemeente Zwolle een blauwe papiercontainer; het bleek dat die precies in de kast paste.

 ga verder naar de grote verbouwing: de tweede etage