Maandag 16 mei 2011 Nico 488 / 450 km
We zijn al vroeg klaar om af te reizen, daarom vertrekken we om 9.20 uur. Het is geen zomervakantieweer, met amper 12 graden. Via Groningen komen we om 10.50 uur Duitsland binnen. Een uur later, om 11.50 uur passeren we Oldenburg. Bij Raststätte Grundbergsee lunchen we van 12.40 tot ca. 13.00 uur. Het regent inmiddels behoorlijk. De Elbetunnel zien we om even na tweeën en om drie uur zijn we in Kiel bij de Schwedenkai aangekomen. We gaan even shoppen en wachten daarna tot het inchecken begint. Stipt om 17.00 uur begint het inchecken. Onze hut blijkt op dek 11 te liggen, het hoogste dek. Het is wel even zoeken op deze nieuwe Stena Scandinavica; een wat ongewoon model met enorm veel autodekken en zelfs een open autodek achter op het schip. Wanneer je denkt vanaf ons autodek 3 met de trap in één keer naar dek 11 te kunnen valt dat even tegen. De dekken 10 en 11 zijn met elkaar door trappen verbonden en vanaf dek 9 kun je met één lift naar dek 11, maar voor de rest moet je – om bij voorbeeld bij de restaurant- en winkeldekken te komen – via een ander trappenhuis en een andere lift. Best wel even zoeken, want de plattegronden en aanwijzingen zijn ook niet altijd even duidelijk. Er is draadloos internet (via de satelliet), maar dat is zó traag dat je het journaal met lange tussenpozen in blokjes van 7 seconden moet zien te volgen. Dat gaat ‘m niet worden. Internetradio lukt ook al niet, alleen de Teletekstbrowser doet het enigszins. Klink goed, gratis internet aan boord, maar breedband is het dus niet.
We hebben de eerste dinerbuffet- gang vanaf 18.00 uur geboekt. Ander restaurant, andere opstelling. Wel ruime zitplekken, maar vooral het warme deel van het buffet is vergeleken met andere keren wat aan de magere kant. Maar het smaakt allemaal prima. Na het eten even Zweedse Kronen kopen bij de Wechselstube en daarna de winkel in en aansluitend een frisse neus halen; een paar meter van onze hut af kom je op het zonnedek. Die “frisse” neus is letterlijk en figuurlijk: het is best wel frisjes buiten. Op ons dek zijn ook de super-de-luxe hutten met eigen balkon. Misschien daarom dat op de gang Nespresso-automaten staan met “cup-pasjes” ernaast. Na een verse bak koffie gaan we nog even lezen en ergens na middernacht gaan we maar eens slapen.
Dinsdag 17 mei 2011 Nico 338 / 826 km
Om 7 uur loopt de telefoonwekker af. Even later komt de boordradio er achteraan. Om half 8 zitten we aan het ontbijtbuffet en ergens tegen tien voor negen begeven we ons richting autodek. We staan bijna vooraan. De klep gaat in plaats van om 9.00 uur pas ruim een kwartier later open. Via de hoge brug van Göteborg gaan we buitenom richting de E6 naar het noorden. In Kungälv even de weg af voor een beperkte hoeveelheid boodschappen in een héééle grote supermarkt (ICA Stormarknad). We vervolgen daarna de E6 tot Uddevalla, waar we Weg 172 inslaan. Tegen het middaguur stoppen we in Hogsäter voor een korte siësta en een lunch. Voorbij Gustavsfors maken we een omweg via een onverharde weg naar Blomskog. Daar stoppen we bij een kerkje aan een meer. Het is inmiddels even zonnig geworden, dat voelt best wel prettig. Via een echte asfaltweg rijden we weer naar Weg172 en vervolgen die tot Årjäng. De Sommarvik- camping ligt buiten de stad en de plaatsen zij nogal open.
Omdat het begint te onweren en te hagelen besluiten we door te rijden naar Glaskogen, om midden in het natuurgebied op de camping van Lenungshammar een plekje te zoeken; dat is wat meer beschut. Het wordt ondertussen weer droog. Na een lange rit over onverharde modderwegen komen we met een deels blauwe, deels modderzwarte camper na vijven bij de camping aan, die dus van 10.00 tot 14.00 uur open is. De caravanplekken verderop in het bos hebben afgesloten stroomkastjes, dus is er geen stroom voor onze kachel. We rijden via een “normale” weg richting Glava en proberen daar een natuurplekje van vroeger te vinden, wat niet lukt. Dan maar door naar Arvika, waar we uiteindelijk na zessen op de camping belanden. Kantoor is dicht, maar je kunt zelf een plekje zoeken en de volgende dag afrekenen. Hier zijn de stroomaansluitingen wel bereikvaar. Er is één servicehus open, dus gaan we daar vlak bij staan. Koken en dit verslag typen doen we in het Sevicehus. Buiten regent het weer. Het weerbericht op de TV belooft voor morgen niet veel beter. Afwachten maar. Vanavond gaan we maar gewoon lekker lezen (“E-readen”) en morgen zien en rijden we weer verder.
Woensdag 18 mei 2011 Jenny 162 / 988 km
Wanneer wij gisteren even rond hadden gekeken hadden wij nu prachtig uitzicht op het meer gehad. Het veld waar wij ooit met de kids in de Grote Bevertent stonden is helemaal opgeknapt, met prachtige plaatsen aan het water. Maar goed.
We staan zonder wekker om 8.30 uur op in een stralende zon. Die schijnt al uren en heeft de camper flink opgewarmd. Buiten is het nog wel fris, dus ontbijten wij met de schuifdeur open. Nadat we 200 kronen hebben betaald rijden we naar Arvika om boodschappen te halen. Tevens kopen we een sticker voor onze camperruit en nemen een Zweedse campinggids mee. In de laatste staan net iets meer campings als in de Duitse en Engelse versie.
Ook zoeken we in Arvika een autowasbox om Duva Kampa te ontdoen van een dikke
‘Glaskogense” modderlaag. Dat lukt ons pas later op Weg 45, de “Inlandsvägen”.
Via Weg 45 rijden we naar Stöllet en onderweg eten we een broodje we bij een schitterende picknickplaats. Helaas kunnen we niet buiten zitten, want de zon is verdwenen en daarmee de warmte ook. We rijden een stukje om via Stöllet, want 18 kilometer bezuiden die plaats is een camping met Nederlandse eigenaren. De camping heet “Alevi” en ligt in Fastnäs /Åstrand. Wij worden hartelijk ontvangen en binnen ruim 3 kwartier weten we alles wat we in een week kunnen gaan doen. Wij blijven echter maar één of twee nachten. We zoeken een plekje aan het water en zetten de luifel op. Dat blijkt een goed idee, want daarna gaat het regenen.
We eten de macaroni van thuis en vermaken ons met lezen. Internetten op de camping lukt niet, er is iets met het campingmodem. Ach, wij komen de avond wel door.
Donderdag 19 mei 2011 Nico 0 / 988 km
We willen deze vakantie “ontspannen”, zoals onze oudste zoon dat placht uit te drukken. Vanmorgen lukt dat aardig, want we worden pas om half elf een keer wakker. Het ontbijt wordt daarmee automatisch de brunch. Na een avond en nacht doorlopend regen en harde wind blijkt het nu zonnig en droog. Warm is anders, maar na gisteren neem je overal genoegen mee. De “campingdame” komt vertellen dat na lang sleutelwerk en het opnieuw installeren van een oud modem er nu wel verbinding is met het wereldwijde web. Jenny huppelt derhalve na de brunch voorzien van laptop richting kantoor / kantine. Maar: ook nu lukt het niet om in te voegen op de digitale snelweg. De “campingheer” doorvorst onze laptop en kennelijk is er iets (lan) uitgeschakeld, waardoor de “gewone” kabelverbinding het niet deed. Zal wel gebeurd zijn tijdens de installatie van onze / Paul ’s externe “antenne voor zwakke wifi” die we nu bij ons hebben. Nadat dit verholpen is surft Jenny er op los en doet zelfs nog een BB- boeking. Business as usual….
Later dan gepland, in de loop van de middag, vertrekken we op de fiets naar Ekshärad, een ruim 14 kilometer zuidwaarts gelegen dorp waar de enige fatsoenlijke supermarkten in de omgeving zijn. Fietsen over doorgaande wegen in Zweden is niet gevaarlijk; automobilisten passeren je keurig half of geheel op de linker rijbaan en als er tegenliggers komen wachten ze vaak netjes achter je tot die voorbij zijn. Maar je moet dan wel achter elkaar fietsen en dat is minder gezellig. We ontdekken na enige tijd de “oude” Weg 62 die slingerend naast zijn nieuwe broertje loopt en als toegangsweg voor een paar huizen wordt gebruikt. Dat fietst een stuk gezelliger. Soms houdt ‘ie even op en moeten we de “snelle” weg gebruiken. Een paar kilometer voor het einddoel voelt Nico ineens de oneffenheden in het wegdek wel èrg duidelijk via zijn zadel (dat zelfs nog geveerd is). Ja hoor: een lekke band! De eerste in al onze vakantie(s). Beetje eigen schuld, want vóór de vakantie vertoonde de achterband al een vreemd uitstulping, die thuis na leeglopen en weer oppompen van de binnenband bijna verdwenen was, maar nu toch weer “de kop op stak”. Precies op die plek is er nu dus een lek. Het eerste gaatje in de nog de originele binnenband van 9 jaar geleden met Frans ventiel. Lastiger is het dat je een remblok moet demonteren om de binnenband fatsoenlijk te kunnen nakijken. Uiteindelijk is het lek geplakt, de band weer gemonteerd en zelfs het remblok weer op zijn plek teruggeplaatst, waarna de laatste kilometers naar Ekshärad worden afgelegd. Na de boodschappen in de plaatselijke ICA laven we onze dorst op een bankje bij de kerk en begint de terugtocht. We zien donkere wolken samentrekken boven de plek waar we heen moeten en de laatste kilometers worden dan ook in een regen- en hagelbui afgelegd. Op één dag zon, regen, hagel en storm; zoiets heet een gevarieerd weerbeeld. Van ons had het best saai mogen zijn: met zonnig, 20 graden en droog waren we ook tevreden geweest. Na terugkeer bij de camper krijgen we in korte tijd weer alle weerbeelden achter elkaar, inclusief regenboog en rond half negen zitten we uiteindelijk even buiten aan de koffie in een laagstaand zonnetje onder een strakblauwe hemel, terwijl om ons heen de “Witte Wieven” verschijnen. Bij elke ademtocht stoten we wolkjes uit, zo fris is het, maar: we zitten in de zon!
Tijdens onze tijdelijke verbinding met de digitale buitenwereld vanmiddag zagen we dat het morgen vermoedelijk wel droog zal zijn. Afwachten maar. We breken in ieder geval morgen op om verder Noordwaarts te gaan. Op dit moment (21.50 u.) is het buiten 8 graden; Zomervakantie………. J. Deze dag hebben we 32 kilometer gefietst.
Vrijdag 20 mei 2011 Jenny 369 /1.357 km
Deze morgen worden we wakker van de wekker en we staan om 8.30 uur op. Tegen tienen zijn wij al klaar om te vertrekken, maar Jenny zit achter de laptop en moet nog even een aanvraag voor een B&B boeking beantwoorden en één andere annuleren. Wij laten in deze vakantie de boekingen gewoon doorgaan, maar laten niet weten dat wij op vakantie zijn. Inmiddels krijgen we wel elke dag een paar telefoontjes en dat is best wel lastig als je op vakantie bent. Daarom gaat Jenny vanavond Paul en Mark bellen om te vertellen dat haar telefoon tot nader order wordt uitgezet. Via de mail zullen we de boekingen wel regelen.
Het is dus tegen half elf dat we van deze camping met Nederlandse eigenaren vertrekken. Het zijn zeer gastvrije mensen die er alles voor over hebben om het hun gasten naar de zin te maken. Wij krijgen nog een folder mee over “Rondje Zweden” waar alle Zweedse campings met Nederlandse eigenaren in vermeld worden.
In Malung doen we boodschappen en hoewel we deze plaats vaker bezocht hebben is het even zoeken naar een supermarkt. Uiteindelijk vinden we een Hemköp.
We vervolgen Weg 45 naar Mora, waar we lunchen aan het water. Ook deze plaats kennen we aardig goed: we hebben er eens geslapen in de buurt van het station en een keer gekookt bij een rozebottelstruik met veel wespen. Ook hebben wij daar eens een vlot gezien met een caravan er op. We besluiten even te shoppen, want er zijn leuke winkels en Jenny heeft een vest nodig. Dat vinden we niet, maar wel een leuk shirt voor Nico. Zo’n Hawaï-achtig shirt wat we ooit bij het “Hoge Duin” in Frankrijk hebben gekocht, maar dan nu met oude auto’s en VW-T2’s. Heel leuk en Nico krijgt hem van mij alvast voor zijn verjaardag. Inmiddels is het erg warm en zeer zonnig geworden en daar genieten wij van.
We vervolgen Weg 45 alsmaar noordwaarts, Östersund is uiteindelijk ons doel voor morgen. Onderweg zien we tweemaal een vos: één doodgereden en één wandelend langs de weg. Bij Ytterhögdal pauzeren we even en overwegen of dit onze nachtplek wordt. Wij hebben hier al eens eerder geslapen met Paul, die toen zo’n mooie duik van de hoge steiger nam, net op het moment dat ik de camera afdrukte. Die steiger ligt er nu (nog) niet en het overnachting kost Sek 50,00. Dat vinden we niet erg, maar we moeten het bij de Turistbyra voldoen en dat zien we nergens. Dus na een korte pauze in de zon rijden we verder over Weg 45, de Inlandsvägen.
Net voorbij Rätan zien we een natuurcamping. Het blijkt een vrije kampeerplaats met (pomp-) water en “poepdoos” te zijn, waar je voor Sek 40,00 een nachtje mag verblijven. Gewoon formuliertje invullen, geld in het envelopje doen en dan in de brievenbus. Wij kenden het wel, maar hebben het lang niet meer meegemaakt. Er staan meer kampeerders: twee caravans een camper en een tentje. In de laatste nota bene een gezin met 3 kleine kinderen. Voor wie deze plaats ook eens wil bezoeken: N62.49000 O014.48579
We staan in een mum van tijd in de kampeerstand en Nico kookt/bakt een heerlijke maaltijd, terwijl Jenny in het zonnetje dit epistel schrijft. Nog even en wij kunnen het bekende deuntje (van Grieg) neuriën, want wij zullen straks waarschijnlijk ‘de zon in de zee / het meer zien zinken’. Een ultiem vakantiegevoel!
Zaterdag 21 mei 2011 Nico 101 / 1.458 km
Om tien over half negen worden we “wekkerloos” wakker. De zon schijnt al weer, maar buiten is het nog frisjes. Ontbijten en opbreken gaat in een rustig vakantietempo maar wel binnen en even na tienen verlaten we deze “Naturcamping”. Leuk om nog een keer terug te komen.
We rijden rustig noordwaarts; vandaag is er minder dan 100 kilometer te rijden. Bij de afslag naar Sventstavik stoppen we om 10.40 uur voor een half uurtje funshoppen bij de z.g. “Dollarshopper”, een soort Eurowinkel; alles kost 10 Kronen (ca. 1 $) of een veelvoud daarvan. Om 10 over elf rijden we door en krijgen een paar buitjes regen over ons heen. Maar de zon komt steeds terug. Eigenlijk wilden we in Östersund eerst boodschappen doen bij de “ICA Piraten”, een ICA-winkel in een voormalig treinloods, maar aan de rand van de stad is een groot “Köpcentrum” uit de grond gestampt (waar niet?…), dus bezoeken we eerst de Sÿstembolaget (staatsdrankwinkel) om onze wijnvoorraad op peil te brengen en duiken daarna de ICA Forum in, een knaap van een supermarkt.
We besluiten om eerst naar de camping te gaan en daarna te lunchen. Rond enen komen we aan op “Östersund’s Camping”. Er is draadloos internet, maar dan wel via een hotspot voor 40 kronen voor een uurtje of 80 Kronen voor vier uur. Dat laatste klinkt duur, maar goed, het is weekend. We kiezen in eerste instantie voor een kleine plaats, zonder water en afvoer, maar bij de lunch (onder de bomen in de schaduw!) drijven er zó veel muggenwolken voorbij dat we besluiten te verkassen naar een “luxe” plaats die we iets verderop spotten. Nico betaalt snel 140 Kronen voor de 2 nachten er bij en we rijden een paar meter verder naar een grote plek met genoeg grasveld, water en afvoer en –niet geheel onbelangrijk: – in de zon. We hebben inmiddels door waar de grote temperatuurverschillen in de weersvooruitzichten door veroorzaakt worden; zonder zon is het tien tot veertien graden, maar met de zon erbij jaagt de temperatuur omhoog en trekt half Zweden de korte broek aan. Gelukkig is er op ons nieuwe plekje veel zon.
De internetverbinding is lekker vlot en Nico begint maar eens de satellietspullen in elkaar te schroeven en op te zetten en na een paar minuten richten is er voldoende signaal. Dat is hier wel eens anders gegaan, maar toen was er ook geen vrij zicht naar het Zuiden. Anders was er wel kabeltelevisie, want elke plaats heeft hier een radio- en TV-aansluiting. De vorige keer hebben we hier in Östersund maar gelijk 30 meter coaxkabel gekocht om toch nog wat TV te kunnen bekijken, maar dan zonder Nederlandse ondertiteling. Ondanks de schandalige tariefstijgingen van de laatste jaren van Canal Digitaal is zo’n “recreatiepakket” toch wel handig.
Na de avondmaaltijd maakt Jenny een wandeling over de (uitgestrekte) camping en Nico een verslag. Het is nu kwart voor acht en 15,5 graden. Eigenlijk best wel lekker.
Zondag 22 mei 2011 Jenny 0 / 1.458 km
Vandaag slapen wij eens lekker uit. Daarna aan een brunch buiten in de zon. Heerlijk om zó de dag te beginnen. Daarna luchten en verschonen we ons beddengoed en maken ons campertje een beetje schoon.
Een echte rustdag deze zondag. ’s Middags maken we een fietstocht naar het centrum van Östersund, maar alles is dicht, maar de supermarkt vlakbij de camping is open. Wij zijn namelijk vergeten om ansichtkaarten en postzegels te kopen en te versturen. De reden is de korte vakantie, dan denk je daar nog niet zo gauw aan, vooral niet in het eerste weekend. Wanneer wij morgen/maandag kaarten versturen, zijn ze er pas als wij al hoog en breed thuis zitten. Dus we denken er over om het maar eens over te slaan.
De totale fietstocht is ongeveer 10 km, ook niet echt veel. Maar omdat we heuvel op heuvel af moeten wel van een zwaardere categorie. Jenny blijkt met haar arm niet goed te kunnen fietsen. Niet alleen doet die arm pijn, ook de spierkracht is afgenomen. En spierkracht heb je wel nodig bij een stijging.
Bij ons kampement internetten we nog wat, onze uren zijn nog niet op. Er staan nu 3 Nederlanders op de camping, van de 9 kampeerders totaal. We gaan straks lekker uit eten bij een Pizzeria, we hebben er onderweg verscheidene gezien. Voor wie het weten wil: uit eten in Zweden is helemaal niet meer duur. Een standaard pizza kost hier 63 Sek, omgerekend € 6,50.
Maandag 23 mei 2011 Nico 276 / 1.734 km
De wekker loopt om 8 uur af. Vannacht heeft het nogal vaak geregend, maar nu is het droog. De luifel is nog een beetje nat, die gaat deze keer dus niet droog mee. Om kwart voor tien verlaten we Camping Östersund en volgen de borden richting E14. We komen prompt weer bij de rotonde waar we zaterdag de E14 verlieten en dus ook weer bij het mega- grote winkelcentrum. Ook nu doen we boodschappen met een zo klein mogelijke winkelwagen, want echt veel hebben we niet nodig. In navolging van zaterdag kopen we nu het “dure” brood, dus niet de “Langfranska” of de “Barkis” van 10 Kronen, maar brood dat 2 keer zo duur is. Dat blijkt namelijk veel langer vers en lekker te blijven, dus gooi je ook minder weg.
Na gedane inkopen verlaten we dan uiteindelijk Östersund en rijden richting Trondheim.
Een eindje buiten Östersund verlaten we de E1 bij Vaplan en rijden en stuk noordwestelijk over binnenwegen naar een plek waar volgens de kaart rotstekeningen (“Hällristningar”) moeten zijn. Na verloop van tijd komen we bij de parkeerplaats en lopen een pad naar een beekje waar de rotstekeningen zijn. Onderweg passeren we een plek waar kennis over de omgeving kan worden opgedaan, want een grote groep kinderen van alle leeftijden en volwassenen (die het grote aantal auto’s op de parkeerplaats verklaren) zijn op een weide druk met allerlei dingen bezig. We lopen nog even een hut binnen waar het vergeven is van de elanden- en rendierhoeven met bijbehorende pootdelen. We bekijken daarna de rotstekeningen en proberen een stukje wandelpad te volgen, maar onze conditie is kennelijk een stuk minder dan tijdens de beklimming van de Preikestolen” twee jaar geleden. We keren dus maar weer terug naar de beschaving en komen via mooie binnenwegen weer op de E14 terug.
Het is inmiddels zonnig geworden met zo nu en dan een wolk voor de zon, maar we zijn deze vakantie al met weinig tevreden. Zo lang het maar droog is! In Järpe gaan we tanken en ons rustige rijden wordt beloond met een verbruik van 1: 13,85, bijna 1:14 dus. En dat is best wel handig met de Scandinavische dieselprijzen.
In het wintersportdorp Åre stoppen we bij de een kerkje uit de 12e eeuw. Na het traditionele rammelen aan de gesloten deur en het obligate rondje om de kerk (“waar zit toch die ingang?”) komen we weer bij de enige deur en zien op een bordje met openingstijden van 8.00 tot 20.00 uur een grote smeedijzeren sleutel hangen, waarmee je de deur kunt openmaken. Mooi interieur!
We lunchen bij de kerk en gaan daarna verder richting Noorwegen. Vlak voor de grens zien we rendieren langs de weg lopen. Om drie uur rijden we met 15 graden en een lekker zonnetje de grens met Noorwegen over. Bij de eerste de beste bank-met-flappentap pinnen we Noorse Kronen. (anno 2012 is dit bedrag nog steeds niet van onze rekening af) We proberen even later ook nog wat Noorse rotstekeningen te bezoeken, maar nemen een afslag te vroeg en komen bij een één of andere gedenksteen uit. “Bauta” heet dat ding en het zal vast niet over Desi Bouterse gaan, maar het heeft in ieder geval weinig om het lijf.
Dan wordt het tijd om de vraag te beantwoorden waar we heen gaan. Jenny wil graag in de natuur staan, Nico heeft meer voorkeur voor een camping. We willen of in de namiddag of morgenochtend een groot winkelcentrum onder Trondheim aandoen, al is het alleen maar om een keer een nieuwe Noorse wegenatlas te kopen. De onze is van 1997. In Zweden hebben we nog net de aandrang kunnen weerstaan om onze derde “Sverige wägatlas” te kopen, want het zal echt dagen duren om al onze aangegeven plekjes in de nieuwe over te nemen. Maar onze Noorse vriend is nu wel aan vervanging toe.
We proberen min of meer traditiegetrouw de tol bij Trondheim te omzeilen en volgen daartoe een secundaire kustweg. Plotsklaps rijden we langs “Störsand Camping” waar we al menige regenbui en was- / centrifugeeravontuur meegemaakt hebben. We besluiten eensgezind om hier de nacht door te brengen, ook al is 290 Nok vóór één nacht (excl. douchen!) best wel aan de prijs. Maar we vinden een mooi plekje helemaal “beneden” direct aan het fjord. Dat betekent wel dat een wandeling naar het toiletgebouw bijna op een vierdaagse- etappe lijkt….. Maar het uitzicht wil ook wat. We zitten nog even lekker in de zon, maar die verdwijnt helaas achter de wolken. Een mooie zonsondergang zit er dus niet in, ach, je kunt ook niet alles hebben.
Dinsdag 24 mei 2011 Jenny 252 / 1.986 km
Het is 8.40 uur wanneer wij uit ons bedje stappen. We ontbijten binnen, want de zon laat zich niet zien. Om 10.20 uur rijden we van deze bekende camping en we besluiten om boven Trondheim langs dat grote winkelcentrum te vinden. Het is een schitterende route die we deels met Garmin en deels met onze wegenatlas rijden.
We worden op mooie uitzichten getrakteerd en om half twaalf vinden wij het “City Syd” winkelcentrum. Het duurt even voordat wij uitgewinkeld zijn en ook dan hebben wij nog steeds geen wegenatlas van Noorwegen gevonden. Komt nog wel, denken we.
Wij zoeken de E6 weer op, de weg die van noord naar zuid en vv door Noorwegen loopt en picknicken vlak voor Stören. Deze plaats noemt men de hoofdstad van de Noorse zalm. Het waait vreselijk, maar omdat de zon schijnt eten we met de jas aan aan een grote picknicktafel. De rivier die naast ons het smeltwater van de winter naar beneden laat razen heet de Gaula.
Daarna weer verder over de zeer rustige E6, waar we even later bij Berhårk in een heuse file belanden. Geen idee wat er aan de hand is, maar de rij vrachtauto’s voor ons is eindeloos. Na tien minuten besluiten wij te keren en via een andere weg de file te omzeilen. Als er één schaap over de dam is volgen er meer, zegt het spreekwoord en het is vreemd dat wij met een Nederland kenteken voorop rijden. Via Weg 700 en Weg 502 én de samenwerking tussen Garmin en de wegenkaart komen wij weer op de E6. Daar rijdt nog helemaal niets, dus de file is nog niet van de baan.
We komen in het Dovre Fjell, het droogste gebied van Noorwegen. Ook nu valt er geen spat regen, maar de donkere wolk boven ons doet vermoeden dat het niet lang meer droog blijft. Wij maken een korte wandeling op een van de gemarkeerde wandelpaden. Het moet een Walhalla zijn voor wandelliefhebbers, zoveel wandelroutes zijn er. Vandaag is het er koud, omdat er een sterke wind staat. Het is volgens Duva Kampa 6,5 graden buiten.
In Dombas zijn alleen de supermarkten open, maar die hebben wij niet nodig en dus rijden wij verder. Vanwege de kou besluiten wij niet in de vrije natuur te gaan overnachten maar op een camping, zodat wij on elektrische kacheltje lekker aan kunnen laten vannacht. Wij vinden een camping een klein eindje van de E6 af in Dovre. De camping heet Toftemo Turiststasjon ( www.toftemo.no ) en na een beetje prutsen met de laptop en de extra ontvanger van Paul blijken wij ook het internetsignaal van het hotel/camping te kunnen ontvangen. Mooi even alle mail wegwerken.
Woensdag 25 mei 2011 Nico 184 / 2.170 km
We slapen een beetje uit en breken rustig op. We verlaten deze leuke camping om 10.45 uur. Om 11.30 uur doen we boodschappen bij de “Kiwi” in Otta.
We rijden verder naar “beneden” over de E6 en besluiten even later om een omweg naar Lillehammer te maken over de “Peer Gyntvegen”, een mooie tolweg die we jaren geleden in noordelijke richting hebben gereden. Nu dus andersom, maar het kost wel even moeite om de goede te vinden. Na verloop van tijd komen we, nog steeds op weg naar de Peer Gyntvegen, twee verwijsboren naar de zelfde weg tegen, met beide een andere plaatsnaam. Zijn er dan 2 van die wegen? Daar weten we eigenlijk niets van. De (oude) wegenatlas biedt geen uitkomst en de overzichtskaart ligt in Zwolle…We kiezen de rechtse en komen even later bij de tolpost, waar je zelf weer geld in een envelopje moet doen en dat in een bus deponeren. Op het papier met handleiding heeft een paar dagen geleden een Nederlander geschreven dat 11 kilometer verderop de weg is “weggespoeld” en verder rijden onmogelijk is. Een Noorse tekst geeft de zelfde informatie, maar dan een dag later; die kon dus geen Nederlands lezen….. !!! Dan maar terug naar de andere verwijzing, die uiteindelijk ook de goede blijkt te zijn. Alleen heeft hier inmiddels de beschaving toegeslagen; het schattige envelopje is vervangen door automatische slagbomen met een betaalautomaat. We kunnen gewoon de creditcard gebruiken. Wel is het tarief ook mee omhoog gestuwd in de vaart der volkeren. “Vroeger” kostte deze tolweg iets van 30 of 40 Kronen, de in de betaalautomaat gegrifte 50 Kronen zijn ook doorgekrast en het scherm vertelt dat het apparaat toch echt 70 Kronen wil slikken voordat de slagboom omhoog gaat. We worden dankzij Master Card toegelaten en rijden de Peer Gyntwegen in zuidelijke richting op.
Het is bewolkt en warm is bepaald anders, maar de uitzichten blijven mooi. We stoppen op het hoogste punt om te lunchen en zien maar heel af en toe een andere auto. Rustig dus. We bereiken het punt aan Weg 255 bij Helleberg waar we zo veel jaren geleden deze weg in de andere richting insloegen. Veel is nog herkenbaar, maar er is ook ongelofelijk veel bijgebouwd, want dit is kennelijk ook een wintersportgebied. Via Weg 255 dalen we af richting Lillehammer en komen net boven Lillehammer (en onder de plek waar de beoogde overnachtingscamping ligt) op de E6 uit. We gaan eerst shoppen in een Lillehammer-winkelcentrum aan de E6. Daar slagen we zowaar in de aanschaf van drie op de verlanglijstjes staande artikelen:
1. Een nieuw vest met lange mouw voor Jenny;
2. Een nieuwe opbergtas voor onze wegenkaarten, landeninformatie et cetera die we altijd meeslepen;
3. Een nieuwe Noorse wegenatlas. Onze 1997 – editie was wat gedateerd en miste overzichtskaarten en stadsplattegronden. De nieuwe (editie 2009, dus 12 jaar winst) heeft al die zaken wel. Wel weer het zelfde merk, Capellens Kart en de kaartindeling is precies gelijk aan de oude, dus met de zelfde bladnummers, maar de schaal is kleiner, dus de kaarten groter en duidelijker. De nieuwe wegenatlas zelf is daardoor ook wel even wat groter geworden en past dus niet meer in het kaartenvak in de voordeur. Moeten we nog iets slims op bedenken.
In een gestadige regenbui gaan we daarna weer wat noordwaarts de E6 op, om na een paar kilometer bij Øyen de rivier over te steken naar de beoogde Acsi- korting- camping. Dat blijkt inderdaad te kloppen: Voor slechts 120 Kronen kunnen we de camping op, met een keycard voor de slagbomen en het toiletgebouw, alsmede 2 keer douchen. Niet duur dus. In het Acsi-boekje was sprake van een 80% wifi-dekking. Die blijkt 0% te zijn. Maar we mogen desgewenst in het hotel van dit familiecomplex internetten. De camping is vrijwel leeg, uiteindelijk staan er 1 Zwitsers en 3 Nederlandse vakantieverblijven op wielen. Het herentoiletgebouw is daarom afgesloten, maar dat maakt niets uit. We staan schuin naast Nederlanders met een zelfbouwcamper – inclusief – garage- met- fiets – brommer – wasmachine – centrifuge en aggregaat. Dat levert een gesprekje van behoorlijke lengte op. Is ook wel weer gezellig. De regen is opgehouden, er komt zelfs weer een zonnetje door en op dit moment (20.40 uur) is het buiten nog 14 graden. Je zou het bijna zomervakantie noemen! Maar door onze vroege vakantie is het wel erg rustig op de campings.
Donderdag 26 mei 2011 Jenny 240 / 2.410 km
Het is 8 uur als wij vanmorgen opstaan. De zon schijnt, maar het is te koud om buiten te ontbijten. Tegen half tien vertrekken we en terwijl wij de camping afrijden zien wij onze Nederlandse mede-kampeerders lopen. Navraag leert ons dat zij naar de bushalte lopen om naar het Maihaugen, het openluchtmuseum in Lillihammar te gaan.
Zij nemen de uitnodiging om mee te rijden maar al te graag aan en onderweg wisselen we ervaringen uit. Het is hun eerste keer in Scandinavië.
Wij gaan internetten bij de Mc Donalds. Een paar dagen eerder was ons dat niet gelukt, maar nu zitten we zo op de hotspot van Mc Donalds. Er is heel wat mail te verwerken, vooral van onze Bed and Breakfast. Fijn dat internetten zo makkelijk kan, wij hebben het nog niet eerder zo gedaan bij de Mc D., maar gaan er zeker vaker gebruik van maken.
Wij rijden over de E6 en Weg 4 naar Gjøvik, want daar weten we een heel erg groot winkelcentrum. In onze herinnering was het al groot, maar in werkelijkheid blijkt het nog veel groter te zijn. We trekken er enige tijd voor uit en eindelijk scoort Jenny een aantal kledingstukken die ze straks na haar schouderoperatie nodig heeft. De hele vakantie hebben we er naar gezocht en zowaar: hier hangen allerlei broeken in alle soorten en maten. Zij kiest een zwarte korte broek, een beige half lange broek en een witte lange broek. Allemaal van katoen en met elastisch tailleband, zodat zij zich straks met één hand kan redden. Helemaal gelukkig winkelen wij verder en kopen ook nog iets leuks voor onze zonen thuis.
Daarna rijden wij over Weg 4 verder zuidwaarts, naar ons doel: Oslo. Morgen gaan wij op de boot van Color Line. Onderweg eten we een broodje terwijl het buiten is gaan regenen. Vanaf Weg 4 kijken we naar een camping in Harestua, zo’n 44 km van Oslo. Het is een boerencamping van niks en het pad er naar toe is al helemaal niks.
Om 16.20 uur komen wij in Oslo aan.
Onze Nederlandse lifters vertelden ons vanmorgen dat camping Bogstad in Oslo wel € 37,00 kost en dan nog zonder stroom. Wij besluiten een andere camping te proberen, iets ten zuiden van de haven, maar deze camping blijkt nog gesloten. Het is heel druk in de stad, de wegen zitten vol en vast met auto’s. Wij proberen vanaf de haven met onze navigatie de camping te vinden en dat lukt in ruim 20 minuten. Onze laatste nacht in Noorwegen blijkt ons NOK 310 te kosten, omgerekend zo’n € 33,00, inclusief stroom. Camping Bogstad kennen wij nog wel van een paar keer eerder. De eerste keer stonden wij met onze kleine kinderen en een klein tentje pal aan de speeltuin. Lekker makkelijk, wij konden vanaf onze stoel onze kids in de gaten houden. Echter, toen de kleine kinderen eindelijk uit de speeltuin verdwenen waren om te slapen (en de onze lagen met hun oortjes tegen de speeltuin aan) kwam de jeugd bezit nemen van de speeltoestellen. Tja, en dat gaat in de kleine uurtjes door……… , dus dat doen wij nooit meer. Wij hebben hier ook eens in een hut geslapen met ons gezin en met mijn moeder. Maar welke hut dat was weten we niet meer, slechts de speeltuin is onveranderd.
Wij zoeken een plekje wat niet al te scheef is, koken een maaltijd, typen dit verslag en gaan lekker lezen. Dit jaar hebben wij allebei een e-reader op onze verjaardag gekregen en we hebben daarop veel leesvoer meegenomen. Wat een uitkomst is zo’n ding! En wat een ruimte aan boeken scheelt dat in ons kleine campertje!
Vrijdag 27 mei 2011 Nico 13 / 2.433 km
We zijn al om 6 uur wakker, maar slapen gelukkig toch door tot een uur of negen. Het heeft de hele nacht geregend en nu motregent het nog. Somber weer en met een graad of tien lijkt het niet echt een zomervakantie. Maar we hebben het tot nu toe gelukkig meer droog dan nat gehad, alleen niet zo warm als we de laatste jaren in Scandinavië gewend zijn. We ontbijten op ons gemak en breken ook heel rustig op. We zitten maar een eindje van de haven af. Bij het vertrek omstreeks kwart over tien legen we de afvaltank gelijk maar even, dat gaat hier gemakkelijk. Onderweg naar de haven doen we nog een paar inkopen in een kleine supermarkt en rijden daarna in een ommezien naar de haven, waar we ruim op tijd aankomen. We krijgen onze boardingcards en onze hut bevindt zich op dek 10. De tijd die we moeten wachten voordat we het schip op kunnen rijden brengen we lezend door. Op de laptop hebben we een digitale bibliotheek met 876 schrijvers, dus kunnen we nog wel even vooruit. Om kwart voor één begint het oprijden, eerst de “gewone” auto’s voor het hoge autodek en daarna zijn wij met de busjes en de campers aan de beurt. Caravans zien we overigens niet. We hebben weer een tweepersoons buitenhut met gróóot raam en tweepersoons bed. Ook weer een grote TV met behalve een hoop TV- en radiozenders weer een kanaal met de “frontcam” van het schip zodat we kunnen zien wat er zich voor het schip afspeelt en een kanaal met de positie van het schip op een nautische kaart. Het enige dat ons –in vergelijking met Stena- tegenvalt is het internet, of beter: het ontbreken daarvan. Er is geen draadloos internet, alleen de hele dure hutten hebben een (draad-) internetaansluiting, waarvoor je nog tijd moet inkopen. Op dek 7 zijn 2 van die stalen internetzuilen, waar je à raison van 2 kronen per minuut kunt internetten. Vergeleken met het draadloze – en gratis! – internet op de Stena- schepen is dat wel een minpuntje.
Maar verder is het prima aan boord. We reserveren eerst plaatsen voor het avondbuffet, naar keuze om half zes of half negen. Dan maar de eerste en we kunnen nog een plekje aan het raam serveren. Aan dek zien we het wegvaren uit de haven en daarna zoeken we een plekje in de “Observation Lounge” aan de voorkant op het hoogste dek, een rond café- restaurant dat aan de zijkanten ver buiten het schip is gebouwd. Het draait alleen niet, maar geeft wel een prachtig uitzicht. We vinden een plekje aan de bakboordkant en kunnen vandaar de zijkant van het schip zien. Best wel imposant. Jenny trakteert op een “Color Dream”, een cocktail met Baccardi, Cranberryliquor en nog een hoop andere dingen erin. De ober wenst ons “sweet dreams” en dat lukt best wel. Daarna gaan we winkelen op de grote promenade en wandelen de taxfreeshop in, maar daar is het zo druk dat we weer snel via de ingang weggaan.
Om half 6 gaan we richting buffet en krijgen inderdaad een tafeltje aan het raam. Nico tenminste, want Jenny loopt achter de verkeerde kelnerin aan….. Na een eerste bescheiden bordje te hebben gevuld bestellen we een fles wijn en een fles aqua (no gas) en kan de maaltijd beginnen. Het buffet is beduidend uitgebreider dan dat van Stena, maar daar staat tegenover dat je de drankjes apart moet bestellen. Vandaar de fles wijn, da ’s maar één keer bestellen.
We vroegen ons al eerder af wat nu voordeliger was: betalen in (Noorse) kronen of Euro’s. Betalen in kronen lijkt inderdaad goedkoper dan in Euro’s: Het totale bedrag in kronen is Nok 848, dit is ruim 100 euro. In Euro’s zou het eten ons € 113,35 gekost hebben. Betalen met card lijkt nog voordeliger, maar net als ‘s middags in de Observation- bar lukt de mobile pin niet, dus schiet Nico even naar de flappentap. Vraag is alleen of de opnamekosten en koers samen niet op of in de buurt van het Eurobedrag komen. Dat moeten we dan nog maar zien.
Even een frisse neus halen na het eten lukt maar matig. Je waait bijna van het schip af en achter de beschermende glaswand staan we tussen drie Nederlandse sigaretten en één sigaar, dus dat frisse neus halen gaat letterlijk in rook op….
Na een hééél korte tussenstop in het casino (de automaten zijn door de sigarettenrook amper te vinden) en de nachtclub waar overdag (nou ja: om 19.30 uur) ook al live opgetreden wordt komen we weer terug in onze hut om eens even lekker op adem te komen.
“De zon in de zee zien zakken” lukt vanavond niet. Wel zien we de zon onder een wolk uit tevoorschijn komen en na een korte tijd duikt hij definitief onder een andere wolk. Toch wel mooi!
Zaterdag 28 mei 2011 Jenny 488 / 2.911 km
Vannacht nogal schommelend geslapen. Deze morgen worden wij gewekt door de TV-radio. Er verschijnt een heuse klok in beeld en het geluid wordt gaandeweg harder. Maar dan zijn wij allang uit bed. Om 8.30 uur zitten wij aan een uitgebreid en smakelijk ontbijt. Het is best druk op deze boot en dat maakt het gezellig, maar ook lawaaierig. Tegen kwart voor tien zoeken wij het autodek op en we kunnen dat zowaar met de lift bereiken. Op de heenreis met Stena zat de lift zo vol dat wij bepakt 11 verdiepingen met de trap hebben gedaan. Om 10.05 uur rijden wij als een van de eerste personenauto’s achter de vrachtwagens de “Magic” af, een zonnig Kiel in.
We kiezen er voor om meteen de snelweg op te gaan en onderweg wel eens te tanken.
Om 11.00 uur rijden we de Elbetunnel in en passeren probleemloos Hamburg. De weg tussen Hamburg en Bremen zit vol wegwerkzaamheden, dus af en toe gaat het wat langzamer. Toch zijn we vlot in Bremen, 12.10 uur en even later parkeren we bij een supergroot Winkelcentrum net voorbij Bremen, bij Stuhr. Eerst gaan we tanken, daarna een nieuw TV kastje kopen bij Roller en tot slot uitgebreid boodschappen doen bij een grote supermarkt Real,-. Aangezien het zaterdag is en Nico morgen jarig is, is het goed wat in huis te hebben. Het is 15.10 uur voordat wij onze weg naar huis weer vervolgen. Het schiet lekker op, de A28 in Duitsland is niet druk.
Om 16.15 uur passeren wij de grens bij de “Poort van Groningen”. Wij vinden het daar altijd een beetje uitgestorven boel, maar dat is tevens de reden dat we voor de ze route kiezen: geen oponthoud en je bent met ruim een uur thuis. En inderdaad, om 18.00 uur rijden wij onze straat binnen. En dat is dan tevens het einde van deze “zomervakantie” 2011.
Klik HIER voor de foto’s!